bouwmeester

Aljechin – Euwe (1935)

Het wereldkampioenschap van 1935

Hans Bouwmeester

Er leven niet veel schakers meer die dit grote schaakgebeuren bewust hebben meegemaakt. Het is bijna 75 jaar geleden dat op 15 december 1935 een Nederlander wereldkampioen werd. Max Euwe had de legendarische Aljechin verslagen met 15,5-14,5!!

Destijds was ik een kleine jongen van zes jaar. Ik kon nog niet schaken, maar ik volgde het spel als mijn vader met een collega aan het schaakbord bezig was. Zij spraken over de grote match en noteerden soms een positie, als die door de radio tijdens het spel werd doorgegeven. Er ontstond een ware schaakgekte in Nederland en overal werden clubs opgericht, waarvan er ook nu nog enkele bestaan. Schakers leven sterk bij de actualiteit en er zijn vermoedelijk weinigen die nog wezenlijk geïnteresseerd zijn in de partijen van toen. Toch is dat jammer, want veel van de gespeelde partijen zijn belangwekkend en sluiten dikwijls aan bij de actuele theorie die in het hedendaagse topschaak aan de orde is. In het vervolg hoop ik dat aan te tonen. Eerst een paar gegevens over de beide kemphanen.

Alexander Aljechin was van november 1892. Hij was de jongste van een groep grote meesters die omstreeks 1890 geboren waren. Capablanca, Réti, Bogoljubow en Nimzowitsch waren van dezelfde generatie. Reeds vóór de eerste wereldoorlog boekten deze mensen grote successen. Capablanca versloeg in 1921 de 52-jarige Lasker en stelde het jaar daarna een zakelijk manifest op voor zijn toekomstige uitdagers. Het grote geld deed zijn intrede. In 1927 slaagde Aljechin erin in Buenos Aires de nodige fondsen te verwerven en na veel onderhandelen kwam de match met Capa tot stand. Het werd een marathongevecht om zes winstpunten en na 34 partijen was Aljechin winnaar met 6 – 3 en 25 remises. Nu had de grote Cubaan, voor wie de nederlaag als een grote verrassing kwam, verzuimd om ook een mogelijke revanchematch te regelen. Die is er dan ook nooit gekomen, vooral omdat Aljechin dezelfde financiële eisen stelde als zijn rivaal bij de eerste match. Wie erover lezen wil, verwijs ik naar het prachtige Capablanca-boek van Edward Winter. Aljechin heeft zijn titel in 1929 en 1934 met succes verdedigd tegen Bogoljubow. Deze was tegen de overdonderende tactiek van de wereldkampioen niet opgewassen en verloor met grote cijfers. Een gevaarlijker kandidaat was Nimzowitsch, maar die ontbrak het aan de nodige fondsen. Aljechin won met grote overmacht toernooien in San Remo 1930, Bled 1931, Bern 1932 en Zürich 1934. Capablanca werd bij deze toernooien niet uitgenodigd, vermoedelijk een voorwaarde van Aljechin.

Max Euwe was van mei 1901. Op zijn twintigste jaar werd hij kampioen van Nederland en twee jaar later studeerde hij bij de befaamde Prof. Brouwer af in de wiskunde. Hij trof het met de schaakbestuurders van toen. Mensen als Rueb, Levenbach en vooral Van Harten steunden hem zoveel zij konden en zij wisten het geld te vinden om voor Euwe trainers en sparringpartners te contracteren. Zo kon hij samenwerken met Maroczy en Réti en matches spelen met Aljechin, Bogoljubow, Capablanca en Flohr. Helaas vond men Lasker te duur.

euwalk04

Toen ik in 1948 in Amsterdam ging wonen werd ik lid van de ASC en daar ontmoette ik een erelid, ene heer Keizer, van wie verteld werd dat hij als rijke slager een belangrijke rol speelde bij de financiering van de ontwikkeling van onze grote meester in wording. Rond 1930 was Euwe wiskundeleraar aan het meisjeslyceum van Amsterdam. Die functie heeft hij ruim dertig jaar uitgeoefend, hij stond bekend als een ijverig en consciëntieus leraar. Wijlen mijn eerste vrouw heeft nog les van hem gehad, evenals de moeder van Jan Timman. Euwe was een professional in zijn manier van werken, maar heeft nooit van schaken een beroep willen maken. Schaken deed Euwe voornamelijk in zijn vakantieweken. Hij speelde belangrijke toernooien als Londen 1922, Mährisch Ostrau 1923, Kissingen 1928, Karlsbad 1929, Bern 1932 en Zürich 1934. En dan komt er die match! Er is een geweldige organisatie nodig. Vele mensen werken vrijwillig mee en met dubbeltjes en kwartjes komen de gelden bijeen. Er worden partijen verkocht aan clubs voor 500 gulden. Aljechin speelt voor 10.000 gulden, Euwe moet uit eigen zak bijdragen. Dat verloopt moeizaam. Het is crisistijd, vele mensen leven onder de armoedegrens en velen zijn werkloos. Ons volk is in brede lagen gedeprimeerd en vanuit het oosten dreigt het nazisme. Onze regering staat machteloos en roept de god van het christendom aan als troost en ondersteuning. In zulke tijden leeft het schaakspel op, want het is goedkoop! En we hebben een groot schaakmeester in huis, die zich bescheiden opstelt en dankbaar is voor de geweldige inzet van de organisatoren.

euwalk06

De match telt dertig partijen. Wie 15,5 punten scoort is winnaar. Er wordt gespeeld in Amsterdam op verschillende locaties, in Den Haag, Delft, Rotterdam, Utrecht, Gouda, Groningen, Baarn, Den Bosch, Zeist, Ermelo en Zandvoort. Tussen de partijen zijn er rustdagen. De spelers kunnen altijd een dag voor de partij een hotel zoeken om niet te hoeven reizen en spelen op dezelfde dag. De kansen van Euwe worden zeer laag ingeschat. Dat doet hij zelf ook, maar hij zegt dat hij zich tot het uiterste zal inzetten. Mentaal, schaaktechnisch en fysiek heeft hij zich optimaal voorbereid. Op 3 oktober 1935 doet burgemeester De Vlugt van Amsterdam de eerste zet voor Aljechin, 1. d4, in het Carltonhotel. De eerste fase van de match doet Nederland het ergste vrezen. Na negen partijen staat het al 6-3 voor Aljechin, die met wit het openingsprogramma van Euwe aan flarden speelt: 4 uit 5. Euwe heeft het Slavisch Damegambiet en het Frans geprepareerd, maar merkt dat er nog veel bijgevijld moet worden. Met de witte stukken gaat het wel: 2 uit 4. In de fase van de partijen 10 tot en met 14 gaat het aanzienlijk beter. Na een slechte partij van Aljechin in het 14e duel maakt Euwe in Groningen gelijk. Schakend Nederland wordt wakker en in de krant schrijft Tartakower zijn beroemde commentaren. De vreugde is van korte duur, Aljechin herstelt zich en met de winst in de 19e partij is Aljechin wederom twee punten uitgelopen.

euwalk03

Dan komt plotseling het grote keerpunt in de match. In de twintigste partij daagt Aljechin zijn jonge tegenstander uit door Slavisch te spelen. ‘Nu zal ik je eens laten zien hoe je dat met zwart moet behandelen’, zo schijnt hij te denken. Dit is de methode die bij Bogoljubow zo goed werkte. Maar Euwe is een ander mens, hij heeft het Slavisch verder onderzocht en lering getrokken uit de eerste fase van de match. Euwe had niet, zoals tegenwoordig gebeurt, een staf van secondanten om zich heen, maar ongetwijfeld zullen Maroczy en Kmoch, aanwezig voor de verslaggeving, hem hebben geholpen. Aljechin onderschat de mentale kracht van zijn tegenstander, maakt een tactische fout en wordt genadeloos te pakken genomen.

In de laatste dertig jaar van zijn leven heb ik Euwe veel meegemaakt en met hem samengewerkt. Hij was geen killer; dat was misschien zijn zwakte als speler, maar zijn grote kracht als diplomaat. In al zijn functies kwam hem dat te pas. Als speler kon hij een redelijk remiseaanbod moeilijk weigeren, maar wie hem tartte kon het ergste vrezen. En wie hem kwetste, – in de schaakwereld gaat men soms niet sentimenteel met elkaar om – deed de duivel in hem boven komen. Hoed u voor de toorn van de zachtmoedige, zo denk ik wel eens. Ik heb dat een enkele keer meegemaakt en dan liep hij als een briesende leeuw door het huis. Maar toch … meestal won zijn zelfbeheersing het van zijn temperament. Daar had ik bewondering voor.

En dan komt de beroemde en beruchte 21e partij. De match is al anderhalve maand aan de gang en de spanning stijgt nog steeds. De partij zal in Ermelo worden gespeeld. Euwe is op tijd. Aljechin komt te laat. De taxi is niet op tijd bij het Carltonhotel aangekomen. Ook met de trein is het niet helemaal gelukt. Er gaat een gerucht dat Aljechin experimenteert met de drank; bij welke hoeveelheid zijn mijn geestelijke vermogens in topconditie? Als hij eindelijk ter plaatse is, voelt Aljechin zich ziek en vraagt de partij uit te stellen. De zaal wacht inmiddels al een uur. Wedstrijdleider Van Harten weigert en het comité staat achter hem. Er zitten honderden mensen te wachten. Moet er een dokter komen? Aljechin weigert en zet zich tenslotte aan het bord. Euwe speelt Slavisch; de situatie doet in hem zijn beste krachten naar boven komen. Hij is in topvorm! Maar het wordt tijd om het bord en de stukken er eens bij te pakken.

Alexander Aljechin – Max Euwe
WK, Ermelo 19 november 1935

1.d4 d5 2.c4 c6 3.Pf3 Pf6 4.Pc3 dxc4 Het Aangenomen Slavisch, ook nu in 2010 weer in het brandpunt van de belangstelling van theoretici, grote en kleine spelers.
5.a4 Een andere methode is 5.e3 b5 6.a4 b4. Het meest beroemde voorbeeld is Reshevsky – Smyslov uit de radiomatch van 1945. Het gambiet 5.e4 b5 wordt tegenwoordig zelden meer beproefd.
5…Lf5 6.Pe5 Voor de varianten na 6.e3 e6 7.Lxc4 Lb4 8.0- 0 verwijs ik naar het boek van Bareev over de match Kramnik – Topalov.
6…Pbd7 Een heel ander hoofdstuk is 6… e6 7.f3 waarop zwart kan reageren met: A) 7… Lb4 8.e4 Lxe4 9.fxe4 Pxe4 10.Ld2 Dxd4 11.Pxe4 Dxe4+ 12.De2 Lxd2+ 13.Kxd2 Dd5+ en er ontstaat een eindspel dat reeds vele malen in de praktijk is voorgekomen. Wit heeft de betere kansen, zoals is gebleken. B) 7… c5 Dit systeem is speelbaar. In de jongste matches om de wereldtitel is het enkele keren voorgekomen. Zwart kan zich handhaven, maar kan nauwelijks op winst spelen.
7.Pxc4 Dc7 Tegenwoordig wordt ook 7… Pb6 8.Pe5 a5 regelmatig gespeeld. Na 9.f3 Pfd7 10.e4 Pxe5 11.dxe5 Dxd1+ 12.Kxd1 Le6 schijnt zwart voldoende tegenspel te kunnen ontwikkelen.
8.g3 In een clubpartij Timman- Bouwmeester, Bussum 1983, experimenteerde de witspeler met 8.Lg5 Na 8.Lg5 e5! 9.Lxf6 gxf6 10.e3 Tg8 11.Ld3 Lxd3 12.Dxd3 Txg2 13.Dxh7 Tg6 ontstond een moeilijke strijd, die tenslotte in remise eindigde. Een veiliger voortzetting i.p.v. 10… Tg8 is 10… 0-0-0 met gelijke kansen.
8…e5 9.dxe5 Pxe5 10.Lf4 Pfd7 Het systeem van Smyslov 10… Td8 11.Dc1(? 11.Lxe5!?) 11… Ld6 is nooit populair geworden.
11.Lg2 Td8! In de eerste matchpartij deed Euwe slechte ervaringen op met
– 11…Le6 12.Pxe5 Pxe5 13.O-O Le7 Euwe had dit voorbereid als verbetering van 13… Da5 14.Pe4! zoals geschiedde in een matchpartij met Capablanca 1931. Het hele systeem was overigens bekend van het toernooi in Karlsbad 1929, waar Vidmar er met zwart tegen Capablanca goed uitkwam.
14.Dc2! Hier blijkt waarom 11… Le6 te vroeg is. Aljechin won deze partij snel, vooral omdat Euwe, kennelijk aangeslagen, enkele keren de beste verdediging miste.
– 11…g5 Tegenwoordig speelt men in de diagramstelling ook 11… g5?! (Morozevic) Na 12.Pe3! gxf4 13.Pxf5 0-0-0 ontstaat een uiterst ingewikkeld spel met wederzijdse kansen. Vermoedelijk kan men in moderne ondingen als databanken met 4.000.000 partijen vele voorbeelden vinden. Inmiddels tachtigplusser geworden heb ik niet veel zin meer om met dergelijk werk aan de gang te gaan!
12.Dc1 f6 13.O-O Le6! Deze positie ontstond ook in de 20e partij, dus met Aljechin aan de zwarte stukken. Er volgde toen 13…Db8?! 14.Pe4 Le7 15.Dc3 O-O 16.Tad1 Le6 17.Pxe5 Pxe5 18.Pg5! fxg5 19.Lxe5 Lf6 20.Lxb8 Lxc3 21.Ld6 Tf7 22.bxc3 Tfd7 23.Tb1! Txd6 24.Txb7 T8d7 25.Txd7 Lxd7 26.Le4 c5 27.c4 Lxa4? Deze slordigheid kost de partij, die met 27… Ta6 nog te redden was geweest.
28.Ld5+ Kf8 29.Ta1 Ta6 30.Ta2!! Dat had Aljechin over het hoofd gezien. De zwarte loper komt niet meer los en dan beslist de witte meerderheid op de koningsvleugel. Binnen tien zetten was het voorbij. Stand 10,5-9,5.
14.Pxe5 Twee jaar later, in de 1e matchpartij Euwe – Aljechin, 1937 volgde 14.Pe4! Lb4 15.a5 O-O 16.a6 bxa6 17.Pxe5 Pxe5 18.Pc5 Lxc5 19.Dxc5 en kwam wit duidelijk in het voordeel. Later is deze variant nooit meer echt aan de orde gekomen. Misschien ten onrechte. Kasparov geeft 16… b6 of zelfs 16… b5 als verbetering aan.
14…Pxe5 15.a5 In Moskou 1936 speelde Löwenfisch tegen Flohr 15.Pe4, dat vermoedelijk sterker is.
15…a6 16.Pe4 Lb4! Deze positie moet Euwe bij de huisanalyse grondig hebben onderzocht. Hij voelt zich ongetwijfeld in zijn element.
17.Pc5 In het kandidatentoernooi van Semmering 1937 heeft Capablanca de diagramstelling tweemaal met succes verdedigd. Eliskases en Fine speelden hier 17.Ld2.
17…Lc8 Ook 17… Ld5 18.e4 Lf7 19.Ta4 Td4 is goed voor zwart, zoals bleek in een partij Quinteros – Hort, Buenos Aires 1980.
diabouwaljeeuwe118.Lxe5?!
Met 18.Pd3 Pxd3 19.Lxc7 Pxc1 20.Taxc1 was een ongeveer gelijke stelling te bereiken. Aljechin probeert het met zijn overrompelingstactiek, maar Euwe is geen Bogoljubow.
Een jaar later in Nottingham ging Vidmar verder met
– 18.Ta4!? Lxa5 19.Pd3 O-O 20.Le4 Lb6 21.Dc2 g5 22.Lxh7+ Dxh7 23.Lxe5 La7! maar ging roemloos ten onder. Dit vind ik nog altijd één van de mooiste partijen van Euwe!
18…fxe5
.

.

.

diabouwaljeeuwe219.f4?
Dus dit was zijn bedoeling. Aljechin onderschat de veerkracht van de zwarte stelling. Na 19.Dc4 Td4 20.Dc1! (Kasparov) zou zwart het nog niet gemakkelijk hebben. Het volgende tegenspel laat aan duidelijkheid niets te wensen over.
19…Ld2! 20.Dc4 Td4 21.Db3 Vooral niet 21.Pe6 Df7 22.Lxc6+ bxc6 23.Dxc6+ Ld7 24.Da8+ Ke7 25.Dxh8 Le3+ 26.Kg2 Lxe6 en zwart wint. Iets beter was misschien 21.Dc2.
21…exf4 22.gxf4 Volgens Euwe was 22.Kh1 sterker. Daarop had hij 22… De7 willen doen. Te overwegen viel 22.Pe6 Na 22… Lxe6 23.Dxe6+ De7 staat zwart ongetwijfeld gewonnen, maar er wacht nog een harde strijd.
22…De7! 23.Pd3 Le6 24.Da3 Lc4! 25.Kh1 Dxa3 26.Txa3 O-O De strijd is gestreden. De zwarte lopers zijn sterk en de witte pionnen zwak.
27.Ta4 Tfd8 28.Ta3 Lxd3 29.exd3 Tb4! 30.Tf2 Txb2 31.Lf1 Td4 32.f5 Tf4 33.Txf4 Lxf4 34.h3 Ld6 35.Ta1 Kf7 36.d4 Kf6 37.Te1 Lb4 38.Ta1 Td2 39.Lc4 Txd4 40.Le6 Td8 41.Lb3 Deze 41e zet gaf Aljechin nog onder couvert af, maar hij gaf de kansloze partij later zonder meer gewonnen.

0-1

euwalk01

Wederom was de stand gelijk, 10,5-10,5. Met vertrouwen zag schakend Nederland de slotfase tegemoet. Euwe was duidelijk gegroeid en fysiek was hij de sterkste! De 22e partij werd een rustige Nimzoindiër; remise na 18 zetten. In de 23e partij ging het er weer heftig aan toe. Aljechin kiest een kalme voortzetting in het Slavisch, maar Euwe komt goed te staan, verovert zelfs een pion, maar mist in de slotfase een goede kans. De 24e partij wordt een drama. Aljechin kiest voor een scherpe Hollandse verdediging en komt na een fout van wit in het middenspel duidelijk in het voordeel. Na moeilijke verwikkelingen ontstaat een pionneneindspel, waarin zwart een elementaire winst verzuimt. Remise dus. Aljechin is aangeslagen en in de 25e partij wordt hij gevangen in een analyse van Becker. Die analyse, die een moeilijke variant van de Cambridge Springs behandelt, is gepubliceerd, maar Aljechin is niet op de hoogte. Tot overmaat van ramp loopt hij in een tactische val en na 20 zetten is hij volledig kansloos. 13-12 voor Euwe! Twee dagen laten spelen de heren in Zandvoort en wederom kiest Aljechin voor het Hollands. Het wordt een geweldige partij, door Tartakower ‘de parel van Zandvoort’ genoemd. Op de 31e zet mist Aljechin de beste verdediging en wordt door een Euwe in topvorm genadeloos afgemaakt. 14-12 Maar Aljechin is nog niet verslagen, hij wint de 27e partij na een fout van Euwe in het toreneindspel. Stand: 14–13 … De 28e en 29e partij eindigen na felle strijd en wederzijdse fouten in remise en dan gaat bij een stand van 15-14 alles om de laatste partij. Euwe heeft wit en heeft aan remise genoeg. Men verwacht veel publiek en op het laatste moment huurt men drie zalen in Bellevue op de Leidsekade in Amsterdam. Deze zalen komen uit bij één podium, alwaar het laatste gevecht zal plaatsvinden.

euwealjechin1935

De spanning is enorm. Aljechin heeft de pers erg tegen zich en voelt zich bedreigd. Hij belt Euwe op en stelt voor de laatste partij in Parijs te spelen. Euwe maakt geen bezwaar. Mevrouw Euwe hoort het gesprek aan en belt onmiddellijk daarna met wedstrijdleider Van Harten. Die laat er geen gras over groeien en meldt beide spelers dat de klok om 18.00 aangezet wordt. Wie niet komt krijgt een nul! Euwe is op tijd en krijgt een warm applaus. Na ongeveer een kwartier verschijnt Aljechin, voor het eerst in een rokkostuum. Ook hij krijgt zijn applaus maar minder onstuimig. Het spel begint. Aljechin weet dat hij op elk moment remise kan krijgen. Hij speelt een ongebruikelijk systeem van het Aangenomen Damegambiet. Diepgaande variantenkennis is niet aan de orde en dat is koren op de molen van Euwe, die een aangeboren talent heeft voor gezond openingsspel. Reeds na 15 zetten staat Aljechin slecht en heeft geen tegenspel. Toch haalt hij de 40e zet en, zo zegt het reglement, dan moet er worden afgebroken. De zwarte stelling is volmaakt hopeloos. Wat zal hij doen, afbreken en morgen een net briefje sturen? Zo handelde Capablanca in 1927. Nee dus. Aljechin is geen laffe broeder. Hij staat op, richt zich tot het publiek en roept: “Es lebe Schachweltmeister Euwe!”

euwalk02

Euwe is wereldkampioen. Als hij naar huis gaat staat het Amsterdamse publiek in rijen langs de weg om hem toe te juichen. Hij is de held van Nederland en vooral van Amsterdam! Ruim twee en een halve maand heeft de strijd geduurd en het laat zich denken dat beide grote schaakmeesters aan het eind van hun krachten zijn. Als Euwe na enkele dagen rustig thuis zit, komt Flohr op bezoek en geeft Euwe het advies om een paar weken naar de Rivièra te gaan om uit te rusten. Dat zal niet gaan, zo moet Euwe geantwoord hebben, ik haal niet eens het Centraal Station!! Het werd gelukkig nog wel kerstvakantie. Daarna zou Euwe terugkeren naar zijn lyceum. Hij had er een titel bij en Aljechin tienduizend gulden, een fors bedrag in die jaren. Zo ging dat toen. In bepaalde kringen had Euwe de reputatie een geldwolf te zijn. Ik heb gezien dat het tegendeel waar was. Er liepen er velen op zijn zak, er kwamen vele schakers bij hem logeren, soms langer dan redelijk was. In zijn latere leven heeft Euwe mij wel eens bekend dat hij in feite met die wereldtitel niet zo gelukkig was. Er wordt veel van je verwacht, je kunt alleen nog maar dalen en elke misser wordt je zwaar aangerekend. Tot zijn laatste snik heeft Euwe hard gewerkt op meerdere fronten. Hij heeft het Nederlandse en het internationale schaak een geweldige impuls gegeven. Hij leefde als een sober mens; daar was hij al jong aan gewend geraakt. Hij zocht sterke mensen om zich heen. Kwaliteit en prestatie waren bij hem in aanzien en hij was dankbaar als je hem steunde bij de vele arbeid. Voor mij was hij een vaderlijke vriend, die je niet naar de mond praatte, maar wel achter je stond als hij dat nodig vond. Ondanks het feit dat hij al bijna dertig jaar niet meer onder ons is, ik nu al ouder ben dan hij op het moment dat hij stierf, denk ik nog dikwijls aan hem. Hij was een man in wie vele gaven van hoofd en hart verenigd waren.

Bronnen

  1. C.J. Brensa: 80 dagen schaak
  2. A. Aljechin en M. Euwe: Aljechin – Euwe 1935
  3. G. Kasparov: My great predecessors, deel II