snelschaaktoernooi

Het Hypercube snelschaaktoernooi 2003

Robert Beekman

Al vanaf 1977 organiseert Schaakclub Utrecht een sterk bezet snelschaaktoernooi. In dat jaar waren Maarten Etmans, Piet Verhoeff en Ad Driedonks de organisatoren. Dankzij sponsors is het telkens gelukt een sterke bezetting en grote opkomst te realiseren. Het snelschaaktoernooi van Schaakclub Utrecht (dit jaar voor de vierde keer gesponsord door Hypercube Business Innovation), leverde opnieuw een sterk bezet toernooi op. Voor de finalegroep plaatsten zich vijf IGM, zes IM en ook nog een aantal FM. Lange tijd stond Igor Glek bovenaan, maar aan het einde bleek de zestienjarige Andrey Volokitin zijn rating van 2565 meer dan waard te zijn. Met een fabelachtige score van 17,5 uit 19 nam hij de hoofdprijs van 1000 euro mee naar huis!

Het snelschaaktoernooi is zo sterk, dat het in het verleden nog wel eens voorkwam dat een grootmeester of meester de finalegroep miste. Dit jaar was dat echter niet het geval. Dat kwam mede door de opkomst, die met 100 lager was dan verwacht. In het verleden was meer dan 200 eerder regel dan uitzondering. Wij hopen volgend jaar meer bezoekers welkom te kunnen heten!

De hoofdgroep

In de hoofdgroep vlogen Glek, Volokitin en Cekro uit de startblokken met 3 uit 3. In de vierde ronde moest Cekro vervolgens tegen Fridman spelen. Het zou een spectaculaire partij worden! spreken van de schoonheidspartij is altijd lastig in snelschaken, en een belemmerende factor hierbij is dat er zoveel partijen gespeeld zijn, dat vergelijken niet mogelijk en dus ook niet eerlijk is. Maar op basis van de partijen die ik dan wel gezien heb, bekroon ik bij deze de beide heren voor de spectaculairste partij van het toernooi! Stukoffer, dameoffer, boeiend eindspel, het zit er allemaal in.

Ook het feit dat twee keer hetzelfde pionoffer gespeeld is, wat toch erg lastig lijkt als je nagaat dat een pion geen zetten terug mag doen, maakt het de moeite van naspelen waard.

Ekram Cekro (2569) – Daniel Fridman (2455)
HBI snelschaaktoernooi, hoofdgroep, ronde 4, 03/29/2003

1.c4 e5 2.Pc3 Pf6 3.g3 c6 4.Pf3 e4 5.Pd4 Db6 6.Pc2 d5 7.cxd5 cxd5 8.Lg2 Lf5 9.O-O Direct d3 is nauwkeuriger. Het stelt zwart niet in staat een verdediging zoals in de partij op te stellen.
9…Pc6 10.d3 Td8 11.Tb1 Le7 12.Lg5 h6 13.Lxf6 Lxf6 14.Pe3 dxe4!?
14…Le6 Zwart staat hier uitstekend. De zetten Tb1 en Lc1-g5xf6 hebben niet bijgedragen aan voordeel voor wit.
15.dxe4 d4 Waarschijnlijk heeft wit dxc3 (over een paar zetten) overzien.
16.Ped5
diahbi2003cekrofrid116…dxc3!
Ai! De penning van het witte paard maakt deze zet mogelijk. Pxb6 Tfxd1 axb6 bxc3 verliest een lichte kwaliteit, en is waarschijnlijk een kansloos eindspel. Dan liever vechten, denkt Cekro, en hij maakt er een stukoffer van!
17.bxc3 Da5 18.Txb7 O-O Sterker is Lxc3, maar dat reken je in een snelschaakpartijtje niet snel door.
19.Pxf6+ gxf6 20.Dc1 Kg7 21.De3 Tb8 Afruilen en eindspel winnen met stuk meer, is het devies, ook in een snelschaakpartij. Dxa2 was evenwel ook interessant.
22.Tfb1 Lxa2 23.T1b5! Als het gaat om creëren van verwarring en de mogelijkheid van een schwindel, zijn dit soort zetten daar uitstekend geschikt voor. Zwart moet een lastige beslissing nemen. Hij schat in dat Dd8 of Da6 wit wellicht vervelende kansen op de koningsvleugel geeft, en neemt de juiste beslissing: Dxb5! Toch was ook Da6 Th5 Th8 bijvoorbeeld mogelijk.
23…Dxb5! 24.Txb5 Txb5 25.h3 Twee torens en een paard voor een dame, dat moet inderdaad voldoende zijn voor de winst. Maar hoe eenvoudig is dat in een snelschaakwedstrijd tot winst te schuiven?
25…Le6
diahbi2003cekrofrid226.e5!?
Een uiterst inventieve zet. Opnieuw geschikt om verwarring te zaaien! Objectief bezien slaat de zet nergens op, maar in snelschaken gelden andere regels. De loperlijn wordt geopend, het zwarte paard staat in, en Pxe5 Dxa7 elimineert een belangrijke vrijpion en reduceert de zwarte winstkansen aanzienlijk.
26…Txe5 27.Dc1 Tc8 28.Da3 a5 29.e3 Pb8 30.e4 Tec5 31.Kh2 Pd7 32.f4 Ta8 Gaat op de diagonaal van Lg2 staan en opent mogelijkheden van combinaties. Tc8-c7-a7 was handiger geweest.
33.f5 Lc4

.

diahbi2003cekrofrid334.e5!? Opnieuw de breakzet e5! Alleen al het gegeven dat twee keer in één partij HETZELFDE offer wordt gespeeld, en allebei even speculatief, maakt deze partij wat mij betreft de spectaculairste partij van het toernooi!
34…Ld5 En dit keer werkt de speculatie wel. Na Tac8 of Ta7 was er nog altijd niets aan de hand geweest.
35.e6! Ai! Het zwarte paard dekt de aangevallen toren op c5 en fxe6 fxe6 Lxe6 was wel mogelijk na Ta7, maar laat nu de toren op a8 instaan.
35…Lxg2 36.exd7 Td5 37.Kxg2 Txd7 38.Da4 Nog altijd staat zwart gewonnen. De tegenaanval Td2 Kf3 Td3 Kf2 (of Kf3 Txg3 Dc6 Tb8) Tb8 had de torens geactiveerd en de winst kunnen binnenhalen.
38…Tc7 39.De4 Taa7 40.Dg4+ Kh7 41.Da4 Txc3 42.Dd4 Tc2+ 43.Kf3 Tcc7 Ook hier had activering van de torens met Tac7 de winstkansen niet uit handen gegeven. Als zwart een veilige weg naar winst wil, is anders Ta6 een alternatief. De twee torens kunnen langs de zesde rij dan f6 en de koningsstelling verdedigen en de koning kan in zijn eentje f7 wel aan, waar hij f6 wel met Kg7 kan dekken, maar na Dg4 Kh7 Dd4 voor hetzelfde vraagstuk staat.
44.Dxf6 a4 45.De5 a3 46.f6 a2 47.Df5+ Kg8 48.Dg4+ Kf8 49.Dg7+ Ke8 50.Dg8+ Kd7 51.Dxf7+ Kd6 52.Df8+ Ke6 53.De8+ Kxf6 En vanuit deze stelling kwamen nog een heleboel schaakjes voordat de heren, met beiden nog een paar seconden op de klok, tot remise besloten. Indien de zwarte toren niet op a7 maar c2 had gestaan (de actievere torenpositie waar we het eerder over hadden), had zwart wel (via b2) uit de schaakjes kunnen weglopen.

1/2-1/2

hbi2003glek
.
Na vier ronden hadden Cekro, Volokitini en Glek 3,5 uit 4, gevolgd door Fridman en de Utrecht-speler Erwin l’Ami met 3 uit 4. Glek, hier links in beeld, zou voorlopig onstuitbaar blijken te zijn. Kritieke openingsvarianten kwamen bij hem op het bord en felle gevechten werden door hem niet geschuwd. Na tien ronden stond hij bovenaan met 9,5 uit 10! Volokitin volgde met 9, l’Ami en Nijboer met 8 uit 10.

.

.

diahbi2003gleknijbGlek – Nijboer. Een voorbeeld van Gleks spel ziet u in de linkerdiagram. Met wit heeft hij tegen Nijboer net Lh6 gespeeld. Txb2 lijkt niet handig in verband met Pg5 (met de onstuitbare dreiging: fxg6 fxg6 Lxg7 Kxg7 Txf6). Nijboer speelde daarom e6, maar na fxe6 fxe6 Pg5 De7 dxe6 dreigt er Pd5. Het stoïcijnse Lxh6 Dxh6 Lxe6 was misschien nog het beste geweest. Nijboer speelde c6, en na Lxg7 Dxg7 Tf2 Ph5 Txf8 Dxf8 Tf1 Dg7 Pf7 Dd4 Kh2 Lxe6 Dd8 Kg7 Dh8 stond hij mat.

Na deze partij tussen Glek en Nijboer, gespeeld in de dertiende ronde, stonden Glek en Volokitin bovenaan met 12 uit 13. In ronde 15 was dan toch High Noon aangebroken; Igor Glek had wit tegen het zestienjarige talent Andrey Volokitin.

diahbi2003glekvolo1.
Glek – Volokitin. Na opnieuw een scherpe openingsvariant had Glek een duidelijk voordeel in de linkerdiagram kunnen vasthouden met 0-0. Maar hij vervolgde met het uiterst scherpe 0-0-0 Lb7 Pe4 Da5 Pf6, wat toch net iets te veel van het goede was. Inderdaad, Lxf6 exf6 Dxa2 is gedwongen. De diagram hier linksonder is ontstaan, en de zwakte van de koningsvleugel lijkt dodelijk. Wat te doen wat ooit onvermijdelijk lijkt: De3-h6-g7 mat?

.

.

diahbi2003glekvolo2Echter, schijnt bedriegt. Na De3 Tfd8 Dh6 blijkt gewoon Pxf6 te volgen. Zwart houdt stand en komt met een beslissende tegenaanval. Glek probeerde daarom de stelling op de damevleugel eerst te stabiliseren met b3, maar had al te hoog spel gespeeld. Na Tfc8 Lb2 Lxf3 gxf3 Pc5 moest wit zijn kwaliteit offeren met Td3. Nog altijd hing zwart de dreiging De3-h6-g7 mat boven het hoofd, maar door de zwarte tegenaanval wordt wit dusdanig beziggehouden, dat hij daar niet aan toekomt: 0-1.

Glek verloor nog een aantal keer, en Volokitin ging verder met zijn onstuitbare opmars om uiteindelijk op het onwaarschijnlijke 17,5 uit 19 te komen. Ook Volokitin speelde kritieke openingsvarianten, maar dan eerder positioneel scherp.

diahbi2003volonijbVolokitin – Nijboer. Een mooi voorbeeld hiervan is zijn partij tegen Nijboer. Links werd Volokitin, met wit spelend, geconfronteerd met een vroegtijdig b5 van zwart, die al een paar zetten geleden gespeeld was. Volokitin antwoordde hier met b4. Ook Nijboer keek enigszins verrast van deze zet op, maar knikte even later bevestigend zijn hoofd. Wit maakt gebruik van de achterstand in zwarts ontwikkeling door de damevleugel naar zijn hand te zetten. Op zo’n moment zou je graag even een uurtje willen hebben om na te denken, maar in een snelschaakpartij heb je dat niet. Na e5 Pb3 Pc6 a4 Pxb4 axb5 Le7 Ta4 d5 exd5 Pbxd5 Pd5 Dxd5 bxa6 gaf Nijboer op.

.
hbi2003volokitin
De zestienjarige Andrey Volokitin, winnaar van het HBI snelschaak-toernooi 2003.

In het kielzog van Volokitin eindigde Fridman uiteindelijk toch nog op de tweede plaats, en de titelloze (maar dat zal niet lang meer duren!) Erwin l’Ami op een knappe derde plaats. Erwin speelde goed, degelijk en positioneel, zoals we van hem gewend zijn.

.

.

hbi2003lami
Geboeid wordt gekeken naar de partij van Erwin l’Ami, in het midden zichtbaar, gedurende zijn partij tegen de Duitse IM Wolfgang Richter.

Een aantal lange manoeuvreerpartijen verloor Erwin evenwel, zoals tegen Fridman en Nijboer.

diahbi2003fridlami.

Fridman – l’Ami. In deze stelling speelde Erwin, in antwoord op het h4 van Fridman, h5. Misschien was het toch niet zo handig om de eigen pionnen op de witte velden te fixeren. De zet h6 lijkt beter. Zo’n vijftig zetten later zou Fridman de eigen loper op f7 krijgen, zou de pion op h5 vallen, en de vrijpion op h4 dodelijk blijken te zijn.

Maar Erwin won ook manoeuvreerpartijen tegen grootmeesters.

.

.

diahbi2003lamiglek.
l’Ami – Glek. In deze stelling gaf Glek, omdat na … Lb7 Pb5 volgt en de pion op b6 valt, het eigen loperpaar weg met Lxd4. In het eindspel dat ontstond bleken de witte lopers en de pionnenmeerderheid op de damevleugel dodelijk te zijn. De zwakte van b6 bleef en werd door de ruil niet opgelost.

.

.

.

.

hbi2003lamiglekfoto
Links Erwin l’Ami, rechts Igor Glek, in de snelschaakpartij waarover u zonet gelezen heeft.

In het kielzog van de sterke spelers wist Xander Wemmers zich bijzonder goed te handhaven. In deze ongelooflijk sterke hoofdgroep haalde de Utrechter uiteindelijk 10,5 uit 19, een verdienstelijke plus 2 score. Hieronder kunt u zien hoe Xander Glek versloeg op een wijze zoals Glek het zelf gespeeld zou kunnen hebben!

Igor Glek (2576) – Xander Wemmers (2280)
HBI snelschaak 2003, ronde 17 van de hoofdgroep, 03/29/2003

1.e4 c5 2.Pf3 d6 3.Lb5+ De zogeheten Moskou variant in het Siciliaans.
3…Ld7 4.Lxd7+ Dxd7 5.O-O Pc6 6.c3 Pf6 7.d4 Een pionoffer; allemaal nog steeds theorie.
7…Pxe4 8.d5 Pe5 9.Te1 Pf6 Het theorie boek dat ik in handen heb (NCO) geeft zwart gelijk spel na Pxf3 Dxf3 Pf6 c4 e5 dxe6 fxe6 Lg5 Le7. Het gespeelde Pf6 zou wit een klein voordeeltje geven.
10.Pxe5 dxe5 11.c4 g6 12.Txe5 Lg7 13.De2
diahbi2003glekwemm113…O-O!
De zet waar de partij om draait. Kan wit op e7 nemen of niet?! Een moeilijke beslissing in een partij met vijf minuten bedenktijd! Als wit er in slaagt om de zevende rij en de e-lijn te beheersen, is het natuurlijk uit, maar wit heeft wel een ontwikkelingsachterstand, en is het openen van de stelling dan wel verstandig?!
14.Txe7 Calling it all bluff. Show me! Het alternatief Pc3, en dan bv Tfe8 Lg5 en Te1 had wit duidelijk openingsvoordeel gegeven.
14…Tfe8 15.Te3 Txd7 Txe2 Kf1 Tc2 verliest direct. De enige uitweg was hier Txe8 Txe8 Le3 (Dd1 Pg4 h3 Pxf2; ook na Df1 volgt Pg4 en bijna altijd Pxf2) Pg4 Pc3 Pxe3 Te1 Ld4 Kh1! En wit ontsnapt nog naar stelling met ongeveer gelijke kansen.
15…Pg4 16.Pc3 Pxe3 17.Lxe3 Ld4 Een lastige keuze. Hoe het voordeel van de kwaliteit het beste te verzilveren? Lxc3 bxc3 en vervolgens verdubbeling op de e-lijn, b6 en f5-f4 was ook de overweging waard.
18.Dd2 Lxe3 19.fxe3 Te5 f5!?
20.e4 f5 21.exf5 Txf5 22.Te1 Taf8 23.Pe4 De7
Een hoogst knappe beslissing in een snelschaakpartij. De zwarte dame wordt vis a vis de toren op e1 gezet! Velen zouden in een vluggertje gewoon voor b6 gekozen hebben.
24.Pg3 Te5 25.Td1 Torenruil had het zwarte voordeel inderdaad vergroot, maar nu gaan de zwarte, gecentraliseerde stukken nog meer het bord beheersen.
25…Dd6 Nog een opvallende beslissing. De d-pion wordt tijdelijk geblokkeerd en zwart krijgt de tijd zich nog verder te versterken. Tegelijkertijd niet bang voor Da5 b6 Dxa7 Df6 h3 Df4 en zwart wint snel. Te8 was het alternatief voor Dd6.
26.h3 Te7 27.Pe2 Te4 28.b3 Tfe8 29.Pc3 Te3 Torenruil met Td4 wordt niet meer overwogen.
30.Tf1 Dg3
diahbi2003glekwemm2De zwarte stukken beheersen het bord. Het paard wordt aangevallen. Indien het weggaat: Te2. Indien Tc1: Te1. Dan maar de meest praktische kans…
31.d6! Td3 Er was niets mis met Txc3 Dd5 Kh8 d7 Td8. Of Txc3 d7 Td8 Te1 Td3. Dank zij de sterke positie van zijn stukken trekt zwart in alle varianten aan het langste eind.
32.d7! Td8 33.De2 De3+ Te3 Dd2 Txc3 had nog steeds een totaal gewonnen stelling opgeleverd. Maar in snelschaken maakt afruil een stelling een stuk overzichtelijker.
34.Dxe3 Txe3 35.Td1 Te7 36.Pd5 Tf7 En zwart speelde op de volgende zet Kg7, won de d-pion en even later ook het eindspel.

0-1


hbi2003glekwemm
Xander Wemmers (tegen Igor Glek), met een relaxed pilsje naast zijn linkerhand!

De overige groepen

In de overige groepen werd Vincent Diepeveen, die normaliter altijd zich voor de hoofdgroep plaatst winnaar van groep B, vóór Thomas Willemze, net als Vincent ook van Schaakclub Utrecht en Emile Wustefeld.

Groep C was een prooi voor Karel Terstall, gevolgd door Arie Schwartz (Schaakclub Utrecht) en Geon Knol. Groep D werd gewonnen door Theo Dekker, gevolgd door Aleksic en Frans Sanijs. In groep E waren de eerste drie: Pim IJdo, Anton Rosmuller, Mark Brussen.

Aan het einde van het toernooi roemde Pieter Nieuwenhuis, voorzitter van Schaakclub Utrecht, oprichter van Hypercube Business Innovation en ook spelend in de finalegroep van Hypercube 2003 (waar hij zeer redelijk twaalfde werd met 8,5 uit 19), de sfeer, gezelligheid, de inzet van iedereen die het mogelijk heeft gemaakt, en ook de ambiance van het hele toernooi.

hbi2003nieuvolo
Pieter Nieuwenhuis, links in beeld, geeft de hoofdprijs van het toernooi aan Andrey Volokitin.