1960 - 2016

De verloedering

Robert Beekman

Heel graag had Erik Olof in het vorige jubileumboek meer foto’s willen plaatsen. Helaas, helaas. Olof schrijft er later over in het clubblad van Schaakclub Utrecht. Eén opvallend fragment hieruit.

Begin citaat Olof.

“Een andere foto, die ik had willen plaatsen, valt in een andere categorie. Het zijn eigenlijk twee foto’s, van het eerste team. De eerste foto is in de jaren 50 gemaakt en u ziet ons vlaggenschip, het eerste team, bestaande uit keurige heerschappen, correct overhemd, met dito das, colbert, geknipt en geschoren, zoals het hoort. En dan de tweede foto er naast: het eerste team, maar dan midden jaren 70. Nimmer is de verloedering, het cultureel verval, de verwording van de tijdgeest, geef het maar een naam, treffender in beeld gebracht. Woorden zijn onnodig. Alleen Verholt staat er nog manmoedig keurig gekleed op, every inch a gentleman, dé uitzondering op de regel. Spanjaard, ook nog wel gekleed zoals het hoort, zit er triest bij, staart in de verte, alle hoop verloren. En terecht, als ik u slechts bij benadering een beschrijving van het zootje ongeregeld mag geven.

Naast de treurende Spanjaard zit fier Maarten Etmans, zijn gezicht amper herkenbaar in het struikgewas; schuin achter hem staat De Voogd, nonchalant, buik naar voren, alsof hij wacht op het moment dat de foto gemaakt gaat worden; oh, waar zijn de tijden dat de oudere generatie het goede voorbeeld gaf? En dan .. een uitheems huurling, weet niet beter, Sosonko, quasi onverschillig een wollen das om de nek gedrapeerd. Nou vraag ik je, staat het gezelschap soms in de buitenlucht, in de Kanaalstraat?! Zo kan ik wel doorgaan, het rijtje af. Goed, nog een paar dan, maar met grote tegenzin. Een langharige Schenk (ik had het u willen besparen), Van der Tuuk met slordige lok, Hofland, het haar zo’n beetje in tweeën verdeeld, op gevoel af, Arend van Oosten meer haar achter dan op het hoofd, een componist uit de vorige eeuw? Wat een treurig makend zootje. En wat staat er als onderschrift bij deze foto? ‘Het kampioensteam van de Schaakclub Utrecht.’

Deze twee foto’s waren niet te reproduceren, het origineel ontbrak. Beide foto’s hebben in het Utrechts Nieuwsblad gestaan.

Ach, foto’s…”

Einde citaat Olof.

Lang heb ik naar deze foto gezocht! Niet gevonden! Nog wel gebeld met Erik Olof, Bert Kieboom en Lucas Bunge (van de redactie van het 100-jarig jubileumboek), maar niemand kan me verder helpen. Met André Schenk heb ik geprobeerd het tijdstip te achterhalen. Op basis van de informatie hierboven is de foto waarschijnlijk in 1978 of 1979 gemaakt.

Maar waarom het onderschrift ‘Kampioensteam van Schaakclub Utrecht’? Kampioen is Utrecht in 1946 en 1971 geworden. Niet meer. Eerst denk ik aan het SGS-snelschaken, maar daar doen slechts zes spelers mee aan het eerste team. Hierboven worden negen schakers beschreven.

We zullen onze herinneringen moeten laten bij de lyrische beschrijving van Erik Olof, vrees ik.

Skopje 1972

De ‘verloedering’ die Olof beschrijft begint in de zeventiger jaren. Daarvóór is het heel gewoon dat mannen altijd keurig netjes met strak pak, overhemd en stropdas ten tonele verschijnen. Daarná raakt het casual gekleed gaan ingeburgerd. Met spijkerbroek en T-shirt op het werk verschijnen! Het is vóór 1970 ondenkbaar; ná deze zeventiger jaren kleding-revolutie alleszins acceptabel.

De Nederlandse schakers hebben bij deze kleding-revolutie het voortouw genomen. Het sociaal onaangepaste karakter van schakers is natuurlijk algemeen bekend, dus de logica achter deze stelling ligt voor de hand.

Regelmatig moet teamcaptain Hans Bouwmeester op de Olympiade van Skopje (1972) het commentaar van andere teamcaptains aanhoren. “Wat gaat jullie team slecht gekleed! Jan Timman ziet er niet uit. Hein Donner ziet er niet uit. Hans Ree ziet er niet uit. En Rob Hartoch ziet er al helemaal niet uit.”

De haren beginnen geleidelijk aan steeds langer te worden, ongeschoren schakers verschijnen half uitgeslapen achter het schaakbord en gaten in kleren zijn niet ongewoon meer.

In die zeventiger jaren heeft heeft zich ooit een sponsor teruggetrokken. Waarom zou hij een stelletje zwerverachtige bohémiens bekostigen?

timmanwiersma

Jan Timman en Harm Wiersma in 1974. En toch heeft Jan nog een net colbertje aan. En beiden hebben een keurig overhemdje onder een net truitje.

De kledingrevolutie bij Utrecht

scu1-1965

Utrecht 1 in 1965. Strak in het pak. Keurig op een rij.

scu1-1971

Utrecht 1 in 1971. Wel strak in het pak. Maar niet meer netjes op een rij! Ai, ai!

simultaan1977lindeduistermaatetmans

En hier is het dan gebeurd! De verloedering heeft toegeslagen. De cultuurshock is een feit. Foto ten tijde van de simultaan door Karpov, 1977. Meindert van der Linde met lang haar! Onvoorstelbaar! Hans Duistermaat net een of ander vaag overhemd en een pullovertje! Begrijpt hij dan niet dat de onberispelijke status van professorschap zo omlaag gehaald wordt?!? Maarten Etmans met een baard van hier tot Tokyo! De man heeft geen zin meer om zich te scheren en dit is het resultaat!

In het publiek zijn er nog een aantal heren van de oudere generatie. Tevergeefs proberen ze nog de allure van de echte gentleman overeind te houden, maar zelfs zij zijn niet meer zo strak in het pak als tien jaar ervoor. Zelfs zij!

En wie de jongere lieden in het publiek aanschouwt, weet dat de verloedering onomkeerbaar is. Spijkerbroeken! Truitjes! T-shirts!

Bah! Het zal niet meer goedkomen met de mensheid!

 simultaan1977karpovtuukkieboom

We gaan verder met het eerste team dat het in 1977 tegen Karpov opneemt.

Rechts Bert Kieboom. Nou, dat valt nog mee, hoewel zijn baard wel voor een paar puntjes aftrek zorgt. Maar in het midden Jaap van der Tuuk!! Duidelijk een teken van de tand des tijds.

simultaan1977olof2

En tot slot Erik Olof zelf: ook hij ontkomt niet aan zijn onvermijdelijk lot.