Eindspelen, correctors en computers
Hans Bouwmeester
Wie zijn analytische vermogens op het schaakbord eens wil testen moet het laatste boek van John Nunn (links in beeld) kopen, dat hij onder de titel Endgame Challence heeft laten verschijnen. Er staan 250 studies in als uitdaging aan de oplosser en het tweede deel van het boek geeft uitvoerige beschouwingen en analyses.
Nunn heeft met behulp van de database van Harold van der Heijden ongeveer 20.000 eindspelen onderzocht, heeft in ruim 1000 studies fouten ontdekt met behulp van Deep Fritz en de Nalimov tablebases en merkte dat zelfs hoog bekroonde werken niet feilloos waren. Zo kwam hij, aldus zijn inleiding, tot een selectie van 250 mooie, moeilijke en correcte (?) eindspelen.
De lage landen zijn in dit boek zwak vertegenwoordigd, want werk van Mann, De Feyter, Marwitz, Spinhoven, Mesman, Vandiest, Vandecasteele e.a. zal men er vergeefs in zoeken. Van de Vlaming Roger Missiaen is één studie opgenomen; die heb ik al eens eerder in Schaaknieuws gepubliceerd. Eindspelcomponisten zijn onderzoekers en in onze tijd is het “silicon monster”, zoals Nunn dit noemt, een belangrijke assistent geworden. Missiaen onderzocht een aantal studies uit het het bovengenoemde boek opnieuw en kwam met opmerkelijke resultaten. Een voorbeeld:
Deze studie van A. Kuriatnikov kreeg een tweede prijs is het Sarytchev-herdenkingstoernooi, Schachmaty 1988.
1.Kb4 Het paard is gevangen, maar daarmee is de zaak nog niet beklonken omdat zwart met een kleine combinatie wits laatste pion onschadelijk maakt.
1… Pc4! 2.Kxc4 Lc8 3.Pe5! Onvoldoende is 3.Pe3 Le6+ 4.Pd5 c6 remise.
3… Le6+ 4.Kb5!! Nunn geeft twee uitroeptekens en merkt op dat 4.Kc5? Lxa2 5.Pc6+ Kc8 6.Lf5+ Kb7 7.Lc2 (of 7.Kb5 Ld5 of 7.Lg4 Lb1 met remise) 7… Kc8 wit geen winst oplevert.
4… Lxa2 5.Pc6+ Kb7 Na 5… Ka8 wint 6.Le4! en de zwarte loper kan niet meer ontsnappen. 5… Kc8 6.Lf5+ Kb7 leidt tot dezelfde positie.
6.Le4 Kc8 Dat de loper niet kan spelen valt gemakkelijk in te zien.
7.Lf5+ Kb7 8.Kc5! De prachtige pointe van de 4e zet. Op 8… Ka6 is 9.Lc8 mat het gemakkelijkst en na 8… Ka8 beslist weer 9.Le4. Zwarts antwoord is gedwongen.
8… Lg8
9.Lb1! Ka6 10.Le4! Lb3 Er is geen goede koningszet en ook op andere velden heeft de loper geen toekomst.
11.Ld3+ Kb7 12.Pa5+ en wint.
Terug naar de linkerdiagram. Missiaen geeft aan dat 9.Le4! een nevenoplossing is bijv. 9… Ka6 10.Pb4+ en nu:
1) 10… Ka5 11.Lc2 c6 12.Pxc6+ Ka6 13.Le4 en wint.
2) 10… Ka7 11.Kb5 Kb8 12.Pc6+ en wint.
(Nunn geeft overigens aan dat wit na 9.Lb1! ook met 10 Le4! zou winnen als hij aan zet mocht zijn. Er is geen sprake van wederzijdse zetdwang.)
.
Het thema uit deze studie is overigens niet nieuw. Missiaen maakte de volgende studie, die een Eervolle Vermelding kreeg in Schakend Nederland 1985.
Wit wint met 1.Pb4+ Ka5 Dit is sterker dan 1… Ka7 2.Kxc7 Lg8 3.Pc6+ Ka8(!) 4.Le4 Lh7 5.Pd8+ Ka7 6.Lb7 en mat.
2. Kc5 Lg8 Of 2… d3 3.Pc6+ Ka6 4.Lxd3+ Kb7 5.Pe7! c6 6.Kd6 Kb6 7.Le4 c5 8.Pd5+ en 9.Pf6 met stukwinst.
3.Pc6+ Ka6 4.Lxg6 Kb7 5.Lb1! Hier wint 5.Le4 niet wegens 5… Ka6 6.Pb4+ Ka5 7.Lc2 c6! 8.Pxc6 Ka6 9.Le4 d3! en zwart maakt remise.
5…Ka6 6.Le4 Le6 Of 6… d3 7.Lxd3+ Kb7 8.Lb1 Ka6 9.Le4 en wint.
7.Ld3+ Kb7 8.Pd8+ en wint.
Onlangs won Missiaen een eerste prijs in het compositietoernooi dat in Antwerpen werd georganiseerd ter gelegenheid van de 80 verjaardag van Julien Vandiest.
Zonder de pion op g6 zou de stelling remise zijn. Aldus de Ken Thompson-schijfjes, waarop alle mogelijke posities met zes stukken volledig zijn uitgewerkt. Wit wint.
1.Pe6+! Na 1.Pb3+? Kc3 2.Pc5 Ld5+ 3.Kxg6 Kd4 4.Pd7 Le4+ 5.Kh6 Lf5 6.Td8 Ke4 7.Pb6 Pf6 8.Tf8 Ke5 maakt zwart remise.
1… Ke5 2.Pc7! Uiteraard leidt 2.Txh7? Ld5 slechts tot remise. (Ook zonder pion g6 zou 2.Txh7 Ld5 3.Th6 Kd6 remise zijn!)
2… Pg5+ 3.Kxg6 Pe6 4.Th5+! Een belangrijke pointe. 4.Te8 Ld5 5.Kf7 Lc4 6.Pxe6 Ld5 zou weer tot een bekende remisestelling leiden.
4… Kd6 5.Pxe6 Lf3 6.Th3! Lg4 7.Td3+! Kxe6 8.Kg5! De prachtige pointe van wits laatste zetten. Plotseling is de loper gevangen!
Deze mooie studie roept bij mij herinneringen op aan een compositie van Jean de Villeneuve Esclapon, die een eerste prijs kreeg in een toernooi van de Schweitzerische Schachzeitung in 1923.
1.Lg7 Th7 2.Kg4 Kxa7 3.Kh5 Lxb2 4.Txh6+ 5.Kg5 Th2 6.Le5 Tf2 7.Lf4 Pd4 8.Le3 Tf5+ 9.Kg4 Td5 10.Kf4 Kb6 11.Ke4 Kc5 12.Kd3 remise.
Helaas bleek deze studie niet correct. Dit werd in de jaren vijftig aangetoond door een analyticus van vlees en bloed, de Rus Maizelic.
Hij vond dat zwart op de tweede zet niet 2… Kxa7? maar 2… Kb7! moet spelen en presenteerde de volgende winststudie:
.
1.Ta2 Kb5 2.Kg2!! Voor 2.Kxa2 Kc4 zie boven.
2… Ka4 3.Pc4 Lxg7 Een andere mooie variant is 3… Kb3 4.Pxb2! Kxa2 5.Pd1! Pg4 6.Kg3 Kb1 7.Kxg4 a2 8.Pc3+ Kb2 9.Pb5+ Kb1 10.Pa3+ en wint.
4.Txa3+ Kb4 5.Tg3 Ld4 6.Pe3 Was op de 4e zet de zwarte koning naar b5 gegaan, dan was nu 6. Pd6+ en 7. Pf5 beslissend geweest.
6… Le5 7.Tg8 Kc3 8.Pf5 Kd3 9.Pg3! en wint.
Einde van mijn vertelling. Ik heb een en ander niet meer met de computer gecontroleerd, eenvoudig omdat ik niet zo vaardig ben met dat instrument. Voor correcties houd ik mij aanbevolen.