Robert Beekman
Tussen de 142 bezoekers waren ze onnavolgbaar. Dgebuadze begon met acht uit acht. Radulski volgde vlak op de voet. De twee grootmeesters waren het hoogst geplaatst op grond van rating, en zouden ook samen om de overwinning strijden. Tot aan de laatste ronde was nog onduidelijk wie Hypercube 2007 zou winnen!
De Belg Alexandre Dgebuadze.
De Bulgaar Julian Radulski.
Wat me van de twee grootmeesters nog het meeste opviel was hun relaxte houding achter het bord. Ze deden gewoon rustig en onverstoorbaar hun zetjes, waar anderen, zoals Manuel Bosboom, bliksemsnel de klok intikten. Op zestig zetten zou dat zo een minuut kunnen schelen, maar met name in de manoeuvreerfase van het middenspel namen ze veel sneller een besluit dan anderen. En met grotere regelmaat. Op een minuutje nadenken over een zet heb ik ze niet kunnen betrappen.
En op stukken die over het bord vliegen al helemaal niet. De tijdnood was op sommige borden zo hoog dat per zet de stukken omvielen en op andere velden geplaatst werden.
Eén keer zag ik hoe met één zet twee stukken geslagen werden, hoe een pion van veld c3 naar b4 en weer door naar c4 schoof, en hoe even later paard e6 maal toren d5 gespeeld werd. Floris van de Blom en Anton Rosmuller, zie hierboven, konden er achteraf wel om lachen.
Net zo apart was een stelling die ik elders zag. De witte pion staat op h2 en de zwarte op h3. Wit is bezig zwart zwaar onder druk te zetten op de damevleugel en de zetten worden met zoveel geweld gespeeld dat op de een of andere manier de zwarte pion naar h2 verschuift en de witte naar h3. Tien zetten later ziet de zwartspeler het niet meer zitten en gaat terneergeslagen achterover hangen. Maar … hoe kan dat nu? Waarom heeft hij dat niet eerder gezien? De pion naar h1! Dame!! De witspeler grijpt vertwijfeld naar zijn hoofd, niet begrijpend hoe deze wending uit de lucht kon komen vallen, maar had de oplossing al snel gevonden: toren b1 maal dame op h1. En vervolgens stampte hij met zijn h-pion naar voren toe, welke nieuw geboren vrijpion – ondersteund door de toren op h1 – de beslissing in de partij zou brengen!
Later zag ik hoe, in de finalegroep, Daan Brandenburg en zijn tegenstander vliegensvlug hun zetten op het bord lieten volgen. Daan zette zijn tegenstander mat, waarop deze ontdekte wat Daan al zo’n tien zetten eerder opgemerkt had: Daans vlag was gevallen. Vlag! Riep hij. Maar helaas, mat gaat voor vlag.
Rechts Daan Brandenburg, spelend tegen Vincent Diepeveen. Op de achtergrond Dgebuadze en Cuijpers. IM Brandenburg zou uiteindelijk met 9 uit 19 op de dertiende plaats eindigen.
Een echt drama gebeurde in de tweede ronde. Eveneens in de finalegroep. Radulski had Jeffrey van Renswoude geleidelijk aan uitgemanoeuvreerd en klemgezet. In de linkerdiagram speelde hij nu het schitterende torenoffer 1.Txf6!! Verbijsterend knap gespeeld. Ik kon zien hoe Jeffrey niet begreep wat er gebeurde en ook ik snapte er helemaal niets van. Er volgde 1.Txf6 gxf6 2.Pxf6 Kg7 3.Pf4!! De pointe! Wit zet zijn twee paarden en prise, maar de dame dreigt nu winnend binnen te vallen op g6!
.
.
Zwart dacht een tijdje na, maar vond toch nog een hardnekkige verdediging: 3… Ph8! De linkerstelling hebben we nu op het bord. Txe6 is nu ijzersterk, maar ook het gespeelde 4.Pxe8 Txe8 5.Pxe6 Txe6 6.Txe6 is winnend. Er volgde nog 6… Dd7 7.De4 Dd5 8.Dxd5 cxd5 9.a5 en wit haalde een dame. Ondertussen was wel haast geboden, want beide spelers hadden nog maar weinig tijd! A tempo volgden de zetten elkaar op en met dame en toren voorsprong stond wit op het punt zwart mat te zetten, maar hij was te laat! Wits vlag was al gevallen!
.
Jeffrey van Renswoude, spelend tegen Dgebuadze. Rechts naast hem Christov Kleyn. Kleyn behaalde in de finalegroep 12 uit 19; van Renswoude 5 uit 19.
Radulski – van Renswoude was één van de weinige keren dat de amateur de topspeler kon verrassen. Meestal gebeurde dat niet, ook niet in de voorronden. Ook al zaten sommige topspelers verveeld en half slapend achter het bord. Met name Dgebuadze had, zo leek het wel, moeite zijn ogen open te houden. Niet dat het veel uitmaakte. En als het dan misging, bracht bluf soms uitkomst. Links Manuel Bosboom tegen Marc Schwartz. Wit speelt hier 1.Td3. Er volgde 1… Dc2 2.Ka2 f6. Ai! Als het witte paard weggaat zit er een vervelend aftrekje van het paard op e6 in. Bosboom vond echter toch nog 3.Pg4. En na 3… Pc7 volgde het mooie en winnende stukoffer 4.Pxf6! Maar na 4… Dc4 5.Ka1 Pg5 of 5… Pf8 moet wit afwikkelen naar een verloren eindspel van twee torens tegen dame. Niet alleen verloren omdat de dame snel witte pionnetjes sprokkelt, ook omdat zwart het witte paard met h5 dreigt te winnen.
Een gewonnen eindspel van twee torens tegen dame zien we links. Wim Heemskerk speelde hier 1.Txa5 waarop Vincent Diepeveen a tempo 1… Dxa1 liet volgen. Zwart offert ook nog zijn paard op b4, maar verdubbelde zijn torens op de tweede rij, sloeg de loper op g2, waarna een pionneneindspel ontstond dat gewonnen voor zwart was.
.
.
.
.
Vincent Diepeveen tegen Piet Peelen. Diepeveen behaalde in de finalegroep 11 uit 19, Peelen 12 uit 19.
Ondertussen waren de twee topgrootmeesters bezig met hun onderlinge achtervolgsrace die zijn weerga niet kende. Dgebuadze begon met acht uit acht! Radulski bleef daar twee punten achter, maar had hem al snel achterhaald.
Links Dgebuadze – Bosboom. De stelling komt voort uit de Pirc, waarbij wit voor de klassieke opstelling kiest (Le2 en Pf3). Zwart stelt – héél verstandig – zo lang mogelijk e5 uit. Hoewel dit de theoretisch aangewezen speelwijze is, leek het er net op dat Dgebuadze niet wist wat hij ermee aan moest. Dat had ik die middag nog niet eerder gezien. Bij hem althans. Met twee minuten op de klok tegen vier minuten voor zwart, speelde hij het verrassende en antipositionele 1.Lxc5?! Hij won later nog wel pion e5, maar dat opende alleen maar goede lijnen voor de zwarte lopers, waarop Bosboom vrij afgetekend de winst naar zich toe kon trekken.
.
Manuel Bosboom.
Bosboom kende overigens een overweldigende start met 4 uit 4, maar zag de puntenmachine vervolgens haperen. Zijn bij tijd en wijle ongewone speelstijl getrouw, speelde hij in de linkerstelling, terwijl hij de pion op b4 al in de aanbieding had gedaan, 1.g4! Radulski bleef er onaangedaan onder. Hij hield eerst de pion tegen met h6, haalde vervolgens de b-pion op, en ging simpelweg hardnekkig verdedigen. Het kostte Bosboom veel denktijd om het initiatief vast te houden en dit potje zou aldus verloren gaan. Soms is het handiger om bij snelschaken een stelling te hebben waarbij je sjablone flink wat zetjes achter elkaar kunt spelen.
.
.
Niet veel later speelde Bosboom (zie links) tegen Diepeveen het bekende kwaliteitsoffer 1… Txc3. Maar zonder een witte koning op de damevleugel en zonder dat zwart ook nog pion e4 wint, lijkt me persoonlijk dit kwaliteitsoffer niet aan te bevelen. Er volgde: 2.bxc3 Dc7 3.c4 bxc4 4.Lxc4 d5 5.exd5 Lxd5 6.Lxa6 en met kwaliteit voorsprong en twee vrijpionnen op de damevleugel liet Diepeveen de winst niet meer schieten, hoewel er aan het eind snel nog wat zetjes weggetikt moesten worden.
.
Manuel Bosboom tegen Martijn Dambacher; Robert Ris kijkt toe. Bosboom zou in de finalegroep uiteindelijk 10,5 uit 19 behalen; Dambacher 12 uit 19.
Ook van grootmeester Spassov hadden we meer verwacht. Maar als snelschaker bleek hij niet slagvaardig genoeg te zijn. Links zijn stelling tegen Peelen. Peelen ging nu verder met 1… g5 2.Lg3 f5. In een gewone partij zou hij dat waarschijnlijk niet geprobeerd hebben, maar met snelschaken kun je je nu eenmaal meer permitteren. Er volgde: 3.h3 f4 4.Lh2 Dd7 5.Pe4. En de stelling hieronder ontstaat.
.
.
Nu kwam Peelen met een stukoffer op de proppen: 5… Lxh3. Dit stukoffer is echter niet correct en Spassov kwam al snel gewonnen te staan. De partij ging verder met 6.gxh3 Dxh3 7. Pe1 fxe3 8.Lg4 exf2 9.Pxf2 Dxe3 10.d5 Tad8 11.Le6 Kh8 12.Pg2. Huizenhoog gewonnen staat wit nu. Zwart offerde ook nog een kwaliteit waarop wit er tevens in slaagde de dames te ruilen. Een eindspel met een toren voorsprong! Maar met een paar trucjes wist Peelen in de uitvluggerfase toch nog te winnen.
.
Liuben Spassov; hij zou op 9 uit 19 eindigen.
Dan volgt een hele belangrijke ronde. Ronde 12. Alexandre Dgebuadze – Julian Radulski. Radulski op een half punt achterstand. Er wordt Gesloten Spaans op het bord gezet. Tsjigorin variant. Dgebuadze speelt snel d5, gevolgd door even later g4. Hij wil Radulski met een flitsende koningsaanval onder de voet lopen! Radulski zet zijn stukken echter op de goede velden neer. Hij heeft zeker gelijk spel. Maar dan volgt een onnauwkeurigheidje. Bij gewoon schaken was het hem niet overkomen, maar met snelschaken is dat zo gebeurd. Dgebuadze wint een belangrijke pion en hoewel hij nog even hapert, is het stellingsvoordeel te groot voor hem. 1-0.
Dgebuadze – Radulski
Hypercube 2007 snelschaaktoernooi
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.O-O Le7 6.Te1 b5 7.Lb3 d6 8.c3 O-O 9.h3 Pa5 10.Lc2 c5 11.d4 Gesloten Spaans, de Tsjigorin variant.
11…Dc7 12.d5 Ld7 13.Pbd2 c4 14.Pf1 Pb7 15.g4 Dit is niet de hoofdvariant, maar in snelschaken zijn zijvarianten altijd lastiger.
15…h5 16.P3h2 hxg4 17.hxg4 Ph7 Blokkeert g5 voordat wit g5 en Dh5 speelt.
18.Pg3 g6 19.Kg2 Lg5 20.Lxg5 Pxg5 21.Dd2 f6 22.Th1 Kg7 23.f4 exf4 24.Dxf4 Th8 25.Pf3 Pxf3 26.Dxf3 26…Pc5
Met logisch spel heeft zwart een gelijke stelling bereikt, maar deze zet is minder goed. Taf8 had veel ellende voorkomen.
27.Taf1 Taf8 28.Txh8 Kxh8 29.g5 Ai. Ik had Radulski hier al afgeschreven, maar het is nog niet afgelopen.
29…Le8 30.gxf6 Pd7 Inventief gespeeld. Wit kan echter switchen naar een koningsaanval.
31.Df4 Met weinig tijd op de klok een logische zet, echter e5 had gelijk beslissend voordeel opgeleverd (dxe5 Pe4). Als wit kan binnenvallen over de h-lijn terwijl wit nog een pion op f6 heeft, is de winst zeer nabij.
31…Txf6 Hier was Pxf6 handiger: is beter bewapend tegen binnenvallen langs de h-lijn.
32.Dh6+ Kg8 33.Th1 Kf7 34.Dh7+ Kf8 35.Dh8+ Opnieuw was e5 heel sterk, nagenoeg winnend.
35…Ke7
36.e5 En daar is ie dan! Een stuk minder sterk dan op de vorige zet evenwel. Nu kan zwart met het paard terugslaan, wat op de vorige zet niet kon wegens dameverlies. dxe5 Pe4 dreigt Pxf6 en d6, of anders Dh4 met matmogelijkheden. Slaan met het paard is dus de enige mogelijkheid.
36…Pxe5 37.Pe4 Tf7 38.Dh3 Evengoed is dit ook niet makkelijk voor zwart. Wit dreigt telkens binnen te vallen en zwart heeft geen goed plan. Bovendien heeft zwart hier nog maar 50 seconden op de klok en wit 1.40.
38…Tf5 Tegen De6, maar nu kan wit met Dh4 en Pf6 de kwaliteit winnen. Hij deed het niet nu, maar later wel. Wit won.
1-0
Dgebuadze tegen Radulski.
Heeft Dgebuadze toch weer anderhalf punt voorsprong! Die zou hij niet meer uit handen geven. Dachten wij. Er waren nog maar zeven ronden te gaan. Maar heel langzaam aan sloop Radulski toch weer dichterbij!
Eerst moest Dgebuadze tegen die derde grootmeester in het gezelschap: Spassov. Links speelde Spassov 1.exd5 cxd5 2.Pxd5 Pxd5 3.Lxd5 Tad8 4.Dc2 exd5 5.Txe7 dxc4 6.bxc4. Wit heeft een pion gewonnen, dat klopt. Maar hoe blij moet hij daarmee zijn? Er zijn ongelijke lopers op het bord en met de verzwakking g3 op de koningsvleugel moet het een kwestie van tijd zijn voordat zwart een moordende batterij langs de a8-h1 diagonaal opgetuigd heeft. Met kunst en vliegwerk probeerde Spassov die batterij tegen te houden en op een gegeven moment loopt Dgebuadze in een truc van Spassov: zomaar de loper op b7 kwijt! Spassov slaagde er in met nauwkeurige manoeuvres de dames te ruilen en één stel torens. Een volle loper voor nu. Maar hij wist niet door te drukken! Met veertig seconden op de klok (tegen 1.50 voor Dgebuadze) stelde hij remise voor. Dgebuadze was bijna boos op dat remise aanbod. Met zijn vinger wijzend naar de klok had hij graag doorgespeeld. Maar hij nam het aanbod toch aan. Met een wegwerpgebaar, dat wel.
Spassov en Dgebuadze.
Dan moet Dgebuadze tegen Robert Ris. Robert speelde in de linkerdiagram 1… f5. Het oogt sterk, maar na 2.f3 dxe4 3.fxe4 f4 speelde wit zijn paard om naar d5 terwijl zwart lang rocheerde. Zwart moest met z’n loper het paard op d5 slaan, waarna wit met zijn loper het zwarte paard op g6 sloeg en via Dg4 schaak de pion op f4 veroverde. Een vol pion voor, terwijl de zwarte koning ook nog eens hoogst onveilig staat. Dat moet gewonnen zijn, maar Dgebuadze liet zijn tegenstander ontsnappen.
.
Robert Ris tegen Dgebuadze. Rechts naast Robert Ris Piet Peelen. Ris zou uiteindelijk 7,5 uit 19 binnensprokkelen.
Ook Julian Radulski liet halfjes wegglippen. Links heeft hij zwart tegen Christov Kleyn. Je ziet de kenmerken van de Tsjigorin variant nog in de stelling. Radulski speelde 1… h6. Ook hij wilde winnen! Wit speelde nu 2.Txg7 Dxg7 2.Df4 Df6 3.Ke3 Zwart had nu een prachtige kans met 3… De7, maar deed 3… Kf7 waarna wit Kd2 deed en even later brak met b3. Radulski wist echter toch nog te ontsnappen met remise door eeuwig schaak.
.
.
Maar Radulski liet toch minder halfjes wegglippen dan Dgebuadze! Links een stelling uit het gesloten Siciliaans. Radulski deed hier het incourante 1.h4. Bram van der Velden antwoordde met 1… h5 Missie geslaagd! Nu moet zwart f4-f5 toelaten, omdat zelf f5 spelen na exf5 tot verzwakkingen op d5 en/of de koningsvleugel leidt.
.
.
.
Later werd fxg6 fxg6 gespeeld, alle torens en dame geruild, waarna de stelling links ontstond. De paarden domineren de lopers! Dit eindspel bleek verrassend simpel gewonnen voor wit.
.
.
.
.
Julian Radulski.
En dan gaan we de laatste ronde in! Dgebuadze staat nog maar een half punt voor op Radulski! En Dgebuadze speelt met zwart tegen nummer 3 op de ranglijst waar Radulski met wit tegen nummer 15 op de ranglijst speelt! Dat zou nog wat worden!
Maar er volgde een verrassende anticlimax. Frans Cuijpers bood Dgebuadze al na 1.e4 e6 2.d4 d5 remise aan. Dgebuadze schoorvoette, maar wist dat Cuijpers ook een rating van tegen de 2500 had en nam het voorstel glimlachend aan. Achterhalen kon Frans Cuijpers hem toch niet meer – er was een achterstand van twee punten. Maar zijn derde plaats stelde Frans evengoed veilig.
Snel door naar de andere kant van de tafel! Want daar speelde Radulski tegen Dick Schenkenveld. Links is zwart (Schenkenveld) aan zet. Na 1… e6 komt 2.Lxe6 fxe6 3.Pxe6 met winnende aanval. De enorme ontwikkelingsvoorsprong van wit speelt zwart behoorlijk parten. Zwart probeerde daarom 1… Ph6. Maar nu volgde sterk: 2.Lxf7! Pxf7 3.Pe6 Db6 4.Pxg7 Kf6. De stelling hieronder is nu ontstaan.
.
.
Simpel 5.Le3 is nu voldoende, maar Radulski wilde het, zijn stijl getrouw, nòg mooier maken. Hij deed 5.Pd5, en na 5… Dc6 had hij ineens een probleem. Er werd afgewikkeld met 6.Dxc6 bxc6 7.Pc7 Pxf4 8.Pxa8 Kxg7 en ineens is de stelling helemaal zo duidelijk niet meer. Echter, de witte toren gaat via d3 naar a3 switchen, waarna pion a7 ten dode opgeschreven is. In het eindspel dat volgt heeft wit een toren plus twee pionnen tegen twee lichte stukken. Met de gevaarlijke randpion op a2 erbij bleek dat voldoende voor de winst.
En zo eindigden twee spelers op de eerste plaats! Dgebuadze wint de titel; hij heeft de onderlinge partij gewonnen. Het prijzengeld is echter gebroederlijk gedeeld, zoals gewoonlijk is bij dit soort uitkomsten.
Dgebuadze.
Radulski.
Eindstand
Groep A
pl | naam | titel | rating | punten |
1 | Alexandre Dgebuadze | GM | 2505 | 15 |
2 | Julian Radulski | GM | 2475 | 15 |
3 | Frans Cuijpers | IM | 2500 | 13 |
4 | Christov Kleijn | 2182 | 12 | |
5 | Martijn Dambacher | IM | 2447 | 12 |
6 | Piet Peelen | IM | 2357 | 12 |
7 | Vincent Diepeveen | FM | 2313 | 11 |
8 | Floris van Assendelft | 2241 | 11 | |
9 | Manuel Bosboom | IM | 2389 | 10,5 |
10 | Richard Vedder | 2265 | 10 | |
11 | Liuben Spassov | GM | 2394 | 9 |
12 | Dennis Ruijgrok | 2280 | 9 | |
13 | Daan Brandenburg | IM | 2402 | 9 |
14 | Robert Ris | IM | 2312 | 7,5 |
15 | Dick Schenkeveld | 1941 | 7 | |
16 | André Bouwmeester | 2207 | 7 | |
17 | Bram van der Velden | 2093 | 6,5 | |
18 | Join Griebl | 2291 | 5 | |
19 | Jeffrey van Renswoude | 2008 | 5 | |
20 | Arie Schwartz | 2240 | 3,5 |
Martijn Dambacher tegen Piet Peelen.
Alexandre Dgebuadze en André Bouwmeester.
Kleyn, Bosboom, Diepeveen, Griebl, Spassov, Schwartz.
Groep B
pl | naam | titel | rating | punten |
1 | Jeffrey van Vliet | 2226 | 14 | |
2 | Thomas Willemze | IM | 2362 | 13 |
3 | Wesley Vermeulen | 2083 | 12,5 | |
4 | Stefan Kuipers | 2239 | 11,5 | |
5 | Daan Zult | 2189 | 11 | |
6 | Tjapko Struik | 2132 | 11 | |
7 | Peter Gelpke | IM | 2364 | 10,5 |
8 | Sander van Eijk | 2307 | 10,5 | |
9 | Jimmy van Zutphen | 2205 | 10 | |
10 | Pieter Nieuwenhuis | FM | 2212 | 10 |
11 | Joost Wempe | 2249 | 10 | |
12 | Michiel Blok | 2152 | 9,5 | |
13 | Eugene Rebers | 2297 | 8 | |
14 | Gerard van Otten | 1998 | 8 | |
15 | Jens Nebel | 2197 | 8 | |
16 | Jovan Ceko | 2111 | 8 | |
17 | Bart Dekker | 2155 | 7,5 | |
18 | Vincent Blom | 1936 | 6,5 | |
19 | Marco de Groot | 2012 | 5,5 | |
20 | Elmer van Veenendaal | 1828 | 5 |
Thomas Willemze en Maarten Etmans.
Pieter de Groot en Pieter Nieuwenhuis.
Piet Peelen en Michiel Blok.
Groep C
pl | naam | rating | punten |
1 | Tim Lammens | 2250 | 14,5 |
2 | Bart Konijn | 2205 | 14,5 |
3 | Tobias Kabos | 1833 | 14,5 |
4 | Marcel van Os | 2025 | 12,5 |
5 | Sebastiaan Smits | 2097 | 11,5 |
6 | Eric de Moor | 1943 | 11,5 |
7 | Eugene Verwiel | 2100 | 10,5 |
8 | Rob Konijn | 2070 | 10,5 |
9 | Enrico Vroombout | 2168 | 10 |
10 | Wim Heemskerk | 2262 | 10 |
11 | Hans Duistermaat | 2067 | 9,5 |
12 | Ben de Leur | 2030 | 8,5 |
13 | Ruben Snepvangers | 2100 | 8 |
14 | Marc Overeem | 2158 | 8 |
15 | Harmen van den Berg | 2076 | 7,5 |
16 | Albert Termeulen | 2106 | 6 |
17 | Maarten Etmans | 2180 | 6 |
18 | Sten Goes | 1960 | 5,5 |
19 | Manfred Lixemfeld | 1830 | 5,5 |
20 | Peter Schelwokat | 1986 | 5,5 |
Groep D
pl | naam | rating | punten |
1 | Dragan Skrobic | 1801 | 14,5 |
2 | Koen Haast | 1971 | 13,5 |
3 | Tobias Voelkel | 1931 | 12 |
4 | Anton Rosmuller | 2069 | 11,5 |
5 | Sander Blok | 1950 | 11,5 |
6 | Rob van Helvoort | 2209 | 11 |
7 | Pieter de Groot | 2033 | 10,5 |
8 | Eric Schouten | 1876 | 10 |
9 | Henrik Porte | 2054 | 10 |
10 | Hein Piet van der Spek | 2038 | 9 |
11 | Peter Snoek | 1938 | 9 |
12 | Albert van Os | 1880 | 8,5 |
13 | Arno Slagboom | 1924 | 8 |
14 | Wouter Noordkamp | 1992 | 8 |
15 | Rob Bödicker | 2082 | 8 |
16 | Michel Kerkhof | 1660 | 7,5 |
17 | Marcel Pluymert | 1796 | 7 |
18 | Tjerk Hacquebord | 1999 | 7 |
19 | Rolf Dijksterhuis | 1963 | 7 |
20 | Amir Nicolai | 1895 | 6,5 |
Groep E
pl | naam | rating | punten |
1 | Robin van Kampen | 2107 | 16,5 |
2 | Amindo Naarden | 2016 | 13,5 |
3 | Ronald van Doorn | 2100 | 11,5 |
4 | Jan Prins | 1964 | 11 |
5 | Floris van der Blom | 1826 | 10,5 |
6 | Sander Volgelesang | 1786 | 9,5 |
7 | Robert Krouwel | 1721 | 9 |
8 | Marc Schwartz | 1902 | 8,5 |
9 | Said Becic | 2079 | 8,5 |
10 | Pim Ydo | 2096 | 8 |
11 | Raimund van Alphen | 1831 | 7,5 |
12 | Wim Driessen | 1974 | 7,5 |
13 | Norbert Jansen | 2064 | 7 |
14 | Simon Kronemeijer | 1905 | 6,5 |
15 | Peter van Dinteren | 1850 | 6,5 |
16 | Ivan Mancic | 1968 | 5,5 |
17 | Thijs van Osch | 1820 | 3,5 |
18 | Noud van Harskamp | 1860 | 2,5 |
Groep F
pl | naam | rating | punten |
1 | Jelle Wiering | 1990 | 13 |
2 | Barend Tempelman | 1750 | 12,5 |
3 | Detlev Stanislowski | 1900 | 12 |
4 | Sietske Greeuw | 1948 | 11,5 |
5 | Guus Beltman | 1819 | 10,5 |
6 | Kees Verweij | 1700 | 10 |
7 | Harold Gemert | 2030 | 10 |
8 | Chantal van Eijk | 1665 | 9,5 |
9 | Ray Briels | 1751 | 9 |
10 | Marc Speijers | 1850 | 8 |
11 | Sander van den Oord | 1920 | 8 |
12 | Peter Hoekstra | 1940 | 7,5 |
13 | Henk de Heer | 1805 | 6,5 |
14 | Zijad Becic | 2014 | 6,5 |
15 | Dick van der Klis | 1738 | 6 |
16 | Piet Verhoeff | 1673 | 4,5 |
17 | Marcel Schröer | 2006 | 4,5 |
18 | Jeroen Bollaart | 1821 | 3,5 |
Groep G
pl | naam | rating | punten |
1 | Merel Schoonman | 1709 | 14,5 |
2 | Bart-Jan Andriessen | 2032 | 12 |
3 | Hans de Vries | 1578 | 12 |
4 | Olivier Theuerkauff | 1852 | 12 |
5 | Jacko Reiding | 1300 | 11 |
6 | Amit Gupta | 2000 | 10 |
7 | Maurice van Eijk | 1500 | 10 |
8 | Maedee Souquet | 1800 | 9,5 |
9 | Klaas Steenhuis | 1600 | 9 |
10 | Remy Sennema | 1329 | 9 |
11 | Celine Nicolai | 1273 | 9 |
12 | Martijn Blok | 1500 | 7,5 |
13 | Jeroen Sikkema | 1600 | 6,5 |
14 | Wim Lagendijk | 1600 | 6,5 |
15 | Jan Blok | 1630 | 5,5 |
16 | Sjaak Hinzen | 1435 | 4 |
17 | Pia van Rossum | 1622 | 3 |
18 | Sjaak Kouwenhoven | 1600 | 2 |