Beekman

Fischer – Geller (1967)

Hij die een plusscore had tegen Fischer

Robert Beekman

Efim Geller is een speler met zeer diepzinnige en mooie stijl, die als enige een positieve score tegen Fischer heeft. + 2 om precies te zijn. Van Geller is gemeend dat hij het enigma Fischer ontcijferd had. In 1967 wint Geller twee keer van Fischer. Met zwart. In respectievelijk 23 en 25 zetten! Naar aanleiding hiervan schrijft: It was clear to me that the vulnerable point of the American grandmaster was in double-edged, irrational positions. When play was of this nature, Fischer often failed to find a win even in a winning position. It was this that led me to the decision to challenge Fischer to a very sharp game, and, what is more, in his favourite variation. Players who are devoted to certain opening systems know how unpleasant it can be to “play against oneself” in the purely psychological sense.

Niet voor niets is Geller secondant van Spassky geweest bij de wereldberoemde WK-match van 1972.

gellerspasskyLinks het koningskoppel Geller en Spassky. Ook Spassky heeft overigens (voorafgaand aan de bewuste WK-match) een positief resultaat tegen Fischer. Fischer heeft zelfs nog nooit van hem gewonnen. Het laatste boek dat nu in 2011 nog over het leven van Fischer verschenen is (The Endgame), memoreert een gesprek tussen Fischer en Sam Sloan en Bernard Zuckerman. De laatste twee waren in die tijd vertrouwelingen van Fischer. Fischer blijkt met enige zorgen vooruit te blikken op de match tegen Spassky. ‘‘Spassky is better” zegt Bobby. ‘‘Not much better, but better.” In die WK-match kan Spassky, gesteund door secundant Geller, het evengoed niet bolwerken tegen Fischer. Spassky bezwijkt, zo lijkt het wel, onder de psychologische druk van het gedrag van Fischer in combinatie met de druk vanuit de Sovjettop.

Maar Spassky heeft toch het Geller-adagium in handen? Geller heeft in 1967 toch twee keer van Fischer gewonnen? Met zwart? In 23 respectievelijk 25 zetten?

diagellerfischer2Eerst Fischer – Geller, 1967. Gellers derde overwinning op Fischer. Fischer komt goed uit de opening, Geller speelt onnauwkeurig en staat verloren. Maar dan vindt Geller toch nog een onwaarschijnlijke uitweg. Helemaal gemist door Fischer. Zo diepzinnig dat Fischer pas aan het eind begrijpt hoe goed het offer van drie zetten terug was. Deze partij wordt gezien als één van Gellers beste prestaties. Misschien wel de beste. Links een sleutelstelling. Er is zonet gespeeld: 20.a2-a3 Db4-b7 21.Df1-f4. Achteraf, zo concludeert Fischer, had wit met direct 20.Df1-f4 gewonnen. Er volgen lange analyses in My 60 memorable games om dat aan te tonen. Maakt het invoegen van a2-a3 wat uit? Zo op het eerste gezicht niet, maar het blijkt de verliezende zet te zijn. Geller doet nu 21… Lc6-a4. Twee uitroeptekens van Bobby Fischer. “I didn’t see it! Moreover, the strength of this resource didn’t become fully apparent to me for another two moves.” 22.Dg4 Lf6 23.Txf6 Lxb3 Een ongelooflijke en onwaarschijnlijke verdediging. Na cxb3 volgt Pxf6 en de cruciale pion op f7 is niet meer gedekt. Op Tf4 volgt La2 en mat op b2. In alle varianten blijft zwart minimaal een toren voor. Wit geeft op. Fischer: “It is not enough to be a good player, observed Dr. Tarrasch; you must also play well.”

Fischer mist hier een diepe truc van Geller. Maar als hij direct 20.Df1-f4 gespeeld had (wat voegt a2-a3 eigenlijk toe?), had hij gewonnen.

Robert J. Fischer – Efim Geller
Skopje, Joegoslavië, 1967

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 Pc6 6.Lc4 Fischers favoriete bestrijdingswijze van het Siciliaans: de Sozin. Ondanks het feit dat hij voor een groot deel bijgedragen heeft aan de populariteit van deze variant, is het nooit De Fischer Variant gaan heten. Ondanks het feit dat het wel door meerdere topspelers voorgesteld is. Kennelijk spelen daar andere factoren bij een rol dan reputatie.
6…e6 7.Le3 Le7 8.Lb3 O-O 9.De2 Na deze zet komen we in de zogeheten Velimirovic variant terecht. Maar in die variant speelt wit niet zo snel Lb3.
9…Da5 Later is deze zet door onder andere Geller zelf bekritiseerd. Het zou beter zijn om 9… a6 0-0-0 Dc7 te spelen. De theorie stond overigens nog in de kinderschoenen.
10.O-O-O Pxd4 Om ruimte te maken voor een spoedig … b5. Na … Ld7 zou wit waarschijnlijk Pdb5 gespeeld hebben. Fischer geeft deze zet althans in zijn My 60 most memorable games.
11.Lxd4 Ld7 12.Kb1 Standaard prophylaxis, maar toch hebben een aantal commentatoren ook gekeken naar Thg1 en f4. In het geval van de laatste zet begint wit al een zet eerder aan zijn f4-f5 opmars.
12…Lc6 Geller heeft deze zet een vraagteken gegeven. 12… Tfc8 is beter, en na 13.f4 staat wit misschien een klein beetje beter, maar zou zwart wel moeten kunnen overleven.
13.f4 Tad8 Hoort bij het plan van de vorige zet; zwart wil overduidelijk op … d5 aankoersen. Hij zal er echter niet aan toekomen.
diagellerfischer514.Thf1 Een nuttige, wachtende zet. Wit houdt zowel f5 als e5 achter de hand. Als zwart nu d5 speelt, volgt exd5 Pxd5 f5. Direct f5 (de suggestie van Trifunovich) kon ook, en het antwoord … e5 is nu net zo min aantrekkelijk als in de partij. Fischer vond 14.f5 “ook sterk”.
– 14.f5 e5 15.Lf2 Wit dreigt nu Lf2-h4xf6, en verkrijgt in alle varianten een positioneel gunstige stelling.
– 14.f5 exf5 15.exf5 Tfe8 Pion f5 hangt, maar dat is misschien niet zo erg. Zwart kan echter ook … d5 en … Pe4 spelen, waarop de positie van de zwarte torens en loper op c6 volkomen tot zijn recht komt.
14…b5 Erkent feitelijk zijn ongelijk, maar wel de beste zet.
15.f5 Zowel Fischer als Geller geven deze zet een uitroepteken (Fischer zelfs twee uitroeptekens), maar andere commentatoren hebben e5 als beter gegeven. Een mogelijke variant: 15.e5 dxe5 16.fxe5 Pd7 17.Pe4 Lxe4 Voordat het paard naar d6, f6 of g5 gaat (in combinatie met een koningsaanval).18.Dxe4 Pc5 Het is echter de vraag of deze variant werkelijk zoveel oplevert.
15…b4 Ook hier is … e5 positioneel niet aantrekkelijk.
diagellerfischer616.fxe6 Ook deze zet krijgt van Fischer een uitroepteken, maar toch waren critici zo eigenwijs om ook te kijken naar Lxf6:
– 16.Lxf6 Lxf6 17.fxe6 bxc3 18.Txf6 gxf6 19.e7 cxb2 20.exd8=D Txd8 21.Dc4 Dc7 22.Tf1 Met voordeel voor wit wegens de kwetsbare positie van de zwarte koning.
– 16.Lxf6 gxf6 Deze zet ziet er beter uit. Hieronder twee mogelijke varianten. 17.Dg4+ Kh8 18.Pe2 Tg8 19.Dh4 La4 20.Pf4 Lxb3 21.axb3 d5 22.fxe6 fxe6 23.Pxe6 Td6 24.exd5 Ta6 25.Kc1 Da1+ 26.Kd2 Dxb2 27.De4 Ta2 Met gevaarlijke aanvalskansen voor zwart.
– 16.Lxf6 gxf6 17.Pd5 exd5 18.exd5 Lb5 19.Dxe7 Lxf1 20.Txf1 Tfe8 21.Dxf6 Db5 22.Tc1 De2 De zwarte dame gaat naar e5, en het is lastig voor wit progressie te maken. De witte loper op b3 is nu eenmaal geen beste. Evengoed blijft de computer een gat in de lucht springen van vreugde bij deze stelling. Wit zou duidelijk voordeel hebben! Zo duidelijk is het echter niet. Er waren dus een aantal commentatoren die 16.Lxf6 beter vonden, maar Fischer met 15.f5!! en 16.fxe6! (beiden door hem zonder commentaar gegeven) wel degelijk gelijk.
16…bxc3 17.exf7+ Ook hier geen commentaar van Fischer, en evenmin een slechte zet, maar mocht de complexe winstvariant van zo direct falen, heeft wit hier in elk geval nog een andere winstvariant:
– 17.Txf6 Lxf6 18.Lxf6 gxf6 19.e7 Zie de variant hierboven.
– 17.Txf6 gxf6 18.exf7+ Kh8 19.Dg4 Tb8 20.De6 Dd8 21.Tf1 Tb4 22.Lxc3 Txe4 23.Txf6 Te1+ 24.Lxe1 Lxf6 25.La5
17…Kh8 18.Tf5 18.Lxc3 Db5 19.Lc4 Db7 En zwarts stukken staan voldoende gecentraliseerd om stand te houden.
18…Db4 Verschillende getuigen beweren dat Fischer na afloop van de partij gezegd zou hebben dat hij deze zet onderschat heeft. Maar in zijn boek zegt hij daar niets over.
19.Df1 Pxe4
diagellerfischer720.a3
Deze zet kan als de verliezende zet beschouwd worden. Een zet als Th5 ziet er sterk uit, maar zwart vervolgt dan met Pd2 Txd2 exd2 c3 Le4 en de loper op e4 beschermt de koningsvleugel. Fischer geeft daarom Df4 als winnend aan (‘a problem-like win’):
– 20.Df4 cxb2 21.Th5 Dreigt veel, maar vooraleerst Lxg7 en mat. 21…Pf6 De enige zet. Materialistisch zijn met Pc3 Kxb2 Pxd1 Kc1 verliest. 22.Th6 Dreigt nu Txf6. 22…Pe4 23.Df5 Pg5 24.Dg4 Dreigt Lxg7 maar bovenal Txh7 en mat op de volgende zet. 24…Le4 25.h4 Goede raad is duur, zou oom Jan zeggen. Wit is aan het winnen.
– 20.Df4 Pd2+ 21.Txd2 cxd2 22.c3 Db7 23.Lxg7+ Kxg7 24.Tg5+ Lxg5 25.Dxg5+ Kh8 26.Df6#
– 20.Df4 Db7 21.Dh6 Pf6 22.Txf6 Opnieuw wint wit. Dit betekent dat Df4 toch tot een gewonnen positie had geleid, ondanks het formidabele tegenspel van Geller. Fischer moet daarvoor zelf ook een serie van krachtzetten op het bord neerleggen.
20…Db7 21.Df4 Een zet later, maar Geller komt nu met een echte krachtzet, waarvan Fischer later zou bekennen dat hij ‘m overzien had.
diagellerfischer221…La4!! Uitroeptekens van Bobby Fischer in My 60 Memorable Games. “I didn’t see it! Moreover, the strength of this resource didn’t become fully apparent to me for another two moves.”
22.Dg4 Lf6 23.Txf6 Lxb3 Een ongelooflijke en onwaarschijnlijke verdediging. Na cxb3 volgt Pxf6 en de cruciale pion op f7 is niet meer gedekt. Op Tf4 volgt La2 en mat op b2. In alle varianten blijft zwart minimaal een toren voor. Wit geeft op. Fischer: “It is not enough to be a good player, observed Dr. Tarrasch; you must also play well.” Maar dat iemand als Fischer met wit al na 23 zetten opgeeft, mag toch opmerkelijk genoemd worden.

0-1

diagellerfischer3De vierde overwinning van Geller nu. Ook uit 1967. Dit keer in 25 zetten, wederom met zwart. Fischer doet vanuit de linkerdiagram 20.Lg4, de enige onnauwkeurigheid in de partij. Geller wint nu met 20… dxc4 21.Lxe6 Dd3 22.De1 Le4 23.Lg4 Tb8 24.Ld1 Kd7 25.Tf7 Ke6 en wit geeft op.

Opvallend: Geller speelt hier met zwart Poisoned Pawn, de door Fischer zo geliefde speelwijze. Denk wederom terug aan die uitspraak van Geller: ‘It was this that led me to the decision to challenge Fischer to a very sharp game, and, what is more, in his favourite variation. Players who are devoted to certain opening systems know how unpleasant it can be to “play against oneself” in the purely psychological sense.’ Het is inderdaad opvallend. Juist in de Vergiftigde Pion variant van de Najdorf, waar Fischer patent op heeft, wordt Fischer verslagen in een partij die hij met zwart zelf gespeeld zou kunnen hebben.

Mooi bedacht, maar feit is wel dat wit in de diagram linksboven met 20.Lg4 een fout maakt. Diverse alternatieven winnen voor wit, onder andere 20.Ld1. Na bijvoorbeeld 20… dxc4 wint wit met 21.Dc2, dreigend Da4 en Dxh7. In andere varianten gaat de dame naar c3, e2 of f2. Het binnenvallen van die dame is vervolgens beslissend, want de loper op g5 en de toren op f1 houden de koning in de tang.

Deze partij is inderdaad minder beroemd dan de vorige, maar dus wel de directe aanleiding tot het doen van bovengenoemde uitspraak.

Robert J. Fischer – Efim Geller
Monte Carlo, 1967.

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.d4 cxd4 4.Pxd4 Pf6 5.Pc3 a6 6.Lg5 e6 7.f4 Db6 8.Dd2 Dxb2 9.Tb1 Da3 De beroemde ‘vergiftigde pionvariant’ in de Najdorf. Door Fischer zelf nota bene populair gemaakt.
10.f5 Pc6 11.fxe6 fxe6 12.Pxc6 bxc6 13.e5 Pd5 De hoofdvariant gaat verder met dxe5: 13…dxe5 14.Lxf6 gxf6 15.Pe4 Wit gaat zo direct een stuk offeren (na … f5 en … fxe4; of door zelf Pxf6 te spelen) en verkrijgt hiervoor een formidabele aanval.
14.Pxd5 cxd5 15.Le2 15.c4 dxe5 16.cxd5 h6! En zwart verkrijgt goed spel.
15…dxe5 16.O-O Het idee Tf1!?, met als bedoeling zwart de tempowinst Lc5 of Dc5 met schaak te ontnemen, is hier minder goed: 16.Tf1 Dxa2 17.Tb3 Da1+ Na Lc5 volgt de wending Dc3, en wint wit. Nu kan zwart telkens met Dd4 ontsnappen.
diagellerfischer816…Lc5+ Eén van de zwarte mogelijkheden.
– 16…Ld6 17.c4 Tb8 18.Txb8 Lxb8 19.cxd5 Dc5+ 20.Kh1 Dxd5 21.Dc2 Lb7 22.Lh5+ g6 23.Lxg6+ hxg6 24.Dxg6+ Kd7 25.Dg7+ Kd6 26.De7+ Kc6 27.Tc1+ En wit wint.
– 16…Le7 17.c4 Dc5+ 18.Kh1 d4 19.Lxe7 Dxe7 20.Lh5+ g6 21.Lf3 Ta7 22.Lc6+ Kd8 23.Da5+ Dc7 24.Dc5 Te8 25.Tf8 Ld7 26.Txe8+ Lxe8 Kxe8 Tf1 27.Df8 Dxc6 28.Tb8+ Kc7 29.Txe8 Wit heeft winnende aanval.
– 16…Ta7 Vermoedelijk de beste zet.
17.c4 Dc5+ 18.Kh1 d4 19.Lh5+ g6 20.Ld1 Le7 21.La4+ Kd8 22.Tf7 En zwart gaat moeilijke tijden tegemoet, maar kan het misschien nog net houden.
17.Kh1 Tf8 18.c4 De juiste manier om de aanval gaande te houden. Zwarts koning is immers gevangen in het centrum.
18…Txf1+ 19.Txf1 Lb7
diagellerfischer320.Lg4
De enige onnauwkeurigheid van Fischer. Het kost hem gelijk de partij. Tot minimaal groot voordeel voor wit had Ld1 geleid:
– 20.Ld1 dxc4 21.Dc2 Dreigt Da4 en Dxh7 en wint.
– 20.Ld1 e4 21.Dc3! Wint opnieuw.
– 20.Ld1 d4 21.Df2 Le7 22.La4+ Dxa4 23.Df7+
– 20.Ld1 Kd7 21.Tf7+ Kc6 22.cxd5+ exd5 23.Lb3 Ld4 24.Dc2+ Dc5 25.Lxd5+ Kxd5 26.Db3+
– 20.Ld1 Tc8 21.De2 Le7 22.Dh5+ g6 23.Dxh7 Lxg5 24.Dxb7 Groot voordeel voor wit.
– 20.Ld1 Le7 21.Lxe7 Kxe7 (Dxe7 La4 Kd8 Da5 Kc8 c5 en winnend voordeel voor wit) 22.Dg5+ Kd6 23.Tf7 Te8 24.c5+ Dxc5 25.Txb7 Df2 26.h3 Df1+ 27.Kh2 Dxd1 28.Dxg7 En wit staat opnieuw gewonnen.
20…dxc4 21.Lxe6 Dd3 Optisch staat de loper actief op e6, maar dit blijkt schijn te zijn.
22.De1 Het beste was nog een eindspel met volle pion minder middels Lf7 Kd7 Lxc4. Maar zwarts koning staat ook nog eens veel actiever dan de witte; dus dat eindspel moet probleemloos gewonnen voor zwart zijn.
22…Le4 Centralisatie! De zwarte koning staat ogenschijnlijk kwetsbaar, maar de zwarte stukken domineren het hele bord.
23.Lg4 Tb8 24.Ld1 Hier had de loper dus vier zetten geleden heen moeten gaan.
24…Kd7 25.Tf7+ Ke6 Nog een korte verliespartij van Fischer! Die andere uit 1967 duurde 23 zetten, deze 25 zetten.

0-1

Tot die twee bewuste overwinningen van Geller is het + 1 voor Geller. In 1961 is hun eerste partij. Efim Geller wordt verpletterend verslagen. In het boek My 60 Most Memorable Games schrijft Fischer na de zevende zet: “En terwijl Geller dit nieuwtje speelde keek hij erg gelukkig.” En na zet 11: “Geller keek nog steeds gelukkig.” En bij de veertiende zet: “Geller dacht hier een half uur over na en keek niet gelukkig meer.” Op zet 22 geeft Geller op. Fischer is op dat moment 18 jaar oud. Geller 36.

diagellerfischer4In 1962 spelen ze voor de Kandidatenmatches in Curacao vier keer tegen elkaar. Geller wint er twee, Fischer één.

Daaronder die bekende partij waarbij Fischer het aflegt tegen Gellers diepe inzicht. Links doet Geller 15.Tc1. Er volgt 15… Pc5 16.Pxc5 dxc5 17.b4. Fischer slaat niet op b4 maar probeert stand te houden op c5, maar Geller doet Db3 en hermanoeuvreert met Tc1-a1-a4-b4. Na druk op b7 zal op een gegeven moment pion a5 tegen b7 geruild worden en winnen de verbonden pionnen van c4 en d5.

.

.

gellerfischer

Links Geller, rechts Fischer, in het toernooi van Curacao 1962.

Het staat na 1962 dus gelijk. Zes partijen gespeeld, twee remises, twee overwinningen voor allebei. Vijf van deze partijen zijn overigens open Sicilianen, waarbij ze elkaar met open vizier tegemoet treden. In 1965 besluit Geller van strategie te veranderen. Hij maakt er Koningsindisch van, wellicht met als doel om complicaties te vermijden. Die ontstaan er evengoed toch. En wat schetst de verbazing? Geller blijkt die complicaties beter meester dan Fischer.

Geller – Fischer
Havanna, 1965

1.c4 g6 2.Pc3 Lg7 3.d4 Pf6 4.e4 d6 5.f3 c6 6.Le3 a6 7.Ld3 b5 Dit systeem tegen Sämisch Koningsindisch heeft altijd een kleine populariteit behouden. Zwart doet dit hier vóór korte rochade, om de optie Dd2, Lh6 en h4 te ontmoedigen.
8.cxb5 axb5 9.Pge2 O-O 10.b4 Pbd7 11.O-O Lb7 Toen Geller tegen Fischer won, was het begrijpelijk dat in de zestiger jaren deze variant populair was. Maar geleidelijk aan ontdekte men dat die loper niet zo geweldig staat op b7. De aandacht verschoof naar … Pb6. Soms gaat de loper dan naar d7, maar simpeler is … La6: 11…Pb6 12.a4 bxa4 13.Pxa4 La6 In deze volgorde. Zwart heeft gelijk spel bereikt.
12.Dd2 e5 13.Tfd1 exd4 14.Pxd4 Pe5 15.Lf1 Pfd7 16.a4 Pb6
diagellerfischer917.Dc2
De druk op b5 forceert zwart op a4 te slaan zodat zwart geen voorpost meer heeft. Wit neemt zwarts pionoffer echter niet aan: 17.axb5 Txa1 18.Txa1 Pbc4 19.De1 Lxc4 opent gelijk de diagonaal van Lg7 en maakt het probleem erger
19…Pxe3 20.Dxe3 Db6 21.Td1 En zwart heeft voldoende compensatie in de vorm van het loperpaar en ook de open a-lijn.
17…bxa4 18.Pxa4 Pxa4 19.Txa4 Txa4 20.Dxa4 De7 21.Db3 Ta8 22.Pc2 Lc8 23.Pd4 Ld7 De stelling oogt gelijkwaardig, maar het valt wel op dat de loper weer teruggespeeld wordt naar d7 via c8. Een reden te meer om de zet 11… Lb7 te herevalueren. Desalniettemin: hoeveel voordeel heeft wit eigenlijk? Er lijkt me weinig aan de hand.
24.h3 Tb8 De zet h3 is natuurlijk traag en positioneel lelijk vanwege de zwarte gaten in de witte stelling. Wit dreigt simpel f4, waartegen zwart nu met … c5 had kunnen terugslaan: 24…c5 25.bxc5 dxc5 26.Db7 De8 27.Pe2 La4 28.Tb1 c4 Deze stelling ziet er goed uit voor zwart, maar misschien vond Fischer die witte dame te actief op b7.
25.Da3 25.f4 c5 26.fxe5 Txb4
25…d5 26.exd5 cxd5 27.Pc2
diagellerfischer9a27…Lxh3
En hier wordt de werkelijkheid pas echt verteld. Fischer kon bijvoorbeeld met Lf5 Pd4 Ld7 al op remise afkoersen, maar hij speelt op winst.
28.Lc5 28.gxh3 Pxf3+ 29.Kf2 Kh1 Dc7 en Kg2 De4 helpen ook niet. 29…Dh4+ 30.Kxf3 Dh5+ 31.Kg2 Dxd1 Met een boeiende stelling. De witte koning staat kwetsbaar, maar kan pas op langere termijn daar eventueel van profiteren. Ondertussen heeft wit wel een vrijpion op de b-lijn!
28…Dg5 29.f4 Dh5 30.Txd5 Lf5

.

.

diagellerfischer9b31.Pe3 Hier had wit een belangrijk alternatief, waarschijnlijk beter dan de partij:
– 31.Da7 Te8 32.fxe5 Lxc2 33.e6 wint
– 31.Da7 Tc8 32.De7 dreigt Td8 en na … h6 volgt sterk fxe5 Lxc2 Lc4. 32…Lf8 33.Dxe5 Lxc2 34.Dxh5 gxh5 35.Txh5 Met gezonde pluspion in een eindspel.
31…Pg4 32.Pxg4 Dxg4 Geller heeft duidelijk een geforceerde, betere variant gevonden dan het aannemen van het offer Lxh3. Hij staat nu duidelijk beter, met dank aan de vrijpion op b4.
33.Da7 Te8 34.Dc7 De zwarte dame dreigt ook nog eens buitenspel te staan, terwijl wit prima gecentraliseerd is.
34…h5 35.Td8 Txd8 36.Dxd8+ Kh7 37.Le3 Lh6 Tegen Dg5, maar het kost een volle pion. Zwarts laatste kans was: 37…Dg3 38.Dd2 Lf8 39.b5 Ld6 Dreigt … g5, maar wit kan nu met Df2 naar een eindspel afwikkelen, dat er vanwege de b-pion er nog altijd heel kansrijk voor wit uitziet.
38.Df6 Lg7 39.Dxf7 Dd1 40.Dc4 h4 41.De2 Da1 42.Kh2 Ld4 43.Lf2 Lxf2 44.Dxf2 Kg7 45.b5 Le4 46.b6 Lb7 47.De2 Kf6 48.Dd3 Ke7 49.Dc4 Kf6 50.Dd3 Ke7 51.De3+ Kd6 52.Le2 Db2 53.Lf3 Lxf3 54.De5+ En een mooie tussenzet tot slot.
54…Dxe5 55.fxe5+ Kxe5 56.gxf3 Kd6 57.f4

1-0

In zijn beroemde uitspraak suggereert Geller dat hij de schaker Fischer briljant analyseert, tot de conclusie komt dat Fischer minder goed is in scherpe stellingen en vervolgens zijn plan trekt. Maar hoe komt hij tot deze conclusie? Niet in de gewonnen partij van 1965, want het is Fischer die de complicaties zoekt. Net als in de twee Sicilianen van 1967 die door Geller gewonnen zijn. Telkens zoekt Fischer tegen Geller de complicaties op, gedreven door zijn enorme wil om te winnen. Het is dus geen analyse vooraf, maar een conclusie achteraf die Geller trekt.

fischer2x

Fischer speelde in Havana overigens vanuit New York over de telex, omdat de Amerikaanse regering hem geen visum wilde geven vanwege de gespannen relaties met Cuba. Ondanks deze ongunstige omstandigheid werd Fischer toch gedeeld tweede met Geller, een half punt achter Petrosian.

Maar dan volgt hun laatste partij in Palma de Mallorca, 1970. Geller maakt er een uitzonderlijk saaie partij van. Hij heeft wit en begint met Pf3. Na wederzijdse fianchetto volgt er ruilvariant Slavisch. Geller speelt dus ruilvariant Slavisch met g3! Daar zullen weinigen mee gewonnen hebben. Waarom speelt hij niet messcherp? Hij heeft Fischer toch ontraadseld?

Waarschijnlijk speelt mee dat hij de koppositie heeft in een interzonaal toernooi waarin de beste spelers zich plaatsen. De topspelers sparen in zo’n toernooi hun energie tegen elkaar om tegen de zwakkere broeders toe te slaan en zich gezamenlijk te plaatsen. Maar ja, Fischer heeft schijt aan dat soort mores! Zeker na Curacao, naar aanleiding waarvan Fischer de Russen zou verwijten elkaar te sparen met korte remises om voluit te gaan tegen de anderen.

Op zet 7 biedt Geller Fischer dus remise aan. Hij heeft wit en op het bord is verder weinig aan de hand. Op dat moment begint Fischer luidkeels door de zaal te lachen. De andere schakers kijken verschrikt op. Dan buigt Fischer zich voorover naar Geller en geeft op vervaarlijke toon zijn antwoord. Wat hij zegt weten we niet, want Geller verstaat hem niet en Fischer heeft het nooit herhaald. Gelet op het feit dat Fischer bekend is van uitspraken zoals I like the moment when I break a man’s ego, zal het vermoedelijk geen aardige opmerking geweest zijn. In elk geval wordt Geller rood en zichtbaar zenuwachtig na die opmerking.

diagellerfischerLater in de partij ontstaat de linkerdiagram. Geller, met wit spelend, ziet dat Kg3 eenvoudig remise is. Maar dan ziet hij een nog betere zet. Gewoon Td2 Kh4 Kxf5 spelen, g3 kan dan niet vanwege fxg3 Kxg3 (want de zwarte koning staat schaak!), en dan de witte koning op f5 maal zwarte toren op f1! Een dergelijke schaakblindheid komt vaker voor bij Geller. Na 66.Td2 Kh4 67.Kxf5 g3 heeft hij inmiddels zijn vergissing ontdekt en gaat de partij verder met 68.f4 Kh3 69.Td3 Kh4 70.Td2 Ta1 71.Ke5 Nog altijd stond het remise, die heel eenvoudig te bereiken was: 71.Td8 g2 72.Th8 Kg3 73.Tg8 Kf3 74.Ke6. 71… Kg4 72.f5 Ta5 en wit geeft het op.

Is Geller hier overduidelijk zichzelf niet? Heeft Fischer de vicieuze cirkel omgedraaid? Men zou denken dat deze partij het Geller-adagium bevestigt. Geller speelt niet scherp en verliest. Maar in de match Spassky-Fischer speelt Boris ook niet op z’n scherpst. De eerste partij alleen al. Spassky heeft wit en maakt er een slappe hap van. Ik vermoed dus dat Geller zijn visie bijgesteld heeft en dat zijn beroemde uitspraak in de euforie van zijn twee overwinningen in 1967 gedaan is. Het is ook wel een beetje toeval, want eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Fischer hem in beide partijen overspeeld heeft. Meer geluk dan wijsheid.

petrosianfischergeller

Petrosian, Fischer en Geller. Vriendschap op het schaakbord. Curacao 1962. Hetzelfde toernooi waarover Fischer achteraf zich zou beklagen over de combine van de Russen.