[Door: Jo Drijver]
Het derde is heel stevig versterkt door de komst van Hans de Lange, Jan Ackerman en Bert Lardenoije. Toppers die het verschil kunnen maken. Hans begon voortvarend. Hield zwarte koning in het midden, forceerde een half open h-lijn en blokkeerde de witte loper op g2. Hij speelde ogenschijnlijk met een stuk meer en buitte dat uit door pionnen te snoepen. Het eindspel werd op verzoek van de eerste bordspeler maar niet uitgespeeld. Een heel ander spel heeft Jan Ackerman. Hij speelt gewoon op winst. Geeft het nodige materiaal en krijgt aanval en ruimte terwijl de stukken van zwart niet worden ontwikkeld en de dame ergens langs de lijn staat na het incasseren van wat pionnen. Dan begint Jan zijn aanval met een paard, twee loerende lopers en een toren langs de a-lijn. Kijk en geniet!
Tot volle tevredenheid van de teamleider ging het aan de laatste drie borden ook naar behoren. Ido Telchuys belde op het laatste moment af met pech onderweg. Helaas was onze negende speler niet aanwezig waarop Jan Gijzen spontaan aanbood om in te vallen. Graag natuurlijk, maar helaas hij was de enige die verloor. Overigens wel van een sterke speler. Jan valt graag aan maar wat ook bij andere sporten gebeurt, de verdediging wordt verwaarloosd met alle gevolgen van dien. Maurice Diederen kwam beter uit de opening maar moest naarstig zoeken naar de juiste weg om verder te komen. Zijn tegenstander ging uiteindelijk aan de matdreigingen te onder. Heel goed gespeeld. Dat zelfde geldt voor Hidde Bok die een geofferde pion in zijn zak stak en tot in het eindspel bewaarde. Wit deed er alles aan om binnen te dringen maar Hidde pareerde als een middeleeuwse ridder. Door het opspelen van een pion met schaak moest de koning wijken en kon een toren de genadeklap uitdelen. Dat was niet meer nodig, wit gaf op.
Alleen het middenrif (zie foto) moest de 4-1 voorsprong uitbouwen naar een overwinning.
Peter Timmerman probeerde in een gelijke stelling toch tot winst te komen. Dankzij de medewerking van zijn tegenstander lukte dat en was de buit binnen. Bert Lardenoije speelde het eindspel beter dan zijn tegenstander (of was zijn stelling beter?), kwam met de koning binnen, won een pion en kon nu op twee vleugels naar voren. Dat was teveel voor de witte stelling en zo werd het 6-1! Een ongekende score voor het derde. Theo Rooijakkers stond al uren gewonnen en zou het heel mooi afmaken. Helaas liet hij een toren instaan welke met schaak werd genomen. Uiteindelijk een koning met twee pionnen tegen een koning met een paard en een pion. Op dat moment stond wit waarschijnlijk nog gewonnen.
Koning en alle pionnen op de damevleugel en de zwarte koning en het paard helemaal op de koningsvleugel De laatste zwarte pion zou verloren gaan. Wie loopt er harder? Koning en paard tegen twee vrijpionnen? Theo was stuk gespeeld en had er geen zin meer in. De enige remise bracht ons op 6½ – 1½. Een geweldig begin. Woerden speelde overigens met vier invallers, wij slechts met één.
Uitslag
| S.C. Oud Zuylen Utrecht 3 | S.C. Woerden 3 | Score | |||
| Lange de, H.J.G. (Hans) | 1648 | Veelenturf, W.J. (Wim) | 1569 | z-w | 1 – 0 |
| Ackerman, J.C. (Jan) | 1692 | Vos de, L. (Leo) | 1544 | w-z | 1 – 0 |
| Lardenoye, B. (Bert) | 1663 | Ossebaar, H.C. (Hans) | 1513 | z-w | 1 – 0 |
| Rooijakkers, T.M.H. (Theo) | 1481 | Halbersma, J. (Jaap) | 1454 | w-z | ½ – ½ |
| Timmerman, P. (Peter) | 1563 | Spruijt, J.C. (Jan) | 1439 | z-w | 1 – 0 |
| Gijzen, J.W. (Jan) | 1465 | Janssen, F.W.V.M. (Frans) | 1390 | w-z | 0 – 1 |
| Bok, H. (Hidde) | 1381 | Nijs de, A.G. (Ton) | 1396 | z-w | 1 – 0 |
| Diederen, M. (Maurice) | 1213 | Huizing, H.M. (Henk) | 1220 | w-z | 1 – 0 |
| Gemiddelde Rating: | 1513 | Gemiddelde Rating: | 1441 | 6½-1½ |
