(door Bertrand Weegenaar) In het vorige seizoen heb ik lang met het Scandinavisch lopen leuren. Eigenlijk geen fatsoenlijk punt mee gehaald. Na de zomer ben ik me met het Frans bezig gaan houden. In de vorige OZ-nieuwsbrief stond een leuke partij met remise als resultaat. Ed liet zien dat de Rubinstein wel te simpel is. We zijn een paar maanden verder en ik ben aan de beterende hand. Dat wil zeggen, twee leuke partijen gespeeld die ik hierbij presenteer. Het leuke van zo’n nieuwe variant is dat er vaak een eerste keer is. Ik speel het ook in het NK correspondentieschaak. Viermaal Frans en viermaal dezelfde variant. In deze partijen pakken mijn tegenstanders het anders aan (ik weet dus nu van één lijn best wel veel).