Robert Beekman
De topfavorieten buitelden dit jaar over elkaar heen! In een ongemeen spannende finale was het uiteindelijk Andrei Orlov die na zes ronden drie punten achter stond op de koplopers, maar uiteindelijk in de laatste ronde iedereen voorbijstoof om toch nog de eenzame winnaar te worden!
Helemaal links Andrei Orlov: Master of the Hypercube Universe.
Beestachtig sterk was het toernooi dit jaar. In de top was er weinig ongewoons aan de hand. Acht grootmeesters, twaalf internationaal meesters, veertien fide meesters. Ach, dat hebben we wel vaker gezien. Maar dit jaar was het vooral de onderkant die het liet afweten. Onder de 1800 waren er weinig deelnemers. Hierdoor kregen we 130 deelnemers met een gemiddelde rating van 2100. Gemiddeld!
De spelers van de organiserende thuisclub hadden het daardoor moeilijk dit jaar. Normaliter zijn er altijd wel twee tot vier van Schaakclub Utrecht die de finalegroep haalden. Dit jaar was dat nul. Er waren spelers van 2300 die de voorronden begonnen met 0 uit 5. De topfavorieten waren echter goed bij de les. Allen bereikten probleemloos de finalegroep.
En die finale groep begon gelijk al met groot spektakel! Dgebuadze, winnaar van 2007, won van Fridman (winnaar 2006 en 2008) en Epishin (winnaar van 2005)! De twee grootste favorieten konden gelijk een nul noteren!
Links Dgebuadze – Epishin. Dgebuadze heeft net Lh6 gedaan. Epishin kijkt naar de koningsstelling en denkt: moet ik me daar zorgen over maken? Niks aan de hand, toch? Er volgt nu … Pe4. Keiharde zet! Dgebuadze blijft echter ogenschijnlijk onaangedaan. De partij gaat verder met De3 Pxc3 bxc3 Pf6 h4 Lg4.
.
En de stelling links ontstaat. Dgebuadze doet nu het thematische pionoffer h5. Gevaarlijk of niet? Volgens Epishin viel het nog steeds best wel mee. Hij deed h5 Lxh5 Pe5 Lxe2. Maar in plaats van braaf terugslaan op e2 deed Dgebuadze nu Dh6 Kg8 Pd7. Gelijk uit! Tegen de dubbele aanval van Pxf6 en Dh7 mat en Pxb6 damewinst is niets te doen.
Achteraf had hij dus met de loper moeten slaan op f3 in plaats van h5. Altijd het paard pakken voordat het gevaarlijk wordt!
.
Alexandre Dgebuadze: cool as a cucumber.
Vladimir Epishin: Show me … !
… o nee, dit gaat niet goed.
Mijn god, waar is het misgegaan.
Dan ronde 2: Fridman – Dgebuadze. Dgebuadze zet een rustige Stonewall op het bord en Fridman maakt er geen halszaak van om te bewijzen dat dit toch echt tot voordeel voor wit moet leiden. Schuif, schuif, schuif. En nog meer geschuif. Fridman, wereldberoemd om de snelheid waarmee hij de stukken weet te verplaatsen, bouwt daarentegen wel een tijdvoorsprong op.
Tot de volgende stelling (zie links) ontstaat. Fridman doet nu Tc6. Een positioneel pionoffer! Zwart moet aannemen en na Tc6 Txc6 bxc6 Kxc6 Tc1 Kb7 Lb5 kan zwart niet Tc8 spelen vanwege La6. Ook Td7 is dus niet mogelijk en zo heeft wit zwart helemaal klemgezet. De witte loper blijkt ineens beresterk te zijn en de pionnen in het zwarte achterland moeten voor hun leven vrezen.
Vervolgens gaat Fridman de koningsvleugel opengooien. Een tweede front! De witte koning wordt geactiveerd en niet veel later switcht wit de toren naar de open f-lijn. En dan valt die toren ook nog eens binnen op de zevende rij! Ai, ai, ai. Dat ziet er niet best uit voor zwart.
Wit staat nu op het punt om de vruchten van zijn briljant positiespel te plukken. Hij is aan zet en doet nu Tf6 Pf4 Txh6. Zwart doet uit arren moede maar Tc8. Je moet toch wat? Maar Fridman doet Ld7 en laat Dgebuadze zomaar op c3 binnenvallen! Waar hij dat met Kd2 verhinderen moest! Ineens keren de kansen als van dag op nacht. Zwart heeft twee verbonden vrijpionnen die snel naar voren toe rennen. Wanhopig op zoek naar een verdediging tikken wits seconden voorbij, terwijl zwart alleen maar a tempo zetten doet. Vijftien seconden heeft zwart nog maar. En toch is het wit die door zijn vlag gaat. Machteloos verlamd door de zwarte overmacht moet Fridman toezien hoe vingers tot stilstand komen. Hoofdschuddend geeft hij op.
Dgebuadze bovenaan! En hij heeft de twee sterkste spelers van het veld al gehad!
Alexandre Dgebuadze tegen Fridman.
Nog een keer Alexandre Dgebuadze tegen Fridman.
Daniel Fridman: tweevoudig winnaar van Hypercube.
Ronde 3. Ik ga maar eens kijken bij Anish Giri tegen Vladimir Epishin. Epishin is qua speelsterkte en verschijning dezelfde als vier jaar geleden, maar had dit jaar toch een andere strategie meegebracht. In 2005 speelde hij alleen maar hoofdvarianten. Hoofdvarianten die hij goed kende en voorbereid had. Op zet 20 vond ik nog stellingen die hij tegen grootmeesters al eerder op het bord had gehad. 2005 was dan ook een overtuigende zegetocht voor Epishin.
Dit jaar speelde hij incourante varianten waarbij hij in de opening al creatief was. Op 1.e4 deed hij 1… d5 2.exd5 Dxd5 3.Pc3 Dd6. Op 1.d4 zag ik 1… b6, gevolgd voor Lb7, c5 en na wits d5 volgde … e6 en … f5. Deze strategie kostte hem tijd in de opening en minder goede stellingen in het middenspel op.
Tegen Anish Giri kwam 1.d4 Pf6 2.c4 c5 3.d5 e5 op het bord. Kennelijk vertrouwde hij op zijn beter strategisch inzicht, maar Giri hield stug stand. Epishin probeert er links doorheen te komen. Lukt niet. Epishin probeert er rechts doorheen te komen. Lukt ook niet.
Dan doet Epishin … e4. De winstpoging is net iets te optimistisch. Op dat moment leek het sterk, maar een paar zetten later onstaat de diagram links. Zwart gaat dus een pion verliezen.
Snel gaat zwart met zijn dame terug: Db3-b7-e7. Wit verovert pion e4, en er ontstaat gerommel en onduidelijkheid op het bord. De stukken moeten nu sneller verschoven worden want Hoge Tijdnood is inmiddels gearriveerd. Pang! Epishin geeft zomaar een dame weg! Die vervelende paardvorkjes ook. Snel verder vluggeren.
Het lijkt een kansloos parcours voor Epishin maar ineens begint hij te protesteren. Giri heeft namelijk een handige zet-klok-constructie in de vingers. Met rechts wordt gezet, met links wordt al ingedrukt voordat gezet is. In het Corus toernooi waren daar ook al klachten over en een gewaarschuwd mens telt voor twee. Epishin houdt zijn klok ingedrukt terwijl hij luidt protesteert en met de andere hand wijst naar Giri. Giri probeert op zijn beurt met zijn iele vingertje de klok weer in beweging te brengen, maar merkt dat er met het volumeuze gewicht van Epishin niet te spotten valt. Dan zet hij de klok maar stil. Epishin 26 seconden, Giri 11 seconden.
Wedstrijdleider erbij. Giri mag niet met twee handen spelen. Nee, dat mag niet. Tijdstraf volgt. Maar Giri zegt dat hij, doordat Epishin de knop van de klok ingedrukt hield, eigenlijk meer dan 11 seconden heeft. Waar moet de tijd nu op vastgesteld worden? Gesteggel volgt. Ineens komen de spelers zomaar remise overeen. Probleem opgelost. Volgende ronde.
Epishin moet nog een zet doen en de klok indrukken, maar Giri heeft zijn stuk al bereikt.
Epishin moet opnieuw een zet doen, maar dit keer is Giri sneller klaar met zijn zet dan hij! Die jeugd van tegenwoordig toch: onnavolgbaar!
Anish Giri. Huidig beroep: wonderkind. Toekomstig beroep: wereldkampioen schaken.
Giri zou later nog meer van dit soort tijdnoodspektakels meemaken. Tegen Bosboom had hij twee seconden en Bosboom 1 seconde. Bosboom had daarvoor al remise aangeboden wat hij weigerde. Bij die bewuste tijdstand (Bosboom 1 seconde, Giri 2 seconden) gooit Giri zomaar een stuk door de lucht. Het verdwijnt achter hem op de grond. Hij zet de klok stil en verdwijnt onder tafel om op zoek te gaan naar het verloren stuk. Eenmaal bovengekomen wil hij de klok weer aanzetten om verder te spelen, maar bedenkt dat dit toch echt niet kan en biedt dan maar remise aan. Bosboom moet erom lachen en neemt het aanbod aan.
Ronde 4. Terug naar de koploper nu. Dgebuadze. Die moet aantreden tegen Orlov. Nou, die zal wel eens leren hoe je schaken moet!
Dgebuadze – Orlov. Orlov heeft zonet Pe5-c4 Lf1xc4 Pb6xc4 Dd2-d4 achter de rug en nu doet hij gedachtenloos Pc4xe3. Dgebuadze doet a tempo Pf5xg7. Ai, tussenzet overzien. Er volgt nu Lxg7 Dxg7 Tf8 fxe3 Le6 en wit doet nu e5! Huppakee! Thematisch pionoffer. Wit dreigt Pc3-e4 en door naar f6 of d6.
Zwart rocheert lang en laat een pion op d6 toe, gedekt door het paard op e4.
.
.
Huizenhoog voordeel nu. Wit kan winnen met Pf6 of Td4, maar doet het natuurlijk in stijl: d7! Nog een pionoffer! Een prachtige zet, maar helaas objectief minder sterk. Na Txd7 Pf6 Dxe3 weet zwart toch nog naar remise te ontsnappen omdat – zeer ongelukkig – de toren op h1 blijkt te hangen.
.
.
.
.
Dgebuadze – Orlov. Precies op het moment dat d7 gespeeld zal worden.
Opnieuw Orlov, in de heuse rol van Houdini, tegen Dgebuadze.
Een ronde later gaat Dgebuadze er echter kansloos af tegen Giri. Ik kijk naar de tussenstand en constateer dat ik helemaal op het verkeerde bord zit te kijken! De echte kanjer speelt verderop. En zijn naam is Manuel Bosboom! Bosboom zou voortdenderen naar 6,5 uit 7. Ver voor op de rest.
Snel ga ik naar zijn bord en zie daar een wonderschone partij. Links Bosboom – Vedder. Zwart heeft na afwikkeling een pion op b3 gewonnen, maar moest bij deze mega-ruil wel toestaan dat wit een in potentie gevaarlijke loper op b2 heeft. Maar hoe moet wit dit verzilveren? Bosboom had daar een wel heel verrassende oplossing voor: h6 g6 Df6! Dameruil! Terwijl ik me afvroeg langs welke lijn de witte dame op h8 zou kunnen landen!
En niet veel later gooide Bosboom er ook nog een kwaliteitsoffer tegen aan! Het paard en de pion werden geruild tegen de toren op h1: Txb3 Tc1 Kf2 Txh1 Txd3.
.
Links de stelling die later ontstaat. Zwart heeft twee formidabele torens en ook nog een vrijpion op de a-lijn. Maar de witte loper domineert het bord! Evengoed, hoe moet wit verder komen? Het antwoord daarop is verbijsterend. Wit zet gewoon zijn toren op de zevende rij en doet daarna e4-e5-e6. Dan Ta7-g7xh7 en met de h-pion een dame halen. Niets tegen te beginnen!
Heel goed gespeeld door Bosboom. Ongelooflijk goed getaxeerd. Geen wonder dat hij in dit gezelschap van grootmeesters fier aan kop gaat.
.
Bosboom – Vedder.
Nog een keer Manuel Bosboom.
Helaas wordt de winnende koers van Manuel in de tweede helft onderbroken omdat wellicht de vermoeidheid toeslaat en daarmee de scherpte afneemt. In de tiende ronde begon de ellende al en nam Popovic de koppositie over met een formidabele score van 8 uit 10, gevolgd door Bosboom, Fridman, Epishin met 7,5. Elfde ronde nu.
Spoelman – Popovic.
Spoelman overspeelde Popovic helemaal. De aanval over de koningsvleugel is te sterk. Popovic geeft een stuk weg maar dan gebeurt het volgende. Spoelman heeft een toren op d5 gedekt door pion e4. Daarboven zwarte pion op e5 en zwarte dame op e6. Popovic doet f7-f5, Spoelman a tempo e4xf5 en Popovic pakt een volle toren op d5. Geen stuk voorsprong meer, wel kwaliteit achterstand. Spoelman begrijpt er zelf ook meer niets van.
Nog is het niet afgelopen. Een zinderende tijdnoodfase volgt. Pion van Popovic gaat naar voren en hij pakt alvast een witte dame. Later zou hij dat wederom doen. Toen pakte hij met de witte stukken een zwarte dame. Graag had ik geweten wat er was gebeurd als Popovic met zijn pion promoveert en een dame in de kleur van de tegenstander op het bord had gezet. Had zijn tegenstander dan met die dame verder mogen spelen?!?
Het gebeurde niet. Popovic won voordat de promotie een feit was.
Dan Popovic – Bosboom! High noon! Het zou een van die partijen zijn die ongelooflijk snel gespeeld werden tot de laatste seconde toe. Hoeveel zetten? Misschien wel meer dan 200. Misschien wel meer dan 300. Ook die partij eindigt met drama. Popovic 2 seconde, Bosboom 4 seconden. Popovic staat volle dame voor (wit: Kc2 en Dh7; zwart: Ka2 pion a4) en doet Db7. Nu nog maar 1 seconde op de klok. Maar Bosboom heeft net z’n pion van het bord geduwd en pakt de pion weer op zoek naar het juiste veld. Vertwijfeld haalt hij zijn schouders op. Waar stond die pion ook al weer? Popovic pakt daarop de dame van b7 en zet zijn tegenstander mat op b2! Zonder dat Bosboom een zet gedaan heeft!
Dit keer werd het zonder morren geaccepteerd, waarschijnlijk omdat de dame voorsprong overtuigend taalgebruik is.
Bosboom – Popovic.
We blijven bij het bord van Popovic. Een grootmeesterlijk potje tegen Vedder. Snel werd een knoop doorgehakt, snel werd er gezet. De tijdvoorspong nam toe terwijl de stelling alleen maar beter werd. Langdurig manoeuvreren volgde, maar het lastige was dat Popovic regelmatig een stuk omgooide. Dat stuk werd dan weer netjes rechtgezet. Maar toch. Naarmate de partij verder ging gebeurde het steeds vaker. Toen een paar keer twee stukken omgooien. Maakt niet uit. Gewoon rechtzetten en doorspelen. Hij had toch meer dan een minuut voorsprong op een tegenstander die al in hoge tijdnood zat. 25 seconden heeft zijn tegenstander. Redt hij nooit.
Maar dan gebeurt iets heel bizars. In een stelling met nog maar tien stukken op het bord gooit Popovic er zeven stukken om. Snel weer terugzetten waarop de andere drie stukken ook nog van het bord afvliegen. Vervolgens gaat hij wanhopig op zoek naar de juiste stelling. En wat hij ook doet, hij kan hem niet vinden! Kostbare seconden gaan zo verloren en uiteindelijk gaat hij zelf nog door zijn vlag, nadat hij even later weer een veelvoud van stukken omgooit.
Petar Popovic in de bewuste partij tegen Vedder.
Achteraf in diezelfde partij. Popovic weet zelf ook niet wat hij ervan denken moet.
Hierboven Bosboom – Epishin op het hoogtepunt van hun partij. Epishin deed a5xb4, Bosboom deed daarop Pd4-e6 en Epishin heeft net c7-c6 gedaan. Hoe staat het nu?? Kan wit op f8 slaan? Of is slaan op g7 beter. Bosboom deed nu Pbd4, waarop pion d5 er aan ging. dxc6 Dxe6 cxb7 was in de stelling boven nog het beste geweest. Epishin zou winnen.
Vanaf ronde 11 namen aldus Epishin en Fridman toch weer het heft in handen. Zouden we zo toch weer een voorspelde eindoverwinning krijgen? In de laatste ronden zouden de twee op papier beste schakers tegen elkaar moeten spelen. Nee! Het lot zou anders beslissen. Fridman verloor op het laatst zomaar drie ronden op rij. Epishin liet ook hele en halve punten liggen. In ronde 18 greep daar zomaar ineens Lalic de macht!
In de stelling hierboven heeft Bogdan Lalic wit tegen Lucas Boutens. Lalic offerde zijn paard op e5 voor de pion op f7. Na Txf7 volgde Pxe6 Dd6 Pxd8 Lxd8 d5, gevolgd door e4 en e5 van wit. Zwart is reddeloos verloren in deze stelling.
Opnieuw Lalic tegen Boutens.
Wederom Lalic.
Maar Lalic stond niet alleen bovenaan. Ook Orlov had 14 punten. En direct erachter Epishin met 13,5 punten. Gedrieën zaten ze naast elkaar. Vladimir Epishin tegen Daniel Fridman. Bogdan Lalic tegen Manuel Bosboom. Andrei Orlov tegen Rafael Fridman. De drukte om de laatste tafels was gigantisch. Ik kon me amper bewegen en boog over de schakers heen. Ik keek naar links. Daar speelde Lalic. Ik keek naar rechts. Daar speelde Orlov. En Epishin kon het ook nog halen maar had de zwaarste tegenstander.
Het eerst was Lalic klaar. In een gelijk opgaande partij had Lalic lang het initiatief, maar dwong Bosboom met eeuwig schaak remise af. Toen volgde Epishin. Hij had in de opening een pion geofferd, maar de open koningsstelling van Fridman bood voldoende compensatie. Hij zou winnen.
Twee spelers nu bovenaan!
Maar Orlov bleef koel en won zijn partij tegen Rafael Fridman langs de weg van gelijkmatigheid.
Andrei Orlov.
Nog een keer: winnaar Andrei Orlov.
Andrei Orlov daarmee winnaar van Hypercube 2009. Als een duveltje uit de doos. Dank zij een ongelooflijke eindsprint van 12 uit 12 toch nog bovenaan geëindigd! Na ronde 6 stond hij nog drie punten achter op de koplopers van dat moment.
Hulde voor de overwinnaar. En ook mijn welgemeende excuses aan de overwinnaar. Heb ik helemaal geen mooi fragment van hem opgetekend! De hele tijd naar de verkeerde spelers gekeken!!
Van links naar rechts: Lalic, Popovic, Orlov, Dgebuadze, Boutens.
En dit keer is de tweede speler van links Daniel Fridman.
Nog een rijtje. Van rechts naar links: Lalic, Epishin, Fridman, Bosboom.
Vladimir Epishin in gesprek met Rafael Fridman. Links naast hem Andrei Orlov op de rug bekeken.
Epiloog
Nog een laatste terugblik op ons Hypercube snelschaaktoernooi.
Inmiddels hebben mij een aantal reacties bereikt. De eerste betrof het eindspel van Koning plus toren tegen Koning plus paard dat remise gegeven werd. Heeft de partij met Koning en toren niet het recht om het tenminste nog te proberen? Ja, dat heeft hij. Maar inmiddels waren er al meer dan 70 zetten gespeeld (de wedstrijdleider heeft ze persoonlijk geteld) en aan het spelverloop te zien werd het de wedstrijdleider duidelijk dat er alleen maar geprobeerd werd door de vlag heen te jagen. Op dat moment heeft de wedstrijdleider wel degelijk het recht om de partij remise te geven – in de geest van artikel 10.2. Een wedstrijdleider is niet verplicht om zoiets te doen, maar in het voorwoord van het Fide-reglement wordt hem wel het recht gegeven zoiets te doen.
Dan de kwestie Giri – Epishin. Epishin protesteerde tegen het feit dat zijn tegenstander twee handen gebruikte, maar had hij geprotesteerd als hij geen dame achter maar voor stond? Vermoedelijk niet, maar het wordt voor de ander wel heel lastig te zien wat er gebeurd als er ineens twee handen over het bord flitsen. Een speler die met twee handen speelt, loopt altijd het risico dat de tegenstander protesteert. Mij werd gemaild dat Epishin een serieklager is. Mij werd ook gemaild dat dit de zoveelste ‘handigheid’ van Giri is. Misschien dat beide opmerkingen waar zijn, maar op het Hypercube toernooi werd dit ook in alle redelijkheid tezamen met de spelers opgelost. Ook in dit geval. Persoonlijk vond ik noch Giri noch Epishin onredelijk.
Het is echter voor de wedstrijdleider en de gemiddelde toeschouwer bijzonder moeilijk om te zien wat er allemaal op het bord gebeurt, zeker met spelers die zo vingervlug zijn. In meerdere situaties zat ik er samen met de wedstrijdleider letterlijk boven op. Toch hadden we allebei een andere beleving van wat er gespeeld had.
Van Roel de Lange (waarvoor dank!) kreeg ik een mail met foto’s van wat er speelde tijdens de partij Popovic – Bosboom. Hij schrijft daarover: “Toevallig was ik er – met camera – ook, en heb ik foto’s gemaakt van onder andere de partij Popovic-Bosboom, die ook in het verslag aan de orde komt. Wetend dat beide heren in de slotfase van een snelschaakpartij voor spektakel kunnen zorgen had ik mijn camera in de laatste fase op continu-opname gezet. De beelden – die ik U graag toezend – laten goed zien hoe hectisch het was, dat de witspeler af en toe met 2 handen probeerde om nog binnen de tijd mat te zetten, dat de stukken van het bord vlogen en dat Popovic in de laatste seconden de beide koningen terugzet – beide spelers hadden hun eigen koning erafgezwiept – en meteen ook het mat uitvoert. Daarbij valt op dat de witte koning plotseling 1 veld dichterbij staat dan voordat hij van het bord viel. Omdat Bosboom als eerste zijn koning van het bord duwt – of was het toch de mouw van Popovic? -, heeft Popovic de klok van Bosboom ingedrukt. Het is dus diens klok die nog loopt als het mat wordt uitgevoerd. Na afloop roept Bosboom nog wel ‘You made two moves at a time!’ maar hij accepteert de uitslag. Aardig studiemateriaal voor wedstrijdleiders in opleiding.”
Momentopname 1: de handen van Manuel Bosboom.
Momentopname 2, een fractie van een seconde later: de handen van Manuel Bosboom komen in beweging. Zijn zwarte koning is gevallen.
Momentopname 3, een fractie van een seconde later: hier en op het vorige beeld blijkt dat Popovic met twee handen over het bord gaat. Dat had ik zelf niet eens gezien. Opnieuw: de zwarte koning wankelt.
Momentopname 4: een aantal seconden later. Waar is de zwarte koning? De witte koning is óók gevallen. En Popovic heeft opnieuw de zwarte dame dreigend in zijn hand. Hij heeft echter geen witte pion meer waarmee hij de promotie van deze zwarte dame veilig kan stellen.
Alleen als je met camera in de hand momentopname na momentopname afspeelt, kun je dus reconstrueren wat er op het bord gebeurt, zoals in het verslag van Roel de Lange hierboven duidelijk wordt. Allemaal niet gezien! Terwijl ik er met mijn neus bovenop stond! Alleen het einde had ik goed in mij opgenomen: Popovic heeft 1 seconde, Bosboom heeft 4 seconden en Popovic doet zomaar een tweede zet. Ik sprak met de wedstrijdleider direct na afloop en vroeg hem wat nu de einduitslag was. “Popovic wint”, was het antwoord. Maar die twee zetten achter elkaar had hij niet gezien, terwijl hij ook met zijn neus er boven op stond.
Met één punt ben ik het roerend eens. Het verslag op deze website doet misschien iets anders suggereren, waarvoor mijn excuses, maar incidenten kwamen nauwelijks voor en als ze er wel waren werden alle problemen in goede onderlinge verstandhouding opgelost – vaak al vóórdat de wedstrijdleider gearriveerd was.
En dit is dus Anna Zatonskih. Die vraag werd mij óók gesteld.
Eindstand
Groep A
1 | Andrei Orlov | GM | 2525 | 15 |
2 | Bogdan Lalic | GM | 2537 | 14,5 |
3 | Vladimir Epishine | GM | 2587 | 14,5 |
4 | Alexandre Dgebuadze | GM | 2538 | 14 |
5 | Daniel Fridman | GM | 2627 | 12,5 |
6 | Dimitri Saulin | IM | 2435 | 12 |
7 | Petar Popovic | GM | 2489 | 11,5 |
8 | Manuel Bosboom | IM | 2412 | 11,5 |
9 | Anish Giri | FM | 2457 | 10,5 |
10 | Wouter Spoelman | IM | 2488 | 10 |
11 | Rafael Fridman | IM | 2460 | 10 |
12 | Tobias Kabos | 2128 | 9 | |
13 | Mihail Saltaev | GM | 2498 | 8,5 |
14 | Henk Vedder | 2336 | 8 | |
15 | Frank Erwich | FM | 2317 | 6,5 |
16 | Christov Kleijn | FM | 2336 | 6 |
17 | Chiel van Oostrom | IM | 2404 | 6 |
18 | Anna Zatonskih | WG | 2458 | 5,5 |
19 | Bonno Pel | FM | 2273 | 3 |
20 | Lukas Boutens | 2158 | 1,5 |
Groep B
1 | Alexandre Danin | IM | 2465 | 16 |
2 | Stefan Kuipers | FM | 2303 | 15,5 |
3 | Robin van Kampen | FM | 2316 | 14 |
4 | Richard Polaczek | IM | 2402 | 13,5 |
5 | Matthew Tan | FM | 2330 | 12,5 |
6 | Roeland Pruijssers | IM | 2430 | 12,5 |
7 | Koen Leenhouts | IM | 2396 | 12,5 |
8 | Pieter Nieuwenhuis | FM | 2235 | 12,5 |
9 | Sander van Eijk | FM | 2372 | 9 |
10 | Vincent Blom | 2076 | 8,5 | |
11 | Dragan Scrobic | 1932 | 8,5 | |
12 | Johan Ceko | FM | 2260 | 8 |
13 | Vincent Diepeveen | FM | 2261 | 8 |
14 | Bram van den Berg | 2179 | 7,5 | |
15 | Bruno Carlier | IM | 2415 | 6 |
16 | Hans Duistermaat | 2067 | 6 | |
17 | Martin van Dommelen | 2097 | 5,5 | |
18 | Sjef Rijnaarts | FM | 2335 | 5,5 |
19 | Ornett Stork | 2137 | 5 | |
20 | Frans Sanijs | 2023 | 3,5 |
Groep C
1 | Tim Lammens | 2303 | 13 | |
2 | Wesley Vermeulen | 2035 | 12,5 | |
3 | Remco Sprangers | 2271 | 11,5 | |
4 | Andre Bouwmeester | 2219 | 11,5 | |
5 | Mark Clijsen | 2124 | 10,5 | |
6 | Dick Schenkeveld | 2135 | 9,5 | |
7 | Albert Blees | IM | 2387 | 9 |
8 | Gabriel Smit | 2107 | 9 | |
9 | Fred Slingerland | IM | 2386 | 8,5 |
10 | Wim van de Fliert | 2171 | 8,5 | |
11 | Hugo ten Hertog | 2008 | 7,5 | |
12 | Jack Blanchard | 2101 | 7,5 | |
13 | Harmen van den Berg | 2151 | 6,5 | |
14 | Ruben Snepvangers | 2100 | 6,5 | |
15 | Michiel Blok | 2219 | 6 | |
16 | Arie Schwartz | 2275 | 5,5 | |
17 | Pieter de Groot | 2019 | 5,5 | |
18 | Gerard van Otten | 2073 | 4,5 |
Groep D
1 | Eric de Moor | 1992 | 13 | |
2 | Richard Vedder | FM | 2314 | 13 |
3 | Lody Kuling | 2178 | 11,5 | |
4 | Tjapko Struik | 2226 | 11,5 | |
5 | Gilbert Vrancken | 2057 | 10,5 | |
6 | Rick Ensering | 2069 | 10,5 | |
7 | Hein Piet van der Spek | 2079 | 10 | |
8 | Josip Gazic | 2261 | 9,5 | |
9 | Jeroen Bügel | 1981 | 9 | |
10 | Gijs IJzermans | 1862 | 9 | |
11 | Vincent Fructuoso | 2140 | 8,5 | |
12 | Dick de Graaf | 2171 | 8 | |
13 | Marc Schwartz | 2048 | 7,5 | |
14 | Albert Termeulen | 2091 | 7 | |
15 | Jan Prins | 2056 | 6,5 | |
16 | Enrico Vroombout | 2199 | 6 | |
17 | Ron Wagenaar | 2100 | 0 |
Groep E
1 | Bart Karstens | FM | 2246 | 16 |
2 | Roderick van Kempen | 1883 | 14 | |
3 | Tim Benning | 1979 | 12 | |
4 | Rene Snoeck | 1920 | 12 | |
5 | Rag de Graaff | 2158 | 11 | |
6 | Arie van den Hurk | 2047 | 10 | |
7 | Rob Bödicker | 2090 | 10 | |
8 | Anton Rosmüller | 2072 | 9,5 | |
9 | Ernst Gevers | 1973 | 9,5 | |
10 | Georgios Tzoumacas | 1855 | 9 | |
11 | Erik Middelkoop | 1867 | 7 | |
12 | Mathijs Janssen | 1781 | 7 | |
13 | Youri Gerritse | 1690 | 7 | |
14 | David Meynand | 1818 | 6,5 | |
15 | Albert van Os | 1886 | 5,5 | |
16 | Marcel Wubben | 2021 | 5 | |
17 | Wim van ’t Klooster | 1863 | 0 |
Groep F
1 | Marcel van Os | 2142 | 14 | |
2 | Martine Middelveld | 2110 | 14 | |
3 | Hans Hollander | 1890 | 12,5 | |
4 | Peter van Dinteren | 1840 | 12 | |
5 | Pim Ydo | 2093 | 12 | |
6 | Mark van den Berg | 1765 | 11,5 | |
7 | Simon Kronemeijer | 2007 | 9,5 | |
8 | Barend Tempelman | 1768 | 9 | |
9 | Thomas de Hoop | 1950 | 9 | |
10 | Ton Mackaaij | 1806 | 9 | |
11 | Midas Ratsma | 1664 | 7,5 | |
12 | Paul Langerak | 1722 | 7,5 | |
13 | Gert-Jan Fröberg | 1600 | 6,5 | |
14 | Laurens Snuverink | 1881 | 6 | |
15 | Jochem Scheepers | 1547 | 5,5 | |
16 | Johan Voskuil | 1840 | 5,5 | |
17 | Guus Beltman | 1750 | 1 | |
18 | Stijn Prompers | 1600 | 1 |
Groep G
1 | Elmer van Veenendaal | 1929 | 14,5 | |
2 | Gerben van der Hoeven | 1564 | 14 | |
3 | Remy Sennema | 1679 | 12,5 | |
4 | Kader Satti | 1471 | 12 | |
5 | Dies de Dreu | 1839 | 11 | |
6 | Sander van den Oord | 1889 | 10 | |
7 | Maarten Post | 1899 | 9,5 | |
8 | Ruth Woning | 1567 | 9,5 | |
9 | Afshin Mehnavian | 1746 | 9 | |
10 | Gaston Merks | 1850 | 9 | |
11 | Gerard Sanderse | 1785 | 9 | |
12 | Bruun van de Laar | 1865 | 8 | |
13 | Thijs van Osch | 1830 | 8 | |
14 | Richard Heideman | 1580 | 5,5 | |
15 | Gabri van der Schootbrugge | 1827 | 4,5 | |
16 | Nenad Vidinovic | 2000 | 4 | |
17 | Anurakt Scheepers | 1547 | 3 |