bouwmeester

Bronstein – Keres (1956)

Film van een dramatische schaakpartij

Hans Bouwmeester

In het voorjaar van 1956 werd het zogenaamde Kandidatentoernooi in Nederland verspeeld. Dit toernooi moest de uitdager aanwijzen, die het in 1957 tegen wereldkampioen Michael Botwinnik zou gaan opnemen. Het Amsterdamse Minerva-paviljoen was het belangrijkste strijdtoneel, maar voor de tiende ronde ging men, bij wijze van uitzondering, naar de Korenbeurs in Leeuwarden, waar de Friezen voor een fantastische organisatie zorgden.

Keres1960Op het moment dat deze ronde van start ging, stond de Rus Efim Geller aan de leiding met 6 punten. Daarachter volgden David Bronstein en Paul Keres, links in beeld, met 5,5. De twee laatstgenoemde moesten tegen elkaar en het werd al spoedig duidelijk dat dit een strijd op leven en dood zou worden, temeer, daar Geller tegen zijn landgenoot Tigran Petrosjan al vroeg in moeilijkheden geraakte.

Er heerste een geladen stemming. Zou de sympathieke Estlander, die al sinds 1937 tot de kandidaten voor de wereldtitel behoorde, er deze keer in slagen het concours te winnen? Velen gunden het ook de kleine, tengere Bronstein, ondanks zijn jonge leeftijd al een legendarische figuur. Hij had in 1951 Botwinnik in een prachtige match aan de rand van de afgrond gebracht en een herkansing zou zeker een schat aan mooi schaakwerk opleveren.

bronsteinHet duel nam twee dagen in beslag. De eerste zitting was succesvol voor Bronstein, links in beeld, die de witte stukken hanteerde. Met diepzinnig en geraffineerd positiespoel bereikte hij een duidelijk superieure positie en toen de partij na 40 zetten werd afgebroken waren alle experts van mening dat het snel met de arme zwartspeler zou aflopen.

Evenwel … schaken is een wreed spel! Een kleine misser in de fatale seconde kan het schitterend werk van vele uren teniet doen. Elke schaakspeler kan daarover droevig meepraten. De oorzaak ligt dikwijls bij een derde, niet te onderschatten tegenstander in de vorm van een klok, die dwingt tot handelen. In de tijdnoodfase van de tweede zitting raakt Bronstein het spoor bijster en wordt onverwacht door Keres onderuitgehaald. Als een geslagen man loopt Bronstein de zaal uit. “Im Schach gibt’s kein Gnade”, zo merkt de grote Paul op, alsof hij voelt dat hij zijn deel ook wel weer eens zou krijgen. Inderdaad gebeurt dit in de voorlaatste ronde, als hij op onverklaarbare wijze in gewonnen positie een stuk weggeeft tegen de Tsjechoslowaak Miroslav Filip. Uiteindelijk wint Vassili Smyslov het toernooi.

bronstein2Het publiek reageert op Bronsteins nederlaag, links opnieuw in beeld, enigszins verontwaardigd. Niet onbegrijpelijk, maar toch ook niet geheel terecht, want Keres’ sluwe verdediging van een uiterst kwetsbare positie is werkelijk van grote allure.

Helaas geeft het toernooiboek van dit onsterfelijke duel slechts een bescheiden analyse. Gelukkig vond ik tijdens de Schaakolympiade te Moskou in september 1956 Keres bereid om de partij toe te lichten. Het was een onvergetelijke les van een speler en analyticus van topklasse

Later heeft Keres een deel van deze analyses ook gepubliceerd en wel het Zweedse boekje Konsten att vinna schack, dat later door de Engelse meester Harry Golombek is vertaald onder de titel The Art of the Middle Game. Helaas zijn deze boeken in de Nederlandse schaakgemeenschap nooit bekend geworden.

David Bronstein – Paul Keres
Kandidatentoernooi 1956

Het gevecht begint.
1.e4 Bronsteins openingsrepertorium was veelzijdig. Keres moest op alles voorbereid zijn. Op zijn beurt kon Bronstein het volgende antwoord verwachten, want Keres koos bijna altijd voor een zogenaamd Open Spel.
1…e5 2.Pf3 Soms speelde Bronstein ook graag het Koningsgambiet 2.f4, maar in een zo belangrijke ontmoeting tegen een zo groot kenner vindt hij dat te riskant.
2…Pc6 3.Lb5 Een Spaanse Partij dus. Er is vrijwel geen schaakmeester, die deze moeilijke en veelzijdige opening niet talloze keren heeft gespeeld.
3…a6 In de vorige eeuw werden zetten als 3… d6 of 3… Pf6 veel gespeeld. Een enkele keer komt dat ook nu nog wel voor, evenals het voorzichtige 3… g6, maar 3… a6 geniet toch verreweg de meeste populariteit.
4.La4 Korte tijd was de Ruilvariant actueel door de successen van Robert Fischer. Inmiddels is bekend, dat zwart met
[4.Lxc6 dxc6 5.O-O f6 6.d4 Lg4 gemakkelijk gelijk spel krijgt.]
[4.Lxc6 dxc6 5.O-O Lg4 6.h3 h5! is ook goed.]
4…Pf6 Een belangrijk alternatief is 4… d6, waarmee destijds Aljechin en later ook Keres dikwijls furore maakten. Een kwestie van smaak en mode.
5.O-O In deze positie staat zwart voor een belangrijke keus. Mensen als Tarrasch en Euwe kozen vaak voor 5… Pxe4, de zogenaamde Open Verdediging. In onze tijd zijn Kortsnoj en Jusupov de belangrijkste aanhangers van dit systeem.
5…Le7 Dit wordt de Gesloten Verdediging genoemd. Deze ontketent een waar labyrint van varianten, dat in meerdere handboeken uitvoerig wordt besproken. Omdat er in onze tijd veel gespeeld en veel gepubliceerd wordt, verouderen deze boeken bij de dag. Het is niet de bedoeling dat de film ontaardt in het opzeggen van een lesje Spaanse theorie. Keres beheerste deze theorie wellicht beter dan menig andere grootmeester en gedurende zijn veertigjarige (!) internationale schaakloopbaan heeft hij deze vaak verrijkt met opmerkelijke vondsten.
6.Te1 Nu dreigt pionwinst door 7.Lxc6 en Pxe5.
6…b5 7.Lb3 d6 In deze positie kon zwart ook op een interessant gambiet aansturen met: 7…O-O 8.c3 d5 Dit zogenaamde Marshall-Gambiet, bedacht door de Amerikaan Frank Marshall, die in het begin van deze eeuw een gevreesd toernooispeler was, duikt de laatste jaren weer veelvuldig op. De Engelse meester John Nunn heeft er een opmerkelijk boek aan gewijd.
8.c3 Zwart dreigde met 8… Pa5 de gevaarlijke witte aanvalsloper te elimineren.
8…O-O 8…Lg4 9.h3 Lh5 10.d3! Gevolgd door de manoeuvre Pb1-d2-f1-g3 is voorbarig.
9.h3 Als wit direct 9.d4 speelt, is 9… Lg4 de juiste verdediging. In een partij Bronstein – Keres, Kandidatentoernooi Budapest 1950, had wit succes met het dubieuze pionoffer 9.d4 Lg4 10.h3 Lxf3 11.Dxf3!? exd4
9…Pa5 De verdedigingsvorm, die Keres hier kiest, is van Tsjigorin afkomstig. Zwart had de keus tussen een groot aantal systemen. Tegenwoordig is de methode van Zaitzev zeer in de mode: 9…Lb7 10.d4 Te8 Tijdens de match Kasparov – Karpov, New York – Lyon 1990, greep Karpov bij herhaling naar een oud systeem, dat ook door de Rus Tsjigorin reeds in de vorige eeuw werd ontwikkeld: 9…Pd7 10.d4 Lf6
10.Lc2 c5 11.d4 Dc7 Hiermee is de Tsjigorin-opstelling voltooid en wederom ontspint zich hier een enorm net van varianten. ‘Madam la Theorie’, zoals Aljechin wel eens smalend placht op te merken, is van mening dat wit in het algemeen wat beter staat, maar dat de zwarte positie toch uitermate veilig en flexibel is.
12.Pbd2
diabouwbronkeres112…cxd4
Deze ruil betekent, dat het gevecht voornamelijk op de damevleugel gevoerd gaat worden. De c-lijn komt open en de beheersing daarvan bepaalt in belangrijke mate de wederzijdse strategie.
13.cxd4 Pc6 Een veilige methode. Scherp, maar gevaarlijk is: 13…Lb7 14.Pf1 Tac8 15.Ld3 Sterker is 15.Lb1!
15…d5!?
14.Pb3 Lb7 Uiteraard weet Keres wat hij doet. Bij vroegere gelegenheden speelde hij meermalen: 14…a5 15.Le3 a4 16.Pbd2 Le6!? 17.d5 Pb4
15.Lg5 Ook 15.d5 is sterk, zoals Larsen in Zürich 1959 tegen Keres aantoonde. In die partij maakte Keres met moeite remise.
15…h6 16.Lh4 Ph5? Dit experiment heeft Keres nooit meer herhaald. In Moskou 1956 deed hij tegen Unzicker: 16…Pb4 17.Lb1 Tac8 18.Te2 Ph5 en bereikte daarmee een redelijk bevredigende positie.
diabouwbronkeres217.d5! Vanaf dit moment begint de eigenlijke strijd; het boek speelt geen rol meer en de schaakmeesters zijn geheel op eigen kracht aangewezen. Met een scherp gepointeerde actie weet Bronstein in het voordeel te komen.
17…Pd8 Noodzakelijk, want na
[17…Lxh4 18.Pxh4 Pb4 19.Lb1 zijn beide paarden in levensgevaar.]
[17…Pb4 18.Lxe7 Dxe7 19.Lb1 a5 20.a3 is ook onvoldoende.]
18.Lxe7 Dxe7

.

.

diabouwbronkeres319.Pfd4! Deze manoeuvre heeft Keres bij zijn vooruitberekening onderschat.
19…Pf4 20.Pf5 Df6 Plotseling was de koningsvleugel in gevaar. Zo was op 20…Dc7 21.Tc1 en 22.Dg4 gevolgd. Ook 20…Dg5 21.Df3 is zeer gunstig voor wit; er dreigt 22.h4 Df6 23.g3 Pg6 24.Pxh6!
21.Te3 Met duidelijke bedoelingen.
21…Kh7

.

.

.

diabouwbronkeres422.a4! Een bekend patroon. Zwart wordt op de koningsvleugel beziggehouden, zijn stukken werken slecht samen en kunnen niet snel worden omgespeeld, omdat de goede velden in witte handen zijn. Wit kan op dit moment de koningsaanval geen kracht bijzetten en begint dus een actie aan de andere kant van het bord.
22…bxa4 Keres ziet er tegenop om zijn koningsburcht verder te verzwakken. Toch kwam hier of bij de volgende zet … g6 in aanmerking, om het paard terug te drijven op het moment dat veld e3 nog bezet is.
23.Txa4 Lc8 24.Tb4 Pb7 25.Tc3!

.

diabouwbronkeres5Nu wordt het ernst.
25…g6 Er dreigde 26.Txc8 Taxc8 27.Txb7, en ook 25… Lxf5 is een nauwelijks aanneembare parade: 25…Lxf5 26.exf5 Tfb8 (26… De7?? 27.f6!) 27.Tc6!
26.Pe3 a5 27.Tb6 Dd8 De pointe van zwarts tegenspel. Met het paard op f5 zou de damemanoeuvre gefaald hebben op Tcc6, maar nu komt het paard langs de andere kant onrust zaaien.
28.Pc4 Ta7 Het was Keres aan te zien dat hij het moeilijk had. Tot overmaat van ramp begon de tijdnood te naderen.
29.Pc1 Zo kan hij het enig actieve zwarte stuk uitschakelen.
29…Dg5 Veel haalt deze actie niet uit, maar op deze manier is er wat tijd te verdienen.
30.Tg3 De7 31.Pe2 Pxe2+ Anders zou dit paard wel eens via c3 op b5 kunnen komen.
32.Dxe2 Td8 Keres tracht zijn positie zoveel mogelijk te beveiligen. Hij dekt d6 om eindelijk zijn paard naar c5 te kunnen spelen. Deze ‘dreiging’ wordt door Bronstein gemakkelijk verhinderd. In de zaal werd vooral 32… f5 verwacht, maar het is bekend dat het openen van de positie in het algemeen voordelig is voor de aanvaller. Vooral in de tijdnoodfase is de verdediger het meest kwetsbaar. Op 32… f5 volgt: 32…f5 33.exf5 Lxf5 Als de pion terugneemt komt de witte dame met grote kracht naar h5.
34.Lxf5 Txf5 35.De3 en er is geen goede parade tegen 36.Tc6, gevolgd door het binnendringen van de witte dame op b6.
diabouwbronkeres633.Ta3 Houdt het paard vast.
33…Ld7 34.De3! Neemt Ta7 in het vizier, zodat 34.Pxd6 dreigt.
34…Tc8 35.Ld3 Hernieuwt de dreiging. Keres investeerde hier zijn laatste minuten en ontwikkelde een ingenieus verdedigingsplan. Dit is een vreselijke stelling voor zwart. Behalve Tc8 zijn alle stukken aan dekking gebonden en als zwart aan de dreiging 36.Pxd6 het hoofd wil bieden moet hij 36… Tca8 spelen. Keres noemde de zwarte positie in dat geval totaal verkrampt. Op zichzelf, zo meende hij, is een passieve stelling nog geen ramp, maar als elk uitzicht op tegenspel ontbreekt, dan kan de tegenstander zijn beslissende actie in alle rust voorbereiden en op elk gewenst moment toeslaan. Deze actie zou hier met f2-f4 kunnen beginnen. Keres begint nu een psychologische oorlogvoering. Hij offert een pion, in de hoop op tegenspel.
35…Le8! Zeker zijn beste kans.
diabouwbronkeres736.b4 Bronstein is op zijn hoede. Hij heeft het niet nodig om in tijdnood afwikkelingen door te rekenen. Wit versterkt gewoon de druk op de damevleugel. Met 35… Le8 dekte zwart f7 en hoe belangrijk dat is, blijkt bijvoorbeeld uit
[36.Pxd6 Pxd6 37.Txd6 Dxd6 38.Dxa7 Db4! 39.Dxa5 Tc1+ 40.Kh2 Dxb2 41.Ta2 Db3 en wit staat nog voor een uiterst lastig technisch karwei, aldus Keres.]
[36.f4 exf4 37.Dxf4 Txc4! 38.Lxc4 Dc7 39.Tb4 Dc5+ is ook voorbarig, zoals Keres liet zien.]
36…a4 Hier was 36… Tca8 zinloos. Wit kan eenvoudig met 37.b5 vervolgen.
37.Kh2 Zwart kan niets ondernemen. De witspeler kan zijn acties uitstellen tot de tijdnood voorbij is.
37…Taa8 38.Le2 Tc7
diabouwbronkeres839.b5!
Bronstein heeft het beslissende aanvalsplan al in gedachte. Hij wil Tb6 naar c6 spelen en door een kwaliteitsoffer twee geweldige verbonden vrijpionnen creëren. Het veld c5 is nu vrij voor de zwarte stukken, maar nog het paard, noch de toren kan het bezetten wegens 40.Pxd6.
39…Dd8 40.Ta2 39… Dd8 bond de witte dame aan Tb6, zodat 40.f4? exf4 41.Dxf4 Txc4 42.Txb7 Tc7! niets oplevert voor wit.
40…Kg7 Het is de vraag of de koning hier beter staat dan op h7, maar ook Keres moest de tijdcontrole halen. De wedstrijdleider sloeg op de gong, als teken dat de speeltijd verstreken was. Keres maakte zich snel uit de voeten, de zaal liep leeg en Bronstein kreeg de enveloppe toegeschoven. Het afgeven van een zet is een uiterst delicate aangelegenheid. Een speler heeft vijf uur zware geestelijke arbeid achter de rug en moet nu nog een handeling verrichten waar veel van kan afhangen. In het algemeen doet hij er verstandig aan om even tijd te offeren voor ontspannen. Hoe lang moet je nu over zo’n zet nadenken? Uiteraard hangt dat van het stellingsprobleem af, maar een vuistregel is: in moeilijke situaties tenminste tien minuten en hoogstens een half uur. In dit geval was de tijdcontrole in de tweede zitting bij zet 56 en er moesten dus in het volgende ‘denkuur’ 16 zetten worden gespeeld. Bronstein dacht 35 (!) minuten na, sloot zijn zet in de enveloppe, gaf deze aan wedstrijdleider Haye Kramer – de Friese schaakmeester was samen met Euwe verantwoordelijk voor de arbitrage – en ging heen.
41.Tc6!
diabouwbronkeres9Dit kwam er bij de hervatting uit. Vrijwel iedereen had deze zet, die reeds met 39.b5 was voorbereid, verwacht. Maar men had werkelijk geen idee wat hierop het antwoord van Keres zou kunnen zijn. Een enkeling had zelfs het idee geopperd dat de getergde Estlander het verder wel zou geloven. Niets bleek minder waar. Keres nam met een pokerface achter het bord plaats en verschoof achteloos een toren…
41…Tb8!? Heel even was Bronstein uit zijn evenwicht. In een fractie van een seconde toonde hij zich verrast, maar onmiddellijk daarna begon hij rustig na te denken. De analyse had Keres vermoedelijk al snel ervan overtuigd dat 41…Lxc6 42.dxc6 Pc5 43.Pxe5! kansloos was voor zwart. De tekstzet geeft pion a4 zonder meer weg. Het werd even later duidelijk dat Bronstein de zwarte torenmanoeuvre in het geheel niet verwacht en dus niet geanalyseerd had. De minuten verstreken…
42.Td2! Een voortreffelijke, veilige zet, die de spanning vasthoudt. Bronsteins klok was inmiddels weer een kwartier verder en dat betekende dat hij voor 14 zetten nog maar 10 minuten over had. Keres had gehoopt op
[42.Txa4 Lxc6 43.dxc6 Pc5! 44.Ta2 44.Ta5 kan beantwoord worden met de manoeuvre Pc5-e6-d4.
44…Txb5 45.Pxd6 Dxd6 46.Lxb5 Pe6 willen doen. Daarna is het resterende eindspel zeer moeilijk te winnen, omdat het paard superieur is aan de loper.]
[42.Db6 Lxc6 Hetzelfde antwoord volgt op 42.Da7 of zelfs 42.Dc3, omdat 43.Pxe5 met 43… Df6! bestreden wordt.
43.dxc6 Pc5]
[42.f4 Deze zet zou volgens Keres in aanmerking komen. Overigens blijft de opmars van de f-pion in de stelling zitten.]
42…h5
diabouwbronkeres1043.Td1
Deze zet bederft nog niets, maar het is volkomen onbegrijpelijk dat een speler van de klasse van Bronstein, die tot op dit moment werkelijk schitterend heeft gespeeld, een eenvoudige beslissing mist, die met 43.Dc3 kon worden geforceerd. Hierna staat zwart voor een onmogelijke opgave, gezien de drie dreigingen 44.Pxd6, 44.Pxe5 en 44.f4!
43…Kg8 Keres trok een gezicht alsof niets hem deren kon. Bronstein keek zenuwachtig naar de klok.
44.Kg1 Kh7 Vrijwel een ieder verwachtte hier wederom 45.Dc3!, maar … nee hoor.
45.Da3 De7 Deze positie moet Keres bij de huisanalyse op het bord hebben gehad.
.

diabouwbronkeres1146.Dxa4? Eindelijk wordt de met de moed der wanhoop gevoerde verdediging beloond. Was Bronstein bang voor het driemaal optreden van dezelfde positie? Anders had hij wellicht 11 neutrale zetten kunnen doen om zich na de tijdcontrole opnieuw te bezinnen. Overigens zal hij zich in zijn laatste minuten nog hebben beraden over
[46.Pxd6 Lxc6 47.dxc6 Keres had daarop
47…Pxd6 48.Dxd6 Dxd6 49.Txd6 a3 50.Td2 50.Lc4? a2 51.Td1 Tc6!
50…Ta7 in gedachte. Het eindspel is dan zeker niet meer gemakkelijk te winnen.]
[46.Pxd6 Lxc6 47.dxc6 Pxd6 48.Txd6 Td8 49.Td3 Dxa3 50.Txa3 Td4 is evenmin verre van duidelijk. Zwart zet een toren op b4 en nadert met de koning, aldus Keres.]
46…Pc5! Het heeft lang geduurd, maar plotseling is het zover. Zwart speelt weer.
47.Dc2 Wie zou in tijdnood anders hebben gespeeld? Pion e4 is immers belangrijk. Toch was 47.Da5 sterker. Daarna was
[47.Da5 Lxc6 48.dxc6 Pxe4 gevaarlijk wegens 49.Lf3 en de witte vrijpionnen zijn levensbedreigend. Zwart kan 47.Da5 evenwel beantwoorden met het door Keres aangegeven]
[47.Da5 Ta7! 48.Db4 Ta2! en zwart heeft allerlei tegenkansen.]
diabouwbronkeres1247…Lxc6! Eindelijk is de vrucht rijp.
48.dxc6 Txb5! Zwart moet nu doorzetten, want anders volgt Pc4-e3-d5. 48…Pe6 49.Pe3 Pd4 50.Txd4 exd4 51.Pd5 Dd8 52.b6 en wint.
49.Pxd6 Onder spannende omstandigheden komt een mens soms tot beslissingen, waarvoor hij in andere gevallen zeker zou terugschrikken. Had de partij een ‘normaal’ verloop gehad, dan had Bronstein hier zeker voor 49.Pe3! gekozen. Zelfs in een vluggertje zou hij vermoedelijk zo hebben gespeeld. De zet herwint de kwaliteit en maakt gemakkelijk remise! De zaken liggen hier wezenlijk anders. Bronstein weet dat hij totaal gewonnen heeft gestaan en kan de gedachte aan het volle punt, waarmee hij de leiding in het toernooi zou veroveren, nog niet laten varen. Helaas, hij heeft geen tijd meer …
49…Tb6! Wit had gerekend op: 49…Ta5 waarna 50.Dc3 er sterk uitziet. In dat geval maakt zwart remise met 50…Txc6 51.Dxa5 Txd6
diabouwbronkeres13Plotseling ziet Bronstein wat hij heeft aangericht. Na 50.Dxc5 Tcxc6 moet hij zijn paard verliezen.
50.Lb5? Had hij nu nog maar even tijd gehad, dan had hij ongetwijfeld de volgende reddende combinatie gezien: 50.Dxc5 Tcxc6 51.Dxb6! Txb6 52.Pc8 Dc5 53.Pxb6 Dxb6 54.Lf3 en het eindspel moet remise worden.
50…Pe6! “Im Schach gibt’s kein Gnade”!
51.La4 Volgens Keres was 51.Dc4 beter geweest, maar na 51…Pd4 52.Dd5 Pxb5 53.Pxb5 Tcxc6 op den duur onvoldoende.
51…Pd4 52.Dc5 Tbxc6! Dit was niet moeilijk meer te vinden.
53.Lxc6 Txc6 De strijd is voorbij. Desolaat keek Bronstein naar de ruïne die hem was overgebleven. Op hetzelfde ogenblik viel zijn vlag…

0-1

 

kereskinderen

In de zaal werd de mening verkondigd dat Keres (hierboven in beeld met zijn kinderen) het geluk van de eeuw had gehad. Een onrechtvaardig oordeel. Schaakmeesters zijn geen computers. Zij kennen het fenomeen van de geestelijke vermoeidheid, die soms schaakblindheid veroorzaakt. Zij hebben hun emoties, hun goede en slechte momenten. Daarmee kan de een beter omgaan dan de ander en deze kunst is evenzeer van belang als strategie en tactiek bedrijven. Psychologie speelt een rol van betekenis. In Max en Hein Donner heb ik altijd sterke psychologen gezien. Veel minder sterk op dat terrein waren de meesters Adriaan de Groot en Johan Barendregt. Beide laatstgenoemden werden geen gróte meesters, maar wel hoogleraar in de psychologie!