bouwmeester

Lasker – Capablanca (1921)

De grote liefde van Kasparov

Hans Bouwmeester

kasparovboekOver Kasparov, volgens velen de grootste schaakspeler aller tijden, zijn veel kritische verhalen in omloop. Maar men kan nooit ontkennen dat hij een grote liefde voor het schaakspel ten toon spreidt. In zijn nieuwe boek, My great predecessors, schrijft hij over zijn voorgangers Steinitz, Lasker, Capablanca en Aljechin met een voor hem ongekende eerbied. Links ziet Kasparov hem bij de presentatie van het boek in New York. Hij doet meer dan de titel aangeeft. Ook de grote rivalen van deze schaakreuzen komen uitvoerig aan bod en zelfs de “voorhistorische” kampioenen als Philidor, La Bourdonnais, Staunton, Anderssen en Morphy krijgen tezamen een hoofdstuk in dit eerste deel van het werk. Er zullen nog twee delen volgen en ik kan er met spanning naar uitkijken.

Kasparov bespreekt in feite de schaakgeschiedenis vanaf 1834 en gaat uitvoerig in op de matches om de wereldtitel, op de omstandigheden waaronder werd gespeeld en op de grote spanningen waaraan de spelers bloot stonden. In totaal zijn er 148 partijen opgenomen. Ik ken ze bijna allemaal uit de tijd dat ik Prisma 4 en 5 samenstelde. Uiteraard worden bekende bronnen en analyses gebruikt, een enkele maal vergeet hij de bronvermelding maar dat is bij een dergelijk werk nu eenmaal onvermijdelijk. Met behulp van de computer kan men tegenwoordig veel nauwkeuriger en scherper analyseren en zo hebben vele partijen voor mij een heel nieuw gezicht gekregen.

In de jaren dat ik nog veel met jonge mensen samenwerkte heb ik vaak de studie van mensen als Rubinstein en Capablanca, grote strategen, aanbevolen. Ik weet eigenlijk niet of deze boodschap vaak overkwam, want schakers leven nu eenmaal sterk bij de actualiteit. In de jaren zeventig vond ik steun bij het boek van Karpov, die in zijn partijenboek vermeldde dat hij alle partijen van Capablanca uitvoerig bestudeerd had en daarop zeker nog niet was uitgekeken. Ook noemde hij Lasker en Aljechin als leermeesters.

Als medewerker bij dit omvangrijke karwei noemt Kasparov ene Dmitry Plisetsky, voor mij een totaal onbekende grootheid, die in het boek ook niet nader geïntroduceerd wordt. Het is een bekend grapje dat bij een dergelijke samenwerking de grote naam voorop staat, maar dat de ander het meeste en zwaarste werk verricht heeft. Hoe het bij dit boek ligt valt niet te zeggen, maar voor mijn gevoel is Kasparovs arbeid in zeer ruime mate aanwezig.

Ik kies een voorbeeld uit de match van 1921. Het was voor de bijna 53-jarige Lasker een vreselijke ervaring. Ik bezit toevallig een brief van Martha Lasker aan een Nederlandse familie, vrienden van de wereldkampioen. Het meedogenloze Cubaanse klimaat -ik ken het van de Olympiade van 1966, maar toen speelden we in een hotel waar airconditioning aanwezig was – was een zodanige aanslag op Laskers fysieke constitutie dat hij de strijd na 14 partijen moest opgeven.

capablanca3Lasker2

Links Capablanca, rechts de jonge Lasker.

Voor de analyse gebruik ik het werk van Kasparov, maar ook een aantal bronnen uit de oude toernooiboeken en partijverzamelingen. Vaak is het interessant te zien hoe het werk van de grote voorgangers aansluit bij de partijen, de methodieken en analyses van heden.

E. Lasker – J.R. Capablanca
Havana 1921, 10e matchpartij

1.d4 De match, die uiterst moeilijk na eindeloos onderhandelen tot stand was gekomen, had aanvankelijk een rustig verloop. Alleen de 5e partij was niet in remise geëindigd. Door een blunder bij de 45e zet moest Lasker onmiddellijk opgeven. Hij had zich overigens in de opening goed kunnen redden met rustige veilige varianten. Het Orthodox was in deze match de hoofdschotel en ook de Spaanse Steinitzvariant kwam een paar keer voor.
1…d5 2.c4 e6 3.Pc3 Pf6 4.Lg5 Le7 5.e3 O-O 6.Pf3 Pbd7 Dit was vroeger de hoofdvariant, die overigens ook nu nog goed speelbaar is. Tegenwoordig geeft men meestal de voorkeur aan 6… h6 7. Lh4 b6.
7.Dc2 Dit noemt Kasparov de Rubinsteinvariant. Het belangrijkste alternatief is 7.Tc1.
7…c5! Algemeen erkend als de sterkste methode. Met deze positie waren in het begin van de twintigste eeuw echter een aantal spectaculaire ervaringen opgedaan. Laat ik het een en ander hiervan zien:
[7…b6 8.cxd5 exd5 9.Ld3 Lb7 10.h4 c5 11.O-O-O cxd4 12.Pxd4 Te8 13.Kb1 a6 14.g4 b5 15.Lxf6 Pxf6 16.g5 Pe4 17.Pxe4 dxe4 18.Lxe4 Lxe4 19.Dxe4 Lxg5? Deze fout had Yates kunnen vermijden als hij de volgende partij had gekend. (Let wel op het kleurverschil) 1. d4 d5 2. Pf3 c5 3. e3 Pc6 4. Ld3 Lg4 5. Le2 e6 6. 0-0 Pf6 7. Pbd2 Dc7 8. b3 cxd4 9. exd4 Ld6 10. Lb2 0-0-0 11. c4 h5 12. Tc1 Kb8 13. a3 g5! 14. b4 Lxf3 15. Pxf3 g4 16. Pe5 Pxe5 17. dxe5 Lxe5 18. cxd5 Dd6 19. Lxe5 Dxe5 20. Tfe1 Pxd5 21. Db3(!) ( 21. Lxg4? Pe3!) 21. … Dg5 22. Lf1 Tc8 23. Tc5 h4 24. g3 hxg3 25. hxg3 Df6 26. Dc4 Txc5 27. Dxc5 Dc3 28. Dd6+ Dc7 29. De5 Dxe5 30. Txe5 Tc8! 31. Te4 Tc3 32. Txg4 Txa3 33. Tg8+ Kc7 34. Tg7 Tf3 35. Lg2 Tf6 36. Tg4 b5 37. Td4 Tf5 38. f4 Th5 39. g4 Th8 40. f5? (40. Lxd5!) 40…Tg8! 41. Kf2 Pf6! 42. Kf3 e5! 43. Td2 Txg4 44. Tc2+ Tc4 45. Txc4+ bxc4 46. Lf1 c3 47. Ke3 e4 48. Lc4 Kd6 49. Lxf7 Ke5 50. Lb3 Pg4+ 51. Ke2 Kxf5 52. Kd1 Ke5 53. Kc1 Kd4 54. Ld1 Pf2 55. b5 Pxd1 0-1 Dus-Chotimirsky – Rubinstein, Lodz 1907.
20.Pe6! De7 21.hxg5 h6 22.gxh6 Dxe6 23.Dd4 De4+ 24.Dxe4 Txe4 25.hxg7 Kxg7 26.Tdg1+ Kf6 27.Th6+ Ke7 28.Tc1 Ta7 29.Tcc6 a5 30.Ta6 Txa6 31.Txa6 a4 32.Tb6 Te5 33.Kc2 Tc5+ 34.Kd3 Kd7 35.a3 Tf5 36.f4 Kc7 37.Th6 Td5+ 38.Kc3 f5 39.Te6 Kd7 40.Te5! Txe5 41.fxe5 Ke7! 42.Kd3! Kd7! 43.e4 f4 44.Ke2! Ke6 45.Kf2! 1-0. Een mooi slot; fijn gespeeld door de 17-jarige Aljechin in Hamburg 1910 tegen de Engelsman Yates.]
[7…b6 8.cxd5 exd5 9.Ld3 Lb7 10.O-O-O c5 In een partij Rubinstein – Snosko-Borowsky, Petersburg 1909 volgde: 10…Pe4 11. h4! f5 12. Kb1 c5 13. dxc5 bxc5? (13… Tc8! Nimzowitsch) 14. Pxe4! fxe4 15. Lxe4 dxe4 16. Db3+ Kh8 17.Dxb7 exf3 18. Txd7 De8 19. Txe7 Dg6+ 20. Ka1 Tab8 21. De4! Dxe4 22. Txe4 fxg2 23. Tg1 Txf2 24. Tf4! Tc2 25. b3 h6 26. Le7 Te8 27. Kb1! Te2 28. Lxc5 Td8 29. Ld4 Tdc8 30. Tg4 1-0
11.h4 c4 We volgen hier de partij Rubinstein – Teichmann, Wenen 1908, 4e matchpartij. In Karlsbad 1907 -het eerste geweldige succes van Rubinstein- had Teichmann tegen dezelfde tegenstander 11… Tc8 gespeeld. Het vervolg was: 12. Kb1 Te8 13. dxc5! Txc5?! 14. Pd4 Pe4? (14… a6!) 15. Lxe4 dxe4 16. Pdb5! La6 17. Da4 Lxb5 18. Pxb5 Lxg5 19. hxg5 Te7 20. Td4 (Kasparov geeft hier 20. Pxa7 Dc7 21. Pb5 Dc6 22. Td6! aan.) 20… Da8 21. b4! Tc8 22. Pd6 b5? 23. Pxc8! 1-0
12.Lf5 Te8 13.Lxf6! Pxf6 14.g4 Ld6 15.g5 Pe4 16.h5 De7 17.Tdg1 a6? 17… g6 18. hxg6 hxg6 19. Lxg6?! fxg6 20. Th6 Dg7!, aldus Kasparov die ook deze prachtige partij in zijn boek uitvoerig toelicht.
18.Lxh7+!! Kxh7 19.g6+ Kg8 20.Pxe4 dxe4 21.h6!! f6 22.hxg7 exf3 23.Th8+ Kxg7 24.Th7+ Kg8 25.Df5! c3 26.Txe7 1-0 Wat een partij… !]
[7…h6 Zo speelde Rubinstein vele jaren later tijdens de Olympiade van Praag 1931 tegen de Amerikaan Kashdan. Na 8. Lf4 c5! 9. cxd5 cxd4! 10. exd4 Pxd5 11. Pxd5 exd5 12. a3 Te8 13. Le2 Pf6 14. Lc7 Lf5! 15. Dxf5 Dxc7 16. 0-0 Db6 17. Tab1 Tc8 18. Dd3 a6 19. Ph4? Pe4 20. Pf5 Lf6 21. Tfd1 Tc4 22. Df3 T4c8 23. Dg4 Kf8 24. Lf3 g6 ! 25. Pe3 Lxd4 26. Pxd5 Lxf2+ 27. Kf1? Db5+! 28. Le2 Dc6 29. g3 La7 30. Df4 Kg7 31. Tbc1 De6 32. Lg4 Txc1! 33. Lxe6 Txd1+ 34. Ke2 Td2+ moest de Amerikaan zich gewonnen geven.
8.cxd5?! hxg5 Portisch durfde dat in zijn partij met Kasparov, Brussel 1986 niet aan. Na 8… exd5 9. Lf4! c5 10. Le2 b6 11. 0-0 Lb7 12. Tfd1 Tc8 13. dxc5 bxc5 (13… Pxc5 14. Df5!) 14. a4! Da5? (beter 14… a5) 15. Ph4! Tfd8 16. Pf5 Lf8 17. Pb5 Pe8 18. Ld6! geraakte zwart in ernstige moeilijkheden
9.dxe6 fxe6 10.Pxg5 Pb6 11.h4 Deze stelling is moeilijk te beoordelen, aldus Kasparov, die verder opmerkt dat zwartspelers in het algemeen niet graag zo’n stukoffer aannemen.]
8.Td1 Rustig en veilig is hier 8. cxd5 Pxd5 9. Lxe7 Dxe7 10. Pxd5 exd5 11. Ld3 g6 12. dxc5 Pxc5 13.0-0 Lg4 14. Pd4 met ongeveer gelijke kansen. Maar er is ook een scherpere en meer interessante methode, die in meerdere bizonder spannende gevechten is beproefd namelijk: 8.O-O-O Da5! 9.cxd5 exd5 10.dxc5 Pxc5 11.Pd4 Het is zeer gevaarlijk om op het pionoffer in te gaan. 11…Le6 12.Kb1 Tac8 13.Ld3 h6 14.Lxf6 Lxf6 15.Lf5 Tfd8 16.Lxe6 fxe6 17.Dg6 Td6 18.Tc1 Ta6 19.f3 Td8! 20.Tc2 Lxd4 21.exd4 e5! 22.Dg4 exd4 23.Dxd4 Pe6 24.De5 b5 25.b3 d4 26.Pe4 d3 27.Td2 Pd4 28.Tc1 Pc2 29.Db2 Pa3+ 30.Ka1 Pc2+ 31.Kb1 Pa3+ 32.Ka1 Pc2+ 33.Kb1 Tc6! 34.Tcd1 Tdc8 35.Txd3 Pa3+ 36.Ka1 b4! 37.Td7 De5! 38.Td8+ Txd8 39.Txd8+ Kh7 40.Td1 Dxb2+ 41.Kxb2 Tc2+ 42.Ka1 Txg2 43.Th1 g5 44.Pf6+ Kg7 45.Pe4 Kg6 46.Pd6 a5 47.Tc1 Txh2 48.Pc4 Pb5 49.Pe5+ Kg7 50.Pg4 Te2 51.Tc5 Te1+ 52.Kb2 Pa3 53.Tc7+ Kf8 54.Tc1 Te2+ 55.Ka1 Pc2+ 56.Kb1 Pa3+ 57.Ka1 Pb5 58.Tc5 Te1+ 59.Kb2 Pa3 60.Tc1 Te2+ 61.Ka1 Te6 62.Th1 Kg7 63.Tc1 Kg6 64.Tc6 Txc6 65.Pe5+ Kf5 66.Pxc6 h5 67.Pd4+ Ke5 68.Pe2 Pc2+ 69.Kb2 Pd4 0-1 Dat was Rotlevy – Teichmann, Karlsbad 1911. Mede dankzij deze slag won Teichmann dit enorme toernooi. Het was het grootste succes van zijn loopbaan.
[8.O-O-O Da5! 9.Kb1 cxd4 10.exd4 dxc4 11.Lxc4 Pb6 12.Lb3 Ld7 13.Pe5 Tac8 14.De2 Pbd5? (14… Tfd8 15. h4!) 15.Pxd5 Pxd5 16.Pxd7! Lxg5 17.Pxf8 Kxf8 18.De4 h6 19.h4 Lf6 20.g4 g5 21.hxg5 Lxg5 22.f4 Pxf4 23.Thf1 Dc7 24.Tc1 Db8 25.Txc8+ Dxc8 26.Txf4 Lxf4 27.Dxf4 Kg7 28.d5 exd5 29.Lxd5 Dd7 30.Dd4+ f6 31.a3 b6 32.De4 Dd6 33.Lb3 a5 34.De8 Df8 35.Dd7+ Kg6 36.Df5+ Kg7 37.Lc2 Kf7 38.Dd7+ 1-0 Keres – Fichtl, Praag 1943.]
[8.O-O-O Da5! 9.Kb1 h6 10.h4! dxc4 11.Lxc4 Pb6 12.Lxf6 gxf6 13.Le2 cxd4 14.exd4 Ld7 15.Th3 Pa4 16.Tg3+ Kh8 17.Dd2 Pxc3+ 18.bxc3 Kh7 19.Ld3+ f5 20.Pe5 Lb5 21.Tf3! f6 22.Pc4 Dc7 23.De2 Lxc4 24.Lxc4 e5 25.Txf5 La3 26.De4 Kh8 27.Th5 Dh7 28.Dxh7+ Kxh7 29.dxe5 Kg6 30.g4 fxe5 31.Td7? (31. Te5 Tf2 32. Te6.) 31…Tae8 32.Txb7 Txf2 33.Txa7 Lf8? (33… Td8!) 34.Ta6+ Kh7 35.Tf5 1-0 Kasparov – Marovic, Banja Luka 1979.]
8…Da5 9.Ld3 In de zevende partij van deze match speelde Capa met wit: 9.cxd5 Pxd5 10.Lxe7 Pxe7! 11.Ld3 Pf6 12.O-O cxd4 13.Pxd4 Ld7 14.Pe4 Ped5 15.Pb3 Dd8 16.Pxf6+ Pxf6 17.Dc5 Db6 18.Tc1 Tfc8 19.Dxb6 axb6 20.Txc8+ Txc8 21.Tc1 Txc1+ 22.Pxc1 Kf8 remise.
9…h6 10.Lh4 cxd4 Volgens Aljechin is 10… Pb6! nauwkeuriger.
11.exd4 dxc4 12.Lxc4 Pb6 13.Lb3 Ld7 14.O-O Tac8 Veertien jaar later, in Moskou 1935, kreeg Capablanca deze stelling opnieuw met zwart tegen de jonge Stahlberg. Dat werd bijna een grote sensatie. Daar volgde: 14…Lc6 15.Pe5 Ld5?! (Sterker 15… Tc8) 16.Pxd5 Pbxd5 17.De2 Tad8 18.f4! Pe8?! 19.Lxe7 Pxe7 20.f5 Pxf5 21.Pxf7! Een correcte combinatie. Maar nu wel goed afwikkelen! 21…Txf7 (Na 21… Pxd4 22. Txd4 Txd4 23. Dxe6 heeft zwart geen verdediging meer, aldus Albert Becker in het toernooiboek.)
22.Dxe6 Ped6 23.g4? (Helaas laat hij zijn grote tegenstander toch nog ontsnappen. Met het verrassende 23. De5! kon hij de winst forceren, bijvoorbeeld 23… b6 24. Lxf7+ Kxf7 25. g4! of 23… Dxe5 24. dxe5 Pe3 25. Txd6. Aldus Becker.) 23…Kh8! 24.De5 Dxe5 25.dxe5 Pe3! Helaas gemist door Stahlberg.
26.Lxf7 Pxd1 27.exd6 Txd6 remise!
15.Pe5 Lb5 Na afloop gaf Capablanca 15… Lc6 gevolgd door … Ld5 als sterker aan. Zijn ervaring met Stahlberg had hij toen nog niet opgedaan. Misschien is 15… Tfd8 gevolgd door 16… Le8 een goed alternatief.
16.Tfe1 Pbd5
diabouwlaskcapa117.Lxd5?
In deze stelling zou Lasker, aldus analyses van Breyer, de kans van zijn leven hebben gehad. Hij geeft: 17.Lxf6! Lxf6 (17… Pxf6 18. Pg6! Tfe8 19. Txe6!) 18.Lxd5 exd5 19.Df5! Kasparov merkt hier op dat zwart in dat geval het best met 19…Lxe5 20.Txe5 20. dxe5 Lc4 21.a3 Db6 kan voortzetten. Wit houdt na 22.Td2 enige druk, maar van een beslissend voordeel kan geen sprake zijn.
17…Pxd5 18.Lxe7 Pxe7 19.Db3 Lc6 20.Pxc6 bxc6 21.Te5 Db6 22.Dc2 Tfd8 23.Pe2? 23. Pa4 Lasker.
23…Td5! 24.Txd5 cxd5
.

.

diabouwlaskcapa2Van nu af aan zal de student er goed aan doen elke volgende zet goed te bestuderen en tot het einde toe. Het is een van mijn beste prestaties van mijn carrière en dat tegen de sterkste speler die de wereld gekend heeft. Aldus het commentaar van Capablanca himself.
25.Dd2 Pf5 26.b3 h5 27.h3? h4! 28.Dd3 Tc6 29.Kf1 g6 30.Db1 Db4 31.Kg1 a5! 32.Db2 a4 33.Dd2 Dxd2 34.Txd2 axb3 35.axb3 Tb6 36.Td3 Ta6 37.g4 hxg3 38.fxg3 Ta2 39.Pc3 Tc2 40.Pd1 Pe7 41.Pc3 Tc1+ 42.Kf2 Pc6 43.Pd1! Tb1! [43…Pb4 44.Td2 Tb1 45.Pb2 Txb2? 46.Txb2 Pd3+ 47.Ke2 Pxb2 en het paard is ingesloten.
44.Ke2? Txb3! 45.Ke3 Tb4! 46.Pc3 Pe7 47.Pe2 Pf5+ 48.Kf2 g5 49.g4 Pd6 50.Pg1 Pe4+ 51.Kf1 Tb1+ 52.Kg2 Tb2+ 53.Kf1 Tf2+ 54.Ke1 Ta2 55.Kf1 Kg7 56.Te3 Kg6 57.Td3 f6 58.Te3 Kf7 59.Td3 Ke7 60.Te3 Kd6 61.Td3 Tf2+ 62.Ke1 Tg2 63.Kf1 Ta2 64.Te3 e5 65.Td3 exd4 66.Txd4 Kc5 67.Td1 d4 68.Tc1+ Kd5

0-1

capablanca-lasker2

Links Capablanca, rechts Lasker.

Dit was niet de Lasker zoals de wereld hem kende. Hij moet aangeslagen zijn geweest want ook in de elfde partij leed hij een gevoelige nederlaag. Toch was Capablanca’s spel niet feilloos, zoals Kasparov in zijn analyses liet zien. Lasker toonde zich in alle opzichten een groot man. Hij roemde het spel van zijn tegenstander en voerde geen excuses aan voor zijn verlies. Terug in Europa kon hij zich troosten met de 11.000 dollar die de Cubanen hem hadden uitbetaald. Dat was een formidabel bedrag in die dagen. Hij kon zich dientengevolge een kuur in Karlsbad permitteren en daarna enige jaren rust nemen. Zoals we uit de geschiedenis weten zou hij in Mährisch Ostrau 1923 en New York 1924 zijn come back vieren.

bouwpredecessors1

En nog in 1935 zou hij Capablanca op fraaie wijze in een Franse Partij verslaan. Lasker overleed op 72-jarige leeftijd in januari 1941 te New York. Zijn grote rivaal, Capa, die twintig jaar jonger was, zou hem slechts één jaar overleven.

Op de omslag van het boek van Kasparov ziet u in het midden de twee grote rivalen. Links Lasker, rechts Capablanca. Helemaal links Steinitz, en helemaal rechts Aljechin.

.

.

Bronnen

G. Kasparov en D. Plisetsky: My great Predecessors
H. Kmoch: Rubinstein gewinnt!
A. Becker: Moskau 1935
M. Vidmar: Karlsbad 1911
H. Olde: Paul Keres
E. Winter: Capablanca
A. Matanovic c.s.: Schaakinformator
A. Aljechin: Mijn beste schaakpartijen 1908 – 1923