Hans Bouwmeester
Ook in heel eenvoudige posities kunnen de schaakstukken kolossale zetten doen, zoals het vervolg leert.
1. De koning
Wit speelt en wint.
Studie van Mitrofanov. 1.g4 Kf4 2.Kd7! b5 3.Ke6 b4 4.Kf6 Kf3 5.Kf5! Kxf2 6.Ke4!! en wint.
.
.
.
.
.
2. De dame
Naar een idee van de gebroeders Platov. Wit wint.
1.Dc2+! Kd8! Na 1… Kd7 is 2.Ta7! beslissend en ook 1… Kb8 2.Dh2+ Kc8 3.Dh8+ is onvoldoende voor zwart. 1… Dc6 2.Txa8+ verliest op slag. 2.Dh7!! Wit wint, want plotseling is er geen verdediging tegen 3.Txa8+ of 3.Dh8+.
.
.
.
.
3. De toren
Wit speelt en wint.
Sloffase van een studie van Wotawa.
1.Tf1!! Schitterend. Er dreigt mat op e8 en 1… Txf1 2.Te8+ en 3.Tf8+ is uit. 1… Ke6 Het enige, want 1… Ke4 2.Te8+ Kd3 3.Tf3+ leidt tot verlies van a2. 2.Te8+ Kd7 3.Tfe1!! Deze kolossale zet beslist, want er is geen goede parade tegen 4.T1e7 mat.
.
.
.
4. De loper
Wit speelt en wint.
Dit is uit een beroemde studie van De Villeneuve Esclapon. Wit lijkt totaal verloren, immers 1.Kg6 Txg7+! leidt tot een verloren eindspel. De geweldige loper redt evenwel de zaak.
1.Lxb2! Txh6 2.Kg5 Th2 Of 2… Tb6 3.Le5! en als het paard speelt maakt 4.Ld4 remise. 3.Le5 Tf2 4.Lf4 Pd4 5.Le3 Tf5 6.Kg4 Td5 7.Kf4 Kb6 8.Ke4 Kc5 Zwart is op tijd. 9.Kd3! Maar nu is de positie niet meer te winnen, want de loper houdt het paard in een eeuwige greep.
.
5. Het paard
Wit speelt en maakt remise
Twee wereldkampioenen bogen zich eens over deze studie van Grigorjev. Fischer deed er met een bord 7 minuten over. Kasparov vond het binnen 2 minuten zonder het bord erbij te nemen. Wit maakt remise.
1.Pb4! Andere zetten verliezen. 1… h5 2.Pc6 Ke4! Zo maakt hij het zo moeilijk mogelijk. 3.Pa5!! Deze fantastische zet ligt bepaald niet voor de hand. Zwart kan niet vermijden dat het paard veld h2 onder schot krijgt. Dat is voldoende voor remise.
6. De pion
Wit speelt en wint.
Uit een studie van Adamson.
Wat een eenvoudige stelling! En hoeveel erkend sterke spelers zouden hier in de harde praktijk de weg naar de winst vinden?
1.g3!! De enige zet die tot winst leidt. Na 1.g4? Kb4 2.Kd3 Kc5 3.Ke4 Kd6 4.Kf5 h5!! zou zwart remise maken. 1… Ka2 Op 1… h5 wint 2.Kd3 en wit verovert de pion onder goede omstandigheden. Dit is ook het geval na 1… Kb4 2.Kd3 enzovoorts, omdat de finesse … h5 ontbreekt. 2.g4!! en wint.
Wie nu, na het zien van al dat moois, nog geen interesse voor de eindspelstudie kan opbrengen, kan worden vergeleken met de mens die door een rozentuin loopt met de ogen dicht en een knijper op de neus!