PAM 1961

Achteraf

De overwinnaar!

Eduard Spanjaard

pamokellyDe Belgische grootmeester Alberick O’Kelly de Galway, links in beeld, heeft met een score van 6 ½ punt uit 9 partijen het PAM toernooi op zijn naam gebracht. Grootmeester O’Kelly, geboren te Brussel 17 mei 1911 en daar ook thans woonachtig, speelde zijn eerste toernooi van betekenis in 1934. Het was het kampioenschap van België; de jonge hoofdklasser had toen nog nooit met een klok gespeeld! Maar reeds vier jaar later werd hij titelhouder.

Na de oorlog bleek uit de jonge meester een speler van de grootmeesterklasse te zijn gegroeid, hoewel de FIDE toen de titulatuur nog niet had gereglementeerd. Overwinningen in Beverwijk en in het zone-toernooi te Hilversum leverden het duidelijke bewijs. Sedertdien is de zon van O’Kelly rijzende gebleven, hoe moeilijk het ook is in de ijle sferen van de schaak-Olympus de progressie te meten. Mogen we O’Kelly’s zeer veelzijdige theoretische werk in dit verband memoreren.

O’Kelly is naast actief grootmeester een schaakjournalist van wereldnaam. Zijn roem zal zeker nog stijgen nu hij over enkele weken officieel tot wereldkampioen correspondentieschaak zal worden gekroond. Wie enige notie heeft van de inspanningen, die het behalen van een dergelijke titel vergt, zal de zege van grootmeester O’Kelly in dit toernooi niet “opvallend” vinden.

Vermelden we, dat de toernooiwinnaar, die morgen ons land verlaat, de Kerstdagen … als deelnemer aan een schaaktoernooi in Parijs zal doorbrengen. Een saluut tot de ononderbroken toewijding aan onze schaakkunst.

O’Kelly is O.K.

Deze populaire aanhef is niet van ons, doch ontleend aan de vlotte speech, die Mr. Ed. Spanjaard, vice-voorzitter van de jubilerende Schaakclub “Utrecht”, uitsprak ter gelegenheid van de uitreiking van de 1e en 2e prijs. Niet dat de overige prijzen van schakersoogpunt uit minder belangrijk zouden zijn, doch de zeeslang Van de Pol en Langeweg, die het toernooi eindeloos maakte (vrij naar Mr. Spanjaard) ontnam organisatoren de kans volgens program te werken. Grootmeester O’Kelly kreeg het applaus dat hij verdiende toen hij voor het voetlicht kwam.

Grootmeester Robatsch, die fraai tweede werd, had bij het toernooi-begin opgemerkt te zullen spelen “als een os”. Nou, Mr. Spanjaard had eerbied voor de ossen; op de slimme vraag van Utrechts woordvoerder aan Robatsch, welke diernamen de andere deelnemers verdienden, ging deze wijselijk niet in; grootmeesters weten van uitwijken.

Mr. J. Fernhout, sprekende namens de SHV, overhandigde grootmeester O’Kelly de fraaie beker, herinnering aan dit PAM-toernooi; hij kondigde alsnog de toekenning van een schoonheidsprijs aan, te weten aan O’Kelly voor zijn overwinning op Matanovic; toen was het ogenblik aangebroken, waarop de genodigden zich aan het slotdiner zetten.

Eindrapport van een 10-daagse schaaktocht

1. A. O’Kelly de Galway, België 6 ½
2. K. Robatsch, Oostenrijk 6
3/4. A. Bisguier, U.S.A. en A. Matanovic, Joegoslavië 5 ½
5. K. Langeweg, Nederland 5
6. J.H. Donner, Nederland 4 ½
7. H. Bouwmeester, Nederland 4
8/9. Drs. D.D. van Geet, Nederland en F.J. Perez, Spanje 3
10. Ir. J.H. van de Pol, Nederland 2

Late prijsuitreiking

Het is vermoedelijk nog niet dikwijls gebeurd, dat om 0.58 uur prijzen werden uitgereikt. Mr. Ed. Spanjaard viel deze eer ten deel. De gelukkigen waren grootmeester Matanovic (naar bed), grootmeester Bisguier (klaarwakker) en Kick Langeweg – juist van achter het bord opgestaan.

Een half uur nadien stond Kick in de perskamer koffie te tappen uit een 9-litersketel voor de verzamelde journalisten en bulletin-medewerkers, want – na al die schaakzetten – moest de koningin der aarde nog aan haar trekken komen.

Het slotdiner … een probleem

Een schaaktoernooi zou geen schaaktoernooi zijn als nu niet net fijntjes tegen het scheiden van de markt, een juweel van een kink in de kabel kwam; dat was het veelzettige monster Van de Pol. Zie, royaal, het verslag van ronde 9.

Het diner, prettige slagboom naar het dagelijks bestaan, dreigde hevig mis te gaan. Natuurlijk ging het wel door – parallel met het uren-dagen-maanden-jaren van voornoemde delinquenten.

Tafelpraeses Mr. Ed. Spanjaard richtte het woord tot de heer Hofsommer, die – medisch gesproken – nachtpermissie had afgedwongen. Hij wees op de belangrijkste aanwezigen: de deelnemers, de scheppers. Hij stelde voor het PAM-toernooi om te dopen in “Eeuwig schaak”. Op dit onderwerp borduurde nadien Ir. Steenis, voorzitter van de KNSB verder, om tevens in hoofdzaak de propaganda door publicity te onderlijnen.

De heer Spanjaard sprak de rede van feestcommissie-voorzitter Hofsommer uit. Deze noemde het toernooi een “Schaakdaad eerste rang”. Hij uitte waardering voor Pers en Persdienst, en kende allen de Schoonheidsprijs toe; allen, die aan het toernooi medewerkten.

Vermelden we uit de rede van de heer Hofsommer speciaal het compliment aan oud-secretaris de heer Bruine, die het – toen het in dit toernooi op de puntjes op de i aankwam nog steeds niet kon laten! Applaus. Grootmeester O’Kelly voerde het woord namens de deelnemers, en als 1e prijswinnaar. Hij prees Nederland als schaakland, als natie, die culturele activiteit tot stand brengt.

Het woord van de heer Mr. H. Staal (SHV) bewoog zich tussen de publicity en de culturele ondersteuning. We noteerden met graagte, dat de “eerste” overweging (publicity) bij de heer Staal tijdens het toernooi plaats had moeten maken voor de overtuiging, dat de steun aan culturele manifestaties een algemene taak is.

Toen dit alles voorbij was; prettig, blij en positief, toen hing nog de schakersvraag: hoe staan Van de Pol en Langeweg. Er werd nog gespeeld; misschien was dit laatste woord, deze laatste zet, het grootste “ja” op dit toernooi; er werd schaken mogelijk gemaakt.