1960 - 2016

Prins en Bouwmeester

Robert Beekman

Prins en Bouwmeester. Beiden hebben ze voor Utrecht gespeeld. Bouwmeester van 1960 – 1968. Prins van 1970 – 1973. Bouwmeester weer vanaf 1974. Nooit hebben ze samen gespeeld bij Utrecht. Of nee, toch één keer. Eén keer hebben ze naast elkaar gezeten. Bij Utrecht – Parijs. Ze wisselen geen woord met elkaar. De spanning is om te snijden.

Vreemd, want als Hans Bouwmeester in 1948 bij ASC komt, heeft hij amper geld. Prins, die bij ASC aan het eerste bord speelt, wijst hem op een jeugdtoernooi in Birmingham. Bouwmeester wil maar al te graag en Lodewijk regelt alles voor hem. Geld via ASC en de Noordhollandse Schaakbond, onderdak via vrienden. Hans (foto hieronder) is hem hier altijd dankbaar voor gebleven.

bouwmeester4

Bij ASC spelen in die tijd Euwe (alleen als de club in nood zit), Prins en Orbaan. Hans Bouwmeester is drievoudig kampioen van het sterke Haarlem en mag aan het tweede bord spelen. Achter Prins. Dat zijn Prins’ topjaren; zo wint hij in 1948 Hoogovens. De jaren gaan verder en Hans wordt sterker en sterker. In 1954 wint Bouwmeester Hoogovens samen met Vasja Pirc. Nog steeds wil Prins het eerste bord niet afstaan. Alleen tegen DD wil Prins niet aan het eerste bord omdat hij dan tegen Donner moet. Dan mag Hans wel.

Hans daagt hem uit om te spelen om het eerste bord, waarop Lodewijk niet ingaat. De onderlinge ontmoeting in Hoogovens, 1954, is hierdoor een prestigestrijd geworden. Fel speelt Hans op winst en bereikt hij een gezonde pluspion voorsprong. Het punt wordt al geteld, maar Lodewijk weet in een paardeindspel te ontsnappen. Remise.

Hoogovens 1955. Opnieuw gebrand op de winst! Dit keer speelt Hans de opening te ambitieus en komt Prins in het voordeel. Netjes wordt de zaak afgewikkeld door Lodewijk. Prestigestrijd verloren!

bouwmeestermoskou

Olympiade te Moskou, 1960. Voor Hans Bouwmeester, twee personen erachter Henk van Steenis, tweede van rechts Lodewijk Prins.

In 1954 laat Argentinië op het allerlaatste moment weten geen Olympiade te organiseren. Lodewijk Prins slaagt er in om in vijf weken een Olympiade te Amsterdam te regelen. Binnen drie dagen heeft hij 131.000 gulden bij elkaar. Eén van zijn onwaarschijnlijke wapenfeiten. Hans Bouwmeester doet nog niet mee aan het Nederlandse team – hij moet op school examens afnemen.

Maar vanaf 1956 doet Bouwmeester voor het eerst mee en volgen jaren van goede samenwerking. Bouwmeester wordt op een gegeven moment captain en Prins is een goede kameraad. Altijd bereid om samen met een ander of voor een ander te analyseren. Nee, dan Donner, die onttrekt zich daaraan. Wat kan hem het schelen hoe iemand anders er voor staat in een afgebroken partij?

Desalniettemin verlopen de analyses niet altijd voorspoedig. Lodewijk staat erom bekend in analyses eigenwijs te kunnen zijn. Van Euwe is de volgende gevleugelde uitspraak bekend: “Laten we rustig naar de stelling kijken. Want als het er om gaat wie het hardste schreeuwt, heeft Lodewijk Prins altijd gelijk.”

bouwmeesterprins

Rechts Bouwmeester en Prins tegen Schotland, Olympiade Havanna 1966.

1960. Hans Bouwmeester verhuist naar Utrecht en gaat bij Schaakclub Utrecht spelen. Na een aantal jaar lukt het Utrecht naar de Hoofdklasse te promoveren. Uiteraard komt Hans Bouwmeester daarin tegen Lodewijk Prins. We praten over 1965.

Utrecht – ASC. Opnieuw diezelfde prestigestrijd. Hans is er op gebrand Prins te verslaan en dit keer lukt dat ook. Eindelijk! Al rond zet 30 staat Prins helemaal verloren maar hij speelt door alsof er niets aan de hand is. Dan, na vijftig zetten, staat Prins meer dan een toren achter maar moet er afgebroken worden.

Het voorstel tot arbitrage wordt gedaan. Maar nee, daar ziet Lodewijk niet zoveel in. Het voorstel om uit te spelen in Utrecht wordt gedaan – het is per slot een thuiswedstrijd voor ons. Naar nee, dat kost Lodewijk te veel tijd. De tijd gaat verder en verder en op een gegeven ogenblik is Prins zomaar verdwenen. De captain van ASC meldt Hans dat Prins zijn partij opgeeft. Het is Prins te veel om zijn verlies achter het bord toe te geven.

Een half jaar later, in de volgende cyclus van de Hoofdklasse moet Bouwmeester wederom tegen Prins spelen. Prins heeft net het NK gewonnen en voor beiden staat dus opnieuw veel prestige op het spel. Fel wordt er door twee spelers op winst gespeeld, en Hans Bouwmeester wint voor de tweede keer op rij. Opnieuw kan Prins aan het eind geen handen schudden. Opnieuw is hij zomaar verdwenen en komt de teamleider van ASC vertellen dat Prins opgeeft.

In het seizoen 1967-1968 wint Hans Bouwmeester voor de derde keer op rij de prestigeslag tegen Prins!

Olympiade Tel Aviv

In 1964 is de Olympiade in Tel Aviv. Eddy van Amerongen woont in Israel en neemt contact op met de Nederlandse delegatie, waar Prins en Bouwmeester gebroederlijk in één team spelen. Van Amerongen haalt herinneringen op met Prins en het blijkt dat Lodewijk een broer heeft. Matthijs. Matthijs is omgekomen in Dachau; Lodewijk is gedurende de tweede wereldoorlog ondergedoken op een boot in Vinkeveen.

Lodewijk Prins is namelijk zoon van een rabbijn, maar hij wil dat niet zijn. Salomon is zijn echte naam. Op school wordt hij Loodje genoemd. Kennelijk zijn de herinneringen te pijnlijk of wil hij niet geassocieerd worden met het joods zijn. Hij laat zich Lodewijk noemen, gaat keurig in het pak gekleed en ontkent zelfs dat hij een broer heeft.

bouwmeesterprins2

Rechts Bouwmeester en Prins tegen Venezuela, Olympiade Havanna 1966.

Olympiade Siegen

Dan 1970, de Olympiade te Siegen. Het rampscenario rond de vijfde man. Hans Bouwmeester pleit voor Jan Timman, om hen zoveel mogelijk kansen te geven. Uiteindelijk gaat Donner niet omdat hij 10.000 gulden vraagt, wil Timman niet meer vanwege het gezeur en blijft tot slot de keuze over tussen Hartoch en Prins. Prins wil heel graag; het zou zijn 13e opeenvolgende deelname aan een Olympiade zijn. Bovendien heeft hij goed gepresteerd dat jaar. Maar het bestuur kiest voor Hartoch.

Hans Bouwmeester moet de boodschap brengen. Hij gaat zelf naar het huis van Prins en zegt dat hij nog voor hem gepleit heeft.

Maar Prins is onvermurwbaar. Later hoort Hans dat Prins niet gelooft dat hij voor hem gepleit heeft. Hij heeft in die tijd een rubriek in het Parool en gaat vervolgens tekeer over de KNSB en vooral over Hans Bouwmeester. De coach zou volgens Prins niet mogen meespelen. De KNSB accepteert de tirade niet en trekt bij Het Parool aan de bel. Een paar maanden later komt het tot een breuk tussen de KNSB en Prins. Nooit meer wil Prins iets te maken hebben met de bond. Nooit meer wil Prins een woord wisselen met Bouwmeester. Tot verdriet van de laatste.

prinsPrins (links een foto uit 1970) weet dat Bouwmeester niet meer bij Utrecht speelt, anders komt hij niet in 1970, direct na de Olympiade van Siegen bij Schaakclub Utrecht spelen. Spanjaard heeft hem gevraagd. Met Utrecht wordt hij wel voor de tweede keer in onze geschiedenis landskampioen. Prins nodigt het hele eerste team van Utrecht uit om bij hem thuis van een feestmaal te genieten. Ter ere van het landskampioenschap.

Direct na dat landskampioenschap weet Spanjaard een door AMEV gesponsord evenement tussen Utrecht en Parijs te organiseren. Go, bridge en schaken tegelijkertijd. Na afloop van de wedstrijden is er een open huis waarin alles gewisseld wordt. Bouwmeester gaat dammen, Donner gaat bridgen, beroemde go-spelers gaan schaken. Voorafgaand aan deze wedstrijd is een delegatie van de diverse denksporten een weekend naar de Franse hoofdstad getogen, om, in café De la Paix, voorbereidingen te treffen voor de match: Utrecht – Parijs.

Iedereen in schakend Nederland weet hoe de verhoudingen tussen Prins en Bouwmeester inmiddels zijn, maar Spanjaard doet gewoon of zijn neus bloedt en vraagt Hans Bouwmeester om Utrecht te versterken.

Opnieuw zitten Bouwmeester en Prins naast elkaar. Dit keer zit Hans wel aan het eerste bord. Geen woord wordt er gewisseld. De spanning is om te snijden. Ze zijn zich er allebei van bewust naast wie ze op dat moment spelen, maar houden het professioneel. Niemand merkt er wat van en beiden halen ze aan die eerste twee borden het volle punt binnen.

Het is de laatste keer dat Bouwmeester en Prins gebroederlijk naast elkaar schaken.

prins1960

Lodewijk Prins op de Olympiade te Leipzig van 1960.