Op 15 februari toog ons beste (en enige) viertal naar Loenen aan de Vecht met als doel daar een stuk of twee matchpunten op te halen. Ons team, bestaande uit Paul Meijer, Peter Timmerman, Jo Drijver en mijzelve zou toch sterk genoeg moeten zijn om dit voor elkaar te krijgen. We arriveerden netjes op tijd, maar werden nog even de zaal uitgezet omdat er nog iets besproken moest worden. (Uiteraard ontstonden er wilde fantasie?n over handgemenen en royeringen van leden.) Toen de stofwolken in de speelzaal waren opgetrokken en de scherven waren opgeveegd konden we de zaal betreden. Inmiddels begon er bij de bar ook een klaverjastoernooi. De herrie was wel hoorbaar, maar niet storend.
Ook op de schaakborden werden de kaarten een voor een uitgespeeld. Op het bord van Jo werd na een afruil tot remise besloten. Vooraf had ik ingeschat dat we op de lage borden de meeste slagen zouden halen. Dat gebeurt wel vaker tegen kleine clubjes. Die zetten een kanon op bord 1 en daarna gaat het snel bergafwaarts. Helaas. Die theorie ging niet op. Op alle andere borden bleken de tegenstanders de meeste troeven in handen te hebben. Zowel Paul als Peter gingen nat. Zelf probeerde ik nog vergeefs een remise te halen uit een verloren stelling (na geofferde pion waar ik niets voor terug zag). In zo’n stelling heb je niets meer te verliezen. Dat speelt makkelijker. (En levert sporadisch nog een half punt op)
Om maar in de klaverjastermen te blijven: Oud Zuijlen is roemloos ten onder gegaan.
Een aandachtspuntje is nog wel de bord 1 speler, met een rating boven de grens van 1800. Dat riekt een beetje naar ‘doorgestoken kaart’, of ‘verzaken’ zo u wilt.
? | Vecht & Ommelanden 1 | Oud Zuylen 1 | 3,5 | – | 0,5 |
1. | C.P. Sirag (1823) |
M.A.M. Jongerius (1695) | 1 | – | 0 |
2. | K. Lotte (1592) |
J.J. Drijver (1669) | 0,5 | – | 0,5 |
3. | C. Davids (1620) |
P. Timmerman (1550) | 1 | – | 0 |
4. | H.J. Groenewoud (1605) | P.H.P. Meijer (1474) | 1 | – | 0 |
Marc Jongerius