Robert Beekman
Midden in het hol van de leeuw vecht Gata Kamsky voor wat hij waard is. Zijn tegenstander Veselin Topalov speelt in zijn geboorteland Bulgarije en schotelt hem elke dag weer een zwaar voorbereid nieuwtje voor, waarop Gata diep aan het nadenken slaat. Telkens weer loert het gevaar van tijdnood om de hoek, terwijl Veselin na 17 zetten bijvoorbeeld nog maar een minuut nagedacht heeft.
Links een stand uit ronde 2. Kamsky wit, Topalov zwart. Wit heeft een pion geofferd maar heeft het loperpaar en een ontwikkelingsvoorsprong. In het vervolg bleek het lastig om deze twee elementen in een ander voordeel om te zetten. Gata denken en denken, maar hij vond het niet. Uiteindelijk behield Veselin zijn pion voorsprong en won hij gedecideerd in de hoge tijdnood van zijn tegenstander. Einde verhaal.
Kamsky begon de partij al met een enorme tijdsachterstand. In de stelling links had Topalov nog maar amper tijd verbruikt omdat hij zijn tegenstander in de opening verrast had. En met succes, zoals uiteindelijk bleek.
.
Dan de derde partij. Opnieuw komt Veselin met een verrassing. Dit keer een verandering van de zetvolgorde. Gata offert nog een keer een pion. In de stelling links doet hij … b5, een bekend en betrouwbaar offer in de Grünfeld. Op zet 10 stond wit dus een pion voor en waren de dames afgeruild.
Maar dit keer had Kamsky de theorie beter voorbereid en / of de stelling beter getaxeerd. De zwarte stukken werden snel in het spel gebracht en leverden voldoende activiteit op om remise binnen te halen.
.
.
De vierde partij. Gata Kamsky speelt links b3 en komt met het derde pionoffer op rij! In de tweede partij leek het pionoffer nog logisch: loperpaar en ontwikkelingsvoorsprong. Maar die partij ging verloren. In de derde partij was het pionoffer behoorlijk obscuur; compensatie was amper zichtbaar. Toch werd die partij remise. Maar wat is nu de zin van het pionoffer uit deze vierde partij?! Topalov begreep het ook niet en sloeg gewoon met de dame op c3.
Dit keer was het pionoffer echter positioneel heel goed verantwoord. De zwarte stukken staan op een kluitje op de damevleugel en door de damevleugel te openen (met dank aan Topalovs Dxc3) kreeg wit het initiatief in handen. De c-lijn werd een snelweg voor de witte torens die er uitgebreid gebruik van maakten en geleidelijk aan de zwarte stelling tot pulp vermolmden. Iedereen was diep onder de indruk. Ikzelf ook.
In eerste instantie dacht ik dat Topalov met gemak zou winnen. Hij had het overduidelijk veel beter voorbereid. Wat deed Kamsky eigenlijk op Corus?!? Zo vlak voor de halve finales om de wereldtitel ga je toch niet aan zo’n zwaar schaaktoernooi meedoen? Waarom was hij niet bezig zijn tegenstander uit te pluggen? En dan te bedenken dat hij in Wijk aan Zee ook nog in de middenmoot eindigde.
Maar nu, halverwege, denk ik er toch anders over. Inderdaad, Topalov heeft het formidabel voorbereid. Kamsky daarentegen houdt puur op schaakvermogen stand. En daar heb ik toch diep respect voor.
Het laatste woord is echter nog niet gesproken. Topalov had in die vierde partij natuurlijk nooit met zwart gesloten Spaans moeten spelen. Dat past totaal niet bij zijn stijl. Ongetwijfeld zal zijn secondant (Erwin l’Ami) het hem nog eens haarfijn uitleggen.
Topalov de geniale aanvaller …
… versus Kamsky de streetfighter!
Tijd
Topalov is een geniale aanvaller, maar tegen Kamsky deed hij het rustig aan. Dat heeft hij geleerd van zijn match tegen Kramnik. Tegen Kramnik vloog hij zijn tegenstander naar de keel, maar kwam hij er niet doorheen en stond hij zomaar twee punten achter na de eerste ronden. In een toernooi hoeft dat geen probleem te zijn, maar in een match over een beperkt aantal partijen is dat funest. En dat bleek ook.
En als Kamsky in deze match iets geleerd heeft, dan is dat het omgaan met tijd. Als hij in de laatste partij (zie linkerdiagram) met zwart 32… b4 gedaan had, had hij die partij gewonnen. Eerst wachten op 33.d7, en dan 33… Teb8 34.d8D Txd8 35.Lxd8 Txd8 en dit is een gewonnen stelling voor zwart.
Gata had echter niet veel tijd meer. Hij deed 32… Teb8, en na 33.Dc7 zijn er nog wel een paar varianten die naar remise leiden, maar met weinig tijd op de klok vind je die niet. Kamsky: “This game was interesting and extremely complex. In the heat of the battle I played Rb8 which was a mistake. Veselin played better as he committed less errors.”
Ja, dat klopte. Maar was het nodig geweest?
Zie bijvoorbeeld de tweede partij. In de linkerdiagram dreigt wit met Pxc8 en Txe6 een stuk te winnen en Kamsky had gerekend op … Te7 Lb4. Maar Topalov verraste hem met … Tc7. Een heel terecht stukoffer. Kan wit die stelling nog remise houden? Probleemloos, zo dunkt me, maar de experts dichten zwart toch winstkansen toe. Had hij het verloren met voldoende tijd op de klok? We zullen het nooit weten, want ook hier deed tijdnood Kamsky de das om.
.
.
Veselin Topalov.
Zijn manager Danailov beweerde al de Mossad ingeschakeld te hebben om computerbedrog bij Kamsky te voorkomen, maar de laatste liet zich niet gek maken. Het psychologische wapengekletter was een zachte dood gestorven voordat het effectief werd.
Gata Kamsky in 1994.
Hij bleef er nuchter onder, maar het moet toch een teleurstelling voor hem zijn. Zeker als we beseffen dat hij zich volgens de regels direct geplaatst had voor de eindstrijd tegen Anand. Maar de wispelturige FIDE, die principeel is als zij niet principieel zou moeten zijn en niet principieel is waar ze juist wel principieel moet zijn, besloot later Topalov als tussenmatch op te voeren.
Veel gekker kunnen ze het bij de FIDE inmiddels niet meer maken.
Topalov – Kamsky
Topalov uitgeschakeld! Dit keer liet Kamsky zich niet bedriegen. Net als in 2008, toen ze ook een match speelden in de cyclus om het wereldkampioenschap, overviel Topalov telkens weer opnieuw Kamsky met een nieuwtje. Topalov is de man van de fabelachtige openingsvoorbereiding. Kamsky meer de man van het praktische schaak. Geconfronteerd worden met nieuwtjes betekent dat er een mijnenveld voor de schaker neergelegd wordt. De weg uit dat mijnenveld is blijkt een smal pad te zijn, want de tegenstander heeft een heleboel zijvarianten samen met de computer naar de nederlaag uitgeanalyseerd.
Wie herinnert zich niet Topalov – Kramnik, Corus 2008? Topalov kwam op zet 12 in de populaire anti-Moskou variant met een paardoffer, dat zijn secondant tot zet 40 uitgeanalyseerd had. Het zal u dus niet verbazen dat Kamsky de vorige match ten onder ging. Telkens had hij een enorme tijdsachterstand. Telkens moest hij voorzichtig hinkelen dwars door dat mijnenveld heen, kwam hij in tijdnood en stapte uiteindelijk toch nog op een verborgen landmijn.
Hierboven de tweede partij waarin Kamsky zich niet langer voor de gek laat houden. Links komt Topalov met een nieuwtje op de achtste zet: 0-0-0! Het menselijk gevoel zegt: dit kan niet kloppen. Rocheren naar de kant waar de zwarte lopers op gericht zijn. Maar als het met behulp van de computer kan, dan kan het, is tegenwoordig de redenatie. En wat doet die dame daar idioot op a3? Sinds Kramnik deze zet speelt, is er echter niemand die daar een vraag over stelt.
.
.
.
Rechts het einde van de partij. 31.Le3 Dc3 en wit geeft op. De aanval op de witte koningsstelling was dus wel degelijk heel gevaarlijk en de dame staat nog steeds buitenspel op a3.
.
.
.
.
.
.
Dan de vierde en laatste partij. Een partij die de gemoederen flink beziggehouden heeft! Ook een partij waarin de verborgen invloed van de computer op de analyses zichtbaar wordt. Links de stelling na de 34ste zet van zwart. Topalov, met wit spelend, heeft hier 11 minuten. Kamsky, met zwart spelend, anderhalf. De tijdsvoorsprong komt wederom omdat Topalov Kamsky verrast heeft met een vroeg nieuwtje. Topalov doet nu 35.f5. Ook de computer vindt dit de beste zet en dus zijn de commentaren op internet het erover eens dat deze zet briljant is! Topalov speelt als een computer! Persoonlijk zou ik f5 nooit gedaan hebben. Liever 35.Pxc6 Dxc6 36.Db2 De6 37.Ld4, dreigt Lxf6. Volgens mij klein voordeeltje voor wit. Welke sukkel geeft nu veld e5 weg voor het paard van de tegenstander? Maar de antipositionele zet blijkt zijn merites te hebben. Allereerst kan de witte dame eventueel binnenvallen op de koningsvleugel. Eerst Dd2 en dan dreigen naar h6 te gaan; indien … g5 dan Dd1 en dreigen op h5 binnen te vallen. Het tweede voordeel is de voorpost voor het witte paard. Nu nog niet te zien, want het paard wordt geslagen door de loper op a2. Het derde voordeel is dat na fxg6 pion h5 zwak wordt.
35… Dc4 36.Db2 Pe5 37.Dd2 g5 38.Pe6 en we krijgen de linkerdiagram. De computer gaf overigens de voorkeur aan 35… Lb1 (ipv 35… Dc4) en 36.fxg6 (ipv 36.Db2). Zwart kan vanuit de linkerdiagram nu 38… Lb3 doen. Ontneemt wit veld d1, zodat Dd1 niet meer mogelijk is, en ontlast de zwarte dame van de dekking van La2. Na Dd8 kan Dc8. Na 38… Lb3 is het witte voordeel volgens de computer ineens verdwenen. Zo blijkt maar weer hoe wispelturig die computer kan zijn.
Maar zwart doet 38… P7c6 en wit antwoordt met 39.Dd6. Wit valt binnen! Er dreigt Df8 mat en terug met Pe7 maakt Pxg5 mogelijk. Afgelopen! Ook de computer geeft nu + 5 voor wit aan, dus dik meer dan een vol stuk voorsprong. De live-commentatoren zijn het erover eens dat wit beslissend binnenvalt, zien de evaluatie van de computer, stoppen met commentaar geven en richten hun aandacht op de andere drie partijen. De laatste woorden: “… en wit wint.”
Hoe verbaasd zijn ze wel niet als de partij achteraf remise gegeven wordt! En na afloop van deze partij concluderen ze dat de partij veel moeilijker te winnen is dan ze dachten.
Kamsky heeft nog maar een paar seconden op de klok, maar toch vindt hij 39… Ke8. De computer geeft nu Ld4 als winnend (+ 5,4): verdediger op e5 uitschakelen, maar de mens ziet dat niet.
Tik, tik, tik. Ook bij Topalov tikt de klok verder en hij vindt 40.Ld4 niet.
40.Pc7 Kf7 41.Pd5 De2 en de linkerdiagram is ontstaan. Nog steeds helemaal uit, zegt het gevoel van de mens. De computer geeft + 3,5 en de commentatoren zien geen reden om weer naar deze partij te kijken.
Achteraf staat er echter op internet: misschien is dit al niet meer gewonnen voor wit(!)
De partij gaat verder met 42.Dxf6 Ke8 43.De6 Kf8 44.Kg1 Dd1 45.Lf1 Lxd5 46.exd5 Pd4. In plaats van 44.Kg1 is misschien Dh6 beter. De computer is daar enthousiast over, maar heeft de computer gelijk? Wie de computer langer laat doordraaien ziet wederom de positieve evaluatie van wit dalen, en dat voorspelt onzekerheid.
En deze stelling is dus remise. Complexe varianten blijken dit te bewijzen. Het paard is uitgeschakeld, dus mat zetten gaat al niet meer.
Maar de computer denkt nog steeds dat het gewonnen is! De evaluatie is wel gedaald. Het begint met + 2 en daalt langzaam naar + 1,1. Langzaam herinner ik me weer wat het zo moeilijk maakt om op de computer te vertrouwen in dit type varianten. Door al die schaakjes die wit telkens kan geven, is het plafond van de definitieve en correcte evaluatie heel ver weg – buiten het bereik van onze simpele huiscomputer.
Na afloop kan Veselin Topalov het niet geloven. Hoofdschuddend en hoofdschuddend blikt hij terug. Hoe heeft hij dát nog uit handen kunnen geven?! De werkelijkheid is toch wel iets genuanceerder. De combinatie paard en dame, normaliter zo sterk in de aanval, wordt beteugeld door de twee zwarte paarden, die veel velden afdekken. Aan de andere kant heeft zwart ook een aanval, maar het gevoel van de mens zegt dat het niet mogelijk kan zijn om te winnen. En dat klopt ook. Omdat wit dus belangrijke pionnen voor staat, rust op zwart de bewijslast om aan de andere kant van het bord te winnen. Slaat die aanval door? Nee! Maar remise door eeuwig schaak of eeuwige dreigingen zit er soms nog wel wel in. En dat wordt snel vergeten. Ook door Topalov.
Topalov en Kamsky in de partij. Rechtsonder een diagram van de stelling die nog na de laatste diagram hierboven zal volgen. De gezichtsuitdrukkingen verraden het al. Topalov gelooft er nog wel in, maar moet hard nadenken. Kamsky kijkt inmiddels wat fleuriger naar het schaakbord.