Schaken is de kunst der analyse
Hans Bouwmeester
Het schaakspel en de wiskunde vertonen verwantschappen, maar zijn niet identiek. De analyse vormt in beide een belangrijk onderdeel, maar het artistieke element, het onverwacht doorbréken van het alledaagse is in het schaakspel sterker vertegenwoordigd. De wiskunde is veelzijdiger; het werk van de grote wiskundige is niet aan tijd gebonden. Het maken van foute berekeningen heeft meestal geen ernstige gevolgen zolang een assistent de dingen kan narekenen en corrigeren.
Een schaakmeester moet zijn uitwerkingen met meedogenloze nauwkeurigheid en binnen een bepaalde tijdlimiet doorvoeren. Zijn spel is wreed, want in een fractie van een seconde kan hij het werk van vele uren teniet doen. En omdat niemand altijd in topvorm verkeert, maakt ook de grootste meester zijn percentage aan fouten. Wie geen incasseringsvermogen heeft, moet schaken niet tot zijn vak maken.
“De fout is het hoofdelement van het spel”, grapte Tartakower (links in beeld) eens. Dit mag waar zijn; andere hoofdelementen zijn kennis, ervaring, creativiteit, concentratie en uithoudingsvermogen. Op grond van deze elementen speelt de schaakmeester zijn spel. Hij analyseert zijn positie, die na elke zet weer een verschillend beeld vertoont.
Tijdens een partij aan het bord speelt het voorstellingsvermogen een grote rol. Na afloop kan men de analyses op het bord uitvoeren en testen. De meningen van experts zover één en dezelfde partij blijken dan soms zeer uiteen te lopen. Als illustratie een schitterende partij tussen twee spelers van wereldklasse. Beide spelers schreven een analyse in ‘hun’ toernooiboek.
Over hetzelfde toernooi is er ook een beroemd geworden boek van Bronstein. Bijna alle grote schakers waren en zijn tevens grote analytici en de drie, hier aan het woord komende coryfeeën vormen geen uitzondering op de regel.
De drie spelers in kwestie zijn Euwe, Najdorf en Bronstein.
Het verslag van Hans Bouwmeester gaat nu verder met een analyse van de partij Euwe – Najdorf, gespeeld te Neuhausen-Zürich in 1953, in het kandidatentoernooi.
Boven een foto van Euwe met zijn dochter.
Dr. M. Euwe – M. Najdorf
Kandidatentoernooi Neuhausen – Zurich, 1953.
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.g3 Voor de tweede wereldoorlog beschouwde men deze opstelling als zeer kansrijk. Door successen van Boleslavsky en Bronstein met zwart kwam men op deze mening terug. Euwe bleef het systeem trouw en had er over het geheel genomen goede ervaringen mee.
3…Lg7 4.Lg2 O-O Volgens de jongste inzichten is 4… d5 eveneens goed speelbaar; een kwestie van persoonlijke voorkeur.
5.Pc3 c5 Gebruikelijker is 5… d6.
6.d5 e5 Interessant is 6…d6 7.Pf3 e5 8.dxe6 Lxe6!? 9.Pg5 Lxc4 10.Lxb7 Pbd7 11.Lxa8 Dxa8 en zwart heeft goede kansen voor het geofferde materiaal.
7.Lg5 Scherp en kansrijk. Na
[7.e4 d6 8.Pge2 Pbd7 9.O-O a6 10.a4 Ph5 11.Le3 f5 Najdorf – Reshevsky, Mexico 1952, of]
[7.Pf3 d6 8.O-O Pbd7 9.Dc2 De7 Stahlberg – Najdorf, Zurich 1953, krijgt zwart goed tegenspel.]
[7.dxe6 dxe6 en er valt niets te bereiken.]
[7.d6 ziet er ook niet gevaarlijk voor zwart uit.]
7…h6 uitdagend en typisch Najdorf. Logisch was 7… d6 om na 8.Dd2 (8.Pe4 Da5!) met 8… a6 een actie op de damevleugel te beginnen. Volgens Najdorf zijn de kansen in dat geval gelijk: 7…d6 8.Dd2 a6
8.Lxf6 Dxf6
9.d6! De consequentie van de witte opstelling. De pion kan kwetsbaar worden, maar de witte stukken vinden prachtige centrale velden.
9…Pc6 10.e3 b6 Euwe suggereerde na de partij 10… Kh8. Als wit in dat geval veld d5 met paard of loper bezet, valt zijn d-pion.
11.Ld5 Kh8 Najdorf kritiseert deze zet en acht 11… La6, gevolgd door 12… Tab8 en 13… b5 aangewezen. Bronstein is van mening dat wit in dat geval op de koningsvleugel een gevaarlijke aanval kan inzetten.
12.Pe4 Dd8 13.h4 f5 Ook deze opmars achtte Najdorf na de partij te provocerend. In zijn analyse geeft hij: 13…La6 14.Pg5 Sterker lijkt a3. 14…hxg5 15.hxg5+ Kg8 16.Dg4 Pb4 17.Dh4 Te8
14.Pg5 Lb7 15.g4! De scherpste voortzetting van de aanval. Zwart hoopte op: 15.Pf7+? Txf7 16.Lxf7 Pb4 17.Th2 Df6 18.Ld5 Lxd5 19.cxd5 e4 met voordeel voor zwart.
15…e4 Najdorf geeft de volgende varianten:
[15…Pa5 16.Lxb7 Pxb7 17.Dd5 en wint wint onder gunstige omstandigheden de kwaliteit.]
[15…Df6 16.Pf7+ Txf7 17.g5 met kwaliteitswinst. Maar dit lijkt na 17…Dxd6 18.Lxf7 Dxd1+ 19.Txd1 Pb4 20.Th2 e4 niet geheel duidelijk. Euwe geeft:]
[15…Df6 16.gxf5 gxf5 17.Dh5]
[15…Df6 16.gxf5 Dxf5 17.Th2 Tab8 leidt tot een moeilijke positie, waarin beide partijen over kansen beschikken.]
16.Pe2 Ontwikkelen en aanvallen!
16…Lxb2
17.Pf4! De witte aanval op het hoogtepunt.
17…Df6 Het alternatief was 17… Lxa1. Er kan volgen:
[A.1 17…Lxa1 18.Pxg6+ Kg7 19.Dxa1+? Df6! 20.Dxf6+ Txf6 21.Pf4 Tff8! 21… hxg5? 22.hxg5!
22.Ph5+ Kh8 23.Pf7+ Txf7 24.Lxf7 Pe5 En zwart wint (Euwe).]
[A.2.1 17…Lxa1 18.Pxg6+ Kg7 19.Pxf8! Lc3+ 20.Kf1 Kxf8 21.gxf5 hxg5 22.Dh5 Df6 23.hxg5 Dxf5 24.Th4 met winnende aanval (Najdorf).]
[A.2.2 17…Lxa1 18.Pxg6+ Kg7 19.Pxf8 Lc3+ 20.Kf1 Dxf8 21.gxf5 Dxf5 22.Tg1 Kh8 23.Dh5 en wint.]
[A.2.3 17…Lxa1 18.Pxg6+ Kg7 19.Pxf8 Lc3+ 20.Kf1 hxg5 21.gxf5 Dxf8 22.Tg1 Dxf5 23.Txg5+ Dxg5 24.hxg5 Th8 25.Dg4 Pe5 26.Dxe4 en wit wint door zijn pionnenmacht op de koningsvleugel.]
[B.1 17…Lxa1 18.gxf5 Lc3+ 19.Kf1 Onder praktische omstandigheden is de witte aanval niet te weerstaan, aldus Bronstein. Euwe geeft nog de volgende varianten: 19…hxg5 20.hxg5+ Kg7 21.Ph5+ gxh5 22.Dxh5 en wint.]
[B.2 17…Lxa1 18.gxf5 Lc3+ 19.Kf1 gxf5 20.Dh5 Df6 21.Pg6+ Kg7 22.Tg1 en wint.]
[B.3 17…Lxa1 18.gxf5 Lc3+ 19.Kf1 Txf5 20.Pxg6+ Kg7 21.Pxe4 met winnende aanval. Een dergelijk variantencomplex is tijdens een partij overigens nauwelijks te berekenen of exact te taxeren. Hier spelen ook en vooral factoren mee als intuïtie en moed.]
18.gxf5 Lxa1 Bij deze zet lopen de commentaren zeer uiteen.
[18…gxf5 19.Tb1 Le5 20.Dh5 (Bronstein) is niet overtuigend na 20…Lxf4 21.exf4 Pd8]
[Euwe geeft: 18…gxf5 19.Tb1 Le5 20.Ph5 Dg6 21.Tg1 hxg5 22.Txg5 De8 23.Pg7! enz., maar hoe verder na 23…Lxg7 24.Th5+ Lh6 25.Txh6+ Kg7 ?]
[18…gxf5 19.Dh5 (Najdorf), gevolgd door 20.Tg1 lijkt het sterkst.]
19.Pxg6+ Kg7
.
.
20.Pxe4 Noch Euwe, noch Najdorf geven commentaar op deze zet, die niettemin zwart tegenkansen geeft. Bronstein toont aan dat 20.Pf4! wint. Er zijn dan dreigingen als 21.Ph5, 21.Dh5 en 21.Tg1. Hiertegen helpt 20… Dc3 niet, bijvoorbeeld: 20.Pf4! Dc3+ 21.Kf1 hxg5 22.hxg5 Txf5 23.Th7+!
20…Lc3+ Gedwongen, want 20… Dxf5? faalt op: 20…Dxf5? 21.Dxa1+ Kxg6 22.Tg1+
21.Kf1 Dxf5 22.Pf4 Met 22.Tg1 kon wit remise afdwingen: 22.Tg1 Dh3+ 23.Tg2 Dh1+ maar uiteraard blijft Euwe op winst spelen.
22…Kh8 De beste verdediging, zoals blijkt uit:
[22…Le5 23.Pg3! Dh7 24.Dg4+ en wint, of]
[22…De5 23.Dg4+ en wint (Euwe).]
23.Pxc3 De aanval is even tot rust gekomen en het materieel evenwicht vrijwel hersteld. De witte stukken zijn echter veel actiever en dat maakt de verdediging, onder druk van de klok, moeilijk voor zwart.
23…Tae8 Najdorf voorziet deze zet van een vraagteken en geeft 23… Pa5 met de volgende varianten:
[A. 23…Pa5 24.h5 Kh7]
[B. 23…Pa5 24.Tg1 Kh7]
[C. 23…Pa5 24.Lxb7 Pxb7 25.Pce2 De4 26.Pg3 (Of 26.Tg1 Tg8) 26…Dxc4+ 27.Kg2 Txf4 28.exf4 Tg8]
[D.1. 23…Pa5 24.Da1 Kh7? 25.Tg1 Lxd5 26.Pcxd5 Tf7 27.e4! Dxe4 28.Tg7+!]
[D.2. 23…Pa5 24.Da1 Df6 25.Lxb7 Pxb7 26.Tg1 Tg8]
[Maar Bronstein geeft 23… Pd8 en komt na ruil op b7 in variant C terecht, en zet dan voort met 25.Pcd5! zonder de positie verder te analyseren. Zwart is vermoedelijk zonder afdoende verdediging:
23…Pd8 24.Lxb7 Pxb7 25.Pcd5! De4 26.Tg1 Tf7 27.Da1+ Kh7 28.Ph5 Dxc4+ 29.Ke1 en wint.]
[23…Pd8 24.Lxb7 Pxb7 25.Pcd5 Tg8 26.Da1+ Tg7 27.Tg1 Tag8 28.Tg6! en wint.]
[23…Pd8 24.Lxb7 Pxb7 25.Pcd5 Pxd6 26.Tg1! Met drie formidabele dreigingen (27.Da1, 27.Tg6 en 27.Pe7).]
24.Pce2 Tg8 Tracht de kwaliteit terug te geven, maar hierop behoeft wit niet in te gaan. Op 24… Tf6 was 25.Pg3 sterk.
25.h5 Tg5 26.Pg3 Txg3 Gedwongen, want 26… Dg4 faalt op 27.Lf3.
27.fxg3 Txe3 28.Kf2 De zwarte toren heeft nu geen goede velden.
28…Te8
29.Te1! Txe1 [29…Tf8 30.Kg1 Kg7 31.Dd2 Of ook 31.Te7 Pxe7 32.dxe7. Zwart heeft na 31.Dd2 geen goede velden meer.
30.Dxe1 De strijd is gestreden. Er volgde nog:
30…Kg7 31.De8 Dc2+ 32.Kg1 Dd1+ 33.Kh2 Dc2+ 34.Pg2 Df5 35.Dg8+ Kf6 36.Dh8+ Kg5 37.Dg7+ En mat in twee! Najdorfs laatste commentaar: “Bravo doctor Euwe!”
1-0
Links Miguel Najdorf, rechts Max Euwe. De foto is overigens uit 1947.
Links Miguel Najdorf, rechts Max Euwe. Dit is uit 1960.