Robert Beekman
Aljechin (hierboven in beeld) kan absoluut politieke incorrectheid toegeschreven worden, maar was hij een Nazi of antisemiet? Eén van de moeilijkste vragen voor schaakhistorici. Niemand durft een antwoord op deze vraag te geven. In 1941 schreef Aljechin antisemitische artikelen. Arisch en Joods Schaak, was één van de titels. In die artikelen zou staan dat zijn overwinning op Euwe in 1937 “een overwinning op het Joodse complot” was. Verder schrijft hij dat Joods schaak laf en defensief is, waar Arisch schaak juist gedurfd en aanvallend is. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er al snel stemmen binnen de schaakwereld en FIDE op om hem zijn titels te ontnemen en zijn persoon van toernooien te weren. De discussie daarover is binnen de FIDE nooit gevoerd, want Aljechin overleed onder duistere omstandigheden op 24 maart 1946 in een Portugese hotelkamer. Hij was inmiddels naar het fascistische Spanje gevlucht, waar hem een warm welkom geheten werd. Hij zou begraven worden in Montparnasse te Parijs, waar, vive la compassion, zijn begrafenis door diezelfde FIDE betaald werd.
Er zijn meer verdachte uitspraken bekend van Aljechin. Zo schrijft Euwe in Caïssa dat Aljechin in 1932 na een overwinning op Lasker luidkeels uitgeroepen zou hebben: “Ich habe es dem Juden wieder gezeigt!!” Klinkt niet echt fijn, moet ik zeggen. Maar hij zegt hier niet dat joden verderfelijk zijn en uitgemoord moeten worden. Na de Tweede Wereldoorlog zou Tartakower (zelf joods – zijn ouders waren in 1991 tijdens een pogrom vermoord) het voor Aljechin opnemen: “Iedereen wist voor de oorlog dat Aljechin antisemitisch was – waarom gaan we daar nu ineens een punt van maken?”
Antisemitisme had vóór de oorlog een hele andere betekenis dan erna. De holocaust van zes miljoen joden máken dat verschil. Aljechin komt uit Rusland en rond 1900 zijn daar meerdere pogroms geweest. Duizenden joden zijn rond die eeuwwisseling vermoord. Nog veel erger waren de Jodenvervolgingen gedurende de Russische burgeroorlog van 1917. Honderdduizend joden zijn toen om het leven gekomen. Ongeveer 2 miljoen joden zijn tussen 1880 en 1920 Rusland ontvlucht – meestal emigratie naar de Verenigde Staten. Aljechin groeit dus op in een ronduit antisemitische cultuur. In mijn studietijd had ik een Russische schaakvriend die Rusland ontsnapt was. Hij beweerde dat het Russisch antisemitisme ook na de Tweede Wereldoorlog enorm groot was – een reden waarom Israel zoveel Russische joden heeft.
Laat onverlet dat Aljechin veel joodse vrienden had, ook onder schakers. Sterker nog, zijn vrouw was joods. Hij nam joodse schakers als secondant, zoals Landau (in de oorlog door de Nazi’s vermoord omdat hij jood was) tijdens de match tegen Euwe in 1935. En dan zijn er nog meer vragen. Waarom weigerde Aljechin op de Olympiade van 1939 in Argentinië als Franse teamcaptain om tegen Duitsland te spelen nadat Duitsland Polen was binnengevallen? En waarom keerde Aljechin in 1939 terug naar Frankrijk om dienst te nemen in het Franse leger als vertaler?
Aljechin en Frank
Aljechin laat zich op deze foto fêteren met Duitse nazi’s. Foto uit 1936. In het midden zit Reichsminister Frank, een prominente nazi. Rechts van hem Aljechin. Maar, en dat is de ironie: links van Frank zien we Aljechins joodse vrouw zitten.
In de Tweede Wereldoorlog organiseert Hans Frank elk jaar een groot toernooi, waaraan Aljechin meerdere malen en Bogoljubow elk jaar deelgenomen heeft. Kennelijk is die Hans Frank een schakende nazi. So what?, hoor ik u denken. Inderdaad is de naam Hans Frank minder bekend dan Goebbels, Göring of Himmler. Evengoed is hij één van de grootste oorlogsmisdadigers van de Tweede Wereldoorlog.
Hans Frank behoort tot de groep vaste vertrouwelingen van Hitler en hielp hem dan ook aan de macht bij de putsch van 1933. Maar dat is niet het belangrijkste. In 1939 werd hij na de verovering van Polen de Duitse gouverneur-generaal van Polen. Onder zijn leiding zijn een veelvoud aan concentratiekampen gebouwd. Van deze concentratiekampen waren de meeste ‘werkkampen’ en zeven zogenaamde vernietigingskampen, waar mensen systematisch vergast en vermoord werden. Zes van deze vernietigingskampen waren in Polen. Hans Frank heeft er zorg voor gedragen dat het hoogste percentage van een land uitgemoord is. 5 miljoen Polen zijn vermoord, bijna een vijfde van de totale Poolse bevolking. Onder deze 5 miljoen waren 3 miljoen joden, zo ongeveer 98 procent van de joden in Polen.
Vergelijk dit met Rusland, het land waar 23 miljoen doden vielen. Het grootste aantal in de Tweede Wereldoorlog, bijna een zesde van de totale bevolking, maar daar zaten ook 11 miljoen soldaten bij. De Polen zijn nagenoeg allemaal niet door oorlogsschermutselingen overleden, maar door genocide. Genocide onder leiding van Hans Frank. Zijn bijnaam was dan ook de “Butcher of Poland” en na afloop van de oorlog is hij veroordeeld voor oorlogsmisdaden in het Neurenberg Tribunaal. Hij kreeg de doodstraf en is opgehangen.
Zoals ik al zei: hij wordt gerekend tot één van de grootste oorlogsmisdadigers van de Tweede Wereldoorlog.
Maar goed. Aljechin is schaker, en wat moet je als schaker in de Tweede Wereldoorlog? Schaken dan maar.
Aljechin tegen Richter, een foto uit 1941 van een schaaktoernooi van Frank.
But what’s in a picture? Het onderschrift bij deze foto luidt: ‘Welmeister Euwe in Berlin’. We zien hier: Post, Zander, Frank, Euwe, Miehe and Bogoljubow. 1937. Euwe laat zich dus fotograferen met een man die ook in 1937 op z’n minst een hoogst dubieuze reputatie heeft. En er is dan nog geen bezetting.
Waarom schaken en Nazi-Duitsland?
Waarom mocht Hans Frank die schaaktoernooien eigenlijk organiseren? Nazi-Duitsland was toch volstrekt anti-intellectueel? Boeken werden massaal verbrand.
Twee vermoedens. Allereerst schreef Tim Krabbé dat Cor Jansen hem een citaat stuurde uit een onbekend boek van Herbert Grasemann (Schach ohne Partner für Könner, 1982):
“When [Hitler] had not yet decided to devote himself to politics, and, as a twenty-year old without any plans for the future, was a drifter in Vienna, he frequented the chess cafes of that city, sitting there for entire nights. The game fascinated him so much that he feared it could, as it had so many others, totally absorb him, and take over his life. Therefore, he decided to break with it overnight.”
In de voetnoot staat dat Hitler dit verteld heeft aan zijn vertrouweling Hans Frank, die we inmiddels al kennen, en dat Hans Frank het heeft verteld aan de Duitse schaakliefhebber Ado Kraemer en dat die het weer verteld heeft aan Grasemann. Het mocht volgens Hans Frank nooit bekend worden, omdat Hitler dacht dat het beeld van een schaakfanaat niet paste in het beeld van wereldheerser.
Het tweede vermoeden is dat schaken gezien wordt als strategische oorlogsvoering en als de jeugd daarmee kennismaakt, kan dat voor het oorlogszuchtige Nazi-Duitsland nooit verkeerd zijn.
Boven een foto van een schaakspel dat stond (en staat?) bij het Max Euwe Centrum. Lien Heyting, vrouw van Hans Ree, zocht een en ander nader uit en schreef er een artikel over in het NRC. Het zou wellicht uit de achtergebleven inventaris van Anton Mussert komen. Die zou het van Himmler gekregen hebben in 1941, om Mussert te overtuigen op te gaan in de Duitse SS.
Het meest bijzondere van dit spel is de stukken die ze voorstellen. De witte stukken zijn groter dan de bruine stukken en stellen het Duitse leger voor. De witte toren is afweergeschut, het paard is een ordonnans op een motor, de loper een duikbommenwerper, de dame is een bom en de koning is een vliegtuigbom van 500 pond. De pionnen zijn soldaten, die klaar lijken om in de aanval te gaan. De bruine toren lijkt op een Houwitzer, het bruine paard is een verkenner te paard. De loper is een Hurricane, de dame wederom een bom en de koning een tank. Ook de bruine pionnen zijn soldaten, van wie er twee met een verrekijker naar de vijand kijken en zes de vijand opwachten met een geweer.
Het meest opvallende van dit spel is dat de koning onderdeel is van het oorlogsgeweld – geen strateeg die achter de linies beschermd moet worden.
Hierboven twee afbeeldingen van Tak-Tik, een in Nazi-Duitsland ontworpen spel dat lijkt op schaken. Het had een bord van 11 bij 11 vakjes, een rivier en twee diagonalen die een snelweg vormden. Dit spel kwam in 1938 op de Duitse markt en was bedoeld om de kinderen de strategie achter de oorlog eigen te maken. Wit en zwart hebben allebei 18 stukken, waaronder jachtvliegtuigen, bommenwerpers, artillerie, tanks en infanteristen. Het spel heette Wehrschach en op de onderste foto van hierboven is rechts een tijdschrift over dit spel zichtbaar. Remise kende dit spel overigens niet. Het was erop of eronder.
De bewuste schaakpartij
De foto hierboven gaf al aan dat Frank en Aljechin elkaar goed kenden. De deelname van Aljechin aan diens toernooi was daar het gevolg van. En dan is er ook nog een consultatiepartij die ze samen gespeeld hebben.
Aljechin / Frank – Bogoljubow / Pfaffenroth
Exhibitiepartij 1941
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.Lg5 Lb4+ 5.Pc3 dxc4 6.e4 c5 7.Lxc4 cxd4 8.Pxd4 Da5 De messcherpe Ragozin. Tegenwoordig weer hartstikke populair.
9.Lxf6 Lxc3+ 10.bxc3 Dxc3+ 11.Kf1
11…Dxc4+ Met schaak een stuk slaan: het ligt heel erg voor de hand. Toch geeft de wereldtop heden ten dage door voorkeur aan gxf6.
12.Kg1 Ld7 Ja, wat nu? Na 0-0 was Dg4 vervelend en gxf6 kan niet wegens de dreiging Tc1 met stukwinst. 12…Pd7 13.Tc1 Db4 14.Lxg7 Tg8 15.Pxe6 fxe6 16.Dh5+ Kd8 17.Dxh7 Txg7 18.Dxg7 Yermolinski – Speelman, 1984. Gewonnen stelling die wit ook won.
13.Tc1 Da6 De beslissende fout. … Db4 dekt veld e7 en verhindert de volgende combinatie. Wit doet dan Lxg7 en staat beter.
.
14.Pxe6 Een hele mooie combinatie.
14…fxe6 15.Tc8+ Kf7 15…Lxc8 16.Dd8+ Kf7 17.De7+ En daarom was … Db4 dus beter.
17…Kg6 18.Dxg7+ Kh5 19.Dg5#
16.Txh8 gxf6 17.Dh5+ Ke7 18.Dc5+ Kf7 19.Tf8+ Kg7 20.De7+ Zwart gaat mat.
1-0
.
.
.
Verklaringen voor de nazisympathieën van Aljechin
Er zijn een aantal verklaringen gegeven voor het gedrag van Aljechin. Kasparov heeft gezegd dat Aljechin dit deed om zijn Joodse vrouw en haar Franse bezittingen te beschermen. Winter heeft daaraan toegevoegd dat er in die artikelen zoveel aperte fouten staan, dat Aljechin waarschijnlijk op die manier wilde laten zien dat hij eigenlijk iets anders van mening was.
Een andere verklaring is gegeven door Euwe. Euwe heeft als tijdgenoot en gedurende die twee matches uiteraard regelmatig contact gehad met Aljechin. Volgens Euwe verwachtte Aljechin dat de Nazi’s Rusland zouden verslaan en hoopte hij zo zijn Russische familiebezittingen terug te krijgen. Om dat toe te lichten moeten we terug in de geschiedenis. De in Rusland geboren en getogen Aljechin had namelijk een idyllisch en nostalgisch beeld van zijn jeugd.
Februari 1909 won Aljechin een toernooi in Sint Petersburg. Hij was zestien jaar oud. Aan dat toernooi deden geen coryfeeën mee. Die speelden in het hoofdtoernooi één zaaltje verder op (Lasker en Rubinstein wonnen). Aljechin was winnaar van de B-groep, zou je kunnen zeggen, waarin alleen maar Russen meededen. Toch was dat toernooi heel belangrijk voor hem. Niet alleen omdat hij daar doorbrak en de Meestertitel verkreeg, maar ook omdat hij als eerste prijs een vaas ontving. Een vaas van Sèvres. Sèvres is een streek in West-Frankrijk die bekend stond om zijn beroemde vazen met Keizerlijke uitstraling. De vaas was uit zichzelf al prachtig, en de gedachte dat deze vaas uit een ver exotisch land kwam, maakte hem nog meer bijzonder. Maar er was nóg iets aan de hand met deze vaas. Hij was een geschenk. Een geschenk van de Tsaar van Rusland.
De Tsaar van Rusland! Tsaar Nicholas II! Dat is dezelfde man bij wie niet duidelijk was of aartsduivel Raspoetin de scepter zwaaide dan wel hijzelf, maar dat doet er nu even niet toe. Aljechin had iets met de adel. Zijn moeder was erfgename van een rijke industrieel; zijn vader was welgesteld landeigenaar, lid van de adel en zelfs lid van de Doema. Overigens had Tsaar Nicholas een slechte verstandhouding met de Doema (één van de aanleidingen tot de Russische revolutie) maar ook dat moeten we maar even naar het zijspoor rangeren. Voor de adellijk ingestelde Aljechin betekende dit geschenk van de Tsaar van Rusland heel veel. Hij had die vaas dan ook heel vaak bij zich en liet zich regelmatig ermee fotograferen.
.
.
Aljechin met zijn vaas van Sèvres, direct na afloop van het toernooi van Sint Petersburg in 1909. Hij is hier dus zestien jaar oud.
Het volgende sleutelmoment is Sint Petersburg, 1914. Dit keer doet hij wel mee aan het hoofdtoernooi, dat waanzinnig sterk bezet is. Sterker dan ooit. Aljechin wordt als 21-jarige derde, áchter Lasker en Capablanca, maar vóór coryfeeën als Tarrasch en Marshall. De eerste vijf spelers werden daar door de Tsaar bekroond met de titel “Grootmeester in het Schaken”. Dat zijn waarschijnlijk de allereerste grootmeesters geweest. Trots nam Aljechin de benoeming in ontvangst van Tsaar Nicholas II.
De Tsaar van Rusland!
De deelnemers aan St. Petersburg, 1914. Staand, derde van links staat Aljechin. Alle deelnemers; eerst zittend, van links naar rechts: I. Gunsberg*, J.H. Blackburne*, E. Lasker*, S. Tarrasch*, A. Burn, R. Gebhardt, A.K. Rubinstein*, O.S. Bernstein*, J.R. Capablanca*, D. Janowski*. Staand, van links naar rechts: S.O. Weinstein. J.F. Marshall*, A.A. Aljechin*, N.J. Maximov, A. Nimzowitsch*, B.E. Baljutin, P.P. Sabouroff, E. Talwik, J.O. Sossnitsky, N.A. Znosko-Borovsky, W. Rubinov, D.D. Korolew, N.N. Lochwitsky, E.A. Znosko-Borovsky. Alleen de mensen achter wie een sterretje staat, deden mee aan het toernooi.
Maar toen kwam de Russische revolutie. Aljechin kwam terug uit de oorlog – waar hij gevangen genomen was, gewond geraakt was toen hij het Russische Rode Kruis diende en zelfs kortstondig ter dood veroordeeld was op verdenking van spionage – en ontdekte dat de communisten hem en zijn familie al hun bezittingen ontnomen hadden. Na een paar jaar doelloos rondzwerven ontvluchtte hij uiteindelijk Rusland. Alles was hij kwijt. Alleen die vaas had hij nog. Symbool van zijn gelukkige jeugd, metafoor voor een verleden dat hem ontnomen was.
Voor de rest van zijn leven is hij getekend. Getekend door wat hij toen meegemaakt heeft. Maar dan valt Duitsland Rusland aan. Zijn opportunistische Nazisympathieën zouden niet alleen zijn joodse vrouw beschermen, maar wellicht ook, zodra de Nazi’s de Russen verslagen zouden hebben, het huis met familiebezittingen terugschenken.
Het antwoord op de vraag
We begonnen dit artikel met die ene vraag: was Aljechin een nazi of antisemiet? Zoals ik al zei: het is een hele moeilijke vraag, die waarschijnlijk nooit beantwoord kan worden.
Wat wist Aljechin van Hans Frank toen hij in oktober 1941 bovenstaande partij speelde en in 1941 en 1942 meedeed aan een toernooi van Hans Frank? Waarschijnlijk al iets meer dan Euwe in 1937. Het bevel tot de Endlösung wordt door Hitler gegeven in september 1941, maar Frank heeft in 1933 het allereerste concentratiekamp (Dachau) al gebouwd en in gebruik genomen.
Veel Amerikaanse soldaten wisten pas waarvoor ze vochten in Europa toen ze in 1945 een hele serie concentratiekampen bevrijdden. Toen de foto’s daarvan de hele wereld overgingen, was het afgrijzen en afschuw unaniem. Natuurlijk, Hitler sprak er voor de oorlog uitgebreid over. Maar de man gebruikte zoveel wazig symbooltaal dat ook niet altijd duidelijk was wat hij bedoelde. Het was moeilijk te geloven dat hij zo letterlijk de daad bij het woord zou voegen. Hoeveel geruchten er ook waren, zelfs de joden in de treinen konden er moeilijk in geloven.
Wat zou u gedaan hebben in de Tweede Wereldoorlog? Was u het verzet ingegaan? Had u standgehouden als u opgepakt en gemarteld werd? Had u een grote mond gehad als uw vriend naast u doodgeschoten werd? Opnieuw hele moeilijke vragen. Na afloop van de oorlog bleek iedereen heel makkelijk een scherp oordeel te kunnen hebben. Waar waren die personen vóór en tijdens de oorlog zelf? De groep zwijgers was de grootste. Maar dat is nog iets anders dan collaboreren. Dat Hans Frank goede sier maakt door deel te nemen aan zijn schaakpartijen, moet Aljechin wel degelijk geweten hebben. Morele medeschuldigheid heet zoiets.