De derde wedstrijd van OZU3 eindigde niet in een positief resultaat. Een 5-3 nederlaag werd ons deel. Op persoonlijk vlak positieve resultaten en teleurstelling. Harm Verbeek scoorde zijn eerste punt. Overtuigend. Hij durfde i.t.t. tot de vorige partij zijn vrije pion door te drukken. Nu met direct vernietigend effect. Veel tegenstanders zullen de kracht van het Verbeek Systeem niet direct onderkennen. Een nul kan hun deel zijn. Zo groot als het Nimzowitsj Systeem zal het waarschijnlijk niet worden, maar het eerste punt is in de pocket.
Wout van Goor kreeg als eerste een positieve score op het wedstrijdformulier. Zijn tegenstander kwam matig uit de opening, rokeerde lang tegen de aanval in. Met mooi centraal opgestelde lopers en vier pionnen kwam de opmars snel. Verlies van een kwaliteit was het eerste gevolg en meer leed ging volgen.
Bertrand deed het minder. In een d3,g3 variant van het Frans leek het initiatief op de damevleugel op te wegen tegen de dreigingen tegen de koning. Toen dat plan vastliep bleken de kaarten geschud.
Wout van Veen kon ook een verlies niet afwenden. Zijn Spaanse loper keek de hele partij vanaf a4 tegen de c6 pion. Dit bleek duur kijkgeld.
De derde nul leed Freek. Na een veelbelovend stukoffer en kruitdamp was er een toren en een pion tegen een loperpaar. We vermoeden een misrekening want de lopers ontpopten zich als heersers op het bord. De diagonalen waren belangrijker dan de lijnen. Freek vocht voor wat hij waard was.
De laatste nederlaag bewaren we tot het laatst.
Er waren twee remises op te tekenen: Evert had mazzel na een zwaar stukkenmiddenspel. Beide spelers zetten het centrum vol met materiaal. Er was evenwicht tot Evert zijn dame achter de pionnen van zijn tegenstander plaatste. Dit had afgestraft kunnen worden met materiaalwinst. Toen dit verzuimd was en de dames van het bord was er een remisestelling over gebleven. Harm-Theo had lang een koningsaanval te verduren die niet doorsloeg. De pion die hier veroverd werd bleek in een toreneindspel niet te verzilveren. Jammer maar Harm-Theo heeft ervoor gevochten. Zie zijn analyse hieronder.
En de partij van Sander. Na een bijzondere opening waar Sander veel tijd in stopte volgde torenwinst met een mooie combinatie. De vuist werd gebald. Er heeft mat in gezeten. Een onachtzaam Dc2 van de kant van de witspeler had het einde moeten inleiden. Of tot een mooi eeuwig schaak kunnen leiden. In drie zetten ging het echter van gewonnen staan, geforceerd remise naar verlies. De teleurstelling was van Sanders gezicht af te lezen. In andere sporten was een vlaggetje of iets tastbaars gesneuveld. Schakers kunnen zich wat moeilijker afreageren. Sander het was een mooie pot met onbevredigend einde!
Na een 4-4 vorig seizoen was het 3-5 dit jaar. We zijn in de breedte iets zwakker geworden. De komende twee matches zullen aantonen of we middenmoter worden of tegen degradatie moeten vechten.
Oud Zuylen Utrecht 3 | DBC 1 | 3 | – | 5 | |
1. | S. – Blok (Sander) | L.D. Boutens (Lukas) | 0 | – | 1 |
2. | E.G.A. de Graaf (Evert) | P. van der Klein (Paul) | 0,5 | – | 0,5 |
3. | B.W. Weegenaar (Bertrand) | T. Dam (Thijs) | 0 | – | 1 |
4. | W. van Goor (Wout) | H. Kuyer (Henk) | 1 | – | 0 |
5. | H.T. Wagenaar (Harm Theo) | B. van der Laan (Ben) | 0,5 | – | 0,5 |
6. | F. Busstra (Freek) | M. Smit (Manuel) | 0 | – | 1 |
7. | H. Verbeek (Harm) | R. Smit (Ron) | 1 | – | 0 |
8. | W. van Veen (Wout) | O.F. Kooy (Onno) | 0 | – | 1 |