.
.
Glek – Nijboer. Een voorbeeld van Gleks spel ziet u in de linkerdiagram. Met wit heeft hij tegen Nijboer net Lh6 gespeeld. Txb2 lijkt niet handig in verband met Pg5 (met de onstuitbare dreiging: fxg6 fxg6 Lxg7 Kxg7 Txf6). Nijboer speelde daarom e6, maar na fxe6 fxe6 Pg5 De7 dxe6 dreigt er Pd5. Het stoïcijnse Lxh6 Dxh6 Lxe6 was misschien nog het beste geweest. Nijboer speelde c6, en na Lxg7 Dxg7 Tf2 Ph5 Txf8 Dxf8 Tf1 Dg7 Pf7 Dd4 Kh2 Lxe6 Dd8 Kg7 Dh8 stond hij mat.
Na deze partij tussen Glek en Nijboer, gespeeld in de dertiende ronde, stonden Glek en Volokitin bovenaan met 12 uit 13. In ronde 15 was dan toch High Noon aangebroken; Igor Glek had wit tegen het zestienjarige talent Andrey Volokitin.
.
Glek – Volokitin. Na opnieuw een scherpe openingsvariant had Glek een duidelijk voordeel in de linkerdiagram kunnen vasthouden met 0-0. Maar hij vervolgde met het uiterst scherpe 0-0-0 Lb7 Pe4 Da5 Pf6, wat toch net iets te veel van het goede was. Inderdaad, Lxf6 exf6 Dxa2 is gedwongen. De diagram hier linksonder is ontstaan, en de zwakte van de koningsvleugel lijkt dodelijk. Wat te doen wat ooit onvermijdelijk lijkt: De3-h6-g7 mat?
.
.
Echter, schijnt bedriegt. Na De3 Tfd8 Dh6 blijkt gewoon Pxf6 te volgen. Zwart houdt stand en komt met een beslissende tegenaanval. Glek probeerde daarom de stelling op de damevleugel eerst te stabiliseren met b3, maar had al te hoog spel gespeeld. Na Tfc8 Lb2 Lxf3 gxf3 Pc5 moest wit zijn kwaliteit offeren met Td3. Nog altijd hing zwart de dreiging De3-h6-g7 mat boven het hoofd, maar door de zwarte tegenaanval wordt wit dusdanig beziggehouden, dat hij daar niet aan toekomt: 0-1.
Glek verloor nog een aantal keer, en Volokitin ging verder met zijn onstuitbare opmars om uiteindelijk op het onwaarschijnlijke 17,5 uit 19 te komen. Ook Volokitin speelde kritieke openingsvarianten, maar dan eerder positioneel scherp.
Volokitin – Nijboer. Een mooi voorbeeld hiervan is zijn partij tegen Nijboer. Links werd Volokitin, met wit spelend, geconfronteerd met een vroegtijdig b5 van zwart, die al een paar zetten geleden gespeeld was. Volokitin antwoordde hier met b4. Ook Nijboer keek enigszins verrast van deze zet op, maar knikte even later bevestigend zijn hoofd. Wit maakt gebruik van de achterstand in zwarts ontwikkeling door de damevleugel naar zijn hand te zetten. Op zo’n moment zou je graag even een uurtje willen hebben om na te denken, maar in een snelschaakpartij heb je dat niet. Na e5 Pb3 Pc6 a4 Pxb4 axb5 Le7 Ta4 d5 exd5 Pbxd5 Pd5 Dxd5 bxa6 gaf Nijboer op.
In het kielzog van Volokitin eindigde Fridman uiteindelijk toch nog op de tweede plaats, en de titelloze (maar dat zal niet lang meer duren!) Erwin l’Ami op een knappe derde plaats. Erwin speelde goed, degelijk en positioneel, zoals we van hem gewend zijn.
.
.
Geboeid wordt gekeken naar de partij van Erwin l’Ami, in het midden zichtbaar, gedurende zijn partij tegen de Duitse IM Wolfgang Richter.
Een aantal lange manoeuvreerpartijen verloor Erwin evenwel, zoals tegen Fridman en Nijboer.
Fridman – l’Ami. In deze stelling speelde Erwin, in antwoord op het h4 van Fridman, h5. Misschien was het toch niet zo handig om de eigen pionnen op de witte velden te fixeren. De zet h6 lijkt beter. Zo’n vijftig zetten later zou Fridman de eigen loper op f7 krijgen, zou de pion op h5 vallen, en de vrijpion op h4 dodelijk blijken te zijn.
Maar Erwin won ook manoeuvreerpartijen tegen grootmeesters.
.
.
.
l’Ami – Glek. In deze stelling gaf Glek, omdat na … Lb7 Pb5 volgt en de pion op b6 valt, het eigen loperpaar weg met Lxd4. In het eindspel dat ontstond bleken de witte lopers en de pionnenmeerderheid op de damevleugel dodelijk te zijn. De zwakte van b6 bleef en werd door de ruil niet opgelost.
.
.
.
.
Links Erwin l’Ami, rechts Igor Glek, in de snelschaakpartij waarover u zonet gelezen heeft.
In het kielzog van de sterke spelers wist Xander Wemmers zich bijzonder goed te handhaven. In deze ongelooflijk sterke hoofdgroep haalde de Utrechter uiteindelijk 10,5 uit 19, een verdienstelijke plus 2 score. Hieronder kunt u zien hoe Xander Glek versloeg op een wijze zoals Glek het zelf gespeeld zou kunnen hebben!
Igor Glek (2576) – Xander Wemmers (2280)
HBI snelschaak 2003, ronde 17 van de hoofdgroep, 03/29/2003
1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.Lb5+ De zogeheten Moskou variant in het Siciliaans.
3…Ld7 4.Lxd7+ Dxd7 5.O-O Pc6 6.c3 Pf6 7.d4 Een pionoffer; allemaal nog steeds theorie.
7…Pxe4 8.d5 Pe5 9.Te1 Pf6 Het theorie boek dat ik in handen heb (NCO) geeft zwart gelijk spel na Pxf3 Dxf3 Pf6 c4 e5 dxe6 fxe6 Lg5 Le7. Het gespeelde Pf6 zou wit een klein voordeeltje geven.
10.Pxe5 dxe5 11.c4 g6 12.Txe5 Lg7 13.De2
13…O-O! De zet waar de partij om draait. Kan wit op e7 nemen of niet?! Een moeilijke beslissing in een partij met vijf minuten bedenktijd! Als wit er in slaagt om de zevende rij en de e-lijn te beheersen, is het natuurlijk uit, maar wit heeft wel een ontwikkelingsachterstand, en is het openen van de stelling dan wel verstandig?!
14.Txe7 Calling it all bluff. Show me! Het alternatief Pc3, en dan bv Tfe8 Lg5 en Te1 had wit duidelijk openingsvoordeel gegeven.
14…Tfe8 15.Te3 Txd7 Txe2 Kf1 Tc2 verliest direct. De enige uitweg was hier Txe8 Txe8 Le3 (Dd1 Pg4 h3 Pxf2; ook na Df1 volgt Pg4 en bijna altijd Pxf2) Pg4 Pc3 Pxe3 Te1 Ld4 Kh1! En wit ontsnapt nog naar stelling met ongeveer gelijke kansen.
15…Pg4 16.Pc3 Pxe3 17.Lxe3 Ld4 Een lastige keuze. Hoe het voordeel van de kwaliteit het beste te verzilveren? Lxc3 bxc3 en vervolgens verdubbeling op de e-lijn, b6 en f5-f4 was ook de overweging waard.
18.Dd2 Lxe3 19.fxe3 Te5 f5!?
20.e4 f5 21.exf5 Txf5 22.Te1 Taf8 23.Pe4 De7 Een hoogst knappe beslissing in een snelschaakpartij. De zwarte dame wordt vis a vis de toren op e1 gezet! Velen zouden in een vluggertje gewoon voor b6 gekozen hebben.
24.Pg3 Te5 25.Td1 Torenruil had het zwarte voordeel inderdaad vergroot, maar nu gaan de zwarte, gecentraliseerde stukken nog meer het bord beheersen.
25…Dd6 Nog een opvallende beslissing. De d-pion wordt tijdelijk geblokkeerd en zwart krijgt de tijd zich nog verder te versterken. Tegelijkertijd niet bang voor Da5 b6 Dxa7 Df6 h3 Df4 en zwart wint snel. Te8 was het alternatief voor Dd6.
26.h3 Te7 27.Pe2 Te4 28.b3 Tfe8 29.Pc3 Te3 Torenruil met Td4 wordt niet meer overwogen.
30.Tf1 Dg3
De zwarte stukken beheersen het bord. Het paard wordt aangevallen. Indien het weggaat: Te2. Indien Tc1: Te1. Dan maar de meest praktische kans…
31.d6! Td3 Er was niets mis met Txc3 Dd5 Kh8 d7 Td8. Of Txc3 d7 Td8 Te1 Td3. Dank zij de sterke positie van zijn stukken trekt zwart in alle varianten aan het langste eind.
32.d7! Td8 33.De2 De3+ Te3 Dd2 Txc3 had nog steeds een totaal gewonnen stelling opgeleverd. Maar in snelschaken maakt afruil een stelling een stuk overzichtelijker.
34.Dxe3 Txe3 35.Td1 Te7 36.Pd5 Tf7 En zwart speelde op de volgende zet Kg7, won de d-pion en even later ook het eindspel.
0-1

Xander Wemmers (tegen Igor Glek), met een relaxed pilsje naast zijn linkerhand!
De overige groepen
In de overige groepen werd Vincent Diepeveen, die normaliter altijd zich voor de hoofdgroep plaatst winnaar van groep B, vóór Thomas Willemze, net als Vincent ook van Schaakclub Utrecht en Emile Wustefeld.
Groep C was een prooi voor Karel Terstall, gevolgd door Arie Schwartz (Schaakclub Utrecht) en Geon Knol. Groep D werd gewonnen door Theo Dekker, gevolgd door Aleksic en Frans Sanijs. In groep E waren de eerste drie: Pim IJdo, Anton Rosmuller, Mark Brussen.
Aan het einde van het toernooi roemde Pieter Nieuwenhuis, voorzitter van Schaakclub Utrecht, oprichter van Hypercube Business Innovation en ook spelend in de finalegroep van Hypercube 2003 (waar hij zeer redelijk twaalfde werd met 8,5 uit 19), de sfeer, gezelligheid, de inzet van iedereen die het mogelijk heeft gemaakt, en ook de ambiance van het hele toernooi.
Pieter Nieuwenhuis, links in beeld, geeft de hoofdprijs van het toernooi aan Andrey Volokitin.