bouwmeester

Pillsbury – Lasker (1896)

Remise?

Hans Bouwmeester

Korte remisepartijen worden door het schaakpubliek en sponsors niet op prijs gesteld. Het is een oud probleem en er is niets aan te doen. Als twee spelers tevreden zijn met remise, dan gebeurt dat, op welke manier dan ook. Organisatoren zullen zich ermee moeten verzoenen.

Onlangs speelden in Linares zes wereldtoppers en een Spaanse coming-man een dubbelrondig toernooi. Tachtig procent van alle partijen werd remise. Sommige waren nauwelijks meer dan theoretische schermutselingen. Kramnik werd winnaar met twee mooie overwinningen en tien remises, waarvan er zeven in weinig zetten tot stand kwamen. Er is inmiddels veel over geschreven en Kramnik heeft zelfs openlijk spijt betuigd.

In oude toernooien is er wel een bepaling geweest dat een partij pas na toestemming van de wedstrijdleider voor de 30e zet remise mochten worden gegeven. De FIDE heeft deze regel in 1962 opnieuw ingevoerd, dit op aandringen van onze eigen hoogmogende voorzitter van toen, Henk van Steenis. Hij zette zijn betoog kracht bij met het volgende verhaal. Bij een Fins kampioenschap moesten beide kanshebbers kort voor het einde tegen elkaar. De heren speelden in tien zetten remise. Daarna had het publiek de kassa bestormd!

FlohrDe regel was van kracht tijdens de Olympiade van Varna (Bulgarije) 1962. Hoofdarbiter Salo Flohr (links in beeld) was verantwoordelijk voor de gang van zaken. Aanvankelijk waren er geen problemen. Spelers en teams die op een puntendeling uit waren, raffelden 30 zetten af of construeerden een herhaling van zetten. Afspraken daaromtrent waren niet van de lucht. Ik herinner me een paar partijen van Euwe, die snel en met toestemming van Flohr in remise eindigden. Geen vuiltje aan de lucht dus, totdat … Fischer een remise-aanbod accepteert van Padevsky na twintig zetten. Flohr weigert toestemming. Fischer loopt weg! Journalisten hebben de dag van hun leven. Maar wat te doen? Iedereen weet dat Fischer naar huis gaat als hij zijn zin niet krijgt en dat is het laatste wat de Bulgaren willen. De Amerikaanse captain Hearst vindt een oplossing: Padevski doet, na toestemming van zijn aanvoerder Neikirch, aan Hearst een elegant aanbod. Dit wordt door Hearst even elegant geaccepteerd! Partij is remise, iedereen tevreden en men gaat over tot de orde van de dag. Regel ontkracht. Voorgoed?

Terug naar St. Petersburg 1895/1896. Na de eerste vierkamp is het duidelijk dat de strijd om de eerste prijs tussen Lasker en Pillsbury zal gaan. Na vijf ronden staan ze gelijk aan de kop en in de zesde ronde moeten ze opnieuw de degens kruisen, ditmaal met de Amerikaan aan de witte stukken. De spelers hebben net het kerstverlof achter de rug en het schijnt dat vooral Pillsbury alle heerlijkheden van de Russische metropool heeft genoten. Later zal blijken dat hij bij deze feesten een lelijke infectie heeft opgelopen, waarmee men in die jaren nog niet goed raad wist. Maar enfin, dat wist Harry Nelson toen nog niet en in deze partij levert hij een prachtige prestatie. Weliswaar ontstaat na twintig zetten een ongeveer gelijkstaand eindspel, maar dan laait de strijd opnieuw op. Een voorbeeld voor de grote heren van nu?

H. Pillsbury – E. Lasker
Sint Petersburg, 1895

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 Pf6 4.O-O Pxe4 5.d4 Le7 De andere methode is de Berlijnse muur: 5… Pd6 6.Lxc6 dxc6 7.dxe5 Pf5 8.Dxc8 Kxd8. Deze werd als verrassingswapen gebruikt door Kramnik in zijn match met Kasparov en is sindsdien een bekend verschijnsel in de toernooipraktijk.
6.De2 Pd6 7.Lxc6 bxc6 8.dxe5 Pb7 9.b3 In latere ontmoetingen speelde Pillsbury 9.Pc3 0-0 10.Te1! Deze methode geldt nog altijd als de kansrijkste.
9…O-O 10.Lb2 d5 In een partij Geller -Gipslis, Moskou 1967, volgde eerst 10… a5 11.a4 en nu 11… d5.
11.exd6 cxd6 12.Pbd2 Lf6 13.Lxf6 Dxf6 14.Tfe1 Pc5 15.Pe4 Pxe4 16.Dxe4 Ld7 17.c4 Tfe8 18.Dd4 Txe1+ 19.Txe1 Dxd4 20.Pxd4
diabouwpilllask6Heden ten dage zou deze stelling wellicht zonder meer remise zijn gegeven, want de kansen zijn geheel in evenwicht. Maar wie wil spelen, kan nog lang vooruit. Later zou Capablanca beweren dat juist in zogenaamde eenvoudige eindspelen het klasseverschil zich het duidelijkst kan manifesteren.
20…Kf8 21.Kf1 a5 Straks zal Lasker wellicht spijt krijgen van deze zet, want nu legt Pillsbury de pion vast op de kleur waar de loper deze niet kan verdedigen. Beslissende betekenis heeft dit natuurlijk niet.
22.a4 Min of meer verrassend; de zwakte van b3 is niet van betekenis, want als het paard door … c5 verdreven wordt, kan het de b-lijn sluiten.
22…Te8 23.Txe8+ Kxe8 24.Ke2 Kd8 25.Kd2 Kc7 26.Kc3 Kb6 27.f4 h5 Een oude uitgave van Bachmann voorziet deze zet van een vraagteken, maar niet van commentaar.
28.h3 Kc5 Vooral niet 28… h4? 29.Pf3 met pionwinst, maar 28… g6 kwam in aanmerking.
29.f5 g6 Ook nu was 29… h4 niet goed wegens 30.f6! en 31.Pf3.
30.f6 Deze pion lijkt hier kwetsbaar maar blijkens het vervolg heeft Pillsbury zijn kansen goed getaxeerd.
30…d5 Het is niet zo eenvoudig als het lijkt. Zo verliest 30… Lc8 na: 30…Lc8 31.Pf3 Ld7 32.Pg5 Le8 33.Pe4+
31.cxd5
diabouwpilllask731…Kxd5?
Dit is vermoedelijk de beslissende fout. Na 31… cxd5 kon zwart het paard van c4 afhouden en de loper meer ruimte verschaffen.
32.Pf3 Ke6 Zowel Bachmann als Sergeant en Watts in hun Pillsbury-boeken geven deze en de volgende zet als foutief aan, maar het is de vraag of de zwarte stelling nog te redden valt.
32…Kc5 33.Pg5 Le8 34.Pe4+ Kd5 35.Pd2 heeft dezelfde consequenties als in de partij.
32…Lc8 33.Pg5 Ke5 34.Pxf7+ Kxf6 35.Pd6 La6 36.h4 Ke6 bood misschien nog reddingskansen.
33.Pd2 Kxf6 Zwart had 33… c5 en 34… Lc6 kunnen proberen.
34.Pc4 h4 35.Pxa5 Ke5 36.Pc4+ Kf4 37.Pb6 Lf5 38.Kd4 Le4 39.a5 c5+ Na 39… Lxg2 40.Pd5! is hij in elk geval te laat.
40.Kxc5 Lxg2 41.a6 g5 42.Pd5+ Ke5 43.Pe3 Lf3 44.b4 De hulptroepen zijn op tijd. Na 44… g4 45.Pxg4 Lxg4 46.hxg4 komt zwart een tempo tekort.
44…Ke6 45.b5 Le2 45…Kd7 46.b6 Kc8 47.Pd5 Lxd5 48.Kxd5 g4 49.Kc6 en wint.
46.Pd5

1-0

Om een wereldkampioen in een dergelijk eindspel te verslaan, dat is een prestatie van grote allure. Het is merkwaardig dat de partij nooit algemeen bekend is geworden en dat er volgens mijn gegevens vrijwel geen uitgebreide analyses van bestaan. Misschien dat onbekende Russische bronnen en ook de computer meer licht op de zaak kunnen werpen.

laskerpillsburyLinks Lasker tegenover Pillsbury. Steinitz kijkt toe.