PAM 1961

Ronde 6

Een bekend beeld…

Eduard Spanjaard

Het is het oude liedje; na een ronde of vijf, zes staan onherroepelijk de grootmeesters in praktisch ieder schaaktoernooi aan de kop en zakken de mindere goden af. Na de gisteravond gespeelde zesde ronde zien wij nu ook dit beeld in het PAM-toernooi.

De keuken heeft het maar moeilijk

Ondertussen heeft de keuken het maar moeilijk. Voor een toernooi zijn 34 schaakborden en spellen, 117 nieuwe ballpoints, 221 formulieren zus en 348 papieren zo nodig, enzovoorts, enzovoorts. Dit gehoord hebbende, overwoog de kok en diens charmante staf dat er ook iets diende te gebeuren, en niet zo minnetjes; in de orde van grootte van de 34 borden en de 387 doorschrijfformulieren.

Het kwam allemaal in de kelder, de koelkast en de keuken. De staf werd aangevuld met snelvoetige kellners, die geruisloos bliksem-partijen zouden spelen. De eerste ronde… Tientallen schaakkijkers, staande op hun brede, onbeweeglijke benen, starende naar houten poppetjes, zwijgend, zwijgend, zwijgend.

Na één uur en 18 minuten gevoelde iemand behoefte aan koffie; twee uur later zelfs aan een flesje cola. De kok, diens charmante staf voornoemd en de kellners keken elkaar en de voorraad aan. Een toernooi scheen geen gastronomisch congres te zijn, integendeel. De dame aan de kassa sprak een karakteristiek woord ‘t Lijkt wel het Bio-Vacantie-Oord.

Bezoek

pampubliek

Boven een foto van het publiek gedurende het PAM-toernooi.

Gelukkig maar dat de schakers in de zaal meer verstand hadden van het edele denkspel. En de bezoekers ook. Schaaktoernooien lenen zich, zoals Artis, Avifauna en De Nieuwendijk, voor een dagje, lees avondje uit. Niet in gezelschap van dierbaren; schaakhuisvaders, die dit in het verleden probeerden, zijn nog grijs van droeve ervaring.

Maar zo loslopende cracks, vrij-hebbende cracks (die onder andere statuten leven), kennissen en nieuwsgierigen, ook zij hebben er hun leut aan. Wij zagen reeds velen, ook kenners. Mevrouw Heemskerk kwam sfeer opsnuiven, Dr. Euwe wipte enkele malen over, Mr.Grapperhaus stak het hoofd om het hoek je, de Joegoslavische Ambassade gaf van belangstelling blijk, Mr. Roose (vroeger Den Haag, thans in De West) was toevallig in Utrecht, de bejaarde heer De Brie was niet te weren, evenmin als het bestuur van de Hoofdstedelijke Schaakbond, enzovoorts, enzovoorts.

Het is niet de gewoonte een dergelijke kroniek te geven, want presentielijsten bij schaakevenementen misstaan. Dat wij ons heden toch met dit aspect bezighouden, heeft een zeer prettige reden. De voorzitter van de organisatie-commissie, de heer G.J.M. Hofsommer, was hedenavond namelijk in ons midden.

Men herinnert zich, dat de heer Hofsommer enkele weken geleden in het ziekenhuis St. Joan De Deo moest worden opgenomen; ernstig, maar gelukkig niet te ernstig. Wel “erg”, want we weten dat het toernooi de heer Hofsommer zeer ter harte was gegaan. Misschien zelfs, medisch gezien, wel een tikkeltje te veel. Edoch, Dr. Van Loon en diens actieve staf – de heer Hofsommer liet zich enthousiast over hun schaakbelangstelling uit – streken over hun harten en gaven hem hedenavond permissie even binnen te lopen, onder het strenge motto “kalm aan”. Om de sfeer op te snuiven, zoals hij zelf zei. Stiekem speelde hij in de perskamer een paar vluggertjes, wat zijn internist niet mag weten; gelukkig lezen internisten geen schaakverslagen. Tot slot diverse handdrukken en de hoop het slotfeest, zondag aanstaande, te mogen meemaken. Namens zaal, organisatie-comité en perskamer “voortgezette beterschap” toegewenst.

Uitslagen 6e ronde

Perez – van Geet ½ – ½
Van de Pol – Matanovic 0 – 1
Langeweg – Donner ½ – ½
O’Kelly – Bouwmeester 1 – 0
Robatsch – Bisguier ½ – ½

Stand na 6 ronden

1. O’Kelly 4 ½
2. Robatsch 4
3. Matanovic 3 en 1 afg.
4/5. Bisguier en Donner 3 ½
6/7. Bouwmeester en Langeweg 3
8. Van Geet 2 en 1 afg.
9. Perez 1
10. Van de Pol ½

Partijverslagen

Perez – Van Geet vroeg 11 nette, deels bekende, zetten; toen was de partij remise en begon de zaal schaak te spreken. Onze voorzaten waren sterk in deze vorm van culturele activiteit, wij doen weinig voor hen onder. Dat gaat zo “Ik noem dat geen schaakpartij”. Geen mens kan het tegenspreken.

“Toernooischaak is geen clubpartijtje; daar spelen nu eenmaal verscheidene motieven een rol”. Geen mens kan het tegenspreken.

Een derde, zwijgende categorie, met ervaring, is die der organisatoren; in het verre, nabije en toekomstige verleden hielden en houden zij zich ook bezig met de te vroegtijdige remise. Zij vonden er iets tegen (dat middel is vermoedelijk ook de toekomstaspirine); men mag geen remise geven voor, pakweg, de 30ste zet.

Dat klinkt intelligent. Maar dan herhaalt men de zetten. Waarmede we “fijntjes” willen opmerken, dat de discussie kan worden voortgezet.

O’Kelly de Galway heeft door winst op Bouwmeester de kop genomen, waarbij niet valt te vergeten dat Matanovic een gewonnen hangpartij heeft. Bouwmeester heeft woensdag aan den lijve moeten ondervinden dat het tegen de Belgische precisie-grootmeester O’Kelly kwaad kersen eten kan zijn, als men probeert nieuwtjes te vinden. Tijdens het internationele PAM-toernooi introduceerde de Nederlander een nog niet vertoonde variant in de Pirc-verdediging. Met veel vertoon van macht weerlegde de Belg deze opzet. Bouwmeester had geen geluk. Achteraf bleek dat de Belgische grootmeester in de finale van het wereldkampioenschap correspondentieschaak (hij heeft de titel al op zak) deze speelwijze vier maal met zwart probeerde. Hij had het nieuwtje van Bouwmeester (7… Pa6) reeds uitgebreid onderzocht. Daar de Belgische grootmeester deze ontmoeting van analyses voorzag kunnen we een verdere bespreking achterwege laten.

Alberic O’Kelly de Galway – Hans Bouwmeester
PAM-toernooi, december 1961, ronde 6
[Commentaar van O’Kelly en Spanjaard]

1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 g6 O’Kelly: Het is interessant deze speelwijze te bestrijden; ik wendde haar namelijk in de strijd om de titel wereldkampioen correspondentie-schaak vier maal aan; drie partijen kon ik mel zwart remise maken; één duel won ik.
4.f4 O’Kelly: Ik geloof niet, dat wit op andere wijze voordeel kan behalen.
4…Lg7 5.Pf3 O-O O’Kelly: In een Russisch toernooi speelde Poloegajewki hier 5…c5 6.Lb5+ Ld7 7.e5 Pg4 8.e6 Lxb5 9.exf7+ Kd7 met vermoedelijk houdbaar spel voor zwart. Persoonlijk gaf ik in het toernooi te Toremolinos tegen Farré de voorkeur aan 5…c5 6.dxc5
6.Le2 c6 Spanjaard: Deze zet is bekend uit de onlangs te Bled gespeelde partij Fischer – Udovcic, welke in remise eindigde, nadat zwart voortdurend slecht had gestaan. Zwart laboreert een ruimtetekort; hij moet steeds rekening houden met de opstaat e4-e5, gevolgd door een koningsaanval. O’Kelly: Zoals bekend is hier 6… c5 dubieus wegens 6…c5 7.dxc5 Da5 7… dxc5 8.Dxd8 met voordeel voor wit, Boleslawski – Pirc.  8.O-O Dxc5+ 9.Kh1 O’Kelly – Robatsch Wenen, 1961, met moeilijk spel voor zwart.]
7.O-O Pa6 O’Kelly: Een nieuw idee. Spanjaard: Udovcic speelde hier Pbd7; de tekstzet heeft het bezwaar dat het paard buitenspel komt te staan.
pamkellbouw18.e5! O’Kelly: Dit is noodzakelijk; indien zwart namelijk nog tot … Pac7 komt en daarna tot … Pfd5 is zijn positie vermoedelijk houdbaar.
8…Pd5 9.Pxd5 cxd5 O’Kelly: Stond het paard nu bijv. nog op b8, dan kon zwart de druk tegen e5 snel opvoeren; thans ontbreekt hiervoor de tijd.
10.c3 Pc7 O’Kelly: Indien 10…Lf5 11.De1 met de dreiging Pg5 en g4, met sterk overwegend spel voor wit.
11.Ld3 a6 Spanjaard: Zwart kan eigenlijk geen vin verroeren en met maar afwachten. wit heeft met de eenvoudigste middelen een veelbelovende aanvalsstelling bereikt.
12.De1 Spanjaard: met plannen zoals Dh4, Pg5, f5, Lh6 en dergelijke. O’Kelly: Hier overwoog ik 12.Pg5 dxe5 13.fxe5 Pe6 maar de zwarte stelling is moeilijk aan te tasten.
12…e6 13.Le3 Spanjaard: Nu de dame niet meer naar h4 kan, komt de dameloper aangesneld; zwart kan niet beletten dat deze loper via f2 en h4 naar f6 komt, waarna de voor de verdediging belangrijke Lg7 wordt geruild. Pe8 faalt steeds op de kwaliteitswinst Le7.
13…Ld7 14.Lf2 O’Kelly: Geen zin had 14.exd6 wegens 14.exd6 Pe8 en zwart wint de pion terug met goed spel.
14…Lb5 15.Lxb5 Pxb5 16.Lh4 Dd7 O’Kelly: Niet 16… f6 wegens 17.exf6 en pion e6 gaat verloren. Spanjaard: Natuurlijk niet f6 wegens exf6 benevens Dxe6.
17.Lf6 Pc7 18.Dh4
pamkellbouw218…Lxf6
O’Kelly: Verplicht, wegens de dreiging 19.Le7.
19.exf6 Pe8 Spanjaard: Eindelijk kan het paard naar e8, maar tot welk een prijs! Pion f6 is een angel in het zwarte vlees.
20.f5!! Spanjaard: Met deze lading dynamiet wordt de zwarte stelling opgeblazen. O’Kelly: Nu heeft zwart geen tijd meer voor
20…exf5
– 20…Dd8 21.fxg6 enzovoorts.
– 20…gxf5 21.Dh6 Dd8 22.Pg5 Pxf6 23.Tf3 en mat is onvermijdelijk.
21.Tae1 O’Kelly: Dreigt op e8 te slaan en met Dh6 te winnen.
21…Dd8 22.Te7 h5 23.Dg5 Tc8 24.Ph4 O’Kelly: Met de dodelijke dreiging op g6 te slaan. Spanjaard: Zwart staat volstrekt machteloos tegen de dreigingen Pxg6 of Pxf5; zo faalt Kh7 op Dxg6.
24…Pxf6 25.Dxf6 O’Kelly: En zwart geeft het op. Indien bijv. 25… Tc7 dan 26.Pxg6 en wint. Spanjaard: Er dreigt bijvoorbeeld Pxg6, welke zet ook volgt na 25… Tc7.

1-0

Robatsch – Bisguier viel onder het hoofdstuk zwaar-gewicht-werk. We kregen een Normaal-variant van de Tarrasch-verdediging te zien, met ettelijke centrale ruilen, resulterende in isolani op d4/d5.

pamrobabisgZwart speelde in de linkerdiagram 14… Le7-d6, omdat 14… Ld7-e6 15.Dd1-h5 g7-g6 16.Dh5-h6 wit een initiatief op de koningsvleugel geeft (er dreigt reeds Te5-h5). Met Te1-(x)e5xd5 kwam een reeds eerder vertoond motief vervolgens tot ontplooiing; dat betekent een pionwinst, maar de consequentie voor wit is, dat na 15.Te5xd5 Ld7-e6 16.Td5-b5 Dd8-c7 17.Tb5-h5 g7-g6 18.Th5-h4 het zwarte loperpaar a) de witte toren naar de kantlijn verbant en b) door de stelling straalt met griezelige toekomstmuziek. Uiteraard kennen beide cracks deze melodie; ze speelden haar dienovereenkomstig.

Robatsch kon halverwege de speeltijd dame-ruil afdwingen, doch een remise-aanbod zijnerzijds werd toch nog door de Amerikaan afgewezen. De strijdlust van de laatste was evenwel niet in overeenstemming met de objectieve realiteit. Wit gaf een pion terug, re-activeerde zijnen toren en kon toen na enkele zetten op het formulier remise noteren.

Langeweg – Donner was een Engelse partij met zo omstreeks de 10e zet overwicht van wit. Dit overwicht bleef in feite de gehele partij gehandhaafd doch had misschien van meer allure kunnen zijn indien wit niet al te vroegtijdig voor de verleiding e3-e4 was bezweken. Zo als het nu ging, bewoog het spel zich zo binnen de 55-45% grens, dat wil zeggen dat de remise-streep steeds het touwtrekken bleef bepalen. Wit had tegen het slot een ietwat beter paard dan Donner een loper, doch die “beterschap” was vrij problematisch. Na het afbreken keken de opponenten elkaar eens diep in de ogen, bezagen hun stelling kritisch en geloofden toen niet meer aan winst of verlies. Alsnog remise, tot tevredenheid van wedstrijdleider Orbaan die min of neer in beheerste radeloosheid verkeert bij het idee, dat de slotronde een dusdanig aantal afgebroken partijen zal gaan opleveren, dat het fameuze schema er onder zal bezwijken.

Tot troost kan worden opgemerkt, dat dit elk toernooi iedere toernooileider schijnt te zullen overkomen, maar daar driekwart der dingen die wij vrezen niet geschiedt, kan ook Orbaan zondag/maandag misschien slapende doorbrengen.

Van de Pol kreeg een wrede nul te noteren tegen Matanovic. Dat de Joegoslavische grootmeester het vermogen bezit veel en knap te winnen, geen mens zal het tegenspreken, doch de wijze waarop Van de Pol in de prijzenkast van de Joegoslaaf belandde, was toch wel een beetje triest. De heren hadden zich Konings-Indisch ontwikkeld, enkele ruilen achter de rug, en een middenspel bereikt, dat voor zwart vermoedelijk wat vrijer stond, doch geen beslissende sfeer uitstraalde. Op dat ogenblik blunderde wit door een eenvoudige overbelasting van de dame voorbij te zien; jammer.

De partijen

A. O’Kelly – H. Bouwmeester: zie hierboven.

F. Perez – D. van Geet
1.e4 Pc6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.d5 Pb8 5.f3 e6 6.fxe4 exd5 7.exd5 Pf6 8.Pf3 Lb4 9.Lb5+ c6 10.De2+ De7 11.Dxe7+ Kxe7 ½ – ½

K. Langeweg – J.H. Donner
1.c4 Pf6 2.Pc3 e5 3.g3 d5 4.cxd5 Pxd5 5.Lg2 Pb6 6.d3 Le7 7.Ph3 Ld7 8.f4 Lc6 9.e4 exf4 10.Pxf4 O-O 11.O-O Lc5+ 12.Kh1 Le8 13.Pfe2 Pc6 14.Tf5 Ld6 15.d4 f6 16.Le3 De7 17.Pb5 Lg6 18.Pxd6 cxd6 19.Tf4 d5 20.exd5 Dxe3 21.dxc6 bxc6 22.Pc3 Tac8 23.De1 Tfe8 24.Dxe3 Txe3 25.Tc1 Kf8 26.Kg1 Td3 27.Td1 Txd1+ 28.Pxd1 Pd5 29.Lxd5 cxd5 30.Pc3 Lf7 31.Tf2 Tc4 32.Td2 Ke7 33.Kf2 Kd6 34.Ke3 Tb4 35.b3 Tb8 36.Pa4 Te8+ 37.Kf2 Le6 38.Te2 Tb8 39.Pc5 Lg4 40.Tb2 Kc6 41.Tc2 Kd6 42.Tc3 Lf5 43.a3 a5 44.Ke3 g5 45.Kf2 Lg4 46.Te3 Lh3 ½ – ½

J. van de Pol – A. Matanovic
1.Pf3 Pf6 2.g3 g6 3.Lg2 Lg7 4.d3 O-O 5.O-O c5 6.e4 Pc6 7.Te1 d6 8.c3 e5 9.d4 cxd4 10.cxd4 Lg4 11.d5 Pd4 12.Le3 Pxf3+ 13.Lxf3 Lxf3 14.Dxf3 Dd7 15.Pd2 Pg4 16.De2 f5 17.f3 Pxe3 18.Dxe3 f4 19.De2 fxg3 20.hxg3 Lh6 21.Kg2 Tf7 22.Tac1 Tc8 23.Dd3 Tff8 24.Tc4 Lxd2 0 – 1

K. Robatsch – A. Bisguier
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 d5 4.Pf3 c5 5.cxd5 Pxd5 6.e3 Pc6 7.Ld3 Le7 8.O-O O-O 9.a3 cxd4 10.exd4 Ld7 11.Te1 Tc8 12.Pxd5 exd5 13.Pe5 Pxe5 14.Txe5 Ld6 15.Txd5 Le6 16.Tb5 Dc7 17.Th5 g6 18.Th4 f5 19.Lg5 Ld5 20.Dd2 Tfe8 21.Lf4 De7 22.g3 b6 23.Lxd6 Dxd6 24.Tf4 Lb7 25.h4 Dd5 26.f3 Kh8 27.Kg2 Db3 28.Kh3 Tc7 29.Tf1 Tce7 30.d5 Dxd5 31.Dc3+ De5 32.Dxe5+ Txe5 33.Td4 Td5 34.Txd5 Lxd5 35.Kg2 Te3 36.Lc2 Kg7 37.Ld1 Td3 38.Lc2 ½ – ½