Beekman

Glucksberg – Najdorf (1929)

Robert Beekman

najdorf02Omdat hij een gewaagde Siciliaanse verdediging populair maakte, zal hij eeuwig onsterfelijk blijven. Miguel Najdorf, links in beeld, die steevast 5… a6 speelde. Najdorf zelf noemde 5… a6 een wachtende zet, die als belangrijkste intentie had eerst te zien wat wit van plan is.

Een Pools schaker, geboren in 1910. Vóór de Tweede Wereldoorlog maakte hij reeds furore. Zowel in positieve als negatieve zin. Najdorf kende zo z’n eigenaardigheden. Een echte schaker, wat dat betreft. Maar Miguel maakte het toch nog net even té bont. Hij stond er namelijk om bekend met anderen over zijn partij te praten. “Hoe sta ik?” vroeg hij aan willekeurig welke voorbijganger. En dan bij voorkeur aan zijn secondant in zijn moedertaal, zodat anderen niet begrepen wat er gezegd werd. Werd hij hierop door de wedstrijdleider aangesproken, reageerde hij diep geschokt. Ooit liep hij argeloos door de wandelgangen en stelde hij deze vraag aan iemand die prompt antwoordde: “Slecht. Ik denk niet dat je het gaat redden.” “Nee”, zei Najdorf, “dat denk ik ook niet.” En hij verloor. En had nog steeds niet in de gaten dat hij de bewuste vraag ongemerkt had gesteld aan zijn tegenstander: Boleslavsky.

Miguel Najdorf was een geboren pessimist. In het wereldschaaktoernooi van 1950 (te Amsterdam) kondigde hij eerst aan dat Stahlberg het toernooi zou winnen. De volgende dag was het Reshevsky. Maar aan het eind moest hij alle voorspellingen wederom intrekken, omdat hijzelf met de overwinning aan de haal ging. Want zoals elke pessimist haalde ook hij zijn kracht uit de positie van underdog.

Najdorf: Ik sta slecht tegen Pirc
Euwe: Zo?
Najdorf: Ik sta zeer slecht. Echt heel slecht.
Euwe: Maar Pirc is er toch niet de man naar iemand af te maken. U kunt hem toch remise aanbieden. Dat accepteert hij wel.
Najdorf: Wat remise!? Ik wil helemaal geen remise. Ik sta beter!
En Najdorf beent weg. Evengoed wordt de partij toch remise.

najdorfeuwe1947

Links Najdorf, rechts Euwe. Een foto uit 1947.

najdorfunzicker1960

Hier een foto uit de Olympiade te Leipzig van 1960.

Najdorf stond altijd “slecht”, en als hij het tij wist te keren beweerde hij zich er op geniale wijze uit gered te hebben. Want diep in zijn hart vond hij zichzelf uiteindelijk toch geniaal; daar hoefde niemand aan te twijfelen. Zijn grote mond is aanleiding geweest tot vele verhalen over hem. Altijd trok hij de aandacht en tegenstanders werden hierdoor regelmatig afgeleid.

Najdorf – Boleslawsky, 1953:

Najdorf: Remise?
Boleslawsky: Nee!
Najdorf denkt even na en zegt dan: Speelt u op winst?
Boleslawsky: Nee!
Najdorf: Aha! Dus toch remise?
Boleslawsky: Nee!
Najdorf: Speelt u dan op verlies?
Boleslawsky: Nee!
Najdorf, in verwarring: Ja, maar wat wilt u dan?
Boleslawsky: Spelen!

In 1929 speelde hij de “onsterfelijke Poolse partij”. In de hoofdstad van zijn vaderland: Warschau. Tegen Glucksberg. Een leuk gewelddadig kort potje, waarbij hij al zijn lichte stukken offert en zijn tegenstander in 22 zetten mat zet.

B. Glucksberg – M. Najdorf
Warschau 1929

1.d4 f5 2.c4 Pf6 3.Pc3 e6 4.Pf3 d5 5.e3 c6 De Stonewall.
6.Ld3 Ld6 7.O-O Met de Stonewall heeft zwart intenties om de witte koningsvleugel te bestormen. Later zou de witte fianchetto met g3 en Lg2 populair worden, omdat deze opstelling een prima verdedigend bastion kan zijn. Vervolgens naar f3 en e4 streven, en een wit openingsvoordeel kan een feit worden. Op zichzelf is de opstelling met Ld3 ook mogelijk, maar is meer interessant in combinatie met lange rochade.
7…O-O 8.Pe2 b3!? en Lb2, gevolgd door Pe2 en Pe5 ziet er beter uit.
8…Pbd7 9.Pg5
diaglucnajd1Een vergissing. Laat een petit combinaison toe.
9…Lxh2+ 10.Kh1 Na Kxh2 Pg4 wint zwart het paard terug.
10…Pg4 11.f4 Wit hoopt door opsluiting van de zwarte loper ooit een stuk te winnen, maar die strategie is meer uit nood geboren.
11…De8 12.g3 Dh5 13.Kg2 Nog twee zetten (Th1 en Pf3), en de strategie van wit is een succes geworden. Desondanks zou de stelling na Pdf6 Th1 dxc4 Lxc4 b5, gevolgd door … Lb7 nog helemaal zou duidelijk niet zijn. De witte koning staat op g2 bijzonder onveilig vis a vis de loper op b7. Maar er volgt nu gelijk al een vervelende verrassing.

.
diaglucnajd213…Lg1! 14.Pxg1 Dh2+ 15.Kf3 e5! En nog een briljante zet! Slaan is gedwongen omdat zwart e4 en mat dreigt.
16.dxe5 Pdxe5+ 17.fxe5 Pxe5+ 18.Kf4 Pg6+ 19.Kf3

.

.

.

.

.

.

diaglucnajd319…f4! Na … e5 het tweede voorbeeld van lijnruiming!
20.exf4 Lg4+! Gevolgd door een schitterende lokzet!
21.Kxg4 Pe5+ 22.fxe5 h5#

0-1

.

.

.

.

.

De “onsterfelijke Poolse partij”? Ja, want Najdorf was in oorsprong geen Argentijn maar een Pool. Zijn voornaam was niet Miguel maar Mieczyslaw.

In datzelfde jaar 1929 zou Aljechin een simultaan geven in een Poolse stad. De Poolse schaakclub besloot Aljechin eens goed te plagen. Eerst zeiden ze dat slechts de helft van de schakers wilde meedoen. Of Aljechin voor de helft van het geld de simultaan wilde geven? Nee, dat kon niet; het tarief was immers al afgesproken. Toen stelden de Polen voor om 10 borden gewoon simultaan en 10 borden blindsimultaan te spelen. Daar ging Aljechin mee akkoord.

Vervolgens verzamelden de Polen voor de gewone simultaan de tien allergrootste patzers van het dorp. U kent ze wel, van die schakers die have en goed weggeven en met een dame en toren achterstand nog steeds doorspelen – tot ze mat staan. Voor de blindsimultaan nodigden ze de allersterkste schakers van hun contreien uit. Waaronder Najdorf. Het ging precies zoals de Polen verwachtten. Achteloos en verbaasd liep Aljechin de open simultaan langs, om vervolgens zichtbaar en hoorbaar vreselijk te zwoegen bij de blindsimultaan. Wat IS dit voor een schaakclub?!?, moet Aljechin gedacht hebben.

Tien jaar later verklapte Najdorf aan Aljechin wat er gebeurd was. Najdorf zelf had gewonnen. Het was een open Siciliaan met tegenovergesteld rocheren. Najdorf deed het kwaliteitsoffer Tc8xc3, wat Aljechin negeerde door verder te gaan met zijn eigen aanval. Daarop volgde het offer Tc3xa3. Dat had Aljechin gemist. Najdorfs aanval kwam eerder en hij won dus.

De eerste reactie van Aljechin tien jaar later: “Ben jij degene die Txa3 speelde?” Najdorf was volkomen verbluft. Dat Aljechin dit na tien jaar gelijk goed gokte!

Was dat gedurende de olympiade van Buenos Aires? In 1939 reist hij naar Argentinië, om daar te schaken. Twee weken later valt Duitsland Polen binnen. Hij kan niet meer terugkeren. Als jood al helemaal niet. Vijf lange jaren wacht hij, levend in schrijnende onzekerheid over wat er met zijn familie gebeurd is. In 1946 geeft hij een blindsimultaan aan 45 spelers. Het wordt geregistreerd als een wereldrecord dat ruim gebroken wordt en de publiciteit hierover gaat de hele wereld over. Najdorf hoopte dat iemand van zijn familie erover zou lezen en met hem contact op zou nemen. Maar niemand reageerde. En zou ook ooit reageren. Vrouw, kind, vader, moeder, vier broers en vele andere familieleden: allemaal doodgegaan in concentratiekampen.