Schaken, go en shogi
Robert Beekman
In 1946 – hij is dan drie jaar oud – verhuist Arend van Oosten met zijn ouders naar Nederlands-Indië. Gelukkig wonen ze in een relatief veilig deel van Nederlands-Indië, zodat de politionele acties grotendeels langs hen heengaan. In dat verre Indonesië leert zijn vader hem schaken – op zesjarige leeftijd, dus in 1949. In datzelfde jaar geeft Nederland de aanspraak op Nederlands-Indië op en wordt Indonesië onafhankelijk. In 1950 komt het gezin dus weer terug naar Nederland en meldt Arend zich bij de jeugdafdeling van ASC te Amsterdam. Via Den Haag (DD) en studie in Leiden (LSG) gaat hij in 1967 werken in Utrecht als leraar Natuurkunde aan de Kees Boeke school, waar hij zijn hele leven gebleven is.
Bij Utrecht komt Arend gelijk in het eerste tiental. Eerst aan het achtste bord. In het tweede seizoen (1968 – 1969) wint Arend alle zeven partijen voor het eerste team aan het vierde bord. In datzelfde seizoen (en ook het seizoen erna) wordt hij clubkampioen. Hij schuift daarmee door naar het eerste bord en blijft winnen! Als hij internationaal meester Cortlever verslagen heeft, is een ongekende score van 9 uit 9 een feit. Eduard Spanjaard grijpt vervolgens de pen en vult zijn column in het Utrechts Nieuwsblad met Arend van Oosten. De partij tegen Cortlever wordt breed uitgemeten. Na Cortlevers incourante 1.e4 e6 2.b3 d5 3.Lb2 dxe4 4.Pc3 Pf6 5.g4!? (oogt tegenwoordig weer vertrouwd), doet Arend … h6, waarna later de h-lijn geopend wordt voor de zwarte toren. Netjes vangt hij de aanval op om het eindspel vakkundig af te wikkelen naar winst.
Ook de winst op de Engelse meester Golombek te Whitley (1966) wordt door Spanjaard nog gememoreerd.
Arend (zwart) speelt 27… Th4, die niet genomen kan worden (gxh4 Df4). Golombek offert nu met Lb2 en Te5 zelf een kwaliteit, wat aangenomen wordt. Dat oogt gevaarlijk, maar zwart centraliseert de torens op de e-lijn en wint.
.
.
.
.
In 1976 speelt Arend tegen Euwe. Utrecht – Rotterdam, hoofdklasse. Met wit en het Koningsgambiet. Links de stelling na 1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Pf3 Le7 4.Pc3 Lh4 5.Ke2. Op dit moment staat Arend op en komt Bert Kieboom bij hem staan: “Moet je nou uitgerekend tegen Euwe het koningsgambiet spelen? Hij heeft die opening praktisch uitgevonden”.
Het wordt echter een correcte remise; de zwarte stukken staan niet actief genoeg om te profiteren van de positie van de witte koning.
.
Arend achter het go-bord
Naast het schaken heeft Arend ook nog twee andere hobbies. Hierboven een foto van Arend aan de go-tafel. Op diezelfde go-club spelen op een zekere avond twee spelers shogi, een ander Japans bordspel. Gebiologeerd blijft hij bij het bord meekijken. Ze hebben in Utrecht een shogi-clubje opgericht. Een klein clubje, hoe kan het ook anders. Op het hoogtepunt zijn er maar liefst 12 leden van deze club. In Nederland zijn er ook maar zo’n twee toernooien per jaar; wie vaker wil spelen, zal naar het buitenland moeten trekken. Regelmatig heeft Arend dan ook verstek laten gaan bij SCU omdat hij aan een toernooi in het buitenland deelneemt. En niet zonder betekenis. Arend is vijf keer Europees kampioen in Shogi geworden: in de jaren 1989, 1993, 1996, 1999 en 2006.
Shogi is Japans schaak, waarbij meerdere stukken promoveren als de bovenste drie rijen bereikt zijn; de steen wordt dan omgedraaid, waarna een toren bijvoorbeeld promoveert tot vliegende draak en een loper tot vliegend paard. Een geslagen stuk van de tegenstander wordt naast het bord gelegd en mag op de volgende zet als eigen stuk ingezet worden.
Shogitoernooi in Japan (1996), uitgenodigd als Europees kampioen
Arend van Oosten bij ons op de club.