Beekman

Spassky – Tal (1958)

Langs de poorten van de hel

Robert Beekman

talspasskyvluggertje

1958. Het kampioenschap van de Sovjet-Unie wordt gespeeld in Riga, de geboorteplaats van Mikhail Tal. In de laatste ronde staan Tigran Petrosian en Mikhail Tal bovenaan met 11,5 uit 17 wedstrijden. Op de derde plaats stonden Youri Averbach en Boris Spassky met 10,5 punt. De laatste ronde: Averbach – Petrosian en Spassky – Tal! Drie wereldkampioenen strijden om te titel, maar ze weten dat nog niet. Tal, Petrosian en Spassky moeten namelijk nog wereldkampioen worden, want dit is pas 1958. Boven een foto van Tal tegen Spassky gedurende een vluggertje.

Petrosian biedt een volle toren aan, maar Averbach weigert het aanbod en de partij wordt remise. Het zal dus afhangen van Spassky – Tal. In die partij komen beide spelers met pionoffers en biedt Tal een kwaliteit aan. Na de 23ste zet biedt Tal remise aan omdat de partij vervlakt is en naar zijn idee gelijk is. Spassky weigert. Tal zou later schrijven: “Misschien wel terecht.” Direct na het remiseaanbod begaat Tal een onnauwkeurigheid. Onthoud dit moment. Hij biedt remise aan en maakt een fout. Klassiek patroon.

diaspasskytal1Links de stelling na de 38ste zet. Zwart heeft net een witte pion op e3 geslagen. De bewuste materiaalverhouding begon al een paar zetten eerder en dit eindspel zou in totaal 37 zetten duren. Op zet 46 werd afgebroken.

Nu hadden beide spelers in dit toernooi al meerdere afgebroken partijen achter de rug. Tegenwoordig zijn afgebroken partijen afgeschaft, mede vanwege de computer. Een zegen voor de spelers, want vroeger betekende een afgebroken partij steevast dat de hele nacht doorgeanalyseerd moest worden. Tal over de nachtelijke analyse van deze partij, die hij samen met zijn trainer Koblents deed: “Zo rond 5 uur in de ochtend werd de analyse afgebroken om technische redenen: één van de schakers viel in slaap.”

Spassky deed uiteraard niet voor hen onder. Ook hij ging bijna de hele nacht door. De volgende dag kwam hij in de toernooizaal Petrosian tegen. Hij glimlachte en zei vervolgens tegen hem: “Vandaag wordt jij kampioen.” Immers, als Tal verloor zou Petrosian als enige bovenaan staan. Petrosian keek hem aan en zag een ongeschoren man met rooddoorlopen ogen en een doodvermoeid gezicht. Hij beantwoordde de glimlach dus niet.

diaspasskytal2De partij gaat door en door en bij elke zet moet er verschrikkelijk veel uitgerekend worden. Iedere zet bevat zoveel verschillende keuzemogelijkheden dat de schakers er knettergek van worden. Gedurende de partij en ook direct erna vond niemand een winst. Tal bood voor de tweede keer in de partij remise aan, en voor de tweede keer werd het afgewezen. Tal in zijn Memoires: “Ik had het gevoel dat het evenwicht nergens verbroken was. Spassky onderkende dit niet, speelde door voor de winst en ging te ver.” Maar jaren later kwam Chekhover (in 1972: “Spassky’s 100 Best Games”) met analyses waarbij bleek dat wit wel degelijk winst gemist had. In de linkerdiagram zei hij dat tien zetten na het afbreken het gespeelde 57.Df8 verkeerd was en hij gaf: 57.g4 hxg4 58.Df8+ Kf6 59.fxg4 Te6 60.Tc3 Te4 61.Tf3+ Ke6 62.g5 De7 64.Dc8+ Kd6 65.Dc5+ Kd7 66.Dxd5+ Ke8 67.Dxe4 Dxe4 68.Te3 en gewonnen pionneneindspel. Geheel correcte analyse; de computer bevestigt elke zet.

Lang werd gedacht dat Spassky maar één moment had om toe te slaan, maar tegenwoordig laten de schakers gewoon de computer los op deze partij en dan blijkt dat Spassky meerdere momenten heeft gehad om toe te slaan. Een zet later kon g4 bijvoorbeeld ook nog. En een zet vóór de diagram werd 56.Ta8-c8 Te6-d6 gespeeld. 56.Tc8 krijgt van Tal een uitroepteken omdat zwart belangrijke velden wordt ontnomen, maar krijgt van de computer een vraagteken omdat deze zegt dat 57.Db8 Kf6 58.g4 hxg4 59.fxg4 Te4 60.Dh8 Ke7 61.Df8 Kf6 62.Ta6 Te6 63.g5 Kf5 64.Da3 Kg4 65.Df3 Kh4 66.Df4 Kh5 66.Ta1 wit beslissend voordeel geeft.

diaspasskytal3Weer tien zetten later. Zet 63 inmiddels. Spassky doet 63.Tc8 en nu is hij degene die remise aanbiedt. Tal zegt daarop: “Laten we nog wat doorspelen.” De zet 63.Tc8 blijkt de beslissende fout te zijn. Het lijkt op wat eerder in de partij gebeurde. Het moment van remise aanbieden is een moment dat de gedachten naar het gewenste resultaat gaan en dat niet goed doorgerekend wordt wat de beste zet is. Een kwetsbaar moment, dus. Misschien had Tal sowieso wel doorgespeeld, maar na deze zet dacht hij ongetwijfeld: “En nu gaan we zeker door!”

Daarnaast speelt nog een ander psychologisch dilemma een rol mee: het is vreselijk moeilijk om om te schakelen naar remise maken als je zolang op winst speelt. Meestal klinkt de alarmbel “remise maken” veel te laat door het eigen hoofd.

Er volgen nog een zevental zetten: 63.Tc8 Da6 64.Kg3 Dd6 65.Kh3 Te1 66.g3 Tg1 67.f4 Te1 68.Tc2 De6 69.Tf2 Th1 70.Kg3 De4 71.Tf2 Kg4 72.Dc8 f5.

diaspasskytal4De eindstelling. Spassky kijkt helemaal gebroken naar het bord en realiseert zich dat hij totaal verloren staat. Immers, na Dc3 volgt Tf1 en afwikkeling naar een gewonnen pionneneindspel.

Hij geeft op. Een stormachtig applaus breekt er los in de zaal. Het publiek is werkelijk niet meer te houden. De partij vond immers plaats in Riga, weet u nog? De geboorteplaats van Tal! Het podium werd bestormd door doldwaze supporters die Tal aan alle kanten feliciteerden en vervolgens op de schouders de zaal door droegen. Spassky daarentegen was helemaal verdwaasd en liep als in trance naar buiten toe. Later zou Spassky zeggen: “Buiten huilde ik als een kind. Ik herinnerde me dat ik in 1951 verloren had van Smyslov bij een kloksimultaan en dat ik mezelf toen beloofd had nooit meer te huilen. Maar na dit verlies van Tal kon ik mijn woord niet houden.”

Kasparov zou in zijn My Great Predecessors maar liefst zes bladzijden wijden aan deze partij en de lezer erop wijzen dat Tal zich door deze winst plaatste zich voor de cyclus om het wereldkampioenschap, aan het eind waarvan hij glorieus wereldkampioen werd door Botwinnik te verslaan! Voor Tal was dit dus een cruciale overwinning langs de poorten van de hel. Spassky plaatste zich juist niet. Hij moest nog zes jaar wachten, terwijl hij al die jaren Tal blééf verslaan. In 1972 had hij dit opgebouwd tot 9 – 2 in het voordeel van Spassky. Met deze partij was het zelfs 10 – 1 geweest. Net die ene dag niet. Soms wil de geschiedenis een ander verhaal vertellen.

spasskytal1958

Boris Spassky tegen Mikhail Tal. Een foto uit bovenstaande partij van 1958. Links op de achtergrond ziet u een demonstratiebord met daarop de partij Averbach – Petrosian.