bouwmeester

Vrouwen vs Veteranen

De waarschuwing van Caissa

Hans Bouwmeester

Een verhaal voor oude schaakspelers en voor hen die het willen worden.

En zie, van hen werden gezien, Mozes en Elia met
Hem samensprekende.
Mattheus 17 vers 3.

Als mijn vrind de dominee ergens in mijn omgeving preekt, ga ik wel eens luisteren. Ik ken hem als een ongelovig man en als een begaafd spreker. Die zondagochtend trof ik het, want hij was op dreef in het prachtige verhaal van de “verheerlijking op de berg”, zoals dat in de evangeliën beschreven staat.

Zoals de meeste mensen droom ik vaak. Het schaakspel komt daar dikwijls in voor, want het is tenslotte al ruim zestig jaar een deel van mijn leven. En zo gebeurde het onlangs na de bovengenoemde kerkdienst dat de godin Caissa in mijn slaapkamer verscheen. Zij werd geflankeerd door Steinitz en Lasker, de grote schaakprofeten uit lang vervlogen jaren.

“Ik moet eens ernstig met je praten”, zo sprak zij, “want het gaat niet goed met je. Het schaken kost je teveel inspanning, je bent een zeventig-plusser en lang niet meer de meester van weleer. Zelfs de hoofdredacteur van jullie befaamd koninklijk bondsorgaan heeft dat in de gaten. Zoiets moet je toch te denken geven. Als een mens ouder wordt kunnen zijn zenuwen minder incasseren, zijn geheugen loopt terug en hij vergeet sneller wat hij geleerd en gezien heeft. Dit alles zal je bekend voorkomen. Al met al … wordt het niet eens tijd dat je ophoudt met actief wedstrijdspel? Je goede vrind Genna Sosonko, die toch nog vijftien jaar jonger is dan jij, heeft er een mooie zin voor: Ik kan het niet meer zoals ik het wil en ik wil het niet meer zoals ik het kan.”

Ik kon er weinig tegenin brengen. Ondertussen keek ik naar de machtige koppen van Steinitz en Lasker. De laatste was op zijn 66e in Moskou 1935 nog een reus. Daar zijn verhalen over bekend. Maar na zijn 70e jaar heeft hij niet meer gespeeld. Steinitz stierf op zijn 64e en een jaar voor zijn dood, in Londen 1899, beleefde hij het echec van zijn leven. Hij stierf straatarm en liet zijn gezin in behoeftige omstandigheden achter. Wat het schaakspel kan aanrichten bij soms hoogbegaafde mensen…..

De volgende dag sprak ik met mijn Utrechtse captain en meldde dat ik het komende seizoen op de reservebank wilde zitten. Alleen in geval van de hoogste nood zou ik nog willen opdraven. Caissa had evenwel nog een verrassing in petto om mijn standvastigheid op de proef te stellen.

En zo bracht de post op enen voormiddag een aangetekende brief uit Monaco. Het was een schitterende uitnodiging van mijn oude vrind Joop van Oosterom. Ik ken hem al ruim veertig jaar en heb zowel aan het bord als per brief vele keren met hem gespeeld. Aan het eind van de jaren vijftig was hij onze jeugdkampioen en een veelbelovende jonge speler. Het beroepsschaak trok hem niet, hij had belangstelling voor de ontwikkeling van computers en tenslotte ontpopte hij zich als een succesvol zakenman, die ondertussen het schaken trouw bleef. Joop deed veel voor het internationale schaak, voor het correspondentieschaak en in het bijzonder veel voor jonge Nederlandse talenten. Dat laatste is nooit algemeen bekend geworden, maar wat mij betreft zou hij erelid van onze koninklijke bond mogen zijn. Ik zal het de Hoogmogende Heren van ons bestuur eens voorstellen; kunnen ze ook weer eens iets goeds doen.

De invitatie was niet mis. Ik mocht twee weken verdwalen tussen de vroegere wereldtoppers Smyslov, Taimanov, Korchnoi en Hort en samen met hen het sterke vrouwenteam met Xie Jun, Zhu Chen, Galliamova, Ioseliani en Sofia Polgar bestrijden. De voorwaarden waren riant; zo heb ik het vroeger nooit meegemaakt.

Het vrouwenschaak is meer dan volwassen geworden. De beste speelsters zijn van een goed meesterniveau en Judith Polgar is zelfs een echte grootmeesteres geworden. Dat de veteranen het uiterst moeilijk zouden krijgen stond bij voorbaat vast. Wat moest ik doen? Al tientallen jaren heb ik niet meer op meesterniveau gefunctioneerd en veel praktische ervaring heb ik de laatste jaren niet opgedaan. Trouwens … de jonge vrouwen van nu hebben rond hun 25e al meer gespeeld dan ik in heel mijn leven. Ze hebben goede professionele trainers en met moderne databases houden ze hun theoretische kennis op peil. Ze blaken van energie en strijdlust.

bouwmeesterNa enkele dagen aarzelen heb ik, ondanks waarschuwingen van hen die het goed met mij menen, de uitnodiging aanvaard. Een soort verraad aan mijzelf…?

Onmiddellijk begint dan de slavernij: een openingsprogramma. Onwillekeurig dacht ik aan Lajos Portisch die eens opmerkte dat hij het schaakspelen eigenlijk nog wel leuk vond, maar … dat verschrikkelijke voorbereiden! Ik moest de hulp inroepen van mijn goede vrinden. Clubgenoot Vincent Diepeveen installeerde een database, Ignace Hendriks gaf me wat actuele partijen van de dames, Peter Gelpke leerde me wat bij over de omgang met de apparatuur en Paul van der Sterren kwam een dag varianten doornemen. In elk geval was ik niet meer geheel ongewapend, maar voor het inspelen van het program was vrijwel geen tijd meer.

Op 3 juli 2000 troffen de deelnemers elkaar in een schitterend hotel midden in de Beierse metropool München.

Smyslov2Vasily Smyslov is nu echt oud geworden, 79 jaar. De grote meester van de jaren vijftig is aan een oog blind en het andere functioneert nog maar voor 20 %. Hij zou tijdens het spel een extra sterke lamp op zijn tafel krijgen. Mark Taimanov zag er goed uit. Voor hem heb ik altijd grote bewondering gehad. Behalve een echte grootmeester van het schaakspel is hij een pianist van allure. Het duo dat hij had met zijn eerste vrouw was een koppel van wereldklasse. Bij Philips staat het in de top-honderd van de beste pianisten van de 20e eeuw. Smyslov en Taimanov hebben de periode van het grote geld niet meegemaakt; hun omstandigheden zijn niet riant en een uitnodiging voor het onderhavige toernooi is hen zeer welkom. Vooral Taimanov, nu 74 jaar, heeft in de voormalige USSR zware tijden gekend nadat hij in 1971 door Fischer met 6-0 werd verslagen. Hij heeft een en ander beschreven in Taimanov’s selected games, een boek waarvan ik evenzeer heb genoten als van de CD, die van zijn duo is opgenomen. Vlastimil Hort is de vrolijke klager; hij was de captain van ons team en hij vervulde zijn taak op bewonderenswaardige wijze. Altijd positief en bemoedigend, vooral als het eens tegenzit. Hort is nu 56 en verreweg de jongste van ons team. Tijdens de wedstrijd werd hij grootvader van Adam, geboren in het jaar 2000.

kortsjnoi1En dan was er ene Victor Korchnoi, links in beeld. Hij nadert de zeventig en hij is nog altijd een gedreven vechter. Wat een karakter. Hij pretendeert niet een engel te zijn, zo zegt hij zelf. Niemand zal ook op het idee komen om dat in hem te zien. Toch is hij een zeer positief element in de ploeg. Hij geeft adviezen die je in dank mag aanvaarden en uiteindelijk zal hij van alle spelers en speelsters de meeste punten maken. Ik bewonder hem grenzenloos en ik ben van mening dat de jonge profs van vandaag nog veel van hem kunnen leren.

Op 4 juli was de eerste ronde. Geurt Gijssen is wedstrijdleider, dus er zal geen trammelant zijn. Dat is niet zo vanzelfsprekend, want ik heb met dat arbitersvolkje de gekste dingen meegemaakt. Ik ken zelfs een topblunderaar op dat gebied die zelfs nu nog in onze bondsraad het hoogste woord heeft.

De omstandigheden zijn ideaal. Er is een ruime, rustige speelzaal en het materiaal is van uitstekende kwaliteit. Ik mag starten tegen de wereldkampioene en ik heb nog zwart ook.

Xie Jun – Bouwmeester
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Lc5 4.c3 Pf6 5.d3 (Een teleurstelling. Ik had graag een felle Italiaan gespeeld met 5.d4 exd4 6.cxd4 Lb4+. De Mölleraanval ken ik redelijk goed en de schitterende partij Schiffers – Harmonist uit 1887 kende ik op mijn tiende jaar uit mijn hoofd!) 5… d6 6.0-0 h6 7.Pbd2 0-0 8.Lb3 a5 9.Te1 Le6 10.Pf1 Lxb3 11.Dxb3 a4 12.Dd1 Te8 13.Pg3 d5 14.De2 Lf8 15.h3 Dd7 16.Ph2 dxe4 17.dxe4 Ted8 18.a3(?) Dd3 19.Pg4 Pe8! 20.Dxd3 Txd3 21.Le3 Tad8 22.Kf1 Pd6 23.Tac1 (23.Tad1? Pxe4!) Pc4 24.Tc2 P6a5 25.Lc1 Lc5 26.Pf5

diabouwxiejZwart staat beter. Aanvankelijk wilde ik met 26… h5 27.Pge3 Pb6 verder gaan maar kon de consequenties niet geheel overzien. Volgens de experts in de perskamer, Ljubojevic, Boersma en Van Wijgerden moet zwart daarna gewonnen staan. Een bewijs daarvoor zou me hier te ver voeren, maar dat zwart uitstekende kansen krijgt is evident bijvoorbeeld 28.Pg3 g6 29.Ke2 Lxe3 30.Lxe3 Pbc4 31.Pf1 Pb3 en nu faalt 32.Lc1 op 32… Pa1!

Vroeger kwam ik zelden in tijdnood. Nu hebben we voor veertig zetten twee uur, dus een half uur minder dan destijds. Het is voor de oudere speler een enorm verschil. Merkwaardigerwijs is het grote gevaar vooral dat hij te snel gaat spelen! Een blik op de klok deed me een voorzichtig plan kiezen. Een “Draufgänger” als Korchnoi zou het zeker anders hebben gedaan. 26… Pb3 27.Pfe3 Lxe3 28.Pxe3 Pbd2 29.Lxd2 Pxd2 30.Kg1 Pxe4 31.Pc4 Td1 32.Te2 Txe1 33.Txe1 Pd6 34.Pxe5 f6 35.Pg4 Pf5 36.Kf1 Td2 37.Te2 Td1 38.Te1 Td2 Remise.

Al met al was ik niet ontevreden met mijn debuut. Maar wat voelde ik me afgewerkt; ik had geen energie meer voor de nabeschouwing. Cor van Wijgerden nam het van me over. Mijn vrouw keek me zorgelijk aan.

Ondertussen was Hort binnen 32 zetten in de aanval gevloerd door Sofia en ook Taimanov had het tegen de jonge Chinese Zhu Chen moeten afleggen. Smyslov was in een rustige Slavische partij overeind geblijven en de Nimzo-Indische bunker van Korchnoi bleek tegen een verwoed aanvallende Ioseliani bestand. Bij de eerste tijdcontrole werd daar de vrede getekend.

De vrouwen hadden overtuigend de leiding genomen en deze zouden ze tot het eind behouden.

Voor de mannenploeg kwamen er moeilijke dagen. In feite was alleen Korchnoi goed tegen de problemen opgewassen. Smyslov deed het rustig aan. Hij was de enige die door de dames een beetje werd ontzien. Zo scoorde hij een aantal korte remises. Taimanov tobde met de concentratie. Zelfs in zijn lievelingsopening, Mijn vriend de Siciliaan, zo schrijft hij in zijn boek, werd hij een paar keer onderuit gehaald door de meedogenloze jonge vrouwen. Ook Hort, die toch nog betrekkelijk jong is en regelmatig in training, miste zijn goede vorm. Zelf heb ik moeite met het vierde speeluur. Meestal kom ik goed door de opening heen, maar dan begint de ellende. Tegen een Leningrader van Ioseliani kreeg ik goed spel maar vernielde dat door twee slechte zetten achter elkaar. Een beetje paniek dus. Tegen Sofia, die in blijde verwachting is van haar eerste kind, vergeet ik het veilige … h6 en kom om in een dodelijke koningsaanval. De partij is door Ligterink en Ree in hun krantenrubrieken opgenomen, dus laat ik de partij hier maar achterwege. Een werkelijk droevige ervaring had ik met Galliamova:

diabouwgallIk reken uit dat 26.Pxd5 exd4 27.Tc5 Lf8 niet gevaarlijk is wegens 28.Pe4 en zie nog dat 28… Dd8 met 29.Txh5! beantwoord kan worden. Ik zie 28… Dg7. Wellicht kan ik dan met 29.Pf6+ de paarden voor de toren geven en aanval verkrijgen. Een blik op de klok: ik heb niet al te veel tijd meer. Een ogenblik van lichte paniek. In mijn verbouwereerdheid pak ik de verkeerde pion: 26.dxe5? en sta na 26… Dxe5! meteen slecht. De rest wordt afgeraffeld: 27.Tc5 Td8 28.Pb1 Lf8 39.Tc3 d4 30.exd4 Pxd4 31.Dc1 Pe6 32.De3 Dxe3 33.fxe3 Pxf4 34.gxf4 Lg7 35.Tb3 f5 36.Lxf5 Lf7 37.Td3 Lc4 38.Ke2 Thd6 0 – 1

Inmiddels hebben ook Hort en zelfs Korchnoi verloren. Victor speelt een hakpartij met Zhu Chen en gaat na veel avontuur bij de 35e zet in gewonnen stelling door de vlag. Het hotel is te klein, maar Geurt lost alles op en de wereld stort niet meteen in. Later in de avond scoort Taimanov zijn eerste punt tegen Polgar. Maar de vrouwen liggen inmiddels zes punten voor! Nog erger vergaat het mij in de volgende ronde. Met zwart lig ik vanuit de opening tegen Zhu Chen onder vuur, maar de verdediging houdt ook in de tijdnoodfase aardig stand. Na 26 zetten is de volgende stelling bereikt:

diabouwzuch2Er volgt: 27.Pe5 Lxg2 28.Kxg2 Pe8 (Zhu gebruikt hier haar laatste minuten. Van nu af aan wordt er vrijwel a tempo gespeeld.) 29.Df4!? Pxc7 30.Pc6 Lf6 31.Txc7 Da8! 32.b3 Ld8 (Wint plotseling een kwaliteit.) 33.Kh3 Lxc7 34.Dxc7 Kh8! 35.Dd6 ( Ik heb nog een minuut en maak een kleine berekening. Eenvoudig was 35… h6) 35… Tc8 36.Pe7 Te8 37.Dxc5 Db7 38.Pc6 Tc8 39.Pa5 (Dat had ik zo gauw niet meer gezien, maar het is niet erg.) 39… Txc5 40.Pxb7 (Ik heb nog 30 seconden. Waarom niet even rustig gekeken. In mijn haast doe ik de stomste van het bord!) 40… Te5?? (Wie de waarschuwingen van Caissa in de wind slaat die straft zij met blindheid!! Op slag uit was 40… Txc4!, maar ook 40… Tc7 was nog goed genoeg. Nu kan de arme toren niet meer terug.) 41.e3 Tf5 42.Kg2 e5 43.c5 Tf6 44.Pd8 Ta6 45.c6 Ta7 46.Pb7 Ta6 47.Pd8 Ta7 48.Pb7 Ta6 Remise.

Foei, wat een vreselijke ervaring. Ik begin naar het slot van het feest te verlangen. We zijn pas op de helft. Ljubo vrolijkt mij op: “Je bent een goed schaker, zegt hij, “maar je hebt te weinig praktijk”. Hij is een ontzettend aardige man, maar hij heeft ongelijk. Eens was ik een redelijk goede meester, maar dat is te lang geleden. De volgende twee ronden speel ik zeer middelmatig en verlies door concentratiefouten in het vierde uur van Xie Jun en van Ioseliani. Deze vrouwen zijn de puntenmaaksters van het team. Dan krijg ik in de achtste ronde van Sofia genadebrood:

Bouwmeester – S. Polgar
1.d4 Pf6 2.Pf3 c5 3.d5 b5 (Hiervan ken ik geen theorie dus maar direct overschakelen op het gezond verstand. Hoe gezond is dat eigenlijk nog? Moet ik op mijn oude dag dan toch nog schaakbestuurder worden?) 4.Lg5 Pe4 5.Lh4 Db6 6.Pbd2 f5 7.Pxe4 fxe4 8.Pd2 Dg6 (Sterker lijkt 8… e3) 9.e3 c4? 10.a4 e6 11.axb5 exd5 12.Pxc4 De6 (Zwart staat al verloren. Mijn volgende zet was weer te gehaast.) 13.Pa5 (Pas na het uitvoeren van deze manoeuvre zag ik 13.Pb6! Dxb6 14.Dh5+ Dg6 15.Dxd5 dat veel overtuigender was.) 13… a6 14.Pb3 Lb7 15.Lg3 Le7 16.Lxb8 (Onvoorzichtig. Wit staat natuurlijk glad gewonnen dus waarom de mooie loper ruilen?) 16… Txb8 17.bxa6 La8 18.Le2 0-0 19.0-0 Ld6 20.g3 (Wit staat nog altijd gewonnen. Ik kreeg in deze fase van de strijd last van een plotseling opkomende hoofdpijn gepaard met een lichte duizeligheid. Even later bood ik remise aan om ervan af te zijn. Het werd dankbaar aanvaard.)

Maar de tortuur van Caissa was nog niet voorbij. De volgende ronde kreeg ik eindelijk een variant die ik met Paul van der Sterren had voorbereid.

Galliamova – Bouwmeester
1.Pf3 d5 2.d4 Pf6 3.c4 e6 4.Pc3 Le7 5.Lf4 0-0 6.e3 c5 7.dxc5 Lxc5 8.a3 Pc6 9.cxd5 Pxd5 10.Pxd5 exd5 11.Ld3 (Deze stelling hebben we bij de huisanalyse op het bord gehad. Wat gebeurt? Ik speel ondoordacht) 11… h6 (om pas daarna tot bezinning te komen. Juist is natuurlijk 11… Lb6! en zwart komt bevredigend te staan. Dus ook mijn geheugen, dat toch altijd heel betrouwbaar was, werkt niet meer. Als een man zijn hersens niet meer heeft dan blijft er toch werkelijk niets van hem over.) 12.0-0 Ld6 (De zwarte ontwikkeling hapert, want nu volgt op 12…Lb6 sterk 13. Lc2 met de dreiging 14. Dd3) 13.Da4 Le6 14.Tfd1 a6 15.Tac1 b5 16.Dc2 Tc8 17.Lxd6 Dxd6 18.Dd2 Pe5 19.Le2 Txc1 20.Txc1 Td8 (Met 20… Tc8 was de partij nog wel te houden geweest.) 21.Pxe5 Dxe5 22.Tc6 Lc8? (Mijn oorspronkelijke bedoeling was 22… d4 23.Txa6 d3 en na 24.Tc6 Lc4 heeft zwart zeker compensatie voor de pion.) 23.Dd4 Dxd4 24.exd4 Kf8 25.Lf3 en wit won het eindspel.

gal-bou

Aan alles komt een eind en zo begon op 15 juli om 12.30 uur de laatste ronde. Het vrouwenteam had met 25-20 de leiding en had dus aan een remise genoeg om de match te winnen. Sofia en Smyslov waren het binnen twintig minuten eens. Daarmee was de strijd beslist. Maar de andere partijen werden tot op het bot uitgevochten. Voor mij zou het de laatste toernooipartij van mijn leven zijn, zo had ik inmiddels besloten. Misschien dat deze beslissing de schaakgodin mild heeft gestemd, want ditmaal bleef mij haar toorn bespaard.

Bouwmeester – Zhu Chen
1.d4 Pf6 2.Pf3 g6 3.g3 d5 4.Lg2 Lg7 5.0-0 0-0 6.c4 dxc4 7.Pa3 Pc6 8.Pxc4 Le6 9.b3 ( Ik herinnerde me deze stelling nog uit de partij Smyslov- Pilnik uit de laatste ronde van het Kandidatentoernooi van Amsterdam 1956. Wat heb je nog aan zulke kennis? ) 9… Ld5 (Pilnik speelde hier 9… Dc8 en pas na 10.Te1 Td8 11.Lb2 besloot hij tot 11… Ld5.) 10.Lb2 a5 11.a4 (Dit was de aanbeveling van Korchnoi, die van mening is dat wit nu enig voordeel heeft. Tegen Xie Jun had ik 11.Tc1 gespeeld en had zwart na 11… a4 het initiatief genomen. Bedankt Victor) 11… Db8 12.Pfe5 Lxg2 13.Kxg2 Pb4 14.La3 (Vermoedelijk is 14. e3 sterker.) 14… Td8 15.e3 c5 16.Lb2 (Soms vraagt een terugtocht meer moed dan een aanval.) 16… b5 17.axb5 Dxb5 18.Df3 cxd4 19.exd4 Ta6 20.Lc3 Tc8 21.Ta4 Pc2 22.Tb1 Lf8 23.Ta2 Pb4 24.Ta4 Tb8 25.Lxb4 axb4 26.Tba1 Txa4 27.Txa4 Dd5

diabouwzhuc28.Pc6! Tb5 29.P4e5 Kg7 30.Ta8 Dxf3+ 31.Kxf3 Tb6 32.Pd8 e6 33.Ta7 Td6 34.Txf7+ Kg8 35.Pb7 Tb6 36.Txf6 Txb7 37.Txe6 Ta7 38.Pc6 Ta2 39.Te2 Ta1 40.Td2 Tb1 41.Td3 Kf7 42.Pe5 Ke6 43.Pc4 Ld6 44.h4 Tc1 45.Ke4 Te1 46.Pe3 Tg1(?) 47.Td1! en na nog 13 zetten 1 – 0.

.

.

.

.

Mijn laatste toernooipartij heb ik dan tenminste gewonnen. “Zie je wel”, zei Ljubo toen ik in de perskamer kwam, “volhouden en veel spelen”. Joop vroeg: “Volgend jaar weer?” Ik denk echter niet dat ik van mijn immer bezorgde vrouw toestemming krijg en ik ben een zeer volgzaam echtgenoot. Al met al waren het prachtige weken in Munchen, die ik me tot mijn laatste snik zal blijven herinneren, ondanks de pijnlijke ervaringen. Op het moment dat ik dit schrijf zijn we alweer twee weken verder en ik ben er nog tamelijk moe van. Het zal wel bijkomen.

De toekomst? Ik zal blijven genieten van de vele mooie boeken, de weinige mooie tijdschriften en de vele prachtige eindspelstudies. Ik zal de schoonheid van Caissa blijven prediken zoals ik dat al een leven lang heb gedaan met de pen en met het gesproken woord. Schaken is een deel van het cultureel bezit van de mensheid, en, in vergelijking met andere takken van kunst of sport, het is zo goedkoop. Misschien daarom hebben de schakers ook verleerd om er eens iets voor uit te geven. Maar daarover een volgend keer.