Beekman

Euwe – Prins (1946)

Groot ego en klein ego

Robert Beekman

Maart 1941. Schaaksponsor Johan Hollander kondigt aan dat hij na de Tweede Wereldoorlog een groot schaaktoernooi van wereldklasse organiseert. Niemand neemt de man serieus. Bovendien heeft men veel te veel zorgen door de bezetting. Na de Tweede Wereldoorlog ligt bovendien hele wereld in puin. Ook het schaken komt maar moeizaam op gang. Augustus 1946 is het dan zover. Het eerste grote schaaktoernooi van na de oorlog. En Johan Hollander doet wel degelijk wat hij eerder beloofd had. Schaakclub Staunton viert op dat moment z’n 75-jarige bestaan en organiseert daartoe een grootmeestertoernooi van wereldklasse, getiteld: Groningen, 1946. Het Staunton wereldschaaktoernooi. Bijna alle toppers van dat moment doen mee.

Botwinnik wint dit toernooi met 14,5 uit 19. Zijn eerste grote succes. Twee jaar later verovert hij de wereldtitel. Max Euwe wordt tweede met 14 uit 19. Zijn laatste grote succes. Vanaf dit moment krijgt hij door sponsors de kans om voltijds met schaken bezig te zijn, maar er is nooit meer uitgekomen wat gehoopt werd.

Groningen1946

Boven de deelnemers, onder de toernooizaal op de eerste dag van het toernooi: 13 augustus 1946.

Groningen1946a

De voorbereiding van dit toernooi is een rommeltje. Trage briefwisselingen met aanmeldingen en afzeggingen maken het voor de organisatie erg lastig wie nu wel en wie nu niet komt. Daarenboven is ook nog eens onduidelijk of de Russen nu wel of geen toestemming van de staat krijgen om te komen. Dat betekent dat wellicht vijf spelers extra meedoen. De chaos gaat verder en verder, maar op een gegeven moment meent de organisatie het lek boven te hebben. Te elfder ure beweert men precies 20 spelers te hebben.

Echter, groot is de verrassing als de Russen ineens met vijf in plaats van vier mensen uit het vliegtuig stappen. Er zijn dus plotsklaps 21 deelnemers! Wat nu?

Eerst wordt voorgesteld om een toernooitabel van 22 deelnemers te hanteren. Kan de secondant van de Russen, Veresov, die tevens kampioen van Wit-Rusland is, ook mooi meedoen. Maar de Russen spelen vlak na het toernooi een USSR – USA match, dus die optie vervalt. Vervolgens besluit de organisatie dat onmogelijk een buitenlander naar huis gestuurd kan worden. Er doen echter maar twee Nederlanders mee: Max Euwe en Lodewijk Prins.

Nou, dan moet Lodewijk Prins maar bakzeil halen, toch? Het kan toch niet zo zijn dat wereldkampioen Euwe aan de zijlijn blijft staan. Helaas, Lodewijk Prins weigert. Hij is uitgenodigd en moet en zal dus meedoen. Vervolgens biedt Euwe aan zich terug te trekken. Als reactie daarop zegt Botwinnik dat hij zich terug zal trekken. Immers, de Russen hebben de impasse zelf veroorzaakt.

Twee spelers van wereldklasse zijn bereid hun plaats af te staan!

In het toernooiboek kan nu de volgende passage gelezen worden:
“Toen er reeds geruchten waren dat Euwe zich wilde terugtrekken en Botwinnik bereid was hetzelfde te doen, trad Veresev als deus ex machina op en bracht de oplossing: hij beloofde, gesteund door Botwinnik, zijn invloed te doen gelden dat Prins zou worden uitgenodigd voor de eerstvolgende grote internationale wedstrijd in de Sovjet-Unie mits de Nederlander zich ditmaal zou terugtrekken. Dit aanbod had succes.”

Diplomatiek verwoord, maar de werkelijkheid is anders. Prins weigert nog steeds zijn medewerking te verlenen. De toernooi organisatie heeft dit keer geen geduld meer. Lodewijk Prins wordt gewoon meegedeeld dat hij dit aanbod met grote tevredenheid en hartelijke instemming aangenomen heeft. Waarschijnlijk dachten ze zoiets als: “Ja, wat is dit nou?!? We gaan toch niet de beste spelers van de wereld (en achteraf ook winnaars van dat toernooi) uitsluiten van deelname omdat één of andere Nederlandse meester op zijn strepen wil staan?? En wie bepaalt hier eigenlijk wie wel of niet mag meedoen?!”

Prins heeft het Euwe echter heel lang niet vergeven. Hij beschuldigt Euwe ervan dat deze persoonlijk geregeld heeft dat Prins niet mag meedoen. In 1950 toert Euwe door Zuid-Amerika. Prins zegt dan: “Dat is de tegenprestatie geweest om de Argentijnse Guimard wel toe te laten.” Hans Bouwmeester heeft Euwe nog vlak voor zijn dood gevraagd of dit waar was, maar Euwe reageert verbaasd en zegt: “Met mijn hand op mijn hart, ik weet er niets van.”

Meer dan dertig jaar later, als Euwe in 1982 zo ongeveer hoogstpersoonlijk regelt dat Prins de titel van grootmeester toegewezen krijgt vanwege prestaties in de vijftiger jaren, kan Prins het dan toch nog over zijn hart verkrijgen: hij vergeeft Max Euwe.

euwe1955

De Nederlandse equipe van het Clare Benedict toernooi van 1955: Kramer, Prins, Van Steenis, Euwe, Bouwmeester.