bouwmeester

Gusev – Auerbach (1946)

Op zoek naar de waarheid

Hans Bouwmeester

Onlangs schreef de Engelsman John Nunn een boek over toreneindspelen. Hij liet alle analyses door de computer controleren en pretendeerde een foutloos boek te hebben gemaakt. De tijd zal leren of dit inderdaad waar is.

Of het er in de toekomst van zal komen dat men meerdere beroemde analyses aan een dergelijke controle zal onderwerpen? In dat geval zal er vermoedelijk nog heel wat aan het licht komen, want zelfs de beste analyticus blijft een zeker percentage aan fouten niet bespaard. Onlangs ontving ik een brief van Nico Doelman, Paramaribo over de volgende positie.

diabouwgusev1J. Gusev – E. Auerbach
Ergens in Rusland, 1946

Deze stelling ontstond aldus: 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 g6 6.Le2 Pc6 7.Pb3 Lg7 9.0-0 Le6 9.f4 Tc8 10.f5 Ld7 11.g4 Pe5 12.g5 Pg8 13.Pd5 f6 14.Le3 b6 15.Pd4 Kf7 16.c3 De8 17.Pe6 Lxe6 18.fxe6 Kf8 19.Pxf6 Pxf6 20.gxf6 Lxf6 21. Lh6 Kg8 22.Txf6 exf6 23.Dxd6 Tc6

Wit doet nu (vanuit de linkerdiagram) 24.Dxe5!

De partij verscheen in 1951 in het Duitse tijdschrift Schach-Echo als Gusev-Averbach, kamp. USSR 1951. Samen met Euwe en Van den Berg analyseerde ik destijds de partij uitvoerig voor de Losbladige Schaakberichten en selecteerde dit duel later voor Schaken voor je plezier, deel 1.

Inmiddels ontdekte Walter Mooy dat de naamgeving onjuist was. Het gaat hier om een partij J. Gusev – E. Auerbach, die in 1946 in een plaatselijk Russisch toernooi werd gespeeld. Gusev publiceerde deze partij in Schachmaty, overigens met zeer oppervlakkige analyses.

diabouwgusev124.Dxe5! fxe5 25.Tf1 Zwart heeft nu een geweldig materieel overwicht, maar kan niet uit de omklemming loskomen. Op 25… Txe6 volgt winnend Lc4.
25…Tc8 26.Ld1! Tc4 Gusev geeft hier 26…Dxe6 27.Lb3 Dxb3 28.axb3 Is het na 28…a5 29.c4 Te8 30.Tf2 zo eenvoudig? Met behulp van de koning maakt wit een vrijpion op de damevleugel. Maar er zitten patwendingen in. Zijn die onder alle omstandigheden te vermijden? Een leuk probleem voor de computer.
27.Lb3 b5 Op deze kritieke positie gaat Gusev niet in. Hij won de partij na 27…b5 28.Lxc4 bxc4 29.b3 a5? 30.bxc4 De7 31.Kg2 Da3 32.Tf2 De7 33.Tf1 g5 34.Tf5 g4 35.c5 Dd8 36.c6 De7 37.c7 en zwart geeft op. In plaats van 29… a5? Was 29… cxb3 30.axb3 a5 sterker geweest. Destijds meenden we dat wit ook in dat geval wint met 27…b5 28.Lxc4 bxc4 29.b3 cxb3 30.axb3 a5 31.Tf3 Dd8 32.Kf2 De7 33.Ke2 De8 34.Kd2 Eén van de varianten waarop dit oordeel steunde was 34…De7 35.Kc2 De8 36.Kb2 De7 37.c4 De8 38.h3 De7 39.c5 Dxc5 40.Tf7 Dd4+ 41.Ka2 Doelman ontdekte dat zwart nu 41… Dd8 moet doen. Vermoedelijk is deze stelling niet meer te winnen.
diabouwgusev328.a4 a6 29.axb5 axb5 30.La2!! Alvorens de toren te nemen brengt wit zijn b-pion naar b4. Zwart kan niets ondernemen, zoals gemakkelijk te zien is.
30…Dd8 Of 30… Da8 31.e7! en het spel is uit.
31.b4 Db6+ 32.Kg2 Volgens Doelman is het na 32.Tf2 Dxf2 33.Kxf2 g5 remise. Dit oordeel berust op een vergissing. Na 32.Tf2 Dxf2+ 33.Kxf2 g5 34.Lxc4 bxc4 35.b5 g4 36.b6 g3+ 37.Ke2! wint wit op tempo.
32…Dd8 33.Lxc4 bxc4 34.b5 Deze pion marcheert ongehinderd naar b7 en dan beslist Tf8. Is met deze analyse het laatste woord gesproken? Wellicht kunnen computerfanaten zich nog eens in de strijd werpen. We wachten af!
1-0

Naschrift van Robert Beekman

Aan het eind vraagt Hans zich af wat de computer hierover zegt. Een reden voor mij (Robert Beekman) om de partij eens samen met de computer te onderzoeken. Helaas is deze stelling absoluut niet geschikt voor de computer. De startpositie is aan meerdere computerprogramma’s voorgelegd met waarzinnige processorkracht en schier onbeperkte rekenduur – ze zien het winnende Dxe5 nog steeds niet. Het plafond is veel te ver weg. Een zinvol plan kan de computer evenmin ontdekken. Maar de computer is en blijft toch een geschikt hulpmiddel. Ik heb wat ideeën uitgeprobeerd en ben toch tot een interessant eindresultaat gekomen.

diabouwgusev124.Dxe5! fxe5 25.Tf1 Dit is de stelling waar het om gaat. Zwart heeft een dame plus toren voor twee lopers, maar zit helemaal vast.
25…Tc8 25… Txe6 kan niet wegens Lc4, maar de computer geeft hier Tc7, volgens ’t ding winnend!
[25…Tc7 26.Ld1 Te7 27.Lb3 Dc8 28.Ld5 De8 29.c4 Dc8 30.b3 De8 31.Kh1 Dc8 32.a3 a5 33.b4 axb4 34.axb4 De8 35.c5 bxc5 36.bxc5 Maar hier snapt de computer inmiddels ook dat de strijd zinloos is. Er wordt hier al mat in 8 voor wit aangekondigd.]
26.Ld1! Tc4 Hans Bouwmeester vraagt zich af of de volgende winstvariant van Gusev wel zo duidelijk is: 26…Dxe6 27.Lb3 Dxb3 28.axb3 a5 29.c4 Te8 30.Tf2 Hans geeft aan dat wit met behulp van de koning een vrijpion op de damevleugel kan maken. Maar er zitten ook patwendingen in. We krijgen dan een dolle toren waar wit waarschijnlijk wel uit kan lopen. Voer voor Tim Krabbé. Maar het volgende plan is simpeler:
30…Tc8 31.Tf6 Td8 32.Kg2 Tc8 33.Kg3 Td8 34.Kg4 Tc8 35.Kg5 Td8 36.Tf2 Tc8
diabouwgusev237.Kf6 De e-pion wordt veroverd, waarna deze naar voren kan gaan. Als zwart tussentijds de a-pion en b-pion offert, kan er nooit een dolle toren zijn omdat er nog een g-pion is.
37…g5 38.Kxg5 Te8 39.Tf6 Tc8 40.Kf5 Te8 41.h3 Tc8 42.Kxe5 b5 43.cxb5 a4 44.Kf4 Het eerder offeren van de g-pion zou ook niets uitgemaakt hebben. Ook dan wint wit.]

.

.

.

.
27.Lb3 b5
diabouwgusev3Hans Bouwmeester noemt dit een kritieke positie. Volgens hem had wit hier op andere manier moeten winnen. Laten we eerst de partij zelf volgen:
28.Lxc4 bxc4 29.b3 a5? 30.bxc4 De7 31.Kg2 Da3 32.Tf2 De7 33.Tf1 g5 34.Tf5 g4 35.c5 Dd8 36.c6 De7 37.c7 en zwart geeft op. In plaats van 29… a5? Was 29… cxb3 30.axb3 a5 sterker geweest. Destijds, vlak na de tweede wereldoorlog, meenden de analytici dat wit ook in dat geval wint met
28.Lxc4 bxc4 29.b3 cxb3 30.axb3 a5 31.Tf3 Dd8 32.Kf2 De7 33.Ke2 De8 34.Kd2 Eén van de varianten waarop dit oordeel steunde was 34…De7 35.Kc2 De8 36.Kb2 De7 37.c4 De8 38.h3 De7 39.c5 Dxc5 40.Tf7 Dd4+ 41.Ka2.
diabouwgusev4Nico Doelman uit Suriname, die Hans Bouwmeester een brief over deze stelling stuurde, ontdekte dat zwart nu 41… Dd8 moet doen. Het probleem is nu dat zwart Dd8-e8xf7 dreigt. Gaat de witte toren weer terug, kan de dame tussen e8 en e7 cirkelen. De witte koning kan niet naar voren toe en ik zie zelf ook geen winstweg.

.

.

.

.

27…b5 28.Lxc4 bxc4 29.b3 cxb3 30.axb3 a5 31.c4 De7 32.Kg2 Maar waarom zo moeilijk doen? Wit kan toch dezelfde winstweg volgen als in de partij? Dat lijkt zo te zijn, maar de extra pion op c3 heeft zo z’n voordelen. 32…Da3 33.Tf7 Db2+ 34.Kg3 Dxb3+
diabouwgusev5Met de dubbelpion op c3 en c4 had zwart op c3 moeten slaan en kan wit Kg4 doen. Wint gelijk vanwege Db4 Tc7 en wit dreigt Tc8 mat of Tg7 en T- en damewinst. Nu kan zwart na Kg4 Dd1 schaak doen en na Kh4 g5 schaak.

.

.

.

.

.

.
diabouwgusev3Straks wordt een simpele oplossing voor dit stellingsprobleem getoond. Echter, betekent dit dat die fantastische partij die ik mijn hele leven lang gekoesterd heb, dus toch incorrect is? Dat kan niet! Onacceptabel! Ik heb me er zelf over gebogen en deducerend kwam ik tot de conclusie dat wit die pion op c3 moet laten. Verder is het belangrijk dat de pion op h2 blijft. Voor patmogelijkheden moet zwart g5 g4 en g3 doen om die pion te offeren – kost meer tijd dan als de pion op h3 of h4 staat. Als zwart g5 doet, heeft wit Tf5, dreigend Tg5 en damewinst, wat leidt tot een gewonnen loper plus vrijpionnen tegen toren eindspel. Maar dan mag zwart niet gelijk g4 doen en de pion op h3 aanvallen.
28.Lxc4 bxc4 29.b3 cxb3 30.axb3 a5 31.Tf3 De7 32.Kg2 De8 Nu wint Da3 Tf7. 33.Kf2 De7 34.Ke2 Dd8 35.Tf2 De8 36.Kd2 De7 37.Tf3 De8 38.Kc2 De7 39.Kb2 De8 40.Ka3 De7+

diabouwgusev641.Ka4 Met de pion op c4 zou zwart matzetten met Db4.
41…Dd8 42.Kb5 Da8 43.c4 Dd8 44.c5 Da8 45.c6 En hier ziet de computer ook dat het totaal gewonnen is voor wit. Als zwart schaak geeft, pakt wit de pion op a5 en brengt hij de koning weer terug naar het veilige veld b2. Inmiddels heeft in deze fase … g5 geen zin meer. Wit kan Tf5 (of soms zelfs Tg2) doen en met Tg5 een dame tegen toren ruilen. De witte koning plus vrijpionnen beslissen de strijd tegen de zwarte toren snel.

.
.
.

diabouwgusev328.a4 Maar Hans Bouwmeester (of Nico Doelman) heeft een simpeler weg naar de winst gevonden. En niet alleen hij, ook vele anderen op internet kennen deze oplossing. Het is mij onduidelijk wie de credit verdient voor het nu komende plan.
28…a6 29.axb5 29.La2 Dit is de (nog simpeler) winst die op internet wordt gegeven. Het idee is hetzelfde: b4, Lxc4 en b5. Maar zwart kan in deze variant niet vervelend klieren langs de a-lijn.
29…axb5 30.La2! Bouwmeester: “Alvorens de toren te nemen brengt wit zijn b-pion naar b4. Zwart kan niets ondernemen, zoals gemakkelijk te zien is.”
.

diabouwgusev730…Dd8 Hans Bouwmeester: “Of 30… Da8 31.e7! en het spel is uit.”
[30…Da8 31.e7 Da7+ Helaas is dat niet waar. Dit wint voor zwart.]
[30…Da8 31.b4 Da7+ 32.Kh1 Da8 33.Kg1 Da7+ En dit is remise.]
[30…Da8 31.Tf2 Da7 32.b4 Dit leidt weer wel tot de winst. Slaan op c4 en dan oprukken met de b-pion.]
31.b4 Db6+ 32.Kg2 Hans Bouwmeester: “Volgens Doelman is het na 32.Tf2 Dxf2 33.Kxf2 g5 remise. Dit oordeel berust op een vergissing. Na 32.Tf2 Dxf2+ 33.Kxf2 g5 34.Lxc4 bxc4 35.b5 g4 36.b6 g3+ 37.Ke2! wint wit op tempo.” Een vergissing is het zeker, maar niet alleen vanwege 34.Lxc4. Ook omdat het nu mat in 4 is. 34.h3 g4 35.hxg4 Txe4 36.e7+ Tc4 37.e8=D#
32…Dd8 33.Lxc4 bxc4 34.b5 Deze pion marcheert ongehinderd naar b7 en dan beslist Tf8. De computer geeft nog:
34…Da8 35.Kg3 Da3 36.b6 Dxc4 37.Tf3 en spoedig mat.

1-0