in memoriam

Jan Gijzen overleden

Bert, Theo en Peter nog strijdend onder het toeziend oog van Jan Gijzen.

[door: Ed van Eeden]

eergisteren, op maandag 9 januari, is Jan Gijzen overleden. Hij is 71 jaar oud geworden.

Jan kwam de laatste jaren eigenlijk alleen nog op club als er rapidschaak was: zijn favoriete spelvorm. Daarom deed hij ook met enige regelmaat mee aan het Schaakcafé op vrijdagmiddag. Als ik hem daar tegenkwam en vroeg hoe het ging, antwoordde hij steevast: ‘Ach Ed, je weet wel hoe het gaat.’

En dat was ook zo. ‘Niet te verzoenen is het leven,’ schreef J.C. Bloem al. Voor Jan gold dat in steeds heviger mate. Toen hij in 1988 lid werd van de club, was hij nog wel eens te betrappen op enige opgewektheid. Dan dronk hij een biertje, was hij goedlachs en amuseerde hij zich duidelijk temidden van het bonte gezelschap van de schakers. Gaandeweg nam zijn spelvreugde af, evenals zijn levensvreugde. Dan vulden zijn dagen zich met binnenblijven en af en toe wat fietsen. Dat laatste deed hij uiterst traag, onderbroken door lange tussenpozen waarbij hij somber starend op een bankje aan de waterkant zat.

Dat is dus niet altijd zo geweest. Aanvankelijk was hij boekverkoper bij toen nog Broese Kemink, de megaboekhandel die destijds gevestigd was aan de Stadhuisbrug. Dat bestaan ruilde hij in voor een betrekking als beheerder van Slot Zuylen. Als club heeft Oud Zuylen daarvan nog mogen profiteren, want Jan regelde dat we in die fraaie historische locatie ons 50-jarig jubileum konden vieren. Daarna werkte Jan enkele jaren in een Amsterdamse boekhandel, waarna hij ook nog een paar jaar parttime bij de nieuwe Broese-boekhandel heeft meegedraaid.

Steeds meer werd hij gekweld door depressies. Zijn afgrondelijke wereldbeeld kreeg gaandeweg de overhand. Er was een duidelijke opleving toen hij vader werd: met tranen in de ogen vertelde hij over het wonder dat zijn zoon was, en dat het leven nieuwe zin en inhoud gaf.

Maar alles gaat zoals het gaat en elk zijn is tot niet-zijn geschapen. Bij niemand heb ik ooit zo’n verwoestende eenzaamheid en triestheid aangetroffen als bij Jan. Daarbij baatte geen hulp. En langzamerhand begon hij de strijd op te geven.

Het afgelopen jaar ging het echt slecht met Jan. Zo slecht dat het hem maar het beste leek als hij er niet meer zou zijn. Dus toen zich in december een ernstige hartkwaal bij hem voordeed, besloot hij om niet de zware en risicovolle operatie te laten uitvoeren die zijn leven misschien nog had kunnen verlengen. In plaats daarvan ging hij met morfine en medicijnen naar huis, in afwachting van het einde. Toen ik hem daarover belde, liet hij me beloven dat ik de rest van de club daarvan niet op de hoogte zou stellen. ‘Anders voelen ze zich verplicht om te reageren en gaan er allerlei mensen bellen of langskomen. Dat wil ik straks ook niet met mijn crematie: een kist en m’n familie, dat is genoeg.’

Het laatste bericht dat ik van hemzelf kreeg was een mailtje, zeven dagen voor zijn dood. Daarin schreef hij onder meer:

Met mij gaat het steeds slechter, ik strompel van bed naar tafel en andersom. De huisarts komt regelmatig langs en schrijft steeds sterkere pijnmedicatie voor. Ik hoop op een spoedig einde.
Warme handdruk en hartelijke groet, ook aan Karin.

Jan

Ik heb geantwoord dat ik voor hem hoopte dat het einde niet lang op zich zou laten wachten.

Uiteindelijk heeft het dus nog een week geduurd.

Jan was een mooi mens: melancholiek en belezen, droef maar vriendelijk, en oprecht geïnteresseerd in je medemensen. Ik zal hem missen.

Dat ik nu toch vind dat hij veel te vroeg is weggegaan, mag worden beschouwd als puur egoïsme.

Langzaamaan dunnen de gelederen van de ouwe getrouwen uit. Jan zou zeggen: daar wordt een mens toch somber van!

 

3 reacties

  • Jaap van der Tuuk

    Pieter de Groot,Rijk Schipper,Frans Konings,Gijs van Breukelen,Chris Lutz,Marcel van Os,Arnold Heesbeen,Henk Bloemink,Theo Ruijgrok en Jan Gijsen… Het mag van mij nu wel even afgelopen zijn Rust zacht,Jan.

  • Frank Tempelman

    Met Jan de nodige teamwedstrijden gespeeld. Droog, nuchter commentaar als je vroeg hoe hij stond. Had altijd het idee dat het een beetje zijn stijl was, die manier van reageren, maar het zat toch dieper.

    Zoals Jaap al zei: nu even niet meer, graag. Met Jan verliest de club een intelligente, altijd vriendelijke man, die je altijd wel tegenkwam in het Utrechtse, maar voor wie het leven een wat grotere last bleek dan hij aan een groot deel van de buitenwereld te liet merken.

    Het is jammer dat er geen hiernamaals is, waar heel heel langzaam gefietst, en minzaam gelachen wordt.

  • Erik Corneth

    Toen ik lid werd van Oud Zuylen deed ik voor het eerst mee in een viertallen competitie. Jan Gijzen was mijn teamleider.

    We hadden altijd de grootste lol in de auto onderweg naar de uithoeken van de provincie. Wedstrijddagen waren een uitje. Ik vond Jan sympathiek, slim en humoristisch.

    Ik wist dat hij moeite met het leven had. Misschien konden we daarom goed met elkaar overweg.

    Rust in vrede Jan