Leo Nardus (1868 – 1955)
Robert Beekman
5 mei 1868 ziet hij het levenslicht. Leonardus Salomon. Geboren en getogen in Utrecht. Eenmaal volwassen wordt hij globetrotter. Hij is goudzoeker in Argentinië, kunsthandelaar in New York, schilder in Parijs, trouwt in Londen, woont letterlijk overal en nergens – Egypte, Barcelona, Blaricum, Algerije -, voordat hij zijn nadagen slijt in Tunesië, waar hij in 1955 sterft.
Als schilder en portrettekenaar verkoopt hij een aantal van zijn producten en die van anderen als meesterwerken van oude meesters. De kunsthandel maakt hem schatrijk. In het boek van El-Kateb Narriman staat dat hij l’homme aux cinquante millions genoemd wordt: de man van vijftig miljoen. Leonardus Salomon is een bijzonder charmante en bevlogen man, die erin slaagt om de New Yorkers onbekende kunstwerken voor uitzonderlijk hoge prijs te verkopen. Als het geen vervalsingen van oude Europese meesters zijn, verzint hij er wel wat anders omheen. De onervaren Amerikanen trappen er allemaal in. Zo rond 1908 is hij al ‘binnen’. Inmiddels wordt New York hem te heet onder de voeten. Hij wordt beschuldigd van fraude, vertrekt en zal er niet meer terugkeren. Ruim de tijd en geld nu om tijd te besteden aan zijn hobby’s: schaken en schermen. In 1912 behaalt hij de bronzen medaille in het schermen op de Olympische spelen van Stockholm.
Optocht van de Nederlandse delegatie bij de Olympische Spelen te Stockholm, 1912. Vierde van links is Leo Nardus. Leo Nardus behaalde overigens niet individueel een bronzen medaille, maar als landenteam, toen een team van in totaal zes schermers.
Een foto van twee schermers op de Olympische Spelen van 1912 te Stockholm.
Zijn rijkdom staat in schril contrast tot zijn jeugd. Hij heeft twee broers en één zus, die allen vóór het eerste levensjaar overleden zijn. Een reden om ook anderen iets van zijn rijkdom te gunnen. De vrijgevige Leonardus Salomon geeft uitgebreid aan maatschappelijke doelen zoals het Rode Kruis. En ook aan schakers. Een schaakmaecenas avant la lettre.
Met name twee grootmeesters profiteren uitdrukkelijk van zijn generositeit: David Janowski en Frank-James Marshall.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Twee schilderijen van de hand van Nardus. Links Marshall, rechts Janowski.
Janowski heeft Leo Nardus wijsgemaakt dat hij de beste schaker ter wereld is. Die ene Lasker, op dat moment al zestien jaar wereldkampioen, zou hij best wel eens kunnen verslaan!! En dus speelt Lasker in 1910 tegen Janowski om de wereldtitel. Waarom? Omdat Leo Nardus 7000 Francs beschikbaar stelt. Voor dat geld is Lasker uiteraard bereid om tegen iedereen achter het schaakbord plaats te nemen. Wie dan ook. Onwaarschijnlijk snel maakt hij een eind aan de aspiraties van Janowski, die roemloos ten onder gaat. Na elf partijen heeft Lasker er acht gewonnen en drie remises gespeeld.
De bewuste match tussen Janowski en Lasker uit 1910.
Ter voorbereiding op de match tegen Lasker wordt er in datzelfde jaar 1910 een oefenmatch tussen Janowski en Esser georganiseerd. Esser is net als Leonardus een kunsthandelaar; ze kennen elkaar uit dat wereldje en dat ze beiden schaken zal die band alleen maar versterkt hebben. Esser is in het eerste decennium van de twintigste eeuw een trouw lid en bezoeker van Schaakclub Utrecht. Vele matches speelt hij tegen Olland, die op dat moment zijn toptijd beleeft. Keer op keer wint Olland, keer op keer wil Esser revanche. Het eindresultaat is dat Esser een allerbelabberdste onderlinge score tegen Olland heeft en een schaakkarakter dat door de vele nederlagen ijzersterk geworden is.
Waar Olland de eerste officiële kampioen van Nederland is in 1909, is Esser in 1913 de derde officiële kampioen van Nederland. Dat kan in 1910 nog niet voorspeld worden; Leonardus meent in Esser een geschikte sparringpartner gevonden te hebben voor Janowski. Maar wat schetst ieders verbazing? Esser wint met 2-1, onder andere doordat twee stellingen verloren gaan omdat Janowski te lang op winst speelt.
De steun van Leo Nardus aan Janowski duurt tot 1915. Dan stelt Nardus bij een postmortem analyse een zet voor en noemt Janowski hem een idioot. Einde steun van Leo Nardus, einde voorspoed van Janowski.
De steun aan Marshall duurt echter nog lang voort. Op de achterkant van het boek “Marshall’s Chess Swindles” staat.
“Friendship.
I dedicate this work to My dear Friend Leo Nardus,
The Dutch Artist of Suresnes, France,
Whose name is so well known in Chess, a strong amateur,
enthousiast [sic] and real lover of our noble pastime.”
Marshall, Nardus en Janowski
Marshall tegenover Nardus
Eén van de grootste mysteriën rond Leonardus is zijn naam. Hoe heette hij eigenlijk? Leonardus Salomonson? Leo Salomon? Leonardus? Leo Nardus? Leonardus Nardus? Toch maar eens even achterhalen. Hieronder zijn geboorteakte, opgevraagd bij het Utrechts archief.
Aha. Hij is dus geboren als Leonardus Salomon. Zoon van Manus Salomon en Catharina Alida Berlijn. Wat verder opvalt is dat anno 1868 een huisarts (hier Jacobus Arnoldus van Dugteren) de geboorte van een kind aanmeldt bij de gemeente. En onderaan zijn er naast de handtekening van de huisarts nog drie handtekeningen van gemeenteambtenaren zichtbaar. Nergens is een tastbaar bewijs van de ouders zichtbaar. Nee: drie handtekeningen van ambtenaren! Alleen dan weten we zeker dat er nieuw leven op onze aardbol geland is.
En helemaal links ziet u een toevoeging. In 1911 krijgt hij, zo staat er, officieel toestemming om zijn achternaam Salomon te veranderen in Nardus. Vanaf dat moment heette hij dus Leonardus Nardus.
Waarom? Vindt hij die naam artistieker omdat Leonardus naar de grote Leonardo da Vinci verwijst? Of wil hij aan zijn schuldeisers in New York ontsnappen? Of wil hij van zijn Joodse achternaam af? Het antisemitisme dateert al vanaf het moment dat de Bijbel de Joden aanwijst als schuldigen van de dood van Jezus Christus en kent eind negentiende eeuw een opleving. Ná 1911, aan het eind van de eerste wereldoorlog vinden er een aantal pogroms plaats in Oost-Europa. De Balfour-verklaring, waarin gepleit wordt voor de stichting van een Joodse staat, dateert van 1917. Leonardus Salomon laat zijn naam dus veranderen vóór die tijd, hoewel angst voor antisemitisme wel degelijk een rol gespeeld kan hebben.
Scheveningen 1913
In 1913 maakt Leo Nardus in het toernooi van Scheveningen een aantal schetsen van schakers, waaronder Olland.
Links de bewuste tekening van Olland
Hij biedt deze Leopold Hoffer aan, die ze een plek geeft in zijn schaakrubriek in de krant “The Field”. Olland presteert in Scheveningen 1913 overigens prima met 9 uit 13. Twee en een half punt achter winnaar Aljechin.
Kennen Nardus en Olland elkaar uit Utrecht? Ze schelen slechts één jaar. Olland van 1867 en Nardus van 1868. In 1870 bestaat Utrecht uit 57.000 inwoners (anno 2011 is dat 310.000). De stad Utrecht is klein; van de Catherijne baan tot aan de Maliebaan, van Ledig Erf tot aan de Asch van Wijkkade. Hemelsbreed wonen Olland en Nardus 400 meter van elkaar. Ze zullen vast wel een keer bij het buiten spelen elkaar ontmoet hebben. Van een school kennen ze elkaar waarschijnlijk niet; in de negentiende eeuw is schoolgaan niet verplicht. De meeste kinderen werkten. In 1874 komt de Kinderwet van Van Houten, die kinderen tot 12 jaar verbiedt te werken, maar pas in 1900 komt de leerplicht en verdwijnt kinderarbeid pas echt.
De naam Leonardus Salomon komt niet voor bij de eerste namen van Schaakclub Utrecht in 1886 als de club opgericht wordt. Rond die tijd gaat Salomon al naar een kunstacademie in Amsterdam. Maar Leo Nardus is een groot schaakliefhebber. En schaakt redelijk. Nardus heeft zelfs Janowski een keer verslagen.
Janowski – Nardus. 1… Dxf1! 2.Kxf1 Pd2 3.Kg1 Te1 4.Kh2 Pf1 5.Kg1 Pe3 6.Kh2 Pxf5, en wit geeft op. Ook Marshall (de andere protégé van Nardus) heeft hij een keer verslagen. Wederom met offeren, maar hier maakt Marshall wel een blunder in gewonnen stelling.
Nardus speelt dus zeker niet slecht. Waar en wanneer heeft Nardus leren schaken? Als dat in zijn jeugd is geweest, heeft hij Olland waarschijnlijk toch van dichterbij meegemaakt. Van 1880 tot 1885 is de enige club de Utrechtse Schaakvereeniging, waar Olland in elk geval ook geweest is en waarvan een aantal later verder gaan bij Schaakclub Utrecht.
De Tweede Wereldoorlog
In de Tweede Wereldoorlog wordt zijn joodse vriend, compagnon en collega liefhebber-schaker Arnold van Buuren opgepakt door de Duitsers. Arnold overlijdt samen met zijn vrouw in 1943 in concentratiekamp Sobibor. Nardus ontsnapt dit lot omdat hij dan al enige tijd in Tunesië woont. Misschien komt het nu wel goed uit dat hij eerder afstand heeft gedaan van zijn Joodse achternaam. Het besluit van de Endlösung wordt november 1941 genomen. Tunesië is bezet door de nazi’s en ongeveer 85.000 Joden wonen en lijden daar onder de antisemitische terreur. De Jodenster is al eerder ingevoerd en vierduizend Joden van Tunesië worden naar werkkampen gedeporteerd. De meesten van hen hebben het einde van de oorlog niet gehaald.
In 1943 willen de nazi’s zelfs gaskamers bouwen in de buurt van Kairouan. Die zijn echter nooit afgebouwd. De Duitsers verlaten massaal Tunesië in mei 1943 als de geallieerden hen uit Afrika schoppen.
Een foto uit het tijdschrift The Gambit, februari 1930. In het midden, met de witte hoed op, Leo Nardus. Rechts Marshall. Hij speelt tegen de kampioen van Tunesië.
Met het afvoeren van Arnold van Buuren confisceerden ze gelijk al zijn kunstwerken. Maar zo’n 156 schilderijen, waaronder van Rembrandt, Rubens en Frans Hals zijn echter ook eigendom van Leo Nardus. Na de Tweede Wereldoorlog heeft Nardus tevergeefs nog geprobeerd deze schilderijen terug te vorderen. Pas in 2009 lukt het de kleinzoon van Nardus om twee schilderijen van het Bonnefantenmuseum te Maastricht terug te vorderen. Het betreft twee schilderijen van een onbekende Florentijnse schilder uit de vijftiende eeuw. Een schrale troost. Toch nog een klein beetje rechtvaardigheid.
Alhoewel de Amerikanen er anders over zullen denken. Die zitten nog steeds met de schilderijen die hen als Rembrandts, Vermeers enzovoorts verkocht zijn.
Heeft Nardus zelf vervalst? Hij is er misschien goed genoeg voor, maar waarschijnlijk is dit niet waar. Zijn kleinzoon heeft het althans fel ontkend. Maar Nardus werkt in die tijd steevast nauw samen met Theo van Wijngaarden, een bekend restaurateur en vervalser. En die van Wijngaarden was weer een hele goede vriend en partner van Han van Meegeren. U kent die naam wel. De man die zo goed Vermeers kon naschilderen, dat hij op een gegeven moment nieuwe Vermeers maakte en verkocht als net nieuw gevonden meesterwerk van Vermeer. En Vermeers zijn door Leo Nardus verkocht in New York!
In oktober 1947 blijkt uit een opiniepeiling onder de Nederlandse bevolking dat Han van Meegeren qua populariteit op de tweede plaats staat! Direct achter de premier! De Nederlanders mogen zo’n slimme handelaar als Leo Nardus en vervalser als Han van Meegeren wel, zeker als de laatste Göring hoogstpersoonlijk te slim af geweest is!
Handel boven alles! In de Gouden Eeuw doen de Nederlanders het al. We kopen spotgoedkoop in, slaan het op in onze pakhuizen tot de prijs peperduur is en gaan dan verkopen. Precies wat Leo Nardus doet: goedkoop inkopen, duur verkopen!
Leo, we zijn trots op je, jongen!