Kampioenen van de Schaakclub Utrecht
Erik Olof
In de loop der tijden heeft de interne competitie om het clubkampioenschap veel benamingen gekend: onderlinge wedstrijd, huishoudelijke wedstrijd (of mooier: huishoudelijk concours), handicap-toernooi, winterwedstrijd …
Tegenwoordig is het kortweg: de interne. Het gaat er natuurlijk steeds om wie de sterkste is van de club. Vroeger zijn er echter, door voorgiften, interessante pogingen gedaan het krachtsverschil te elimineren en daardoor – uiterst democratisch – gelijke kansen te scheppen voor iedereen.
Bij de Schaakclub Utrecht is weinig met zekerheid vast te stellen over het prille begin. Van Lennep geeft enige informatie, waaruit blijkt dat A.G. Olland in de jaren 1885-1889, 1892 en 1893 ‘eerste wordt in de eerste klasse’. Niet duidelijk is wie in de tussenliggende jaren met de eer gaat strijken. In 1894 is het J. Wiedeman. Uit een artikel van Te Kolsté blijkt dat daarna handicap-toernooien zijn gehouden, waarin Olland in 1895 en in 1900 de eerste prijs wint en in andere jaren met een bescheidener plaats genoegen moet nemen. Zo’n voorgift waaruit de handicap bestond, kon bijvoorbeeld zijn: ‘pion f7 en een zet’, of ‘pion f7 en twee zetten’.
Uit een bericht in het Handelsblad van eind 1894: In de Schaakclub Utrecht wordt op het ogenblik een onderlinge wedstrijd gehouden, waarbij de volgende bepaling is ingevoerd. De deelnemers kunnen een onbeperkt aantal partijen met elkaar wisselen, mits ieder zorg drage, dat hij minstens een partij met elk der anderen wisselt. Het aantal winstpunten, gedeeld door het aantal gespeelde partijen, geeft de verhouding aan, volgens welke de prijzen verdeeld worden. Het bestuur heeft (onzes inziens zeer te recht) gemeend, door deze maatregel een betere opkomst der leden te verzekeren. Wij hopen later de uitslag dezer proefneming te kunnen berichten.
Geholpen heeft het blijkbaar niet, want in november 1898 lezen we: Eerst thans is de uitslag bekend van het laatste huishoudelijk concours der SC Utrecht, dat reeds in november van het vorig jaar een aanvang nam. De reden hiervoor moet gezocht worden in de zeer slechte opkomst van een groot deel der medestrijders. Gespeeld werd in 7 klassen met voorgiften, variërende van een zet en pion tot koningin…
De handicaps waren blijkbaar te groot voor Olland om nog de top te bereiken. In dat jaar wint C. Jonker.
Ook in latere jaren is de ‘winterwedstrijd’ dikwijls een zorgenkindje geweest. In de jaren vijftig kwijnde de onderlinge dermate dat gezocht werd naar ideeën om het groepensysteem te vervangen door iets dynamischers. Dat resulteerde in het Keyzer-svsteem, waarvan het Utrecht-lid H. Groenenboom een verfijnde versie bedacht. De computer is er tenslotte aan te pas gekomen om degenen, die daar nog iets van begrepen, voorgoed in het ongewisse te storten.
De berichtgeving over de onderlinge competitie blijft fragmentarisch tot 1918. Bekende namen duiken echter telkens weer op: Olland, Hogewind, Leussen en na 1906 ook A.E. van Foreest. Olland en Van Foreest maken de dienst uit in een competitie die toch vaak meer dan veertig deelnemers telt.
Het clubblad van 8 oktober 1925 meldt dat de zilveren wisselbeker, vanaf 1918 ingesteld, nu eigendom is van Dr. Olland, die driemaal achtereen de titel heeft gewonnen. Deze wisselbeker wordt door Dr. Olland ter beschikking gesteld, maar dat wordt niet door de ledenvergadering aanvaard, waarna de Doctor ontroerd dankt…
Van 1918 af is de informatie compleet. In de jaren 1918 tot 1922 blijft Olland buiten mededinging. Wij komen hierdoor tot de volgende lijst van kampioenen van Schaakclub Utrecht.
1885-1886: | A.G. Olland |
1886-1887: | A.G. Olland |
1887-1888: | A.G. Olland |
1888-1889: | A.G. Olland |
????? | |
1892-1893: | A.G. Olland |
1893-1894: | A.G. Olland |
1894-1895: | J. Wiedeman |
1895-1896: | A.G. Olland |
????? | |
1899-1900: | A.G. Olland |
????? | |
1918-1919: | G.J. Brester |
1919-1920: | G. Filep |
1920-1921: | CH. Piccardt |
1921-1922: | J.H. Goud |
1922-1923: | A.G. Olland |
1923-1924: | A.G. Olland |
1924-1925: | A.G. Olland |
1925-1926: | A.G. Olland |
1926-1927: | A.G. Olland |
1927-1928: | Ed. Spanjaard |
1928-1929: | A.G. Olland |
1929-1930: | A.G. Olland |
1930-1931: | Ed. Spanjaard |
1931-1932: | Ed. Spanjaard |
1932-1933: | P.W. Meylink |
1933-1934: | A.E. van Foreest |
1934-1935: | A.E. van Foreest |
1935-1936: | H.J. van Steenis |
1936-1937: | A.E. van Foreest |
1937-1938: | Ed. Spanjaard |
1938-1939: | Ed. Spanjaard |
1939-1940: | Ed. Spanjaard |
1940-1941: | J. Muilwijk |
1941-1942: | J. Muilwijk |
1942-1943: | J. Visser |
1943-1944: | J. Visser |
1944-1945: | niet gespeeld |
1945-1946: | Ed. Spanjaard |
1946-1947: | Ed. Spanjaard |
1947-1948: | J. Visser |
1948-1949: | J.J. van Oosterwijk Bruyn |
1949-1950: | J.J. van Oosterwijk Bruyn |
1950-1951: | Ed. Spanjaard |
1951-1952: | J.J. van Oosterwijk Bruyn |
1952-1953: | G.W. van Vloten |
1953-1954: | Ed. Spanjaard |
1954-1955: | J. Visser |
1955-1956: | H.J. van Steenis |
1956-1957: | Ed. Spanjaard |
1957-1958: | A.K.G. Reurslag |
1958-1959: | H.M. Nieland |
1959-1960: | F. Stegeman |
1960-1961: | D.D. van Geet |
1961-1962: | H. Bouwmeester |
1962-1963: | D.D. van Geet |
1963-1964: | Ed. Spanjaard |
1964-1965: | H. Bouwmeester |
1965-1966: | T. de Ruiter |
1966-1867: | T. de Ruiter |
1967-1968: | G. Verholt |
1968-1969: | A. van Oosten |
1969-1970: | A. van Oosten |
1970-1971: | M.D. Etmans |
1971-1972: | Ed. Spanjaard |
1972-1973: | F.B. Schoute |
1973-1974: | G. Verholt |
1974-1975: | G. Verholt |
1975-1976: | M. van der Linde |
1976-1977: | M. van der Linde |
1977-1978: | M.D. Etmans |
1978-1979: | J.J. van der Tuuk |
1979-1980: | H. Janssen |
1980-1981: | F.A. Cuypers |
1981-1982: | D. Dieks |
1982-1983: | P.P.M. Nieuwenhuis |
1983-1984: | H. Janssen |
1984-1985: | H. Janssen |
1985-1986: | J.J. van der Tuuk |
1986-1987: | E.G.J. Knoppert |
1987-1988: | J.S.E. van Gaalen |
1988-1989: | P.P.M. Nieuwenhuis |
1990-1991: | E.G.J. Knoppert |
1991-1992: | M. Okkes |
1992-1993: | J.J. van der Tuuk |
1993-1994: | J.J. van der Tuuk |
1994-1995: | V. Diepeveen |
1995-1996: | E.A. de Haan |
1996-1997: | E.A. de Haan |
1997-1998: | A. Schwartz |
1998-1999: | E.A. de Haan |
1999-2000: | E.A. de Haan |
2000-2001: | E. l’Ami |
2001-2002: | E. l’Ami |
2002-2003: | M. Okkes |
2003-2004: | M. Okkes |
2004-2005: | R. Beekman |
2005-2006: | X. Wemmers |
2006-2007: | M. Okkes |
2007-2008: | M. Okkes |
2008-2009: | J. Jens |
2009-2010: | M. Okkes |
2010-2011: | R. Beekman |
2010-2012: | R. Beekman |
2012-2013: | M. Okkes |
2013-2014: | M. Okkes |
2014-2015: | R. Beekman |
2015-2016: | R. Beekman |