Een legendarisch verhaal
Robert Beekman
Daarvoor gaan we terug naar het zwaar bezetten interzonale toernooi van Gothenburg 1955, waarbij de eersten zich plaatsten in de cyclus van het wereldkampioenschap. De Russen hebben inmiddels de macht op het schaakpodium overgenomen. Botwinnik was wereldkampioen geworden en er ging een nieuwe wind door de schaakwereld waaien. Positioneel vertrouwde concepten werden ten grave gedragen omdat de activiteit van stukken zwaarder telde dan een positionele zwakte.
Een voorbeeld hiervan is de linkerstelling, die ontstaat na 1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Lg5 e6 7.f4. Vijftig jaar lang is dit de hoofdvariant in de Najdorf geweest, totdat halverwege negentiger jaren 6.Le3 de overhand kreeg. Maar vóór 1955 werd 7.f4 als positioneel incorrect beschouwd. Wit wil méér dan zijn stelling aan kan. En na 7… Db6 zijn zowel damevleugel als koningsvleugel kwetsbaar. Om die reden werd steevast 7.Df3 gespeeld. Ook varianten met f3 waren een populaire verschijning.
Dan komt Keres – Panno. Gothenburg 1955, ronde 12. 7… Db6 8.Dd2. Wit offert zomaar de pion op b2! Daar stonden ze verbaasd bij te kijken in Gothenburg. Een jaar ervoor was het in de verre toendrastreken van Rusland gespeeld tussen Nezmethdinov – Sherbakov. Keres kende misschien die partij wel, maar de Westerse schakers hadden de Russische bulletins nog niet ontcijferd. Een nieuwtje, staat er dan ook in het toernooibulletin bij 8.Dd2. Maar wat gebeurt er na 8… Dxb2? Panno dacht er lang over, maar durfde het niet aan. Hij speelde 8… Pc6 9.0-0-0 Pxd4 en verloor het eindspel, hoewel dat eindspel objectief gezien nog niet eens zo slecht is.
Paniek in het Argentijnse kamp! De Russen hebben de Najdorf-variant gekraakt! Miguel Najdorf, Oscar Panno en German Pilnik hadden echter hun hele voorbereiding gebouwd op diezelfde Najdorf-variant. Ze onderzochten het pionoffer en kwamen tot de conclusie dat zwart geen stand zou houden. In ronde 16 zou de Joegoslaaf het overigens wél proberen tegen Keres. Keres speelde 9.Tb1 Da3 10.e5 en won snel. Het schaakpubliek en collega grootmeesters begrepen het: dus daarom kun je niet op b2 nemen! Die pion is vergiftigd! En Keres wreef het zijn tegenstander achteraf nog maar eens goed in: “Neem nóóit op b2, zelfs niet als het goed is!”
In het midden Paul Keres; een foto uit 1938.
Maar wat dan wel? Koortsachtig zochten de Argentijnen, op de vrije dag die volgde, naar een uitweg. Pilnik vond 7… Le7 8.Df3 h6 9.Lh4 g5. Zie de linkerstelling. Het idee is als volgt. Na 10.fxg5 Pfd7 zal er een sterk paard op e5 verschijnen, slaat zwart terug met hxg5, heeft hij een open h-lijn voor zijn toren en een positioneel gewonnen stelling. Kunnen we 7.f4 gelijk afvoeren naar de schroothoop. Was toch een positioneel incorrecte variant, precies zoals we altijd al gedacht hadden.
24 uur lang heeft het voltallige Argentijnse team deze variant onderzocht. Dat moest wel, want de dag erna, in ronde veertien, verscheen deze variant op het bord van Geller – Panno, Keres – Najdorf en Spassky – Pilnik. Drie keer dezelfde stelling! De Russen verzonken in diep gepeins. Nu vormden de Argentijnen in die tijd de tweede schaaknatie van de wereld. Ze vochten samen met de Russen om de kwalificatie voor het kandidatentoernooi en het cruciale einde van het toernooi naderde! De spanning was dus om te snijden! Niet dat de Argentijnen daar last van hadden. Ze wandelden vrolijk door de toernooizaal en Miguel Najdorf, zoals altijd, vroeg anderen wat ze van deze stelling vonden. Hij was zelfs zo brutaal om bij Geller langs te lopen en hem breed glimlachend te vertellen: “Jouw stelling is verloren. We hebben het helemaal uitgeanalyseerd.” Geller keek op, …, maar zei niets terug.
Een half uur later kwam Geller dan met zijn tegenzet, een paardoffer op e6, waarop a tempo de volgende zettenreeks werd geproduceerd: 10.fxg5 Pfd7 11.Pxe6 fxe6 12.Dh5 Kf8 13.Lb5! En de stelling links ontstaat. Een dubbel stukoffer! Achter het bord vond hij in een half uur wat de Argentijnen in 24 uur voorbereiding niet gevonden hadden. De laatste zet hadden ze helemaal gemist. De grijns verdween van hun gezicht en ook zij gingen snel achter het bord zitten om alles door te rekenen.
De pointe van het loperoffer is de volgende. Wit wil kort rocheren en mat zetten op f7. Maar zwart speelt dan … Pe5 en dekt f7. Wit kan dan wel met Lg3 het paard aanvallen, maar het andere zwarte paard zal vervolgens Pe5 verdedigen. Daarom de loper op b5; kan die gelijk het paard in het achterland eraf timmeren.
Nog een half uur later volgden ook Spassky en Keres het voorbeeld van Geller. Alle drie wonnen ze schitterende partijen. De Argentijnen vielen in het gat dat ze zelf gegraven hadden!
Gothenburg 1955, ronde 14
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Lg5 e6 7.f4 Le7 8.Df3 h6 9.Lh4 g5 10.fxg5 Pfd7 11.Pxe6 fxe6 12.Dh5+ Kf8
13.Lb5 Kg7
Geller – Panno ging verder met: 13…Pe5 14.Lg3 Lxg5 15.O-O+ Ke7 16.Lxe5 Db6+ 17.Kh1 dxe5 18.Df7+ Kd6 19.Tad1+ Dd4 20.Txd4+ exd4 21.e5+ Kc5 22.Dc7+ Pc6 23.Lxc6 Hier zien we hoe het plan 13… Pe5 dus niet werkt. Geller speelde zijn zettenvolgorde een half uur eerder dan Keres en Spassky, en Najdorf en Pilnik zagen hoe hun landgenoot Panno kansloos verloor. Om die reden probeerden ze dus maar … Kg7. Overigens suggereerde Keres in de postmortem analyse reeds 13… Th7, een zet die Fischer later tegen Gligoric zou spelen – met succes.
14.O-O Pe5 15.Lg3 Pg6 16.gxh6+ Txh6 17.Tf7+ Kxf7 18.Dxh6 axb5 19.Tf1+ Ke8 20.Dxg6+ Kd7 21.Tf7 Pc6 22.Pd5 Nog een hoogtepunt in deze partij. Hiervoor waren diverse schijnoffers te zien, waardoor de koning teruggejaagd wordt naar het centrum. Net als de koning daar veilig denkt te staan, komt er nóg een offer!
22…Txa2 22…exd5 23.Dxd6+ Ke8 24.Dg6 Kd7 Wit dreigde Txe7 Kxe7 Lh4
25.exd5 Wit wint in de aanval. Als het paard weggaat, volgt d6.
23.h3 Dh8 24.Pxe7 Pxe7 25.Dg5 Hier gaf Najdorf het tegen Keres op (Keres speelde wel h4 in plaats van h3, wat echter weinig verschil uitmaakt). Pilnik probeerde het nog een aantal zetten.
25…Ta1+ 26.Kh2 Dd8 27.Dxb5+ Kc7 28.Dc5+ Kb8 29.Lxd6+ Ka8 30.Lxe7 Ta5 31.Db4
1-0
.
Links Efim Geller, rechts Boris Spassky.