Toiletgate!
Robert Beekman
28 september 2006
Vrijdag was het dan zover. Topalov stond op het punt om de strijd om het wereldkampioenschap te verlaten. En Kramnik bleef niet achter: ook hij dreigde te vertrekken. Een dag tevoren had manager Danailov een brief gestuurd aan de FIDE, met daarin de boodschap dat het gedrag van Kramnik toch wel heel erg vreemd was. Per partij ging hij 25 keer naar de rest room en van daaruit 50 keer naar de wc. De wc is de enige plek zonder video surveillance en dat is erg verdacht, natuurlijk.
Als voorbeeld noteert Danailov het volgende gedrag uit de derde partij:
15.54 – Kramnik speelt zet 15
15.55 – gaat naar de wc
15.56 – komt weer uit de wc
15.57 – gaat naar de wc
15.59 – komt weer uit de wc
16.03 – gaat naar de wc
16.04 – komt weer uit de wc
16.07 – verlaat de rest room om achter het bord te gaan zitten
Binnen dertien minuten gaat hij dus drie keer naar de wc. Verdacht veel? Zelf moet ik ook veel te vaak naar het toilet gedurende een partij. Pure zenuwen. Bij hoogspanning voelen een paar druppeltjes urine aan als een dam die op doorbreken staat. Daar wil ik niet door gestoord worden als ik aan het nadenken ben. Komt overigens ook omdat ik de hele tijd water drink.
Heeft Kramnik, de man die als een onverstoorbare aristocraat kalm door de zaal voortschrijdt, van binnen meer last heeft van de zenuwen dan wij van buiten zien? Op de foto’s kun je zien hoe beide spelers de maximale concentratie eruit halen. Spanning en zenuwen heb je daarbij hard nodig. Na afloop van die tweede matchpartij – door Kramnik gewonnen -, één van de meest sensationele partijen uit een WK-match, zat Topalov helemaal in shock bij de persconferentie. Hij zei niets en de pers liet hem maar met rust. Uit Kramnik kwamen nog wel een paar woordjes, maar ook hij zat er zwaar depressief bij, net alsof hem het bericht bereikt had dat een goede vriend zojuist overleden was.
Het Team-Topalov stelde nu de volgende retorische vraag: Wat is een redelijk aantal keer om gedurende een partij naar het toilet te gaan? Het logische antwoord hierop is, zo vervolgen zij: 5 tot 10 keer. Niet meer dan vijftig keer. Ter vergelijking stellen zij dat Topalov, de man met de stalen blaas, slechts vier keer in zes uur schaken naar het toilet gaat. Wow!
Het Comité van Beroep bekeek dezelfde videobeelden (die de organisatie beschikbaar had gesteld aan het team van Topalov) en zegt dat vijftig keer hogelijk overdreven is. De pers wilde ook graag naar de videobeelden kijken, maar dat mag niet. Toiletgate!, wordt er vervolgens door de media geroepen.
Kramnik beweerde overigens extra ruimte nodig te hebben om vrij rond de kunnen wandelen (het toilet lijkt namelijk meer op een badkamer); de rest room is volgens hem vrij klein. Bovendien drinkt hij veel water, voegt hij eraan toe.
Hoe het ook zij: de psychologische oorlogsvoering is weer terug! Net zoals de yoghurtbakjes uit de match Karpov – Kortsjnoi. Of Fischer, die vlak voor de match tegen Spassky van de aardbodem verdween.
Of is het wraak voor de verkiezing van de schaker van het jaar afgelopen mei? Topalov stond op ieders lijstje boven aan, behalve bij Morozowitsch. Morozowitsch had Rybka en Danailov op de eerste twee plaatsen gezet. Rybka is een sterke schaakcomputer wiens stijl dicht tegen die van een mens aan zit. De impliciete beschuldiging is daarmee dat Topalov wereldkampioen is geworden dank zij de steun van computer Rybka (opvallend vaak zouden beiden voor dezelfde zet gekozen hebben) en Danailov die dit technisch mogelijk maakte. Topalov en Danailov natuurlijk boos, maar het kon niet verhinderen dat er in de Russische media en op het Russische internet lang over doorgesproken is.
Links Kramnik – Topalov, 3e matchpartij. Toch eens die bewuste stelling na zet 15 door de computer gehaald. Uiteraard heeft Danailov als voorbeeld het meest verdachte moment gekozen. Kramnik gaat nu dus drie keer na het toilet. Topalov speelt, als Kramnik terugkomt, 15… Tc8 en dan speelt Kramnik 16.Lg5! Een typische computerzet? In het Catalaans is het geen onbekende wending. Zwart kan namelijk niet 15.. 0-0 spelen vanwege 16.Pc2 en de dubbele dreiging Dxd7 en b4, en na 15… Tc8 16.Lg5 Dxg5 volgt winnend 17.Pxe6; ook een vervelende dreiging waar zwart rekening mee moet houden. Levert het wat op om nu drie keer naar het toilet te rennen? Met een klokje in de hand heb ik, als een reconstruerende detective, precies het gedrag van Kramnik gekopieerd. Althans, conform de beschuldiging van Topalov.
De eerste minuut lukte het me slechts om de stelling op te zetten. Ik ga er weer uit en laat de computer doorrekenen. Hoe sterk zou de engine van Kramniks zakcomputertje zijn, denk ik ondertussen. En welk programma gebruikt hij? Ik ga er maar even van uit dat er geen zendertje in het toilet zit. Er schijnen vrij scherpe anti-cheating maatregelen genomen te zijn, overigens. Na een minuut terugrennen en kijken wat de computer zegt. Een paar varianten doorschuiven, een nieuwe stelling opzetten en weer weg uit de kamer. En dan weer terug. Welnu, áls Kramnik het zo gedaan heeft, leverde het hem weinig op. Behalve dat zijn concentratie danig verstoord is. Zwarts stelling kan niet overrompeld worden en de computer geeft een aantal gelijkwaardige mogelijkheden aan, waarvan De7 de sterkste is. Zelfs al zet Kramnik Tc8 in zijn computer, dan duurt het bij Fritz te lang voordat Lg5 in beeld komt. Shredder komt sneller met Lg5 en vindt deze zet iets beter dan andere zetten. Het menselijke verstand zal toch een besluit moeten nemen. Eigenlijk is een dergelijke stelling ook niet geschikt voor de computer, tenzij Kramnik in wezen heel erg onzeker zou zijn. Maar hoe wordt je dan wereldkampioen?
Dan de stelling met de ‘blunder van de eeuw’ tevoorschijn gehaald. Tweede matchpartij, zet 31. Ik volgde zondags dezelfde partij via teletekst en af en toe rekende ik vrolijk mee. En dit was één van de stellingen die ik bekeek. Moet zwart met de koning of loper de net gepromoveerde pion op f8 terugslaan? Ik dacht zelf dat Kxf8 na Dg6 zou verliezen en zag in Lxf8 meer mogelijkheden. Maar na 31… Kxf8 32.Dg6 Lh4 loopt de koning gewoon naar de damevleugel. Wel krijgt wit een dan twee lichte stukken tegen toren en pion. Blijft spannend, dus. Iedereen achter het computerscherm zag vrijwel direct dat het gespeelde 31… Lxf8 32.Txg4 Lg7 33.Dc7 gelijk wint. Maar ik joeg na Lxf8 telkens mijn dame naar g6 of h7, en met mij vele andere grootmeesters die zonder computer naar de stelling keken. Met mij zelfs Topalov en Kramnik. Dát was nu een mooi moment om de computer te laten rekenen. En dat kon ook, want het was een lange, geforceerde variant waarbij je deze stelling van tevoren al kon zien aankomen. En je maakt mij niet wijs dat zij niet weten wanneer zo’n moment aangebroken is.
Ondertussen is de spanning in Elista om te snijden.
5 oktober 2006
De match om het WK is inmiddels weer opgestart, maar als een zwaard van Damocles blijft daar die vijfde partij boven de match hangen. Die vijfde partij waarin Kramnik in zijn rest room wachtte op het openen van de deur naar het toilet en Topalov het punt incasseerde omdat Kramnik niet aan het bord verscheen. Wat als de match nu gelijk eindigt en eigenlijk Kramnik één potje meer op zijn conto geschreven heeft? Wat als Topalov met één punt meer wint, en dus eigenlijk de stand nog gelijk staat? Nog altijd kan Kramnik een beroep doen op het protest dat hij ingediend heeft bij zijn doorspelen. Inmiddels heeft Topalov twee partijen op zijn naam geschreven en zou dus alsnog het scenario werkelijkheid kunnen worden dat Kramnik tegen het einde van de match het niet eens is met de einduitslag. Wat op dit moment (zondagnamiddag) staat het virtueel gelijk, maar heeft Kramnik wel één partij meer gewonnen.
Ronduit fascinerend was de terugkeer van de president van de FIDE, Ilyumzhinov, uit Moskou. Het was overduidelijk dat er in zijn afwezigheid een potje van gemaakt was en voortvarend nam hij de oplossing van de problemen ter hand. Toiletgate? In no time opgelost. Kijk, dat is pas een vent. Goed gedaan, Illy! Maar veel lastiger was de vijfde matchpartij, die wedstrijdleider Geurt Gijssen reglementair in het voordeel van Topalov had beslist. Welnu, daar had Illy een wel zeer onorthodoxe oplossing voor. Hij zei gewoon tegen beide spelers: Degene die als eerste de ander een vol punt cadeau geeft, is een held! Een HELD!!!
Wat zou hij gedacht hebben toen geen van beide spelers bereid was de nobele held uit te hangen? Dacht hij: “Wat vreemd. Zelf vind ik het toch heel normaal om mijn tegenstander in zo’n geval een punt cadeau te doen.” Of dacht hij: “Ik begrijp niet waarom die spelers zo’n stomme wereldtitel belangrijker vinden dan eeuwige roem. Ik zou het wel weten als ik één van hen was.” Of dacht hij: “Lullig hoor. Het is de gewoonste zaak van de wereld dat problemen op deze wijze opgelost worden. Waarom nu nou net niet?” Wat hij ook gedacht moge hebben, de oorverdovende stilte werd gebruikt om nog eens naarstig de reglementen er op na te slaan. Bleek dat Kramnik nagelaten had binnen twee uur na de partij een formeel protest in te dienen. Inderdaad, stom dat Kramniks begeleiders het reglement niet kennen of er op nageslagen hebben, maar het betekende wel dat volgens de FIDE de partij reglementair door Topalov gewonnen was.
FIDE-president Ilyumzhinov staat de pers te woord, terwijl direct achter hem Topalov en Danailov toekijken.
Een paar games later komt Topalovs team met de beschuldiging dat Kramniks zetten voor 60 tot 90 procent overeenkomen met die van Fritz. De statistische overeenkomst zegt werkelijk helemaal niets. Ik heb voldoende met de computer geanalyseerd om te zien dat dit soort percentages heel gewoon zijn. En als dit voor ons amateurs geldt, dan zeker voor een grootmeester uit de wereldtop, die, naar ik mag aannemen, toch beter speelt dan wij. De reden waarom Topalovs team dit doet heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat nagenoeg de complete schaakwereld zich tégen Topalov keert. Diverse open brieven en interviews van grootmeesters laten allemaal horen dat ze het schandalig vinden hoe Kramnik behandeld is. Net zoals in het voormalige Joegoslavië, toen Bosnië Herzegowina de fysieke strijd op het slagveld verloor, maar de morele strijd in de media won. En uiteindelijk bleek dit tégen de Serviërs te keren, die overigens wel degelijk het belang van de morele strijd in de media aanvoelden, maar merkten dat al hun strijd in de beeldvorming averechts uitpakte. Ook Topalov zal ongetwijfeld nu begrijpen dat, als de strijd om de beeldvorming verloren is, je beter je mond kan houden. De woede om het onrecht is alleen maar groter geworden.
Vladimir Kramnik: de morele winnaar terwijl het einde van de match nog lang niet in zicht is.
Net zo fascinerend zijn de schaakpartijen. Links de stelling uit matchpartij 8. Kramnik slaat hier de zwarte pion op g3. De toren op a8 wordt, die een aantal zetten slapend de wacht hield achter pion a5, wordt nu wakker en Topalov gaat nu met toren en twee paarden een levensgevaarlijke en beslissende koningsaanval beginnen. Saillant detail: Fritz heeft die pion op g3 net zo hoog op zijn verlanglijstje staan!
.
.
.
.
12 oktober 2006
Het zwaard van Damocles is dus niet gevallen. Damocles was dienaar aan het hof van Dionysos de Oudere. Hij probeerde bij zijn koning in goede aarde te vallen door te zeggen dat Dionysos het helemaal voor elkaar had. Wat een mooi verblijf woonde hij in! En wat kon Dionysos toch heerlijk van alle geneugten des levens genieten! Hoe geweldig zou het zijn als hij, Damocles, slechts één dag koning zou mogen zijn! En Dionysos stemde toe. Damocles werd uitgenodigd voor een groots banket aan het hof. Hij mocht alles eten wat hij maar wilde, en zolang hij maar wilde, maar boven zijn hoofd hing wel een zwaard aan een paardenhaar. Dionysos wilde daarmee duidelijk maken dat het leven van een koning voor een buitenstaander een paradijs mag lijken, maar dat in werkelijkheid de rampspoed of het gevaar elk moment kan toeslaan. Boven een schilderij van Richard Westall uit 1812, getiteld ‘Damocles’.
Precies het lot van het wereldkampioenschap schaken. Na vele jaren omzichtig onderhandelen was de schaakwereld op slechts een haardikte verwijderd van de hereniging waar zo lang op gewacht was. Maar wat als Topalov die laatste rapidpartij gewonnen had? Kramnik had hem dan niet erkend als wereldkampioen en was gerechtelijke procedures begonnen. Al die tijd hing daar het zwaard van Damocles hoog in de lucht. Maar boven wiens hoofd?
Boven het hoofd van Kramnik? Op de vraag of Kramnik nerveus de zenuwslopende rapidfinale inging antwoordde hij: “Hoe kom je daarbij? Ik ben hartstikke relaxed, man! Kijk, vanuit mijn perspectief heb ik de match tóch al gewonnen!” (Als hij zou verliezen zou hij via de rechter zijn gelijk wel halen.)
Boven het hoofd van Topalov? De onenigheid over vermeend illegaal computergebruik bleef voortduren. Een Russische grootmeester greep weer terug naar de claim van Morozowich, door te stellen dat het wel erg opvallend was dat Topalov, die jarenlang op 2700 laag bleef hangen, ineens op 27-jarige leeftijd naar 2850 steeg, terwijl zijn rapid-rating gewoon op 2700 bleef staan. Topalov stelde dat conflicten van alle tijden zijn en dat hij alles – naar tevredenheid – aan zijn manager Danailov heeft overgelaten. Naar tevredenheid? Ja, Danailov heeft, volgens Topalov, “een buitengewone prestatie geleverd!” (An extraordinary job.) Zelf zou ik hem de volgende vraag gesteld hebben: “Hé, Silvio, gaat het wel goed? Als ik al die reacties lees, ziet het er naar uit dat ik heel wat moreel krediet in de schaakwereld verspeeld heb!” Danailov: “Nee, jongen, niets aan de hand! We zitten nog steeds op koers!”
Hangt het zwaard dan boven het hoofd van de FIDE? Wie de onverstoorbare, hemelsbrede glimlach op het gezicht van president Ilyumzhinov ziet, krijgt niet de indruk dat zij zich ergens druk over maken. Net zoals de FIDE voorheen evenmin voortvarend het initiatief tot hereniging nam. Nee, daarvoor kunnen we eerder Seirawan danken.
Ja, als we erbij stilstaan, moeten we eigenlijk erkennen dat het zwaard van Damocles boven óns hoofd hing. Ons, de rest van de schaakwereld. Want juist het schaken heeft onder dit conflict geleden. Heel wat reacties gingen over het feit dat het ook bij andere wereldtitels oorlog is geweest, maar duizenden kilometers verder op, in Amerika, legde tezelfdertijd Spassky uit dat de conflicten van Fischer – Spassky, 1972, toch anders waren. Fischer had altijd problemen met de organisatoren, niet met zijn tegenstander. En bij zowel Fischer – Spassky, als Kortsjnoi – Karpov als Kasparov – Karpov gaven de politiek beladen verschillen een extra dimensie aan de strijd op het schaakbord.
Vergelijk het met het wielrennen. De persoonlijke strijd tussen bijvoorbeeld Hinault en Fignon gaven de spanning in het Tour de France een extra dimensie. De beschuldigingen over dopinggebruik halen het prestige omlaag. Net zoals de beschuldigingen van illegaal computergebruik de prestige van het schaken schade doen. Bij de buitenwacht kan snel het beeld ontstaan dat schaken weinig anders dan een schertsvertoning is.
De hulp van computers bij schaken is een werkelijkheid geworden, maar we moeten ons menselijk hoofd er wel bij houden. Links een belangrijk moment. Topalov, met zwart, speelt hier 24… f6, waarna Kramnik de stand ‘gelijk trekt’ en we op tiebreak afkoersen. Een blunder! Volgens iedereen.
Kasparov, die ondertussen op chessbase.com 24… Lxb5 voor het publiek onderzocht, zag in “50 milliseconden” But doesn’t that lose? Off course it loses! 50 milliseconden? Dat is snel doorgerekend! Of liet hij, overtuigd computeraanhanger, zich net als alle anderen eveneens leiden door de evaluatie van de meerekenende computer?
Ikzelf, die vanaf Teletekst meekeek, dacht na 24… Lxb5 25.axb5 Dxb5 26.Dxb5 Txb5 27.Ta2: Ai, ai, ai. Straks volgt Pc6 en dat wint Kramnik wel. Laat ik ook eens naar andere zetten kijken. Ook 24… f6 kwam in mijn hoofd op, want als het paard terugtrekt, kan Lxb5 wel omdat wit geen Pc6 meer heeft. Maar wat gebeurt er na al die tactische verwikkelingen? Ik was bezig met rekenen, en 24… f6 verscheen op het scherm. De zet kwam mij op dat moment niet vreemd voor.
25.Dg4 had ik niet eens gezien. Maar het gespeelde 25.Pd7 Tf7 26.Pxb6 Txa7 27.Pxd5 Td7 26.Pdc3 Txd4 had ik wel gezien, en ik had toen vooraf getaxeerd: zwart heeft centrum geopend, tenminste nog het loperpaar behouden en actieve stukken. Die taxatie is echter optisch. Als je de varianten verder doorrekent blijkt wit op vele manieren te kunnen winnen.
Ik geef het toe: 24… f6 is fout, op het niveau van de wereldtop een ernstige fout. Maar een blunder? Ook Topalov erkende dat hij een fout had gemaakt, maar zijn uitleg vond ik toch evenwichtiger: “It seems to me that 24…f6, compared with taking on b5, is the more complicated move. If I play 24…Bxb5, we get an ending with slight pressure for White. I looked at the clock, and since my opponent had less time, I decided to play the more complicated line.”
De overwinningsnederlaag
In de politiek heb je er mooie termen voor. Overwinningsnederlaag. Verlieszege. Waarmee bedoeld wordt dat degene die de verkiezingen wint niet noodzakelijkerwijs aan de regering deelneemt. Afgelopen week is dit eens te meer actueel geworden. SP en Geert Wilders zijn de duidelijke winnaars, maar zullen zij ook regeren? Balkende juicht, maar zal hij een regering vormen die werkelijk stabiel is? Of wordt hij Nederlands recordhouder met het hoogste aantal gevallen kabinetten op zijn naam?
De verlieszege en overwinningsnederlaag zijn onderdeel van onze werkelijkheid geworden. Ze drukken het verschil tussen korte termijn en lange termijn uit, het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Balkenende won de verkiezingen, mede dankzij een uitgekiende campagnestrategie, maar verloor vanwege precies diezelfde campagnestrategie: hij beschadigde de verstandhouding tussen PvdA en CDA. Hoe moet het nu met de (in)formatie? Dan maar regeren met VVD, Geert Wilders en Christenunie?
“Wees aardig tegen de mensen die je tegenkomt, je komt ze later nog eens tegen.” Maar de verleiding om op korte termijn te scoren is soms te groot. Dat zag je ook in de match Topalov – Kramnik. Topalov beschuldigde Kramnik van vals spelen, kreeg gelijk voor een commissie die later opgeheven werd, en won daar zowaar reglementair een punt. Maar de strijd om de beeldvorming werd verloren, en de schade daarvan is bijna niet in waarde uit te drukken. Vervliegt deze schade als sneeuw voor de zon? Of niet? Bijna niet in te schatten. Waarom iemand als Reagan onaantastbaar was waar een ander zwaar gestraft wordt voor vergelijkbare fouten, is werkelijk onpeilbaar.
20 december 2006
Ruim twee maanden geleden. Zo lang is de strijd om het wereldkampioenschap inmiddels achter de rug. Een strijd waarin een nieuw fenomeen geschapen is, namelijk de illusie dat er geen goede zet gedaan kan worden zonder computer. De beschuldigingen van Topalov gedurende de match waren tot daar aan toe. Opvallender is dat de beschuldigingen van vermeend computergebruik tot op de dag van vandaag voortduren.
Afgelopen week (19 december) publiceerde een Spaanse krant een interview met Topalov. Tot nu toe had hij het vuile werk aan zijn manager Danailov overgelaten, maar dat deze manager niet zonder toestemming van de ex-wereldkampioen zelf opereerde, is nu onmiskenbaar duidelijk geworden. “Ze hadden een systeem dat niet kon falen.” “Kramnik deed een zet die alleen een computer kon bedenken.” “Kramnik had een elektronisch hulpmiddel, ergens in zijn lichaam verborgen.” “Met de techniek van de Russen zal Kramnik in elke match onverslaanbaar zijn.” Daarnaast zijn ze ook nog in Elista bedreigd, waren ze bang Rusland niet meer uit te kunnen komen, en zat onmiskenbaar de KGB achter de hele operatie.
Komt er ooit nog een eind aan? Vorig jaar nog werd Topalov zelf maandenlang getergd door speculaties in de Russische media dat hij met behulp van de computer wereldkampioen was geworden. De Russische schakers, die nu zo verontwaardigd reageren, waren daar toen zelf debet aan. Kennelijk is het leven als beroepsschaker niet bevorderlijk voor hun gevoel voor maatschappelijke verhoudingen, want iedereen die een maatschappelijke functie vervult snapt dat er uiteindelijk maar één verliezer kan zijn, namelijk het schaken zelf.
Ondertussen speelde de man “die minimaal op niveau 3300 speelde dankzij de hulp van Fritz 9” (quote Danailov) zelf tegen de computer. Hij verloor de match omdat hij mat in één overzag.
Wij herhalen het relaas der getuigen. Kramnik heeft net Da7-e3 gespeeld. Hij heeft over die zet ruim twee minuten nagedacht. Alles gaat helemaal volgens plan. Dameruil is onvermijdelijk (want op Dxb4 volgt Ld2) en dan gaat zwart met de vrijpion langs de a-lijn winnen. Vladimir staat relaxed op, pakt zijn kopje koffie en heeft het voornemen zijn rustkamer te gaan bezoeken, waar hij uiteraard uitgebreid geïnformeerd zal worden door Fritz 9 – naar uit dit fragment blijkt overduidelijk minder goed dan Fritz 10. Ondertussen kijkt de operator van Fritz 10 met grote koeie-ogen naar het beeldscherm. De computer beweert namelijk dat hij mat in één kan zetten! De operator twijfelt of hij de zet wel uit zal voeren, maar ja, helaas is dat verplicht volgens de reglementen. Hij pakt met zijn hand de witte dame en zet mat met De4-h7. Vertwijfeld grijpt Kramnik naar zijn hoofd. Hoe is dat mogelijk! Helemaal overzien!
Ook achteraf kon Kramnik geen andere verklaring geven dan dat hij het gewoon niet gezien had. Ondertussen braken op internet de discussies over dit menselijk falen gelijk los. Het mat zou moeilijk te zien zijn omdat de combinatie van Pf8 en Dh7 een patroon is die heel weinig voorkomt. Met Pg5 of Pf6 ziet inderdaad indereen gelijk de dreiging Dh7 mat. Anderen wijzen er op dat het paard op f8 net een toren geslagen heeft. Als wit zijn paard gewoon naar f8 gespeeld had, was de bedoeling ervan Kramnik ongetwijfeld niet ontgaan.
Tsja, als Topalov zelf in de tweede matchpartij Kramnik gewoon simpel mat gezet had (zwart slaat met de loper op f8 en wit speelt Txg4 Lg7 Dc7), was de hele match misschien wel heel anders gelopen. Nu blijven we achter met het citaat van de week uit de mond van Topalov: “Hoe anders kan verklaard worden dat Kramnik zo rustig bleef achter het schaakbord?” Ja, hoe kan dat?!? Ik moet zeggen dat ik nu toch heel wat sceptischer kijk naar mensen die rustig blijven achter het schaakbord.
Wat zegt u? U bent niet overtuigd? Maar voorafgaand aan de rapid-tiebreaks (je weet wel, toen Kramnik volgens Topalov een zet deed die alleen een computer kon bedenken) is Kramnik uitgebreid door een medewerker van Topalov onderzocht met een scanner. Zo! Is er dan wat gevonden? Nee, zegt Topalov, maar Kramnik was zichtbaar nerveus! Dat zegt toch voldoende?!?
1 februari 2007
Grote schakers, kleine schakers. Voor ons is de kracht van het Corus toernooi dat het een waar schaakevenement is. Bij andere toptoernooien gaat het alleen maar om de beste schakers die hun krachten meten, bij ons gaat het om schakers van alle niveaus die hun krachten meten. Het begint met grootmeestergroep B en C, en eindigt met rating tot in 1100.
Het hoogtepunt van het toernooi was uiteraard de clash tussen Topalov en Kramnik. Daags tevoren werd er al over gesproken. Zouden ze de handen schudden of niet? In de tweede helft van de tweekamp om het WK, toen de ‘hard feelings’ nog vers in het geheugen lagen, deden ze het nog wel. Nu niet. De dag tevoren vroeg Topalov zich nog hardop af of Kramnik zijn handen zou schudden. Hij had geen zin om zich lullig te voelen met een uitgestoken hand in het luchtledige. Kennelijk is onderling contact geweest, want uitgestoken handen in het luchtledige zijn ook niet waargenomen.
Het geeft aan hoezeer de sfeer verpest is door de voortdurende beschuldigingen van het Topalov-kamp. In het Corus toernooi werd van “repliek” gediend. Eén of andere Duitse journalist (Breutigam) beweerde dat Topalov van Danailov tekens in geheimtaal ontving. Iedere keer als Van Wely een zet had gedaan, rende Danailov de zaal uit om zijn mobieltje te pakken. Na korte tijd kwam hij weer terug om op een plaats te staan waar hij niets van het schaken kon zien maar wel visueel contact met Topalov kon maken. Topalov ging zich dan zodanig verzitten, dat niet te zien was of hij naar het schaakbord of naar Danailov keek. Danailov deed vervolgens een bril op, terwijl hij voorheen niet eerder met bril gezien was. Vervolgens ging Danailov bijvoorbeeld met zijn duim in de rechterhoek van zijn mond heen en weer. Niet lang naar dat signaal sloeg Topalov het paard op c5. Ditzelfde patroon herhaalde zich meerdere keren in de partij. Achteraf bleek dat iedere keer nadat Topalov zo’n signaal gekregen had, hij de beste zet volgens de computer gedaan had.
Wat een grenzeloos vertrouwen in de computer!
Diezelfde avond gaf Sokolov deze partij de prijs van de dag. “Het leek heel simpel, maar het moest bijzonder goed doorgerekend worden!”
Daags erna heeft Short de FIDE opgeroepen om een onafhankelijk onderzoek te doen naar het gedrag van Topalov. In het toernooi van San Luis zouden Topalov en Danailov van soortgelijk gedrag ‘betrapt’ zijn. Volgens Short zou Toiletgate een afleidingsmanoeuvre zijn van hun eigen zwendel.
To be continued!