Het is een seizoen van net niet. Het vierde gelijkspel na matches tegen Rivierenland, De Rode Loper en Amersfoort 3. Na dit gelijkspel kunnen we alleen constateren dat het aan ons zelf lag. Wat geluk en pech. Het is (nog) niet het einde van de wereld. Tussen plaats 4 en 10 liggen twee matchpunten. Zo close.
De eerste halfjes werden snel geschreven. Wout van Goor en zijn tegenstander ruilden in een saaie Franse partij met De2 snel alle zware stukken. Ook de tegenstander van Harm Verbeek kon niet uit de voeten met zijn klassieke g3 ,f3, Ph3 en Pf2 opstelling. Dus al het grote hout ging snel in de doos. Sander leek ook die kant op te gaan. Hij had een stuk geofferd voor een koningsaanval en overwoog een eeuwig schaak. Om na een paar minuten aan te geven toch nog wat te gaan proberen. Op die partij komen we nog terug. Invaller Marc Speijers had een behoorlijke aanval te verduren in een gesloten Siciliaan met f4. Harm-Theo schoof in een klassiek Damegambiet rustig met zijn stukken. Freek trok ten aanval op de damevleugel.
Het eerste volle punt konden we opschrijven in de partij van Wout van Veen tegen de bij ons bekende Marijke Kok. Wout overblufte zijn tegenstander in een Spaanse opening met De2. Hij kreeg in ruil voor die bluf een behoorlijke stelling. Het veilig stellen van haar dame kostte Marijke heel veel tempi waarmee Wout zijn stelling zet voor zet verbeterde. Uiteindelijk was opgave gedwongen. Bertrand tekende voor het volle tweede punt. Niet helemaal terecht. Zijn tegenstander wees hem op het eigen vallen van de vlag. Terwijl hij een remisestelling had bereikt. Een mazzeltje, maar drie zetten daarvoor was het nog helemaal gewonnen. De partij is hieronder na te spelen met licht commentaar.
3 – 1, het leek goed, maar de stelling van Freek voorspelde weinig goeds. Bij Harm-Theo begonnen wat kansen te komen en Marc leek keurig binnen de remisemarge te komen. Toreneindspel met evenveel pionnen. Bij Sander was van alles aan de hand. De analyse achteraf was een belevenis. Het leek erop dat Sander de winst uit handen gegeven heeft. Uiteindelijk berusten de kemphanen in een remise.
Na de opgave van Freek, het was niet anders, waren er twee spelers met toreneindspelen. Harm-Theo en Marc waren inmiddels beiden een pion achter. 3,5-2,5 voorsprong, maar tijdnood :( En dus restte er niets anders dan duimendraaien en hopen op het beste. De tegenstander van Harm-Theo kon in een 4-tegen-3 toreneindspel op de koningsvleugel geen plan vinden en gaf met een minuut op de klok remise. Weer een mazzeltje. Marc moest uiteindelijk het hoofd buigen voor een tegenstander die wist hoe dit varkentje gewassen moest worden.
4 – 4 voor de vierde maal. Volgende keer Hoogland 1 thuis, dan moet het maar gebeuren. De spektakel partij van Sander komt binnenkort op de site.
SSC 1922 2 | Oud Zuylen Utrecht 3 | 4 | – | 4 | |
1. | H. Weenink (Henk) | S. – Blok (Sander) | 0,5 | – | 0,5 |
2. | W. van de Groep (William) | M.A. Speijers (Marc) | 1 | – | 0 |
3. | R. Molenaar (Rene) | B.W. Weegenaar (Bertrand) | 0 | – | 1 |
4. | S.C. Blom (Stefan) | W. van Goor (Wout) | 0,5 | – | 0,5 |
5. | A. van Ginkel (Arnoud) | H.T. Wagenaar (Harm Theo) | 0,5 | – | 0,5 |
6. | J.C.G. Smits (Jeroen) | F. Busstra (Freek) | 1 | – | 0 |
7. | K.J. Vegter (Koen) | H. Verbeek (Harm) | 0,5 | – | 0,5 |
8. | M.F. Kok (Marijke) | W. van Veen (Wout) | 0 | – | 1 |