Beekman

Tolstoj, Marx, Lenin, Stalin

Rusland en schaken

Robert Beekman

Afgelopen voorjaar verveelde ik me en zapte ik mezelf in een of andere televisieserie zonder te weten waar het over ging. Het bleek te gaan over een man die aangespoeld was in Engeland – ik vermoed zo rond 1900 (auto’s en fietsen waren er nog niet; de kleding geleek mij negentiende eeuws). Zijn schip was overduidelijk vergaan. Maar uit welk land kwam hij? Niemand was in staat om met deze man te communiceren. Ze probeerden van alles: Frans, Spaans, Duits, andere Europese talen. Zonder resultaat. De man bleef stoïcijns onder al het vreemde gebrabbel, totdat hij twee mensen ziet schaken. Hij loopt naar het bord toe, ziet de witspeler een zet doen, en neemt deze zet hoogstpersoonlijk terug. Bliksemsnel laat hij vervolgens een variant zien, waarbij, afgaand op wat ik op televisie gezien heb, zwart in acht zetten matgezet wordt.

“Het is een Rus!!!”, roept de helft van het gezelschap enthousiast uit. En één van hen legt het nog eens omstandig uit aan een verbaasd kijkende heer: “Kijk, deze man kan goed schaken, dus hij is een Rus.”

Historisch gezien klopt hier natuurlijk geen ene fluit van. De Russische schaakheerschappij is pas na de Tweede Wereldoorlog goed op gang gekomen. Niet dat schaken rond 1900 in Rusland onbekend was. Sint Petersburg 1895/1896 was bijvoorbeeld een wereldberoemd schaaktoernooi, waarin de vier sterkste schakers uit die tijd deelnamen. Eén van hen was de Rus Chigorin, voor de Russen een belangrijke wegbereider in het schaken. Maar hij stond eenzaam, daar aan de Russische top.

Feitelijk domineerden rond 1900 de Duitsers. De Duitsers Steinitz en Lasker waren wereldkampioen over een lange periode: 1886 – 1921. En vóór Steinitz hadden we Adolf Anderssen, ook al een Duitser. Om niet te vergeten Tarrasch en Bogoljubow, die eveneens om de wereldtitel streden. Een team uit Duitsland zou hoge ogen gegooid hebben in geval van een schaakolympiade ten tijde van 1900.

Correct was het aldus geweest als er in die televisieserie uitgeroepen werd: “Het is een Duitser!!!” (Met als toelichting: “Kijk, deze man kan goed schaken, dus hij is een Duitser.”) Maar ja, daar had de televisiekijker van de 21ste eeuw al helemáál niets van begrepen.

Maar waaròm kunnen Russen dan zo goed schaken? Waarom is het een volkssport geworden? Schakers uit de oude Sovjet-Unie overspoelen heden ten dage nog steeds de wereldbol. Het valt alleen niet meer zo op, omdat de Sovjet-Unie uiteengevallen is en veel schakers geëmigreerd zijn naar landen over de hele wereld. Pas de laatste paar jaar begint de wereldtop uit meer verschillende nationaliteiten te bestaan. Het effect van de door de staat gesubsidieerde schaakschool begint langzamerhand weg te ebben. Toch vond Hans Ree nog de volgende passage op internet. Het ging over de laatste Olympiade: “We American Russians will beat the Russian Russians, the Oekranian Russians, the Turkish Russians and the Israeli Russians. We are the best because we are Americans!!”

Waarom Russen zo goed kunnen schaken? Cultuurhistorische oogpunten buiten beschouwing latend, komen we eigenlijk uit bij de politieke trix: Stalin, Lenin, Marx. En dan komt daar ook nog Tolstoi bij.

Het moge duidelijk zijn dat met de heerschappij van Stalin ook de schaakheerschappij goed opgestart werd. Stalin heeft daar een persoonlijke stimulans in gegeven. En ook een persoonlijke opdracht: we zullen en moeten de wereldtop bereiken! Met dat gegeven is het complotdenken goed op gang gekomen. En in een land waarin de dictatuur heerste is het lastig om fictie en werkelijkheid van elkaar te scheiden.

Fischer klaagde er al over dat de Russen elkaar op het kandidatentoernooi van Curacao 1961 spaarden en tegen hem voluit gingen. How the Russians fixed world chess, publiceerde hij na het toernooi, en de trend was gezet. Maar was de combine tegen Fischer gericht? Kortsnoj schreef later dat hij Geller vroeg: Jullie spelen telkens korte remises. Wie denken jullie daarmee te verslaan? Waarop Geller bot antwoordde: Jou! Eenvoudiger is daarom de verklaring dat Geller, Petrosian en Keres drie vrienden waren geen zin hadden om elkaar in dit uitzonderlijk lange toernooi met 28 ronden in de broeiende hitte af te slachten. Vier keer speelden de acht spelers (waarvan vijf Russen) tegen elkaar. De kanttekening dat het weinig rechtvaardig is om vijf van de acht spelers uit één land te laten komen, is natuurlijk wel correct.

petrosianfischergeller

Petrosian, Fischer en Geller. Vriendschap op het schaakbord.

Minder bekend is evenwel dat Capablanca zich over hetzelfde beklaagde in 1936, tijdens het schaaktoernooi van Moskou. Stalin verzekerde hem hoogstpersoonlijk dat het niet meer zou gebeuren. Maar of hij zijn woord gehouden heeft?

Tolstoj

De cultuurgeschiedenis van het schaken begint met Tolstoj. Tolstoj verenigt een aantal essentiële elementen in de Russische geschiedenis: oorlog, opstand, adel, literatuur en schaken.

Terug naar 1825! Terug naar de revolutie van de decembristen!

De oorsprong van de revolutie van de decembristen ligt volgens Tolstoj in de inval van Napoleon, zoals beschreven in Oorlog en vrede. Napoleon stormde met een onwaarschijnlijk groot aantal man Rusland binnen (de schattingen variëren van 600.000 tot 1 miljoen). De Russische soldaten werden volledig onder de voeten gelopen, verloren een aantal cruciale veldslagen en moesten zich ijlings terugtrekken. Ze pasten de taktiek van de verschroeide aarde toe maar moesten evengoed lijdzaam toezien hoe Moskou ingenomen werd. Dat leidde tot een enorme exodus uit Moskou. Tienduizenden vluchtelingen trokken uit de stad weg.

Moskou was leeg.
En Napoleon trok een lege stad binnen.

Diezelfde nacht nog werd Moskou, dat voor ruim 80 procent uit houten gebouwen bestand, in brand gestoken. In opdracht van graaf Fjodor Rostoptsjin, gouverneur van die stad. Althans, dat denken we omdat Tolstoj dat zo beschreven heeft. Anderen denken dat de nasmeulende vuren in de lege, onbeheerde huizen uit zichzelf in brand gegaan zijn. Na drie dagen brand was ook het Kremlin omgeven door vlammen en moest Napoleon, zich door de vlammen een weg banend, de stad verlaten. Hij vloekte en tierde, zoals iedereen van hem gewend was, maar toonde ook bewondering voor de Russen: “Wat een karakter tonen die barbaren.”

napoleon brand moskou

Napoleon trekt zich terug uit brandend Moskou.

Uiteindelijk keerde Napoleon met slechts 1 procent van zijn leger terug in Frankrijk.

Deze oorlog uit 1812 wordt in de Russische geschiedenisboeken de Vaderlandse Oorlog genoemd. Eén van de hoofdrolspelers uit Oorlog en Vrede heet Andrej Bolskonsky, geïnspireerd op Sergei Volkonsky, een verre oom van Tolstoj. Volkonsky was een Russisch vorst en generaal. Hij behoorde tot de decembristen, die dertien jaar later (december 1825; vandaar hun naam) een revolutie begonnen tegen de tsaar.

Toen in 1825 Tsaar Nicholaas I aantrad, met wie Volkonsky als kind nog gespeeld had, wilde een groep adelen slavernij afschaffen en meer democratie. Ze waren onder de indruk geraakt van de inzet en het lijden van de boerenbevolking ten tijde van de Vaderlandse Oorlog en wilden iets voor hen terugdoen.

Drieduizend opstandige soldaten, onder leiding van vooraanstaande adellijke families, stonden december 1925 tegenover 9000 soldaten die Tsaar Nicholaas I trouw bleven. Nicholaas probeerde eerst overleg, omdat de meeste opstandelingen bekenden of zelfs vrienden van hem waren. Toen dit niet hielp, gaf hij opdracht tot een bloedige slachting.

opstand decembristen

Hierboven de opstand van de decembristen. De meesten zijn vermoord. De vijf leiders werden opgehangen. Zelfs dat was een drama. De galg bezweek namelijk tot grote opluchting van de familie. Volgens oude Russische traditie gaat de ophanging niet door als dit gebeurt. Maar Nicholaas gaf gewoon opdracht de galg te repareren en de executie alsnog uit te voeren.

Andere decembristen, waaronder Sergej Volkonsky, werden verbannen naar Siberië. Het was de bedoeling dat ze vergeten werden, maar ze werden een symbool van de vrijheid. In Siberië vermengden de bannelingen zich onder het volk. Ze droegen boerenkleren, lieten hun baard groeien en brachten de meeste tijd door onder de boeren, stichtten scholen, ziekenhuizen, theaters en zelfs een landbouwinstituut dat kennis van met name landbouw verzamelde en verspreidde.

In 1855 overleed Nicholaas I en niet veel later werd het ballingschap opgeheven. Van de 121 bannelingen waren er nog maar 50 in leven. Volkonsky keerde terug naar Moskou, waar hij bewonderd werd door onder andere Leo Tolstoj.

tolstoi1908

Hierboven een foto uit 1809: Leo Tolstoj zoals we hem kennen. Hij was graaf maar ging gekleed als decembrist oftewel als boer, droeg een lange witte baard (een afwijzing van de gedragscode van Tsaar Peter de Grote), vertoefde onder de boeren en schaakte! Net zoals Alexander Poesjkin, de beroemde dichter die leefde ten tijde van de decembristen en vriend van hen was. Poesjkin schaakte ook en van hem is de volgende uitspraak bekend: “Schaken is essentieel voor elk gelukkige gezin.” Schaken was in de negentiende eeuw voorbehouden aan de rijke klasse, maar de decembristen en hun sympathisanten hebben het verspreid onder het gewone volk. De meeste Westerse schakers in de negentiende eeuw waren arts of advocaat, maar de eerste grote Russische speler, Mikhail Tsjigorin (1850 – 1908), was zoon van een fabrieksarbeider.

Toen Lenin schaakte, speelde hij dus het spel van de opstand, het spel van het volk.

tolstoi

Nog een keer Leo Tolstoj

Marx

Karl Marx dan. Wilhelm Liebknecht vertelt dat Karl Marx altijd woest was wanneer hij een schaakpartij verloren had. In hun onderlinge schaakdeliberaties zocht Marx continu naar verbeteringen in hun theoretische openingsdiscussie, waarna hij, met wisselend succes, revanche eiste. Op een gegeven moment (we praten over Londen, 1850, waar Marx politiek vluchteling is), kondigde Marx triomfantelijk aan dat hij een verbetering heeft gevonden. En inderdaad. Liebknecht wordt een aantal keren verslagen. Maar dan vindt Liebknecht een verbetering en wordt Marx verslagen. En nog een keer. En nog een keer. En nog een keer. Het geweldige nieuwtje van Marx blijkt dus helemaal niet zo geweldig te zijn. Overbodig hieraan toe te voegen: Marx was weer hartstikke chagrijnig. Zoals altijd als hij verloor.

marx

Karl Marx.

Van Karl Marx is zelfs een partij bekend.

Karl Marx – Meyer
1867

1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Lc4 g5 4.Pf3 g4 5.O-O Het Muzio Gambiet. Een partij die in de tijd van 1867 te plaatsen is. Het Muzio Gambiet is volgens de database voor het eerst gespeeld in 1795, en in de match Anderssen – Zukertort is dit gambiet maar liefst negen keer gespeeld. Dat was in 1965. Twee jaar ervoor. Maar de echte liefhebber heeft zo’n belangrijke match natuurlijk niet gemist en conform de wet “amateur volgt grootmeester”, volgt Marx de mode van dat moment. Dat zal straks, als we een partij van Stalin zien, anders worden. Dan wordt het: “Stalin zet de trend die door grootmeesters pas tien jaar later ontdekt wordt”.
5…gxf3 6.Dxf3 Df6
diamarx17.e5
Toe maar! Wit offert er nog een pion overheen om lijnen naar de zwarte koning te openen. Niet dat Marx dit bedacht heeft; het was al vele keren eerder gespeeld
7…Dxe5 8.d3 Lh6 9.Pc3 Pe7 10.Ld2 Pbc6 11.Tae1 Df5 Deze zet is voor het eerst gespeeld in Kolish – Paulsen, Londen 1861. En vóór Marx – Meyer waren er nog eens 6 grootmeesterpartijen met precies dezelfde variant. Dit was dus een stelling die velen bestudeerd hebben. Gelet op de in boeken geregistreerde anekdote van hierboven (waarin Marx op zoek is naar theoretische nieuwtjes of verbeteringen) is deze partij in elk geval dus niet onwaarschijnlijk.
12.Pd5 Kd8 13.Lc3 Tg8 14.Lf6 Lg5 15.Lxg5 Dxg5 16.Pxf4 Pe5 17.De4 d6 18.h4
diamarx218…Dg4
De pion op h4 is uiteraard onkwetsbaar wegens Pe6. De computer wil in deze stelling graag Df5 spelen, omdat na 18… Df5 19.Pe6 fxe6 20.Txf5 Pxf5 zwart met toren en twee stukken teveel materiaal heeft, terwijl de witte aanval in de kiem gesmoord is. De pion op f7 dekken met Dg7 is ook niet slecht, maar nog beter lijkt 18… Dg3, omdat na 19.Lxf7 Lf5 20.Dxb7 Pg4 niet kan: zwart dreigt mat met Dh2. Na 21.De2 kan zwart Tg4 spelen, en het is de vraag wie er eigenlijk aan het aanvallen is: wit of zwart. Zwart neemt feitelijk de aanval over, terwijl hij ook nog eens een stuk voor staat.
19.Lxf7 Tf8 20.Lh5 Dg7 21.d4 P5c6 22.c3 a5 Pas na deze zet gaat het mis met zwart. 22… Tf6 was hardnekkiger, maar zwart staat hier wel een beetje klem, hoewel een winst voor wit nog niet direct te vinden is.
23.Pe6+ Lxe6 24.Txf8+ Dxf8 25.Dxe6 Ta6 26.Tf1 Dg7 27.Lg4 Pb8 28.Tf7

1-0

Een door wit goed gespeelde partij. Van heel redelijk niveau in elk geval. En heeft deze partij dan echt plaatsgevonden? Was dit Karl Marx? Het zou wel degelijk kunnen. Van de drie ‘bekende’ partijen door Lenin, Stalin en Marx is dit veruit het meest waarschijnlijk. Karl Marx was in 1867 overgekomen uit Londen naar Duitsland, en speelde daar tegen Hans Meyer, die wel degelijk in de schaakboeken teruggevonden kan worden. Toch is er ook een historicus die beweert dat het om een zekere Edward dan wel Mark Marks gaat. Maar ook van de onbekende Mark Marks kan niet bewezen worden dat hij de partij wél gespeeld heeft. De Russen hebben deze partij in elk geval veelvuldig gebruikt in hun propaganda dat schaken en communisme een twee-eenheid zijn.

Lenin

lenin-bogdanov1908

Hierboven een foto uit 1908 van een schakende Lenin op het eiland Capri. Lenin is hier op bezoek bij Gorky, die op de achtergrond toekijkt, en speelt tegen Bogdanov. De duivelse lach van Lenin valt nog het meeste op, maar laten we er niet teveel achter zoeken; misschien heeft hij gewoon plezier.

lenin-bogdanov2

Hoe moeilijk het is om fictie van werkelijkheid te onderscheiden in een Sovjet-Unie waar de propagandamachine op volle toeren draaide, blijkt uit de foto hierboven. Opnieuw Lenin (nu links) tegen Bogdanov. Wederom op Capri, 1908. Maar rechts de oorspronkelijke foto, en links zien we hoe uit een gratie geraakt persoon weggetoucheerd is.

Vladimir Ilyich Ulyanov, oftewel Lenin, was een fanatiek schaker en van hem zijn er dus meerdere foto’s bekend (behalve de foto’s hierboven) waarop hij aan het schaken is. Van hem zijn ook uitspraken bekend als: Schaken is het gymnasium van de geest. Sosonko schreef overigens later in New in Chess dat die uitspraak eigenlijk nooit door hem gemaakt is. Ene Rokhlin heeft dit in zijn schoenen geschoven uit propagandamotieven. En zelfs hij heeft het niet verzonnen, want er is een tekst bekend uit 1803 waarin hetzelfde staat. Wél realistisch klinkt een ándere uitspraak van Lenin: ‘Schaken neemt je teveel in beslag, en hindert je werk’. Hij zou dat gezegd hebben tegen Trotsky, die dus later door Stalin vermoord is.

lenintrotsky

Links een afbeelding van een schaakpartij tussen Trotsky en Lenin.

Van Aljechin weten we al dat Trotsky schaakte. Citaat:

“As A Captain in the Czarist army and a member of a noble family, I was placed under arrest shortly after the Bolsheviks came into power. In the depths of despair, I was sitting in an Odessa prison and pondering my fate when the door was flung open and four members of the political police entered the cell. A fifth man entered and I recognised him immediately from his photographs. It was Leon Trotsky, I was certain my time had come. “Captain Alekhine,” said one of the police, “Comrade Trotsky wants to play a game of chess with you.” With that he placed an elaborate chessboard and set of men on the small table. I had heard of Trotsky’s chess fanaticism and it was obvious that reports of my ability had reached him.”

Aljechin was kapitein in het leger van de tsaristen en vreesde dus voor zijn leven. Maar hij was ook een wereldberoemd schaker – toen al. Trotsky speelt tegen hem in die Eerste Wereldoorlog, verliest van Aljechin, zegt weinig gedurende die partij, maar de volgende dag mag Aljechin de gevangenis verlaten.

Maar Trotsky is niet de reden waarom schaken populair is in Rusland. Stalin heeft zijn herinnering willen uitwissen. Lenin is wel een reden. Lenin is een mythe. Dat geldt voor alle sterren die maar kort aan het firmament gevlamd hebben. Uit datzelfde Capri is er iemand die kennelijk toch nog een partij tegen deze Bogdanov bewaard heeft. Tenminste, volgens internet. Of is ook deze partij fake? Wie erbij was mag het zeggen.

Lenin – Bogdanov
Capri 1908

1.e4 Pf6 2.e5 Pd5 3.d4 d6 4.c4 Pb6 5.f4 dxe5 6.fxe5 Pc6 7.Le3 Lf5 8.Pc3 e6 9.Pf3 Le7 10.Le2 O-O 11.O-O
dialenin1Uiteraard doet Lenin er niet moeilijk over om een hoofdvariant van de Aljechin op het bord te zetten. Toch wel klasse van die man. Anderssen speelde het voor het eerst tegen Maksimenko in 1866. Zou Lenin die partij gekend hebben? Want na Anderssen doet niemand het hem na. Tot in 1921, als er een hoos uitbreekt van partijen met de vierpionnenaanval. Wel zo’n dertien jaar ná Lenin-Bogdanov. En evengoed: Anderssen speelt het heel anders dan Lenin, die precies de variant op het bord zet die later zo populair zou worden. Overduidelijk een visionair man, die Lenin. Net als Stalin, uiteraard.
11…f6 12.Ph4 fxe5 13.Pxf5 exf5 14.d5 Pd4 15.Lxd4 exd4 16.Dxd4 Pd7 In 1928 en 1929, twintig jaar later, zijn er twee partijen gespeeld waarin deze stelling op het bord is gekomen. Spielmann – Colle en Znosko Borov – Colle.
17.Kh1 Lc5 18.Dd3 Dg5 19.Pb5
dialenin219…Tae8
Zwart offert hier een pion op c7, die wit gewoon kan nemen: Pxc7 Te3 Pe6.
20.Lf3 Te3 21.Dd2 Tf6 22.b4 Le7 23.Pxc7 En nu kan wit beter niet nemen. 23.d6 was bijvoorbeeld beter.
23…Th6 24.Pe6 Dg3 25.h3 Ld6 26.Kg1 Txh3 En wit geeft op. Zwart dreigt ondekbaar mat met Th1 Kxh1 Dh2 mat.

0-1

Lenin wordt dus gewoon geplet. Op zichzelf is dat al overtuigend bewijs van waarheid dezer partij, zou je zeggen. Ook zou Bogdanov een veel beter schaker zijn geweest dan Lenin, dus dat hij won zou dus in elk geval historisch gezien kloppen. Wel valt op dat deze partij in de Russische pers nooit breed (of smal) uitgemeten is. Voor dat laatste kan evenwel de verklaring hetzelfde zijn als voor de partij van Stalin, maar dan omgekeerd: verlies past nu eenmaal niet in de Russische propagandamachine.

Echter, bovenal is de partij moeilijk in de geschiedenis der schaaktheorie te plaatsen. Hoe kan Lenin weten welke variant zo ongeveer twintig jaar later populair zou worden? Potentieel visionair inzicht maar even buiten beschouwing latend, lijkt het waarschijnlijker dat deze partij onzin is.

lenin64

Lenin prijkt op de voorkant van het schaaktijdschrift 64

Stalin

Was Stalin een liefhebber van het schaken? Er is slechts één partij van hem bekend. Deze zou door de Russen geconstrueerd zijn. Tenminste, dat denkt men.

Stalin – Jeschow
1926

1.e4 c5 2.Pf3 d6 Het Siciliaans is al bekend uit de negentiende eeuw, La Bourdonnais speelde het al in 1843 bij de beroemde matches tegen McDonnell. Er zijn veel partijen in de database te vinden. Maar dan was het altijd 2… Pc6 of 2… e6. Wat Jeschow speelt (2… d6) was dus zelfs in 1926 nog uitzonderlijk. Kende Jeschow schaaktheorie? Ik zie twee partijen met 2… d6 van rond 1900, maar de echte bulk begint pas vanaf 1924. Jeschow was dus in elk geval ultramodern.
3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 Pbd7 6.Le2 a6 7.O-O e6 8.f4 b5 9.a3 Lb7 10.Lf3 Zou het kunnen dat dit in die tijd gespeeld is? In 1921 was Znosko Borov – Rubinstein gespeeld. De witte pion stond toen nog op a2, en wit speelde e5. Meestal in de periode rond 1926 speelde wit f3 in plaats van f4.
10…Db6 11.Le3 Dc7 12.De2 Le7
diastalin113.g4
Maar als er gereconstrueerd is, dan is dit het moment waarop men zich echt verraden heeft. Pas in 1931 wordt het plan g4 voor het eerst gespeeld. Negyesy – Maroczy, 1931. En pas vanaf 1936 wordt dit plan voor de tweede keer en gelijk ook vaker gespeeld. Het werd dus zogeheten ‘populair’. En wel 10 jaar later. Zou Stalin in 1926 in staat geweest zijn om een volstrekt nieuw concept achter het bord uit te denken?
13…Pc5 14.Dg2 O-O 15.Tad1 Tfe8 16.g5 Pfd7 17.Td2 e5 18.Pf5 Ook zwart speelt hier volgens normale, hedendaagse spelpatronen. Het is wel een beetje van: hij heeft de klok horen luiden maar weet niet waar de klepel hangt. In deze stelling was Lf8 aangewezen. Zwart speelt nu Pe6, waarna wit het pionnenduo f5-g5 kan realiseren, wat hem gelijk voordeel garandeert. Maar toch: meer dan de gemaakte fout valt het op dat zwart tot dit moment niet eens zo slecht speelt voor een amateur. Let wel: theorieboeken bestonden nog niet.
18…Pe6 19.Pxe7+ Txe7 20.f5 Pd4 21.f6 Tee8 22.Lh5 g6
diastalin223.Lxg6
Een volkomen correct stukoffer. Hoe goed moet iemand zijn om te bedenken dat dit mogelijk is? Natuurlijk wint wit tijd door gelijk te slaan, en wit moet hier zien dat zwart geen verdediging heeft tegen Dg2-h3-h6, gevolgd door een toren naar h3. Het is op zich heel goed iets dat een speler met rating 1800 – 1900 zou kunnen bedenken. Maar zou diezelfde speler van 1800 – 1900 ook niet bedenken dat Lg4 op hetzelfde neerkomt? Feit is echter dat juist op dit moment zwart met de h-pion moet slaan omdat fxg6 f7 gelijk wint. Na bijvoorbeeld Lg4 Pe6 Lxe6 heeft zwart ook de mogelijkheid met de pion terug te slaan. Bovendien kan zwart na Dh3 h5 spelen, en na gxh6 Kh7. De koningsaanval is dan voorlopig even tot staan gebracht. Op zich getuigt 23.Lxg6 dus van diepzinnig combinatoir talent.
23…hxg6 24.Dh3 Pe6 25.Dh6 Dd8 26.Tf3 Pxf6 27.gxf6 Tc8 28.Tdf2 Dxf6 Zwart was gedwongen paard en dame op f6 te offeren. Anders ging hij mat.
29.Txf6 Tc7 30.Pd5 Lxd5 31.exd5 Pf8 32.Lg5 Ph7 33.Txd6 e4 34.Le3 Tce7 35.Ld4 f6 36.Lxf6 Pxf6 37.Tdxf6 Negen zetten speelde zwart door met een volle dame achterstand. Zwart geeft hier omdat hij inziet dat hij mat gaat.

1-0

Is deze partij gereconstrueerd of niet? Op zich speelt wit de opening niet overdreven goed. Ook valt op dat zwart met een dame achterstand gewoon door blijft spelen. Echt iets voor een gezellig amateur-potje. Aan de andere kant is het loperoffer heel knap gespeeld. Maar misschien had Stalin wel na veel mislukt gepruts op het schaakbord eindelijk eens een beetje redelijke prestatie neergezet. En misschien dacht hij toen: “Hier moet de wereld meer van weten.”

Het belangrijkste bewijs lijkt mij evenwel dat het openingsspel van zowel wit als zwart niet echt in de tijd van 1926 past. Als deze partij inderdaad gespeeld is, zouden we het nog niet eerder gespeelde plan g4 in de Le2-variant van Scheveningen / Najdorf moeten herdopen in de “Stalin-aanval”. En dat gaat inderdaad ook mij te ver.

Overigens wil het gerucht dat Jeschow top van de KGB was, die Stalin een paar jaar na deze partij heeft laten executeren.

stalin23jaar.

Een foto van Stalin als 23-jarige, nog vóór de Russische revolutie.

De waarheid zal misschien wel nooit boven tafel komen, maar het bewijs dat ideologie de werkelijkheid creëert – één van de belangrijkste stellingnames van Marx -, is nog immer alive and kicking. In navolging van de “mythe” dat Tolstoj, Marx, Lenin en Stalin goede schakers waren, en dat dus alle ‘goede’ communisten / Russen goede schakers zijn, zien we anno 2006 op televisie dat een drenkeling spontaan mat in 8 vindt, waarop het publiek eenstemmig uitroept: “Het is een Rus!!!” (Met als toelichting: “Kijk, deze man kan goed schaken, dus hij is een rus.”)