‘De kop is eraf,’ zoals de gynaecoloog zei na zijn eerste bevalling op maandagochtend. Het derde had dit seizoen de eer om de SGS-competitie voor onze club te mogen openen, uitgerekend tegen De Rode Loper, dezelfde club die ons vorig jaar op vileine wijze van het kampioenschap afhield. Er viel dus menig appel te schillen. Ditmaal waren we evenwel ingedeeld tegen DRL 4, een lager team dan vorig jaar. Aan bord 1 had men de vermaarde journalist, schrijver en bierkenner Kees Volkers als invaller opgesteld. Maar rots in de branding Harm Verbeek haalde het volle punt binnen (zie partij hieronder). Winst was er ook voor de gelauwerde jeugdboekenschrijver Anton van der Kolk (die een toren als cadeautje kreeg), kosmopoliet Leo Keijzer, Jan Ackerman (geen familie – een luizige gitarist maar een beestmensch achter het bord), Harry Houwdegen Thörig en de alom gewaardeerde schaaktrainster Judith van Amerongen. Laatste genoemde stond aanvankelijk helemaal niet zo tof tegen de bekende Utrechtse loodgieter en amateurzwemmer Piet Koenhein. Intergalactisch arbiter Marc en avonturier Alwin van Ee behaalden degelijke remises. De laatste liep naderhand aan de bar wat te mopperen omdat hij dacht dat hij zijn tegenstander in een prachtige stelling had laten glippen. Maar achteraf bleek het evenwicht nooit echt verstoord. Een vrij blunderloze, correcte partij dus, waarbij opmerkelijk was dat de opponent, Spanjaard Óscar Bouzas, in de slotstelling op de 32ste zet nog al zijn pionnen had, zonder dubbelpion! De uitslagen (SGS 2e Klasse 2014/2015 2D):
Oud Zuylen 3 | De Rode Loper 4 | 7 | – | 1 | |
1. | H. Verbeek (Harm) | C.R. Volkers (Kees) | 1 | – | 0 |
2. | A.R. van Ee (Alwin) | O. – Bouzas (Oscar) | 0,5 | – | 0,5 |
3. | H. Thorig (Harry) | J.R. Kerssies (Johan) | 1 | – | 0 |
4. | L.F. Keijzer (Leo) | J.H. Vruggink (Jaap Hein) | 1 | – | 0 |
5. | J. van Amerongen (Judith) | P.J. Koenhein (Piet) | 1 | – | 0 |
6. | G. Jongetjes (Gert) | M. Bijlsma (Marcel) | 0,5 | – | 0,5 |
7. | A. van der Kolk (Anton) | J. van der Sluis (Johan) | 1 | – | 0 |
8. | J.C. Ackerman (Jan) | R. de Ruiter (Rene) | 1 | – | 0 |
Thans volgt de partij van Harm tegen Kees, met commentaar van Harm, die verder nog het volgende wist te vertellen: “Rustige opening, wat geduw en getrek. Oom Fritz de 13e geeft na zo’n 18 zetten al aan dat zwart iets beter staat. Even later zelfs duidelijk beter. Mijn tegenstander dacht een vrijpion te hebben, maar dat was alleen maar een geïsoleerde pion die zwak werd. Hij speelde de verliezende zet (Pe5), die hem een paard kostte – bewust, want hij dacht er met een schaakje (Dc2) onderuit te kunnen komen. Een jammerlijke fata morgana. Hij speelde nog lang door op trucjes, maar het was niet moeilijk die te pareren. Na afloop vernam ik dat hij bierbrouwer was en schrijver over Utrecht en omstreken. Werd het toch nog gezellig. Zijn bieren stonden op de bar, dus eentje geproefd maar die was wel erg straf. Toch leuk om in de nazit te horen welke passies je tegenstander heeft.”