Nu de vogels druk aan het twitteren zijn (facebooken is er niet bij), zitten schakers meer binnen dan ooit, lijkt het. Weet u nog, vroeger moest je op de fiets klimmen om helemaal naar de club te rijden. Lang zoeken naar een parkeerplek voor je auto. Hollen om de laatste trein terug halen.
Dat is vandaag aan de dag simpeler: je schenkt een drankje in, loopt naar je man cave (c.q. woman cave, nou vooruit: werkkamer om het genderneutraal te houden), zet je kleurenbak aan en logt in op een digitale schaakspelonk. De schrijver Gerrit Komrij zou het een gruwel geweest zijn: hij verafschuwde alles wat computer was en weigerde te staren naar een ‘leeggevist aquarium’.
Hoe anders zijn de geluiden van nu. Jeroen Bosch, technisch directeur van de KNSB, zei in het AD (maart 2020): ‘Schaken is misschien oud en klassiek, het lijkt wel gemaakt voor internet.’
Internettoernooitjes schieten als paardenbloemen uit de grond. Files ontstaan alleen nog maar op de digitale snelweg.
En de taal past zich aan. Een vluggertje heet al lang bullet of blitz (nog gekker: lightning) en de term correspondentieschaak is geheel vervangen door daily chess, op chess.com zo krom vertaald met ‘dagelijkse schaak’. Ik zou die ‘e’ weggelaten hebben, afijn.
Vroeger kon je afzeggen omdat je naar een feestje moest. Nu luidt het: ‘Jongens, ik doe vanavond niet mee, want ik heb een zoomverjaardag’ (met dank aan Harry). Zoom is het nieuwe activiteitencentrum. Thuis doen we via zoom aan schaaktrainingen, yoga en zumba (‘zoomba’). Mensen hebben whatsappborrels, skype-etentjes en dropboxdiners.
Toen ik na afloop van de OZU-Clubavond-Arena op lichess in de babbelhoek vroeg of er nog een natte nazit was (ik schertste slechts), reageerde een zekere MatgezEd (u kent hem wel, beter bekend als De Kindervriend) met: ‘Dat hangt af van de vochtigheid van je bureaustoel.’
Meet & greet is voorlopig niet aan de orde. Mijn tante Greet heeft het gelukkig allemaal niet meer hoeven meemaken.
Mensen, ik moet nu dringend uitloggen, want ik heb een twittertequilaparty.