Het Aegon Mens-Computer toernooi 1996
Vincent Diepeveen
Van 10 tot en met 17 april 1996 is het door Aegon gesponserde mens-computertoernooi voor de 11e keer gehouden. Gedurende 6 rondes nemen hierin 50 mensen deel, die elke ronde tegen 50 computers spelen. Mensen spelen alleen tegen computers, en computers dus ook alleen tegen mensen. Door het bestuderen van de hier gespeelde partijen kan afgemeten worden hoe sterk de sterkste programma’s ter wereld nu werkelijk spelen.
In tegenstelling tot vorig jaar werd er nu geen Bronstein-tempo gespeeld (x minuten voor de eerste zoveel zetten, en daarna voor elke zet 20 seconden zonder dat er tijd gespaard kan worden), maar een incrementeel tempo: 90 minuten voor de hele partij, en elke zet 20 seconden erbij.
Een groot aantal mensen voorspelde een vette nederlaag voor de computers. Niet alleen vanwege het voor mensen handigere tempo, maar ook doordat er dit jaar een sterker deelnemersveld door organisator Cock de Gorter bijeen was gebracht.
Aan de andere kant was er ook een groot aantal ‘computerexperts’ die een vette nederlaag voor de mens voorspelden. Voor elke computerdeelnemer was er namelijk een Pentium 166 beschikbaar gesteld van HP (en onder andere Ed Schröder (Rebel Aegon) bracht zijn eigen hardware mee: Pentium Pro 200, twee keer zo snel als P166). Vorig jaar was er standaard een Pentium 90 beschikbaar. Dus dit jaar werd er op bijna twee keer zo snelle hardware gespeeld als vorig jaar. Dit is voor een computerprogramma een groot voordeel.
Links in beeld: Turning Point – Vaganian, zwart aan zet. Wit heeft net 12.Dd1-a4 gespeeld, wat in principe een dubbele aanval is, maar ook gewoon in het openingsboek staat. Voor zwart is hier de meest bekende theoriezet Dd7. De loper op g4 staat gevaarlijk, en ook dreigt wit een pion op c6 te slaan. Van dat laatste was Vaganian niet zo onder de indruk: 12… Lh5! 13.Lxc6 bxc6 14.Pxc6 Pxc6 15.Dxc6 Tc8 16.Da4 Lxf3 17.gxf3 Tc4 18.b4 Dh4 19.Td1 Dh3 20.f4 Txf4! En wit gaf op. Binnen 20 minuten geveegd.
Professor Van den Herik sprak zich in zijn openingstoespraak voor zijn doen uitermate voorzichtig uit. Deze professor is normaliter extreem optimistisch over de kracht van schaakprogramma’s. Van den Herik heeft misschien al wel tien keer voorspeld dat de computer wereldkampioen zou worden, wat nooit uitgekomen is, en waar onder andere Hans Böhm al een hoop geld en eer aan verdiend heeft.
Daar op deze manier een computer nooit wereldkampioen wordt, is Van den Herik met recht een born loser te noemen. Om zich van dit imago te ontdoen liet Van den Herik zich in de openingstoespraak ontvallen dat hij na dit toernooi niet tevreden zou zijn als de computers minder dan 140 punten zouden scoren. Direct na zijn toespraak kon Van den Herik dus al tevreden naar huis: Er worden in het hele toernooi 300 partijen gespeeld. 140 punten is beduidend minder dan 50%, wat op een algehele nederlaag van de computer zou duiden.
May the games begin
Meteen na de langdradige openingstoespraak van Van de Herik begint het toernooi. Al die tijd zaten de deelnemers, waaronder de grootmeesters: Vaganian, Seirawan , Speelman, Christiansen, Kosashivili, Van der Wiel, Cifuentes Parada, Ree en als klapper op de vuurpijl: Bronstein, ‘geduldig’ te wachten tot zij konden beginnen met spelen tegen de ‘beesten’, waarvan één, Diep, van mijzelf en ook bediend door mij.
De langdradigheid van de toespraak was overigens wel het enige dat nog in dit toernooi verbeterd kan worden. Verder was het toernooi goed verzorgd. Overal was aan gedacht. Veel consumpties, nieuwe hardware, prachtige speelruimte (Aegon hal), analyseruimte (met Herman Grooten als commentator), en niet te vergeten de spetterende opening waarin Karpov, Piket en Timman een tweetal rapid partijen speelden tegen de computer.
Rapid tegen de PC
In deze minimatch was het tempo 30 minuten per partij plus 20 seconden voor iedere zet (anders wordt een programma met zekerheid door de vlag gejaagd door de operatortijd). Piket kreeg twee keer een prachtig eindspel in handen waarin de computer totaal misgreep. Piket dus 100% tegen The King.
Karpov vernederde Fritz in de eerste wedstrijd, en verzuimde (opzettelijk?) de tweede partij in het toreneindspel op winst te spelen, waarna er in een veilig halfje werd berust.
Timman’s partijen verliepen tweemaal identiek. In de opening speelde Timman briljant, vervolgens na zo’n half uur was Timman totaal uitgeput en liet zich in een zeer tactisch complex en ingewikkeld middenspel vreselijk truken door Mchess, waarna Timman slechts door beide keren een superieur eindspel te tonen er nog twee halfjes uit wist te slepen.
In totaal scoorden Karpov, Piket en Timman in de openingsfase dus 4 uit 6, wat 75% is. De grootmeesters in het toernooi met over het algemeen een stuk lagere rating, weliswaar met ietsje meer tijd, zouden het beter doen dan deze super-gm’s met rond de 77%, wat weer eens aangeeft, dat menselijk schaak en computerschaak twee totaal verschillende spelletjes zijn.
Links Diep – H. de Kleijnen, wit aan zet, ronde 4. Welke krachtzet vond Diep hier?
Antwoord: 1.Lc1-f4!! wint compleet. Na 1… Dxf4 (partij) wint wit de toren op a8 door Dxb7 en Dxa8. Na 1… Dc8?? of 1… Dd7? zou zwart kansloos verloren hebben na Tc1 en Pb5.
Hoewel Van den Herik dus niet tevreden was als computers keihard zouden verliezen, hebben zij dit eigenlijk wel gedaan. Het hoogst eindigende programma was Quest (Fritz5) met 4.5 punten uit 6 partijen.
Met slechts een half puntje minder dan de computerwinnaar Quest ben ik zeer tevreden over Diep‘s optreden, vooral als ik ook kijk naar de partij tegen Vaganian, waar mijn programma na de 4e zet van zwart al uit het boek is, en vervolgens op grootse wijze speelt. Toen Diep zo lang begon te denken over voor de mens eenvoudige zetten, dan begrijpt u wel dat de mens vriendelijk om zich heen lachte en vrolijk nog eens een consumptie haalt.
Diep – Vaganian
Aegon mens – computer, april 1996.
1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pd2 c5 4.Pgf3 Pc6 5.exd5 exd5 6.dxc5 Lxc5 7.Pb3 Ld6 8.Ld3 Pge7 9.Pbd4 Lg4 10.h3 Lh5 11.Le3 Lg6 12.O-O O-O 13.Pb5 Lb8 14.Te1 Te8 15.Lg5 Vanaf nu liep Vaganian niet meer vrolijk rond, maar zat onrustig achter zijn bord zetten te produceren, maar zie wat er gebeurde op zet 20.
15…a6 16.Lxg6 hxg6 17.Pbd4 Dd6 18.Dd2 Lc7 19.Tad1 Pa5
20.De3!! Het ziet eruit als een computerzet (dat is het ook), maar lokt wel de volgende zet uit.
20…Pc4 Zwart zoekt de tactiek op, wat niet de bedoeling is van het computermens spelletje, dat verlies je altijd. Objectief beter was geweest 20… Kf8 waarna DIEP alles had afgeruild en druk had gezet op d5, waarna DIEP waarschijnlijk NIET voor remise had gekozen (DIEP speelt altijd op winst), maar had doorgespeeld, en waarschijnlijk had verloren vanwege de sterke loper van zwart.
21.Lxe7! Pxe3 22.Lxd6 Pxd1 23.Lxc7 Txe1+ 24.Pxe1 Pxb2
,
Nu DIEP het eindelijk voor elkaar heeft om materieel voor te staan (kleine kwaliteit), gaat het meteen mis met DIEP. Planloos wacht DIEP zijn dood af.
25.Pef3? Beter is 25.Kf1, met betere kansen voor wit als deze althans zijn koning weet te centraliseren.
25…Pc4 26.Pe2 Tc8 27.Lf4 Pa3 28.c3 Pb1 29.Le5 Tc5 DIEP vond Tc4 hier beter. Vaganian was na afloop van de partij zeer te spreken over Tc5 (want de toren komt binnen; Tc4 vond Vaganian maar een standaardzet), maar DIEP die tijdens de partij in deze stelling 12 ply rekende (alles minder dan 13 halve zetten wordt in elk geval gezien dus) begon ineens pessimistisch te worden: de score zakte van de +0.60 ineens naar de -1.00, wat ik niet anders kan verklaren dan dat Tc4 direct gewonnen had. Na het spelen van Tc5 begon DIEP weer hoop te koesteren (+0.60 weer), maar aan het verdedigingswerk van DIEP moet nog wat aan gesleuteld worden zoals hieronder te zien is:
30.Pe1 Tb5 31.Pd3 Pa3 32.Lf4 Tb1+ 33.Kh2 f6 34.Pd4 Ta1 35.Pb4 Pc4 36.Pdc2 Tb1 37.Pd4 g5 38.Le3 a5 39.Pbc2 Tb2 40.a3 a4 41.Lc1 Tb1 42.Pe2 Kf7 43.g3 Ke6 44.Le3 Kd6 45.Lc1 Kd7 46.Kg2 Pe5 47.Pb4 Kd6 48.Le3 Tb2 49.Pd4 Pc4 50.Pf5+ Ke5 51.g4 Pxe3+ 52.Pxe3 Tb3 53.Pd3+ Kd6 54.Pf5+ Kd7 55.Pc5+ Kc7 56.Pd4 Txa3 57.Pb5+ Kc6 58.Pxa3 Kxc5 59.Kg3 d4 60.cxd4+ Kxd4 61.f4 Kc3 62.fxg5
0-1
Enige conclusies
Als ik eerst kijk naar hoe sterk Diep (en ook andere programma’s) een dergelijke halfopen stelling behandelt, en vervolgens kijk hoe kansloos Diep (en ook alle andere programma’s) een gesloten stelling verliest, dan kan ik wel generaliserend concluderen dat de computer nog ver van suprematie over de mens verwijderd is. Ik wil mijn conclusie zelfs nog versterken: op de huidige manier (zo Diep mogelijk rekenen met snelle schaakkennis) zal nooit een computer de (sterkste) mens verslaan.
In dit Aegon toernooi blijkt dat er nog steeds niet genoeg kennis in programma’s zit. In Diep is het wel de bedoeling dat dit erin komt, maar het zal nog jaren duren voor het zover is. Hoe het niet moet, dat is duidelijk: hoe kan mijn programma deze Franse openingsvariant beter behandelen dan Turning point (zie eerder in dit artikel Turning point-Vaganian), het programma dat tegen de 200.000 nodes per seconde haalt, en daarmee sneller is dan Fritz (haalde dit toernooi 180.000 posities per seconde), die tegen Vaganian gewoon slaat op c6, en vervolgens mat gaat zonder er iets tegen te doen.
In gesloten stellingen was dit nog veel erger, op het zielige af. Bijvoorbeeld: programma’s als Fritz, Rebel, Mchess, Zarkov, The King, werden helemaal mat getrapt, of wisten het voor elkaar te krijgen om de slechte loper te krijgen, en de slechte loper van de tegenstander af te ruilen voor een sterk paard (loper is tenslotte altijd sterker dan een paard redeneert een programma dat niet weet wat een zwakke loper is).
De zwakte van de mens
Toch is het zo dat de computers dit toernooi met 162.5 – 137.5 gewonnen hebben. Dit komt doordat de mens zo makkelijk stukken weggeeft. Met name de veelvuldig meespelende journalisten van rond de 1800 – 2200 wisten in de prachtigste standen soms tot dames toe weg te geven, wat ondergetekende tot volle tevredenheid stemde.
Zo heeft mijn Diep op deze wijze de NOS-verslaggever Piet Bakker (2230) en Internationaal Meester bij de mannen Peng Zhaoqin, bij de vrouwen bijna wereldkampioen, vernederd. De Belg Hajenius heeft op soortgelijke wijze verloren van Diep door een helptruc.
U zult wellicht verwachten dat zwart met zijn koning zo vreemd op h4 mat gaat, en dat de vraag is hoe zwart mat is gezet. Schijn bedriegt. Een sterk programma als Zarkov gaat niet zomaar mat. Zeker geen mat in minder dan 14 zetten. Toch was het juist dit wat de witspeler nastreefde. In plaats van matzetten had de witspeler ook zijn pionnen kunnen laten promoveren. Matzetten, dat kost zetten. Als het dan geen mat is, dan zijn het verloren zetten. Zarkov slaat terug met een creatieve combinatie, die eigenlijk helemaal niet had mogen gebeuren. 1… Lf1+ 2.Kxf1 Td3 3.Pd1 en tegelijkertijd opgegeven.
.
Maar eerlijk gezegd …
Laten we eerlijk zijn: aan het Aegon toernooi deden een heleboel oudjes mee die zich in een prachtige stelling weten te manoeuvreren, maar waarvan je als programmeur al van te voren weet dat ze waarschijnlijk verliezen. Hoe kun je tactisch van iemand winnen als deze tactisch altijd beter is? Dit soort stellingen met aan beide zijden van het bord kansen, maar objectief gezien vaak beter voor de menselijke kant, is in het Aegon toernooi in 99% van de gevallen gewonnen door de computer. Toch is het een verademing om te zien dat programma’s tactisch zo sterk zijn. Het levert, zoals in dit geval, vaak prachtige combinaties op, op onverwachte momenten.
Diep heeft hier een TPR behaald van rond de 2350, wat voor een tweejarige die voor het eerst meedoet in zo’n groot en mooi internationaal toernooi natuurlijk een sensationele entree is. Om echter bij de werkelijke computertop te komen is er meer nodig dan tegen mensen goed spelen.
We moeten in de eerste plaats de hardware en de tegenstand niet vergeten. Deze hardware is erg snel, en programma’s die gebaseerd zijn op ‘uitgebreide’ kennis, zoals Diep en Chess System Tal, hebben meer profijt van deze snelle hardware dan andere programma’s zouden hebben. Ook hebben amateurs als Diep meer profijt van de openingen die door de mens zijn gespeeld dan de commerciële programma’s. In dit Aegon toernooi hebben de meeste mensen alle openingstheorie vermeden, terwijl in computer-computer toernooien juist bepaalde programma’s veel punten scoren dankzij hun openingskennis. Het feit dat bij de eerste vijf programma’s drie amateurs zitten, waaronder eentje die bezig is commercieel te worden zegt wat dat betreft wel genoeg over het ‘grote verschil’ tussen de schaakprogramma’s!
Het leuke van dit mens-computer toernooi is het enorme geroezemoes. Aan het begin van de partij een praatje maken met de tegenstander, en verder ook veel praten met andere programmeurs, en veel uitleg geven aan toeschouwers. Ook over publiek mag ik niet klagen. Het aantal toeschouwers (naast de deelnemers/programmeurs zelf dus) dat op één avond kwam kijken naar Diep‘s partij was alleen al meer dan het totaal aantal bezoekers dat ik gedurende de hele dag waarneem bij een wedstrijd waar zowel Paul Keres als SC Utrecht speelt. Laat staan Bronstein’s partij, ik zat soms naast het bord van Bronstein, maar heb de hele avond geen glimp van de man waargenomen vanwege de geweldige belangstelling voor zijn partij.
Een geschenk achteraf
Na afloop van het toernooi had Cock de Gorter namens Aegon nog een leuk cadeautje voor de deelnemers. Een boek onlangs uitgekomen en geschreven door David Bronstein en Tom Fürstenberg: The Sorcerer’s Apprentice. Een prachtig boek, waarin tussen de regels door enorm veel over Bronstein’s verleden staat en enorm veel anekdotes naast partijen en stellingen waarin Bronstein uitlegt waarom hij een bepaalde zet doet. Een aanrader voor iedereen.
Uw verslaggever zal komende weken gaan wroeten in de 300 partijen uit het Aegon toernooi en zal in de volgende aflevering veel stellingen laten zien waarin de beesten prachtige combinaties/wendingen hebben gevonden.
De einduitslag
1. Yasser Seirawan 6
2/3. John van der Wiel 5.5
3/3. Rafael Vaganian 5.5
4. Jonathan Speelman 5
5. QUEST 4.5
Erik Hoeksema 4.5
Roberto Cifuentes Parada 4.5
Gert Ligterink 4.5
Larry Christiansen 4.5
NOW 4.5
NIMZO 4.5
REBEL7 4.5
CAPTURE 4.5
15. REBEL AEGON 4
THE KING 4
Yona Kosashivili 4
David Bronstein 4
Nico Kuyf 4
Gert Legemaat 4
MCHESS 4
ZARKOV 4
MCHESS PRO 4
TASC R30 4
MEPHISTO GENIUS 4
HIARCS 4
Diep 4
GENIUS 4
30. FRITZ 3.5
CHESSICA 3.5
88. o.a. Bert Kieboom 1.5
Foto uit het Aegon toernooi van 1993.