Lang leve het volk
Robert Beekman
Gelukkig Nieuwjaar? Nederland gaat in 2012 weer een recessie in! Reden om nog eens terug te blikken naar het wonder van vroeger tijden.
Donderdag 24 oktober 1929. Dit is de dag waarop de crisis van de dertiger jaren ingeleid werd. Hij wordt Zwarte Donderdag genoemd. Direct na Zwarte Donderdag komt Zwarte Vrijdag. Iedereen raakt op deze twee dagen in paniek en probeert al z’n aandelen te verkopen. Vooral veel kleine beleggers hadden hun geld op de beurs uitstaan en raakten in twee dagen al hun bezittingen kwijt. Maar ook de banken en rijke beleggers konden in een paar dagen tijd aan de bedelstaf geraken. De jaren die erna volgden waren één lange terugkerende vicieuze spiraal neerwaarts. De burgers hadden geen geld en dus geen koopkracht, dus gingen bedrijven over de kop en ontstond werkeloosheid, dus nog minder koopkracht, enzovoorts, enzovoorts.
Het is de geschiedenis ingegaan onder de naam “De Grote Depressie”. Wie werkeloos was, had echt geen geld – sociale voorzieningen werden pas in de vijftiger jaren opgebouwd. Enorme verpaupering en armoede vormden de voedingsbasis voor de opkomst van het fascisme – ook in Nederland. Het hoogtepunt van deze depressie was in 1935, toen bijna een half miljoen werkloos was.
En midden in deze Grote Depressie, precies op haar hoogtepunt in 1935, wordt Euwe – Aljechin georganiseerd! Euwe moest 10.000 gulden ophoesten om tegen Aljechin te mogen spelen en dit geld is in centen en stuivers verzameld door de Man van de Straat. Namens Schaakclub Utrecht was Eduard Spanjaard de grote voortrekker van het geld verzamelen. Iedereen die meedeed aan een schaakopgave, betaalde één cent aan de match Euwe – Aljechin. Wekelijks leefde schakend Utrecht mee met de spaarzucht onder leiding van Spanjaard.
Heel Nederland lag aan de voeten van deze grootse gebeurtenis. De media stortte zich er voltallig op en het was net alsof Euwe – Aljechin het lichtpuntje was dat het Nederlandse volk in die bange dagen hoop gaf. Het is onwaarschijnlijk hoeveel mensen na 1935 zijn gaan schaken, een golf aan schaakclubs is daarna opgericht. Het is onwaarschijnlijk hoeveel niet-schakers deze match bezocht hebben. Ze snapten er niets van – en daardoor fascineerde het des te meer.
In karavaan ging de match heel Nederland door. Dertig partijen lang. Van de ene naar de andere uithoek in Nederland. Overal liep de goegemeente leeg richting de toernooizaal. Voor velen van hen was geen ruimte meer in de toernooizaal, zoals op de foto hierboven zichtbaar is. Die wachtten buiten in de kou, luisterend naar de staccato berichten die hen af en toe bereikten.
En Euwe won! Het wonder van 1935!
Euwe – Aljechin in het Rijksmuseum te Amsterdam. Kijk eens naar die menigte toeschouwers op de achtergrond!
De parel van Zandvoort
Hieronder de mooiste van Euwe tegen Aljechin. “De parel van Zandvoort”, zo bekroonde commentator Tartakower deze partij. De partij laat zien hoe goed Euwe bestand was tegen de complicaties die Aljechin zelf opriep. Aljechin meende immers dat hij tactisch de meerdere was en deed dus zetten waarvan grootmeesters niet konden geloven dat het speelbaar was. Tegen Bogoljubow werkte deze strategie – tegen Euwe niet.
Max Euwe – Alexander Aljechin
Wereldkampioenschap 1935
1.d4 e6 2.c4 f5 3.g3 Lb4+ 4.Ld2 Le7 5.Lg2 Pf6 6.Pc3 O-O 7.Pf3 Pe4 8.O-O b6 9.Dc2 Lb7 10.Pe5 Pxc3 11.Lxc3 Lxg2 12.Kxg2 Dc8 13.d5 d6 14.Pd3 e5 15.Kh1 c6 16.Db3 Kh8 17.f4 e4 18.Pb4 c5 19.Pc2 Pd7 20.Pe3 Lf6
De opening laat ik verder onbesproken. Veel commentatoren viel het op dat Aljechin Hollands speelt tegen een Hollander, spelend in Holland. Was dat alleen al een provocatie? Natuurlijk niet! De laatste zet (… Lf6) mag echter wel een provocatie genoemd worden. Euwe neemt de uitdaging aan en slaat met het paard op f5, wat tot een stelling met drie pionnen tegen loper leidt. In het matchboek schrijft Euwe een jaar later dat wit nu gewonnen staat. Kasparov betwist dat. Er ontstaat in elk geval een onduidelijke, gecompliceerde stelling.
21.Pxf5 Lxc3 22.Pxd6 Db8 23.Pxe4 Lf6 24.Pd2 Hoe staat deze stelling? Drie pionnen voor een stuk is in het middenspel doorgaans niet voldoende. Wit heeft daarbij geen denderende aanval ter compensatie, maar wel twee verbonden en gedekte vrijpionnen op d5 en e5 die de zwarte stelling verlammen.
24…g5 Opent de g-lijn om tegenspel te verkrijgen.
25.e4 gxf4 26.gxf4 Ld4 27.e5 De8 28.e6 Tg8
Nog een goede zet. Na exd7 volgt winnend De2.
29.Pf3 Dit is de zet die door Euwe en andere grootmeesters bekritiseerd werd. Met Dh3 zou wit gewonnen hebben. 29.Dh3 Pf6 30.Pf3 Lxb2 31.Tab1 “Etcetera”, zegt Euwe in het matchboek, maar Kasparov beweert dat het helemaal zo simpel niet is. 31…Ld4 32.Pxd4 cxd4 33.Tbd1 Dg6 34.Txd4 Dc2 35.d6 Pg4 36.Dg2 Dc3 37.Dd2 Dh3 38.Dg2 Dc3 En remise. Wel een ijskoude computervariant. Maar als ik zelf de computer aanzet, vraag ik me af of Kasparov in 2003 wel lang genoeg de computer heeft laten draaien. Allereerst is De3 ipv Dc3 aan het eind beter. Zwart haalt gewoon pion e6 op. Maar nog lastiger is dat mijn Rybka 4 wit op de 36ste zet laat winnen: 36.d7 (Op Dc1 of Db1 volgt nu Dg2) 36…Pf2+ 37.Txf2 Dxf2 38.Td1 En deze stelling is gewonnen voor wit. Hij dreigt nu Dc3 en dus is … Dc2 bijna gedwongen, waarna wit Df3 doet en met de pionnen naar voren schuift. Even dacht ik dat Kasparov indirect gelijk had toen hij zei dat Euwe niet altijd goede rekenvarianten gaf maar wel goede taxaties. Zou dat ook voor Euwes oordeel gelden dat 21.Pxf5! Helaas! Mijn Rybka vindt … b5 ipv … Pg4, leidend tot gelijke stelling. Echter, er zijn zoveel verschillende subvarianten mogelijk in deze hele variant, dat het niet verstandig is te wagen aan een eindoordeel.
29…Dg6 30.Tg1 “Een torenoffer”, schrijven sommigen commentatoren, maar omdat wit het paard op d7 terugwint, verandert de materiaalverhouding de facto van stuk tegen drie pionnen naar toren tegen paard en twee pionnen.
30…Lxg1 31.Txg1
31…Df6 Hier is iedereen het over eens. Dit is de beslissende fout.
– 31…Df5 32.exd7 Txg1+ 33.Kxg1 Dxd7 34.Kf2 Volgens Euwe staat het hier gelijk, maar Kasparov zegt dat wit zonder risico op winst kan spelen.
– 31…Df5 32.Pg5 h6 Volgens Kasparov dus de enige zet. Hij komt nu met een lange computervariant:
33.Dc3+ Pf6 34.De5 Dxe5 35.fxe5 Pg4 36.Txg4 Txg5 37.Txg5 hxg5 38.d6 Kg7 39.Kg2 Kf8 40.Kf3 Tb8 41.a4 a6 42.Ke4 b5 43.axb5 axb5 44.b3 Ke8 45.Kd5 bxc4 46.bxc4 Tb2 47.Kxc5 g4 48.Kd5 Txh2 49.c5 Td2+ 50.Ke4 Tc2 51.Kd5 g3 52.c6 Tc5+ (g2 c7 wint voor wit.) 53.Kxc5 g2 54.c7 g1=D+ 55.Kc6 Dg2+ Met eeuwig schaak en remise.
32.Pg5
Dit is de mooie zet leidend tot de stelling links waarvan later een postzegel is uitgegeven.
32…Tg7 33.exd7 Txd7 34.De3 Te7 35.Pe6 Tf8 36.De5 Deze zet krijgt van Euwe en Kasparov een uitroepteken, maar gelet op het feit dat zwart straks Txe6 kan doen, waarna een moeilijk eindspel ontstaat dat zwart wellicht kan houden, maar wit wel goede winstkansen heeft, ben ik daar niet helemaal zeker van.
36…Dxe5 37.fxe5 Tf5 37…Txe6 38.dxe6 Tf5 39.Te1 Kg8 40.Te3 Kf8 41.Ta3 Txe5 42.Txa7 Txe6 43.b3 h6 Wit heeft goede winstkansen, maar het blijft moeilijk.
38.Te1 h6 39.Pd8 Tf2 40.e6 Td2 41.Pc6 Te8 42.e7 b5 43.Pd8 Kg7 44.Pb7 Kf6 45.Te6+ Kg5 46.Pd6 Txe7 47.Pe4+
1-0
Er is zelfs een postzegel uitgegeven naar aanleiding van deze partij. Zie hierboven. Ze bevat een afbeelding van de stelling na de zet 32.Pg5!
Euwe – Aljechin.