PAM 1961

Ronde 7

Onrustige nacht van Perez bezorgt Bisguier half punt

Eduard Spanjaard

Kenners van de Koninklijke Kunst hebben de, praktijk stoelende, goede gewoonte aangenomen zo tegen het derde toernooiuur hoed en jas in de vestiaire af te geven, ten einde de komende drie uur schaak te zien en te genieten.

Veelal hebben deze lieden gelijk, gisteren kregen ze het grootste ongelijk van de wereld; met enig geweld aan de logica mogen we ook deze kant van het schaken tot de sfeer van het relativisme – dat het spel eigen is – terugbrengen.

Dat het eerste uur allure had, dankten we aan Perez die overigens in vele talen beweert, dat hij dit toernooi met zijn tenen speelt; bovendien ligt hij met het begrip slaap nog steeds overhoop. Maar dat eerste uur had Perez toch voor zich gereserveerd.

“Omdat ik vannacht door lawaai in de kamer naast mij niet geslapen heb, aldus luidde ’t antwoord dat de Spaanse meester Perez gisteravond aan een ieder gaf op de brandende vraag: “waarom bood u na 13 zetten Bisguier remise aan?” Zo begon de zevende ronde van het PAM-toernooi in de kantine van de Steenkolen Handels Veeniging en de vraag was gerechtvaardigd.

pambisguierperez

Boven een foto van Bisguier tegen Perez, terwijl in het midden Robatsch meekijkt. Genomen vóór aanvang van het toernooi. Wat doe je dan op zo’n vrije dag? Inderdaad: een potje tegen elkaar schaken, met het bord op schoot.

Uitslagen 7e ronde

Bisguier – Perez ½ – ½
Bouwmeester – Robatsch ½ – ½
Donner – O’Kelly ½ – ½
Matanovic – Langeweg ½ – ½
Van Geet – Van de Pol 0 – 1

Stand na 7 ronden

1/2. Matanovic en O’Kelly 5
3. Robatsch 4
4/5. Bisguier en Donner
6/7. Bouwmeester en Langeweg 3 ½
8. Van Geet 2 ½
9/10 Perez en Van de Pol 1 ½

Partijverslagen

Perez verraste in een Konings-Indiër grootmeester Bisguier met een stukoffer, dat laatstgenoemde volkomen vreemd was. Dit stukoffer, ook door theoretici nog niet onder de loep genomen, is afkomstig van de Spanjaard Albaredez. Perez zag tijdens de partij nog kans een versterking aan te brengen, die de licht droef kijkende Bisguier nog pessimistischer stemde. De zaal analyseerde af en toe fors fluisterend, maar Perez trok zich de opwinding (te) weinig aan; hij lanceerde een remise-offerte. Bisguier dankte gretig. En tegelijkertijd verbaasd. “O’kay. But why?” En vervolgens toverde Bisguier een hele serie verliesvarianten voor zichzelf uit, waarbij Perez zich overigens allerminst snel liet overtuigen.

Het was inderdaad een vreemde geschiedenis. De hele variant in kwestie, Koningsindisch met 5.Lg5, werd indertijd door Bisguier zelf geïntroduceerd en hij verpletterde er onder andere niemand minder dan Reshevsky mede. Sindsdien zijn er tal van partijen mee gespeeld en vele analyses aan gewijd. En daar komt Perez, die de hele zaak zo maar ineens grondig weerlegt. Het ging als volgt: 1.d2-d4 Pg8-f6 2.c2-c4 g7-g6 3.Pb1-c3 Lf8-g7 4.e2-e4 d7-d6 5.Lc1-g5 h7-h6 6.Lg5-h4 c7-c5 7.d4-d5 Dd8-a5 8.Lf1-d3. Deze zet, benevens Pge2 en eventueel f4 is de bedoeling van de witte opzet welke echter wordt doorbroken door het nu volgende offer: 8… Pf6xe4!? Reeds eerder gespeeld onder andere in een partij Spanjaard – Stegeman en in Duitse toernooien. 8.Ld3xe4 Lg7xc3 9.b2xc3 Da5xc3 10.Ke1-f1 g6-g5! Tot dusver werd slechts 11… Dxc4 gespeeld, waarna wit met 12.Dd3 een stuk tegen drie pionnen heeft en een moeilijk spel resteert. De verrassende tekstzet is echter veel sterker dan het voor de hand liggende Dxc4, omdat nu de witte koningsloper op e4 blijft staan, zodat zwart met tempowinst f7-f5 kan spelen. 12.Lh4-g3 f7-f5 13.Pg1-e2 Dc3-f6.

pambisgpereSlotstand. Bisguier dacht hier 40 minuten na, totdat Perez op hem afkwam met het remisevoorstel. Het is duidelijk dat zwart beter staat, daar hij na een zet van Le4 met f5-f4 zijn stuk terugwint en dan een pion vóór blijft.

Bisguier heeft in elk geval beloofd de bewuste variant nóóit meer te zullen spelen. “Zelfs Reshevsky heeft mij dit niet weten aan te doen.”

.

.

.

Was Perez’s vredelievendheid een raadsel, een nog groter raadsel was van Geet’s plotselinge schaakblindheid tegen Van de Pol. Hij opende natuurlijk weer met 1.Pc3 en kreeg na dameruil een uitstekend spel, waarbij hij een belangrijke pion buitmaakte. Reeds verheugde men er zich op, dat onze stadgenoot na een overwinning nog slechts een half punt van het begeerde meesterresultaat verwijderd zou zijn, toen het vreselijke gebeurde.

pamgeetpolIn de linkerdiagram speelde Van Geet f7, een loper offerend, menend dat hij met Te8 onmiddellijk kon winnen, daarbij over het hoofd ziende, wat iedere beginner zag, namelijk dat Van de Pol het schaak eenvoudig met Td8 kon pareren. Dé blunder van het toernooi en een meesterillusie voor Nederland minder.

Of Van Geet – Van de Pol schakerstragiek of schakersvreugde inhield, valt moeilijk te preciseren. Voor Van Geet had winst een goede kans op een meesterresultaat betekend, voor Van de Pol de zoveelste tegenslag. Nu heeft laatstgenoemde, die echt niet “maar zo” meespeelt, zijn score ietwat kunnen ophalen, een progressie, die hij eerlijk verdient. Het is niet zo eenvoudig wijze woorden van deze partij te zeggen. “Derbies” hebben onmiskenbare eigen sfeer; een duel tussen clubgenoten is niet anders, zeker niet als er voor beiden zulke afwijkende doelstellingen gegeven zijn. Foutloos was het gevecht niet, maar wel een drama: Van Geet laat hier een meestertitel glippen, als slachtoffer van een zinsbegoocheling.

Om een sprong in de tijd te maken; het was na negenen, dat we de grootste opwinding beleefden ten opzichte van de ontmoeting Matanovic – Langeweg. Het gevecht had zeer de aandacht getrokken omdat Matanovic voordeel had gehad èn omdat Langeweg als een leeuw voor elke kans had gevochten. Het was een Siciliaan met 2… d6. Zwart kreeg een geïsoleerde pion op e6, tegen welke wit zijn zware stukken tripleerde op de e-lijn. Tenslotte viel de isolanus, maar Langeweg vond steeds nieuwe tegenkansen. Een boeiend steekspel, beiderzijds uitstekend gespeeld, hield de talrijke toeschouwers tot het laatst in het onzekere, wie nu eigenlijk de beste kansen had. Kort vóór tijdcontrole werd dit keurig staaltje meesterschaak in gelijke stand remise gegeven.

De remise was werkelijk bevochten. Toen bleek, dat Langeweg, even vóór de puntendeling, een winstmogelijkheid had gemist. Grootmeester Matanovic doet in zijn eigen partijverslag het een en ander voor onze lezers uit de doeken.

Aleksandar Matanovic – Kick Langeweg
PAM-toernooi, december 1961, ronde 7
[Commentaar van Matanovic]

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 e6 6.f4 a6 7.Ld3 Dc7 8.O-O Le7 9.Kh1 O-O In Bled speelde Bertok in deze stelling 9… Pc6 tegen mij; ik sloeg toen op c6; zwart nam met de b-pion terug en ik vervolgde met 11.De1.
10.De2 Pbd7 11.Ld2 b5? Onjuist; zwart had 11…Pc5 moeten spelen.
12.a4! b4 13.Pa2 a5 Indien nu 13…Db6 14.Pxb4 Dxd4 15.Pc6 en wit wint.
14.c3 bxc3 15.Pxc3 Pc5
pammatalang116.e5! dxe5 17.fxe5 Pfd7
Indien 17…Pxd3 18.exf6 met winst.
18.Pcb5 Db6 Niet 18…Dxe5 19.Pc6 enzovoorts.
19.Lc2 Lb7 Wit heeft thans een zeer sterke stelling.
20.Ta3 Reeds dreigt het loperoffer op h7.
20…f5 21.exf6 Pxf6 22.Lf4 Tac8 23.Te3 Ld5 Indien 23…Pd5 24.Dh5 h6 25.Tg3 Pxf4?! 26.Dxh6 enzovoorts.
24.Te1 Kh8

.

.

.
pammatalang225.Le5
Nu verlies ik mijn voordeel; veel sterker was 25.Lg5; het verschil ligt hierin, dat na 25.Lg5 de zet 25… Pcd7 niet mogelijk is wegens 25.Lg5 Pcd7 26.Pxe6
25…Pcd7 De enige zet, doch ik geloof, dat zwart thans de stelling zal kunnen houden; zwart dreigt bijv. … Lc5, met stevig spel.
26.Pxe6 Na 26.Lxf6 neemt zwart eenvoudig met de toren terug en heeft misschien beter spel.
26…Pxe5 Het sterkst. Indien bijv.
– 26…Dxe6 27.Lc3 en wit staat op winst.
– 26…Lxe6 27.Ld4 met sterk spel.
27.Txe5 Lb4 Opnieuw de beste.
28.Pc3 Lxe6 29.Txe6 Dd4 Ik denk, dat deze stelling remise is; ik wilde echter nog een poging wagen.
30.Lf5 Lxc3 31.bxc3 Txc3 32.De5 Db4 33.Td6? Een ernstig misgreep, die ons merkwaardig genoeg beiden ontging.
33…Tc7? Na de partij ontdekten we, dat zwart hier had kunnen winnen door 33…Tc5 34.De7 Pg8!
34.Td4 Dc3 35.Tdd1 g6

Remise.

Bouwmeester en Robatsch speelden een belangrijke partij. De Nederlandse meester mocht onder geen beding verliezen, wilde hij zijn verdiende plaats in de middensector handhaven; Robatsch zou moeten winnen om een extra woordje mee te mogen spreken in de strijd om de eerste prijs. Na de opening had zwart wel wat overwicht verworven, dat misschien een dreigend karakter had kunnen aannemen; doch in dit type stellingen is het uitermate moeilijk het tempo juist te bepalen.

pambouwrobaZwart overhaastte zich net ietwat te veel; in de linkerdiagram speelde hij 26… f5. Misschien was het beter geweest is voor te bereiden met Td7-f7 en Lg7 en Tef8. Bouwmeester riposteerde scherpzinnig en maakte vrij spoedig duidelijk, dat het evenwicht werkelijk was hersteld. Er volgde na 26… f5: 27.Pe3-f1 Td8-d7 28.Dd2-c3 Lh8-g7 29.Lh6-e3 f5xe4 30.d3xe4 Td7-f7 31.Pf1-h2 Te8-f8 32.Td1-d2 Kg8-h8 33.Le3xd4 en er was weinig meer aan de hand.

.

.

Van Donner en O’Kelly durven we het minst te zeggen. Uit een Nimzo-Indische opening ontwikkelde zich een zware, positionele strijd om velden en invloedssferen; de pionnenstructuur – in het bijzonder de witte – speelde een remmende rol bij de operaties. Toen de wederzijdse legers volledig in slagorde stonden, werd tot remise besloten. Vidmar zou er “ja” op hebben gezegd, Dr. Bernstein zou tot de laatste pion hebben doorgespeeld. De schaakgeschiedenis heeft nog nimmer uitgemaakt welke mening het dichtst het wezen van de “schaakbeoefening met open ogen” benadert.

pamdonnkellLinks de slotstand. Wit had wat meer ruimte, maar daartegenover een geïsoleerde d-pion, welke zwart de gelegenheid gaf, een onaantastbaar paard op d5 te nestelen. Geen van beiden kon iets ondernemen, zodat het tekenen van de vrede gerechtvaardigd was.

.

.

.

 .

De partijen

A. Matanovic – K. Langeweg: zie hierboven.

Bisguier – F. Perez: zie hierboven

H. Bouwmeester – K. Robatsch
1.Pf3 g6 2.g3 Lg7 3.c4 e5 4.Pc3 Pe7 5.Lg2 O-O 6.O-O d5 7.cxd5 Pxd5 8.Pxd5 Dxd5 9.d3 Pc6 10.Le3 Db5 11.Pd2 Pd4 12.Pc4 Lg4 13.Te1 Tab8 14.h3 Le6 15.Tc1 Dd7 16.Kh2 Ld5 17.Dd2 Lxg2 18.Kxg2 Tfe8 19.Lh6 Lh8 20.e4 Pe6 21.Pe3 Tbd8 22.Ted1 c6 23.b4 f6 24.h4 Pd4 25.a4 De6 26.Tb1 f5 27.Pf1 Td7 28.Dc3 Lg7 29.Le3 fxe4 30.dxe4 Tf7 31.Ph2 Tef8 32.Td2 Kh8 33.Lxd4 exd4 34.Dd3 Te7 35.Te1 b6 36.Tc2 Tc8 37.Pf3 ½ – ½

J.H. Donner – A. O’Kelly
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.e3 c5 5.Ld3 d5 6.Pf3 O-O 7.O-O dxc4 8.Lxc4 Pbd7 9.De2 a6 10.a4 cxd4 11.exd4 Pb6 12.Lb3 Pbd5 13.Pe4 Ld7 14.Lg5 Le7 15.Pc5 Lc6 16.Pd3 Db6 17.Lc4 Tfc8 18.a5 Dd8 19.Pfe5 Lb5 20.Tfc1 Lxc4 21.Pxc4 De8 22.Pde5 Db5 23.Df3 Td8 24.b3 Tac8 25.Td1 Tc7 ½ – ½

D. van Geet – J. van de Pol
1.Pc3 Pf6 2.d4 g6 3.e4 d6 4.Lc4 Lg7 5.De2 Pc6 6.Pf3 e5 7.dxe5 Pxe5 8.Pxe5 dxe5 9.Lg5 c6 10.f4 Lg4 11.Df2 Dd4 12.Dxd4 exd4 13.e5 dxc3 14.exf6 cxb2 15.Tb1 Lf8 16.Kf2 Le6 17.The1 Lc5+ 18.Kf3 O-O-O 19.Lxe6+ fxe6 20.Txb2 h6 21.Lh4 Td5 22.Txe6 g5 23.f7 gxh4 24.c4 Tdd8 25.Tbe2 Th7 26.Tf6 Tf8 27.Tf5 Lb4 28.a3 Lxa3 29.Ta5 Lb4 30.Te8+ Kc7 31.Txa7 Thxf7 32.Te4 Ld6 33.g3 hxg3 34.hxg3 h5 35.Ta5 h4 36.c5 Le7 37.g4 Lg5 38.Taa4 h3 39.f5 Th8 40.Ta1 Te7 41.Tb4 Te3+ 42.Kf2 h2 43.Th1 Tc3 44.Te4 Txc5 45.Te6 Tc4 46.Kf3 Tf4+ 47.Kg3 Th4 48.Txh2 Thxg4+ 49.Kh3 Th4+ 50.Kg3 Txh2 51.Kxh2 Txf5 0 – 1