PAM 1961

Ronde 1

Schaakmeester Perez sliep zonder wekker: bijna eerste partij van toernooi gemist

Eduard Spanjaard

Professor van Dam was er speciaal voor naar de kantine van de Steenkolen Handels Vereeniging gekomen. Maar Perez lag in zijn bed. Er viel niets te babbelen. De Spaanse schaakmeester, die zou gaan meedoen aan het internationale PAM-toernooi, had slecht geslapen door het intensieve verkeer aan de voorzijde van zijn hotel en had besloten het toernooi tijdelijk het toernooi te laten, uitgaande van de stelling dat hij beter te laat kon komen dan niet monter en slecht geslapen achter de stukken te verschijnen.

Hij had geen wekker gezet: het Utrechtse verkeer zou hem wel wakker maken. Gevolg: schaakmeester Perez kwam nog net in de toernooizaal, voordat hij verliezer zou worden wegens overschrijding van de tijdslimiet van één uur. Professor Van Dam kon zijn Spaanse vriend – alle Spanjaarden zijn vrienden van deze Utrechtse hoogleraar Spaans – slechts via de telefoon een goed toernooi wensen.

Dat was één der spectaculairste gebeurtenissen in dit schaaktoernooi. Eén toernooi als alle andere: schakers die op de tenen rondsluipen, zakschaakboekjes raadplegen, fluisterend uiteenzetten waarom grootmeester zus en zo op de vijftiende zet een blunder heeft gemaakt, ach ja, men deugt nu eenmaal niet voor het schaakspel als men het niet allemaal beter weet.

In de fraaie kantine van de S.H.V. was het druk. ‘Utrechts’ voorzitter Mr. Ed. Spanjaard had een hele schare geestgenoten om zich heen verzameld en zette uitvoerig uiteen dat hij “er niets van begreep”.

pambisguierbrei1In de huiselijke kalmte zat een klein vrouwtje te breien. Ze heeft rossig haar, draagt een bruine trui, paarsachtige rok en groene maillot en heeft een brilletje op. Zo op het eerste gezicht een anti-atoombomdemonstrante die elk moment door de politie kon worden weggedragen. Maar Carol Bisguier, links in beeld, zit alleen maar nijver te breien. “Weet je, ik vind het schaakspel zo moeilijk.”

Mr. Straat had als altijd zijn oren gepitst om nieuwtjes op te vangen voor zijn onnavolgbare schaakverhalen, zoals we ze uit zijn boekjes Praatschaak kennen.

In de perskamer koortsachtige drukte. Ratelende schrijfmachines, fouten in notatieformulieren, geschreeuw om stilte voor de zo noodzakelijke concentratie, getelefoneer in hoekjes. Het hoort er allemaal bij. Dan gaan de grootmeesters, de gewone meesters en de aspirant-meestertjes naar huis; tenminste, dat kàn. het is ook niet uitgesloten, dat zij zich naar de dichtsbijzijnde automatiek begeven om na te praten. Of naar een rustige ruimte, waar “gevluggerd” kan worden. Want zelfs na vijf uur schaken hoeven ze er geen tabak van te hebben. Zo zijn ze nou ook weer niet!

Uitslagen 1e ronde

Bouwmeester – Donner ½ – ½
O’Kelly – V.d. Pol 1-0
Robatsch – Van Geet ½ – ½
Bisguier – Matanovic ½ – ½
De partij Langeweg – Perez afg.

Partijverslagen

Matanovic ondervond tijdens zijn lange treinreis uit Belgrado visa-moeilijkheden in Oostenrijk en Duitsland. Daardoor miste hij woensdagavond de toernooi-opening en arriveerde hij pas gisterochtend in de Domstad, na twee slapeloos in treincoupé’s doorgebrachte nachten. Zijn tegenstander Bisguier, de Amerikaanse grootmeester, ging er onmiddellijk mede accoord dat de Zuidslaaf een uurtje later begon dan het programma aangaf, een sportieve geste welke kenschetsend is voor de sfeer die tussen praktisch alle topschakers – hyena’s op het bord maar kameraden onder elkaar – bestaat.

pambisguiermatanovicBisguier en Matanovic waren kennelijk bang voor elkaar, hoewel Bisguier het links ietwat licht schijnt op te nemen. De door de Amerikaan gekozen opening, het vierpaardenspel, wees op vredelievendheid. En Matanovic vreesde wellicht dat vermoeidheid hem parten zou spelen. Het enigszins onbevredigende resultaat was een grootmeesterremise op de 15e zet, met een bord vol stukken. Teleurstelling in de speelzaal. De wapens waren wel erg gauw gestrekt voor een vreedzame remise.

Een opening is geen graadmeter, dat leren ons tientallen schaaktoernooien, sedert jaren. Elke eerste partij heeft ‘een reden’; het hoofdmotief is: niet-verliezen; de bijmotieven zijn vermoeidheid, de kat uit de boom kijken, inspelen, of wat dan ook.

Van deze wetenschap uitgaande mag de eerste ronde van dit toernooi positief worden genoemd; er is harder gevochten dan wel gebruikelijk is. Het vrij talrijke publiek concentreerde zich in de aanvang vooral op Robatsch – Van Geet; hier speelden wel subjectieve factoren een rol, want het schakershart had op andere borden tenminste zo veel te genieten. Van Geet, nooit voor een kleintje vervaard, koos de romantische Nimzowitsch-verdediging (1.e4 Pc6 2.d4 d5, en de partij vervolgde met 3.Pc3 dxe4 4.d5 Pb8), een speelwijze, die diepzinnig positioneel kan worden genoemd doch in de praktijk toch veelal wordt gemeden. Vermoedelijk kenden velen niet de ware plicht … Pc6-b8, doch men realisere zich, dat Pc6-e5 na Dd1-d4 geen genoegen is.

pamrobageetWit kreeg spoedig overwicht maar de schijn bedroog enigszins. Witte ruimte, schaaks, open zwarte koningsstelling. Opgeteld scheen het voor Van Geet een blijvend déficit te moeten opleveren. Maar het viel alles erg mee – hoewel het schaakgevoel een witte versterking aannemelijk acht. In de stelling links speelde Robatsch 25.Te8, waar hij ook Txd7 had kunnen spelen, wat wit een eindspelletje om van te smikkel’n en smull’n oplevert. Een loperpaar onder niet ongunstige omstandigheden. Nu volgde 25.Te8 c5 26.c3 b6 en werd één van Robatsch’ mooie lopers levend begraven op a3 (en uiteindelijk geruild na Pa6-c7-b5xa3). Nu kwam Van Geet beter te staan. De remisemarges werden echter niet verstoord; de witte toren bleef actief staan. Onze fantasievolle stadgenoot heeft zijn vuurdoop echter schitterend doorstaan.

Bouwmeester – Donner was een zwaar duel, reeds voor het begin. Bouwmeester is Donners rivaal en vriend tegelijk. Een dergelijke combinatie is mitabile dictu haast de beste garantie voor een overscherp gevecht op leven en dood; dat is één van de bijzondere charmes van het schaakspel! Al gedurende enkele jaren plegen de heren “op winst” te spelen, zo ook nu. Donner daagde, na 1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4, wit met 4 … Pf6 uit te slaan op f6, maar Bouwmeester verkoos met 5.Pg3 de lange, moeilijke baan. Het werd moeilijk, met – merkwaardig genoeg – aan beide zijden van het bord meesters “die er wel iets in zagen”. Maar het “wederzijdse – iets” overschreed toch de remise-marge niet.

Voor Bouwmeester niets nieuws en dit was ook te zien. Hij bestreed Donners Caro-Kann in snel tempo en onbevangen. Weldra bezette hij het meeste terrein waartegenover zijn pionnenstelling was minder gaaf was. Omstreeks de 20e zet gooide hij de knuppel in het schaakhoenderhok met de doorstoot d4-d5. Gevolgd door d5-d6, verdwenen eensklaps de dames van het bord en zat er niets meer in de stelling.

pambouwdonnIn de diagram links speelde Bouwmeester 22.d5. Er volgde 22… Pc5 23.Pxc5 bxc5 24.d6 exd6 25.Dxd6 Dxd6 26.Txd6 Tab8 en er werd snel tot remise besloten.

.

.

.

.

.

.

pambouwmeesterdonner

Links Bouwmeester, rechts Donner.

Bisguier – Matanovic werd een surprise, vanuit het standpunt van de openings-theoreticus. Hij hoopt bij een duel tussen kanonnen op subtiele fijnheden omstreeks de 15e zet. Hij kreeg een Spaans Vierpaardenspel te verwerken (beter: te registreren), merk anno damals, dat nog op dezelfde ouderwets-degelijke wijze functioneerde. Remise, na 17 zetten.

pamlangewegperez

Francesco Perez, boven in beeld, was met Morpheus in rechtstreekse relatie geraakt. Het drukke verkeer in de afgelopen nacht had hem dus vermoeid, dat hij de middag voor een siësta bestemde. Goed en Spaans gebruik; het einde van dit dutje was echter niet bepaaldelijk in overeenstemming met wedstrijdleider Orbaans gong. Een telefoontje onthulde, dat de siësta voortduurde. Die werd dus bij decreet opgeheven. Of de tijdachterstand van plus-minus 50 minuten een rol heeft gespeeld, durven we niet te beweren, wèl, dat Langeweg er regelrecht op speelde. Zijn vrij rustige openingskeuze was een overwogen handeling, die Perez dwong tot zelfstandige operaties; die kosten nu eenmaal tijd. Linksboven ziet u hoe Perez aan het einde van zijn partij tegen Langeweg geconcentreerd en ook enigszins bezorgd nadenkt.

pamlangpereIn de diagram links kan Perez niet op a2 slaan; er volgt dan f3 Pg5 Dc3 en de dame kan niet meer gered worden. Hij speelde 23… Da4, en na 24.Db2 Pxc5. Ai!, zou u denken. Maar niets aan de hand, want na 25.Lc2 Dc4 26.Tfc1 Pd3 27.Lxd3 Dxd3 kan wit weer de pion op c6 terugveroveren, wat waarschijnlijk tot afruil over de c-lijn en vervlakking van de stelling zou leiden.

Langeweg maakte er daarom een positioneel pionoffer van, speelde de dame naar c5, dubbelde de torens op de b-lijn, won uiteindelijk de a-pion en ook het eindspel. Briljant gespeeld! Perez, wiens klok terdege begon mee te spreken, kon geen goed plan vinden. Bij het afbreken werd gedacht dat er nog wel wat water door de Kromme Rijn zou moeten stromen, alvorens de score-tabel met de hoop van Kick identiek zal zijn geworden, maar in minder dan tien zetten had hij het volle pond al binnengehaald. Desondanks gaf de afgebroken positie meer hoofdbrekens dan verwacht. Het ging van een leien-analytisch dakje; de Spanjaard capituleerde toen het verzamelde bewijsmateriaal was uitgesproken.

pamkellypolO’Kelly sprak vóór de eerste ronde zijn veto uit over de glinsterende stukken. Met doffe stukken haalde hij vervolgens zijn eerste overwinning binnen. O’Kelly – Van de Pol was min of meer eenzijdig. De zwarte opstelling, merk Siciliaan, kwam ietwat onafhankelijk van de witte manoeuvres tot stand; in de linkerdiagram heeft Van de Pol zonet lange rochade gespeeld. Na deze onconventionele openingsaanpak volgde (vanuit de diagram) 12.Kh1 Pxd4 13.Lxd4 Lc6 14.Df2 Pd7 15.a4 Lf6 16.Pb5. Een schijnoffer dat een pion won. Wit kreeg interessante aanvalskansen, maar prefereerde een gunstig eindspel, dat een simpele zaak van techniek werd.

.

De partijen

H. Bouwmeester – J.H. Donner
1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pf6 5.Pg3 h5 6.h4 g6 7.Lc4 Lg7 8.P1e2 Pbd7 9.Lg5 Pb6 10.Lb3 a5 11.a3 a4 12.La2 Pbd5 13.c4 Pc7 14.Lf4 Pg4 15.f3 Ph6 16.Dd2 Pf5 17.Td1 Pxg3 18.Pxg3 O-O 19.Kf2 Pe6 20.Le3 b6 21.Pe4 Dc7 22.d5 Pc5 23.Pxc5 bxc5 24.d6 exd6 25.Dxd6 Dxd6 26.Txd6 Tb8 27.Td2 Ld4 28.Lxd4 cxd4 29.c5 Td8 30.Te1 Kf8 ½ – ½

A. Bisguier – A. Matanovic
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Pc3 Pf6 4.Lb5 Lb4 5.O-O O-O 6.Lxc6 dxc6 7.d3 Te8 8.Pe2 Pd7 9.Lg5 Le7 10.Le3 c5 11.Pg3 Ld6 12.Pf5 Pf8 13.Pd2 Pg6 14.Df3 Lf8 15.g3 Pe7 16.Pxe7+ Dxe7 17.Dg2 ½ – ½

K. Robatsch – D. van Geet
1.e4 Pc6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.d5 Pb8 5.Pxe4 e6 6.Lc4 exd5 7.Lxd5 Le7 8.Lf4 Pa6 9.Pf3 Pf6 10.Pxf6+ Lxf6 11.De2+ De7 12.Dxe7+ Kxe7 13.O-O-O Td8 14.The1+ Kf8 15.Pg5 Lxg5 16.Lxg5 f6 17.Lf4 g5 18.Lg3 c6 19.Lb3 Txd1+ 20.Txd1 Lf5 21.Ld6+ Kg7 22.Te1 Td8 23.Te7+ Kh6 24.La3 Td7 25.Te8 c5 26.c3 b6 27.La4 Tf7 28.Ld1 Pc7 29.Te1 Pb5 30.Lb3 Tc7 31.Ld5 Kg7 32.Te8 Lg6 33.Tg8+ Kh6 34.Tf8 Kg7 35.Tg8+ Kh6 36.Tf8 Pxa3 37.bxa3 Kg7 38.Tg8+ Kh6 39.Tf8 Kg7 40.Tg8+ Kh6 41.Tf8 ½ – ½

A. O’Kelly de Galway – J.H van de Pol
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 e6 5.Pc3 Dc7 6.Le3 a6 7.a3 Pf6 8.f4 d6 9.Df3 Le7 10.Ld3 Ld7 11.O-O O-O-O 12.Kh1 Pxd4 13.Lxd4 Lc6 14.Df2 Pd7 15.a4 Lf6 16.Pb5 Lxd4 17.Dxd4 axb5 18.axb5 Db6 19.Dc3 Kb8 20.bxc6 Dxc6 21.Dxg7 f5 22.Dd4 Thg8 23.b4 Tg4 24.Lb5 Db6 25.Dxb6 Pxb6 26.exf5 exf5 27.Ld3 Tf8 28.Ta5 d5 29.Tc5 Tg7 30.Te1 d4 31.g3 Tgf7 32.Te6 Pc8 33.Td5 Te7 34.Txf5 Txe6 35.Txf8 1-0

K .Langeweg – F.J. Perez
1.Pf3 Pf6 2.c4 c6 3.Pc3 g6 4.d4 d6 5.e3 Lg7 6.Le2 O-O 7.O-O Pbd7 8.Dc2 e5 9.Tb1 De7 10.b4 exd4 11.exd4 Pb6 12.Ld3 Le6 13.Pd1 d5 14.c5 Pc4 15.Pe3 Pxe3 16.Lxe3 Dc7 17.b5 Pe4 18.Dc1 Tfe8 19.Lf4 Da5 20.bxc6 bxc6 21.Pe5 Lxe5 22.Lxe5 f6 23.Lf4 Da4 24.Db2 Pxc5 25.Lc2 Dc4 26.Tfc1 Pd3 27.Lxd3 Dxd3 28.h3 Df5 29.Lg3 Ld7 30.Db7 a5 31.Dc7 Tec8 32.Dd6 De6 33.Dc5 Tf8 34.Tb7 Tf7 35.Tcb1 Kg7 36.Tb8 Txb8 37.Txb8 De1+ 38.Kh2 a4 39.Ta8 Dd2 40.Txa4 Lf5 41.Ta8 g5 42.Db6 Le4 43.a4 h5 44.h4 gxh4 45.Lxh4 Df4+ 46.Lg3 Dg5 47.Db8 Kg6 48.f3 Ld3 49.Df4 Dxf4 50.Lxf4 Kf5 51.Ld6 1-0