Schoonheid en titulatuur
Hans Bouwmeester
Wie wel eens van Emilian Dobrescu (links in beeld) gehoord heeft, mag een vinger opsteken. Volgens mijn gegevens is hij een gepromoveerd macro-econoom en sinds 1967 hoogleraar in Boekarest.
Volgens een Roemeense schaakcollega was hij tevens economisch adviseur van een regering die in onze gematigde streken als dubieus bekend stond. En, alsof dat alles nog niet genoeg is: hij is grootmeester van de schaakcompositie. Onlangs verscheen bij Arves een boek waarin ruim 150 studies van Dobrescu zijn verzameld. De oplossingen zijn alle in telegramstijl beschreven en die methode zal zeker niet aantrekkelijk zijn voor de gemiddelde schaakspeler, die in het algemeen pas voor een mooie eindspelstudie aandacht heeft, als de presentatie aan bepaalde eisen voldoet. Ze eten uit je hand, maar het voer moet wel lekker klaargemaakt zijn.
Vroeger, we weten het wel, in de goede oude tijd, toen er nog niet zoveel met titels wel gegooid, toen Cor de Feyter en Freek Spinhoven wervende eindspelrubrieken schreven in ons Koninklijk bondsorgaan, toen onze schone moedertaal nog bij machte was om dat schitterende tijdschrift een Nederlandse naam te geven, toen Jan Marwitz nog zijn inspirerende eindspelvoordrachten hield in de Haarlemse regio … Wat is het allemaal lang geleden.
Sinds het verschijnen van het bovengenoemde werk heb ik er tientallen studies uit nagespeeld en bestudeerd. Ze hebben mij minder geïnspireerd dan het grote werk van Troitzki, Liboerkin en Kasparjan en een echte grote meester kan ik in Dobrescu niet zien, maar in onze tijd zijn er nu eenmaal ook grote titels voor kleine meesters en soms mag hun werk best gezien worden.
Wit wint.
1.Ka1! Een fraaie openingszet. 1.Pf6 Tb4+ en 2… Tb8 is remise en ook 1.Ka2 Tb4 2.Ph6 Tb2+ is onvoldoende. 1… Th1+ Gedwongen, want 1… h5 faalt op 2.Pf6 en na 1… Tf4 2.Ph6 Tf8 (2… Tf1 leidt tot de hoofdvariant.) 3. Ka2! Is zwart in tempodwang. 2.Ka2 Tf1 Op 2… Th6 beslist 3.Pe7! 3.Ph6 Tf8 4.Tg1! Deze zet is moeilijk te vinden. Na 4.Kb1 Tf1+ 5.Kc2 Tf8 6.Kb3 a2 of na 4.Tg3 Tf2+ 5.Kxa3 Ta2+! Is de winst verkeken. 4… Tf2+ 5.Ka1 Niet 5.Kb1 a2+ 6.Ka1 Tf8 remise. 5… Tf8 6.Kb1! Tb8+ Of 6… a2+ 7.Ka1 en wint. 7.Ka2 Tf8 8.Tg2! en wint. Het thema tempodwang is hier mooi uitgewerkt.
.
Wit wint. Een mooi voorbeeld van blokkade. Niets nemen, behalve de laatste officier! De oplossing spreekt voor zichzelf. 1.Lf4+ Kg2 2.Ld6! dxc6! 3.Lc5 Ld7 4.a6 Lc8 5.a7 Lb7 6.Kd4 Kf3 7.Ke5 La8! 8.Ke6 Ke4 9.Kd7 Kd5 10.Kc8! en wint.
.
.
.
.
.
Wit wint.
1.d7 Tf4 Niet 1… Kxb6 2.Ke8! 2.d5! De enige zet die tot winst leidt. 2.Kc8? Txd4 3.b7 Tc4+ 4.Kb8 Tb4! 5.d8D (5.d8P Txa4 6.Pc6 Ta1 =) 5… Txb7+ 6. Kc8 Tb8+! remise. 2… Td4 3.Kc8! Niet 3.Kc7? Txd5 4.b7 Txd7+ remise. 3… Txd5 4.b7 Tc5+ Na het nemen op d7 verschijnt er een paard op b8! 5.Kb8 Td5 6.Ka8 Txd7 7.b8P+! en wint.
.
.
.
.
Wit wint, maar om het doel te bereiken moet de witte koningin tweemaal trappenlopen. 1.Db8+ Lg8! 2.Db2+ Tg7+ Helaas gedwongen, want na 2… Kh7 3.Dh2+ Kg6 4.Dd6+! verliest hij de toren met schaak 3.Kh5 Kh7 4.Dc2+ Kh8 en nu de trap op 5-11.Dc3-d3+-d4-e4+-e5-f5+-f6 11… a1D 12.Dxa1 Kh7 13.Db1+ en nu begint het “trappenklimmen” opnieuw tot met 23.Dh6 mat het doel bereikt is.