Het 52e Vierkampentoernooi van Moira-Domtoren is weer volbracht. De invitatiegroep beloofde veel gestoei tussen drie jonge spelers en die andere dekselse kwajongen: Jaap, die deze belhamels wel een lesje zou leren. De jeugd kwam er evenwel niet echt aan te pas en Jaap won de eerste prijs met 2,5 uit 3. Hij heeft naar schatting al ongeveer 37 keer aan dit toernooi deelgenomen (ik wist niet eens dat-ie al zo oud was) en het verhaal tijdens de prijsuitreiking luidde dat hij bijna net zo vaak een prijs in de wacht heeft gesleept. De andere drommelsche deugnieten van Oud Zuylen grossierden in tweede prijzen: Erik Corneth, Wout van Goor en Henk Overmeer scoorden in hun respectievelijke groepen 1,5 punt, goed voor een prachtig glimmende, zilverkleurige plastic beker. Voorts viel de onstuimige schavuit Guus van Eeden met een halfje uit drie buiten de prijzen (kijk ook eens op onze jeugdpagina, voor een vrolijke foto met daarop onder anderen Erik en Guus). Dat gold ook voor uw onbesuisde hangjongere ter plaatse, die knap beslag wist te leggen op een vierde plaats in zijn groep (0 uit 3). Hum, wellicht moet ik weer aan de schaakstudie. Of het advies van de broer van oom Jan ter harte nemen: gaan ganzenborden of bokjespsringen. Maar oom Jan weet beter (ken uw klassieken):
Zijn neef, die stil in een hoekje naar dit gesprek heeft zitten luisteren, roept ineens:
‘Oom, als het zo’n mooi spel is, kunt u het mij dan niet leren?’
Vader lacht: ‘Hóór zo’n kleine aap! Schaken is geen spel voor kinderen. Die kunnen beter gaan ganzenborden of bokjespringen.’
Maar Oom kijkt Jan eens onderzoekend aan en zegt dan:
‘Als je het ècht graag wilt leren, kan ik je wel een eindje op weg helpen. Maar denk erom: het is tamelijk moeilijk en vooral in het begin moet je erg veel onthouden!’