Van jeugdteam naar Utrecht 1
Thomas Willemze
Het begint in een Chinees restaurant in Groningen. Het is eind december 2001 en het tradionele kersttoernooi is in volle gang. Aan tafel zit een tiental nog jeugdige deelnemers en onder het genot van een flinke rijsttafel worden de belevenissen van de dag doorgenomen. Als de schalen Foe Young Hai en Babi Pangang leeg zijn en de desserts worden geserveerd verschuift het gespreksonderwerp langzaam richting de KNSB-competitie en de teams waar de verschillende spelers voor uitkomen. Duidelijk wordt dat een aantal spelers op zoek is naar een nieuwe uitdaging en voorzichtig om zich heen kijkt naar een gezellig team op het juiste niveau. Als de lege sorbetbekers ingeruild zijn voor koffie, kijkt er iemand de tafel rond en oppert dat er uit het huidige gezelschap toch ook best een aardig meesterklasseteam te formeren moet zijn. Het idee voor het oprichten van een jeugdteam is geboren.
Het plan
Het plan is daar en iedereen is enthousiast, maar de grote vraag die zich de dagen erna al snel opdringt, is: hoe pak je zoiets aan? De officiële weg, een eigen vereniging oprichten en van onderaf doorpromoveren naar de meesterklasse, wordt direct verworpen. Iedereen is te ambitieus om in de onderbond te spelen en dit duurt zo lang dat er weinig jeugdigs meer aan het team zal zijn tegen de tijd dat het doel bereikt is. Daarnaast is er nog een probleem. Twee van de aanwezigen, Jelmer Jens en Erwin l’Ami, geven al in een vroeg stadium aan dat zij hun huidige vereniging niet willen verlaten. Zij spelen voor Schaakclub Utrecht, zijn op dat moment vol in de race om kampioen te worden in de eerste klasse en hebben het er uitstekend naar hun zin. De optelsom is snel gemaakt. De enige manier waarop dit ambitieuze plan een kans van slagen heeft is om het voor te leggen aan het bestuur van Schaakclub Utrecht. Op dat moment heeft Utrecht twee teams die in de eerste klasse van de KNSB-competitie spelen. Een mooie bijkomstigheid, op deze wijze kan er immers een bescheiden start in het tweede team gemaakt worden zonder dat de weg naar de Meesterklasse te lang wordt om de sterkste en meest ambitieuze spelers binnenboord te kunnen houden. Het bestuur is enthousiast en we besluiten om het plan verder uit te werken en concreet aan de leden voor te leggen. Utrecht 2 zal een jeugdteam worden, met een maximum leeftijd van 25 jaar. Doel is om in het eerste jaar te promoveren naar de meesterklasse, waarna Utrecht hopelijk met twee teams actief is op het hoogste niveau.
Thomas Willemze
Tijdens de ALV wordt het voorstel aangenomen en de jeugdspelers kunnen zich op gaan maken voor het eerste seizoen. Naast de eerder genoemde spelers komen Ruud Janssen en Jeroen Willemze over van Panfox om zich bij het team aan te sluiten en met de gebroeders Marc en Frank Erwich, Daan Jongsma, Alexander van Beek, Moosa Azadmanesh en Marlies Bensdorp hebben zich intussen aardig wat spelers met nationale jeugdtitels in het team verzameld. Het team wordt gecompleteerd door Lenze van de Vegt, die op dat moment al actief bij Utrecht speelt. Er is hierbij één probleem. De gemiddelde rating van dit team is hoger dan dat van het eerste, dat intussen is gepromoveerd naar de Meesterklasse. Om toch binnen de reglementen van de KNSB te kunnen blijven wordt Annemiek Willemze bereid gevonden twee partijen mee te spelen waardoor ze op de basisopstelling vermeld kan worden. Ze is al een paar jaar geleden gestopt met actief schaken, maar met deze rentree wordt de gemiddelde elo een vijftigtal punten gedrukt en kan iedereen zich opmaken voor het eerste seizoen.
2002 – 2003: een spannend jaar
Iedereen heeft er veel zin in. Om uniformiteit uit te stralen wordt besloten het eerste seizoen allen in pak te spelen. Verder heeft kopman Ruud Janssen op www.jeugdteam.nl een eigen website voor het jeugdteam gebouwd waar informatie over het team en de spelers te vinden is en waar playing-journalist Marc Erwich zijn prikkelende wedstrijdverslagen kwijt kan. Ruud is naast webmaster in de beginjaren ook actief als trainer van het team. Later zal deze rol vervuld worden door Predrag Nikolic en Jan Smeets.
Strak in het pak gestoken zijn de verwachtingen hooggespannen, maar het eerste seizoen verloopt verre van eenvoudig.
Het eerste jaar: allemaal strak in het pak, wat absoluut de aandacht trekt! Op deze foto uit 2003 is de klad er al een beetje ingeslopen: alleen Thomas, schrijver van dit stuk en rechts in beeld, houdt zich nog aan het kledingvoorschrift.
Vanwege de eerder genoemde elotruc kan er niet altijd in de sterkste opstelling gespeeld worden en daarnaast halen niet alle spelers hun gebruikelijke niveau. Het gevolg is dat de situatie er na ronde 7 niet bepaald rooskleurig uit ziet. Concurrenten Purmerend en Stukkenjagers spelen in ronde 8 tegen elkaar en alleen als Utrecht 2 wint en de beiden teams 5-5 spelen blijven de kampioenskansen nog reeël. Gelukkig zit het mee. Het vurig gehoopte gelijkspel komt op het bord en door zelf overtuigend te winnen volstaat in de laatste ronde een overwinning op de Stukkenjagers om een plekje in de Meesterklasse veilig te stellen. Met geheim wapen Jos Nooijen in de gelederen wordt in Tilburg uiteindelijk een nipte 5,5 – 4,5 overwinning geboekt waarna de volgende bijzonder fraaie eindstand ontstaat:
- Utrecht II 13 51 K
- Stukkenjagers 13 51
- Purmerend 13 50
Een eervolle vermelding is er dit seizoen voor Erwin l’ Ami, die met een score van 8,5 uit 9 de vaste puntenmachine is binnen het team. Erwin ontwikkelt zich in die periode razendsnel en het is dan ook niet verwonderlijk dat hij dat jaar de overstap maakt naar HSG, waar hij zich temidden van de grootmeesters verder kan ontwikkelen om uiteindelijk uit te groeien tot een nationale topspeler. Ook Moosa Azadmanesh en Lenze van de Vegt vertrekken aan het einde van het seizoen. Gelukkig blijkt het team een grote aantrekkingskracht te hebben op de transfermarkt. Uit Eindhoven komen de sterke spelers Martijn Dambacher en Joost Berkvens over. Verder wordt het team gecompleteerd met het 15-jarige talent Robert Ris.
V.l.n.r: Jeroen Willemze, Marlies Bensdorp, Alexander van Beek, Daan Jongsma, Joost Berkvens, Thomas Willemze, Marc Erwich, Jelmer Jens, Ruud Janssen, Robert Ris, Martijn Dambacher.
2003-2004: verdienstelijk debuut
In september 2003 mag er dan eindelijk aangetreden worden in de meesterklasse en de start overtreft alle verwachtingen. In de openingswedstrijd tegen het sterke HSG geven Martijn Dambacher en Joost Berkvens direct hun visitekaartje af met overwinningen op respectievelijk Friso Nijboer en Yasser Seirawan. HSG mag uiteindelijk de handen dichtknijpen met een 5-5 gelijkspel. Het jeugdteam krijgt hierop vleugels. In de tweede ronde wordt het gemiddeld 70 elopunten sterkere ESGOO met maar liefst 8-2 naar huis gestuurd. Dit team bestaat voor een groot deel uit betaalde (en overigens bijzonder sympathieke) Duitse spelers, wat ze in de wandelgangen de bijnaam ‘die Mannschaft’ opleverde. Marc Erwich kan het niet nalaten om zijn wedstrijdverslag te beginnen met de legendarische kop: “Die Kinder gehen los” en de prikkelende slotzin: “Danke fur die Punkte und auf Wiedersehen!”. Een slotzin die door ESGOO-speler Oscar Lemmers jaren later herhaald wordt, als Utrecht in Enschede met dezelfde cijfers over de knie gaat.
De start is dus flitsend, maar dit is in de rondes erna lastig vol te houden. Utrecht zakt uiteindelijk nog flink in de stand af, maar kent uiteindelijk met zeven matchpunten en een zesde plaats een zeer verdienstelijk debuutjaar.
2004-2005: degradatie naar de eerste klasse
De spelers van het jeugdteam zijn in de afgelopen jaren steeds iets sterker geworden, maar hetzelfde geldt ook voor de Meesterklasse. Deze bestaat in 2005 vrijwel alleen maar uit gesponsorde ploegen en Utrecht moet in de meeste wedstrijden dus boven zichzelf uit stijgen om niet in de problemen te geraken. Dit lukt helaas niet en na acht rondes zijn er precies twee matchpunten behaald. Toch is er nog een laatste strohalm. De laatste ronde moet er gewonnen worden van het sterke HSG en dan moet Rotterdam haar sportieve plicht doen tegen LSG. Het eerste lukt. Onder aanvoering van de Duitse gelegenheidskopman David Baramidze, die in twee uur van Daniel Stellwagen won, worden de Hilversummers met 7 – 3 weggevaagd. Van sportieve plicht aan Rotterdamse kant is echter duidelijk geen sprake. Met een onthutsend zwak team weten ze het LSG nog lang lastig te maken, maar uiteindelijk gaan de matchpunten naar Leiden, waardoor Utrecht en LSG zowel in match- als in bordpunten precies gelijk eindigen. Op basis van onderling resultaat is degradatie een feit. Een erg zuur einde van het seizoen, waarbij de eerlijkheid natuurlijk gebiedt te zeggen dat er gewoon niet goed gepresteerd is. De grote vraag die iedereen zich nu stelt is alleen: blijft iedereen binnenboord?
2005-2006: overtuigend terug naar de meesterklasse
De schade valt erg mee.
Kopman Ruud Janssen heeft intussen rond de 2500 en maakt de overstap naar HSG. Zijn plaats wordt ingenomen door Joost Michielsen. Verder komt de sterke Engelsman Lorin D’ Costa een jaar Nederlands studeren in Antwerpen. Aangezien niemand in zijn internationale studentenhuis een woord Nederlands spreekt is de maandelijkse partij voor Utrecht en de derde helft na afloop een aangename manier om zich verder in de taal te bekwamen. Utrecht gaat als een stoomwals door de eerste klasse heen. Met onder meer een 9-1 overwinning op stadsgenoot Paul Keres is er na een aantal rondes eigenlijk al nauwelijks meer sprake van spanning. Om de manschappen toch scherp te houden blijft ondergetekende er als captain op hameren om een keer voor de 10-0 te gaan. Dit lukt bijna. Tegen de Pion uit Roozendaal komt er een 9,5-0,5 stand op het bord. Wie er verantwoordelijk is voor het schlemielige halfje laat zich natuurlijk raden…
2006-2007: terugkeer in de Meesterklasse
Het jaar erop kan Utrecht weer zijn opwachting maken in de Meesterklasse, dat seizoen waarschijnlijk de sterkste ooit. Lorin D’ Costa is intussen de Noordzee weer overgestoken, maar zijn plek wordt ingenomen door zijn goede vriend David Smerdon. Een sympathieke Australiër die in Amsterdam gaat studeren. Hij maakt meteen indruk door in de eerste ronde tegen het zwaar gesponsorde Share Dimension Groningen een plusremise te spelen tegen Ivanchuk. Ook de rest van het team laat zich van haar beste kant zien. Ondanks het feit dat de Noorderlingen een gemiddelde elo van 2550 hebben, wordt er pas in de slotminuten met 5,5 – 4,5 verloren. Utrecht weet zich dat seizoen prima te handhaven en eindigt uiteindelijk op een zevende plaats.
2007-2011: een stabiele meesterklasser
Aan het predicaat jeugdteam komt zo rond 2007 een einde; aan de overgebleven spelers van het eerste uur is immers weinig jeugdigs meer te bekennen.
Rechtsmidden Utrecht 1 in de laatste ronde van 2009-2010, als in de laatste ronde nog gestreden wordt om het kampioenschap en de tweede plaats behaald wordt.
Er komen in de loop der jaren nog veel jonge spelers bij, bijvoorbeeld Robin Swinkels en Benjamin Bok, maar ook ervaren krachten zoals meervoudig clubkampioen Menno Okkes en de in Utrecht woonachtige Dharma Tjiam. In de loop der jaren hebben er veel mutaties plaatsgevonden binnen het team, maar eigenlijk is Utrecht 1 de afgelopen negen jaar ieder seizoen iets sterker geworden. Dit valt ook terug te zien in de resultaten. Is het in de beginjaren vaak nog vechten tegen degradatie, tegen het einde van de de jaren nul is Utrecht veelvuldig bovenin het klassement terug te vinden. Absoluut hoogtepunt is het seizoen 2009-2010. Dat jaar weet Utrecht het zwaar gesponsorde HSG tot aan de laatste ronde in het zicht te houden en wordt er beslag gelegd op een overtuigende tweede plaats. Het seizoen erop zijn de resultaten beduidend minder, maar de sfeer binnen het team is nog altijd erg goed. Met een teruglopend niveau in de Meesterklasse en steeds minder gesponsorde ploegen valt niet uit te sluiten dat Utrecht in de komende jaren gewoon een keer een gooi zal kunnen doen naar het kampioenschap.
Aan de tafel, v.l.n.r.: Joost Michielsen, Martijen Dambacher, Menno Okkes, Jelmer Jens, Alexander van Beek, Chiel van Oosterom